Tragedieën in de
steppen km Siberië.
Arrondissements-Rechtbank
Charl
s Rex
te Alkmaar.
IAL10
Goud en bloed in het
„Sowjetparadijs".
In het Dorado der vertwijfelden. - Tusschen
honger en moordlust. - Menschenjagers
zoeken goedkoope arbeidskrachtenl
Moscou, Juni 1935.
Volgens een bericht uit Moscou zijn in
het Lena-gebied nieuwe goudaderen ont.
dekt. Onze medewerker, die talrijke ma
len in Siberië naar goud heeft gegraven,
schildert een der bloedige tragedieën, die
onder de Sowjetrussische goudgravers
aan de orde van den dag zijn
Verschillende mannen hanen zich moeizaam een
weg door 't oneindige Siberische oerwoudHet
zijn vertwijfelden, die hun geluk zoeken als goud
graver! Er zijn namelijk goudgroeven in de meest af
gelegen streken van Siberië. De gouddemon lokt me
nige burger der Unie van Sowiet-staten, die bij zijn
hondeleven niets te verliezen had en daarom de
gevaren van die reis niet vreest, aan. Geen van
de mannen spreekt een woord. Waartoe ook? Als
het leven nog slechts aan een zijden draad hangt,
is het immers de moeite niet meer waard om te
spreken!... Plotseling klinken uitroepen...: „Halt!"
Het komit uit de dichte struiken.... Twee mannen
treden te voorschijn; ze zien er wild uit zijn bewa
pend tot aan de tanden. Zij bevelen de groep man
nen. hen te volgen... Waarheen? .Dat zal ie wel
zien! Vooruit!!"...
Het zijn menschenjaaers...
wien de ongelukkigen iuist in de handen liepen!
Deze menschenjagers zijn desperado's menige
gevluchte agent van de GPOe is er onder hen. Op
deze wijze trachten zij zich goedkoope arbeidskrach
ten te verschaffen! Menschelijke arbeid is tóch al
goedkoop in het Sowiet-paradijs! In Siberië kan
men die heelemaal voor niets hebben! De gewapen-
den jagen hun slachtoffers naar een goudgroeve,
die zij ontdekt hebben. Maar waar moeten zij de ar
beiders vandaan halen? Zij worden eenvoudig on
derweg opgevangen en gedwongen tot de arbeid in
de goudgroeve onder gestadige bedreiging met
den dood moeten do halfdoode, uitgehongerde schep
selen voor hun „eigenaar" werken, werken, totdat zij
neervallen
Zulke, op eigen houtie gedreven goud-onderne
mingen zijn er in het Aldan-gebied, het goudparadijs
van de Sowjet-Unie. zeer vele! Zij staan biyten de
wet, zélfs nog buiten het Sowjet-recht!" Wie zou zich
in dit woeste helleland nog om menschenrechten
hekommeren? Als de uitbuiters hun goudvoorraad
voldoende hebben aangevuld, gaan zii op den te
rugweg!
Zij trekken door de Taiga, meer dier dian mensdh,
verwilderd en wreed! Het sprietige haar is in we
ken niet geknipt.... diep liggen de oogen in hun kas
sen en hun wangen zijn ingevallen, de jukbeende
ren steken vér uit! Zii zetten moeizaam hun voeten
neer en trappen het lage hout neerZii weten
maar al te goed: zij kunnen niet op de anderen
vertrouwen. Ieder van hen heeft reeds menige drup
pel bloed vergoten. Ieder leest de gedachte van den
ander, als hij zijn blikken opvangt. Ieder weet:
mijn „kameraad" zal mij dooden, als ik
niet oppas!
Niemand kan 's nachts slapen! Ieder weet, dat het
om ziin hoofd gaat! O wat bóórt die honger in de
ingewanden! Ieder denkt: vóór het eerstvolgende
plaatsje zal ik mijn kameraden vermoorden... Ein
deloos is die weg naar het eerstvolgende dorp
het zijn slechts... een paar honderd kilometer! Beren,
paddestoelen en kruiden vormen het voedsel! Als
zij een beest tegenkomen ontstaat er een wild ge
vecht, menschen tegen- dier! Lijf aan lijf! Met een
bijl splijt men het monster den schedel! Een heele
week liggen de goudgravers naast den dooden beer
en eten zich zat...
Dan gaat het verder. nog een paar honderd
kilometer! 's Avonds zitten de goudgravers om het
vuur en stoppen gebakken paddestoelen en noten in
het keelgat... Voor hun oogen draait alles...
„Laten we gaan slapen!" zegt er een en strekt
zich op den grond uit! „Hoe heerlijk zou het ziin,
nu voor altijd in te slapen!" „Hè kameraden, zul
len we niet liever de biil wegwerpen?" „Waaróm?"
„Om rust te hebben. Men zou b.v. wel eens plot
seling een aanval van waanzin of koorts kunnen
krijgen..." De reus. die deze woorden gesproken
heeft, grijnst en klapt in ziin geweldige handen.
De anderen voelen een koude rilling over den rug
loopen. Dezen nacht doet wederom niemand een
oog toe!...
Honqerfantasieën
's Morgens gaat het verder. Als een onzichtbare
muurstaat de haat en het wantrouwen tusschen
de goudgravers. Geen woord valt! Slechts de takken
kraken onder de zware laarzen der voortschrijden
den De adem gaat rochelend... De bijlen kletteren
op de maat der paseen. De geweren hebben de goud
gravers reeds lang weggeworpen die waren hun
1e zwaar geworden! De arbeiders, die het werk voor
hen verricht hadden, waren voor een deel gestor
ven van uitputting en verder gedeeltelijk bii de ver
laten goudgroeve gebleven...
Op zekeren dag komen de trekkende goudgravers
bij een meertje. Daar ziin eenden. Wilde eenden!
De dieren zitten aan den oever. De goudgravers
rennen erheen! „Als ze maar niet wegvliegen!" Maar
de dieren blijven stil zitten. Ze ziin niet gewend
aan menschen. Met een wild gebrul stort de reus
achtige goudgraver zich op de eenden, die dan toch
plotseling opvliegen en naar het bosch vluchten...
Een andere goudgraver heeft meer geluk de een
den vliegen in ziin richting. Dol van honger trekt hii
de arme. halfvertrapte dieren de kop af. begraaft
ziin wolf standen in het vleesch en drinkt het
bloed...
„Geef ons in *s hemelsnaam óók wat!" roepen
enkele goudgravers smeekend. De eendenvanger
draait ziin met bloed-besmeurd gelaat om en grijnst
duivelachtig. „Loop naar den duivel..." zegt hii en
zwaait dreigend zijn biil! De hongerigen snikken.
de eendenvanger scheurt "het hart van de eend uit
het karkas en verslindt het rauw!...
De helsche karavaan trekt verder... On zekeren
dag ontdekken zii een blokhut, waar de goudgravers
op. den terugweg aanleggen, om voorraden voor den
terugkeer op te stapelen. Hier is beschuit en
Wodka
„Wodka! Wodka! Wodka!" brullen allen de
haat is vergeten en alle dansen om de hut een wilde
dans... Ze slaan de flesschen kapot en drinken den
vurigen drank! 's Avonds liggen zii alle zwaar-
l>eschonken voor de hut! Een slaat op z'n borst en
schreeuwt een andere huilt, een derde lalt dron-
kenmans-taal...
„Bijna hadden we elkaar doodgeslagen!" lalt er
een met dubbelslaande tong...
Moordend goud.
Ze koesteren zich bii het vuur. gaan naast elkaar
liggen als goede kameraden. Midden in den nacht
wordt de reusachtige goudgraver wakker door een
merkwaardig geluid... Het is donker: maar neen,
dat was natuurlijk maar een droom. „Nu moet het
maar gebeuren," denkt de reus. Hii tast naar de
slapen den. haakt ziin biil van den gordel... sluipt
naderbij. Dan gaat de biil omhoog... Met vreeseliike
kracht komt het moordwapen neer. eenmaal, twee
maal. driemaal, viermaal met kracht moet hii de
biil uit de gespleten vloer trekken... bloed soat in
het rond: vièr hoofden rollen voor ziin voeten...
De moordenaar is half krankzinnig geworden,
hii mompelt onsamenhangende zinnen. De morgen
breekt aan. De vreeseliike verminkte liiken liggen,
badend in hun bloed, op den grond.
Plotseling klinkt een schot De moordenaar
zakt met een gesmoorden kreet ineen. Enkele man
nen sluipen naar de hut. Het is een andere troep,
die in de Taiga loert on slachtoffers... op de terug-
keerende goudgravers. De troep heeft een goede buit
gemaakt. Twee mannen griinen naar de zware goud-
zakken. Dan verdwijnt de bende in den morgen
nevel.
Zullen ook deze mannen elkaar om het leven bren
gen? Wie zal de uiteindelijke eigenaar van het
moordende goud ziin? Zal het ook hén ongeluk aan
brengen? Hoe het ook zii...: zóó wordt er in het
„Sowiet-Paradiis" goud gewonnen!
Strafzitting van Maandag 24 Juni.
Bergen.
WAT MEN DRONKEN UITSPOOKT. MOET
NUCHTER UITGEKIEND WORDEN.
De heer Hendrik Sch., 'n 45-jarig los en werke
loos arbeider te Bergen, had te diep io 't bierglas
gekoekeloerd, van welkvergezicht de droevige ge
volgen niet uitbleven. Hendrik kreeg 'n stuk in z'n
kraag en toen hij per fiets zijn woning wilde berei
ken, trok zijn rare manier van rijden de aandacht
van den veldwachter Boltjens; met het resultaat, dat
hij in aanraking kwam met den Kantonrechter ter
zake het in staat van dronkenschap een rijwiel be
sturen, alsmede rijden zonder licht, terwijl de politie
rechter zich met hem moest bemoeien omdat Hen
drik zich had verzet tegen den veldwachter, toen deze
hem wilde inrekenen. De kantonrechter bedacht hem
met 6 en 5 gulden boete of 3 en 2 dagen, doch de
Politierechter verlangde een reclasseeringsrapport,
dat heden werd uitgebracht.
Besloten wérd den zwakken broeder tot 9 Sep
tember op de proef te stellen of hij het proeven kan
afleeren.
Schagen.
HAAR PERSOONLIJKE VERSCHIJNING WERD AL
TE ZEER OP PRIJS GESTELD.
Een dienstbare geest uit Barsingerhorn, mej. Roe-
lofjo v. d. H., had zich te Schagen in betrekking
bij den heer I. J. Kuijper te Schagen met een gou
den armbandhorloge, dat haar reeds lang de keel
had afgebeten, verrijkt. Toen het feit ontdekt werd
bleek de heer K. niet genegen, dit geval met den man
tel der liefde te bedekken en werd de officier van
justitie er in betrokken met al de onaangename aan
kleve van dien. Thans moest zij terecht staan, doch
was niet verschenen. De heer Wiggers heeft ook al
'n kijkje op dit meisje en stelde voor een gecombi
neerde straf, b.v. 40 direct brommen, de rest voor
waardelijk- Maar de Pol. Rechter wilde zelf haar neus
eerst eens zien, gelastte uitstel tot 9 Juli en voorge
leiding van de thans al te bescheiden jongedame.
Schagen.
DE PENNINGMEESTER WAS NIET O.K.
De niet verschenen heer Corn. W. te Schagen, die
gefungeerd had als penningmeester van den Bond
van Land-, Tuin- en Zuivelarbeiders, had in die
qualiteit voor 'n soort kassierschaap in miniatuur
gespeeld en de contributie ten bedrage van f 146.88
aan de viool en strijkstok laten hangen. Ook hier
achtte de Pol. Rechter persoonlijke kennismaking
gewenscht, ergo uitstel tot 8 Juli en voorgeleiding.
Oude Niedorp.
ZE WILDEN ER HARING OF KUIT VAN
HEBBEN.
Een tweetal notabelen uit Harenkarspel, de heeren
Alb. M. en Willem J. gevoelden in den nacht van 1
April dringend behoefte aan een hartig brokje en
verschenen in het café van den heer Lichthart te
Oude Niedorp, met het verzoek hen een zure haring
te verschaffen. De caféhouder wees hen echter op het
reeds verschenen sluitingsuur, waarop de heeren be
gonnen op te spelen en weigerden het erf van den
caféhouder te verlaten. Met het voor hen nadeelige
gevolg, dat zij heden de zondaarscanapé sierden. Ge
lukkig kon echter het vereischte bewijs niet voor el
kander worden gebokst en had vrijspraak plaats.
Urk.
GEEN VOORBEELD VAN BESCHAVING.
Een inwoner van het eiland der Zeppelinbroeken
Urk, Gerrit de B., goot op 22 April de fiolen zijner
toorn uit op het hoofd van den rijksveldwachter en
qualificeerde dezen brave als smerige smiegt en
vuile bliksem, wat ver van beleefd, zelfs strafbaar
was, zooals bleek uit het vonnis f 15 boete of 10
dagen.
Helder.
EEN HARDHANDIGE CALIFORNIëR.
Een bewoner van de Californiëstraat te Helder, de
loswerkman Klaas E.. die op 10 Mei jl. „keet" kreeg
met zekeren heer Piet v. d. Meer, begon al spoedig
met een wateremmer te argumenteeren en diende
Piet eenige onzachte liefkozingen op kin en hoofd
toe. Voor dit feit terecht staande, had de officier
bereids f20 boete of 10 dagen gerequireerd, doch de
politierechter ontdekte ter elfder ure nog 'n fout in
de telastelegging en sprak Klaas vrij.
B e e m s t e
WIE KWAAD DOET, KWAAD ONTMOET.
De wijnhandelaar Dirk de H. uit de gemeente
Hoorn, schijnt niet best tegen de lucht van zijn eigen
koopwaar te kunnen en was te Beemster door den
veldwachten in staat van dronkenschap achter het
autostuur aangetroffen. Toen hij werd uitgenoodigri
uit te stappen, maakte hij de zaak nog erger en
maakte zich aan wederspannigheid schuldig. Het
werd nu voor hem in totaal 'n duur grapje. Voor 80
gulden had hij de zaak voor het Kantongerecht „ge-
DONDERDAG 27 JUNI 1935.
HILVERSUM (301 M.)
AVRO.-uitzending. 8.00 Gram.pl.; 9.00 Omroep
orkest olv. N. Treep: 10.00 Morgenwijdiner; 10.15
Gram.pl.: 10.30 Omroeporkest olv. N. Treep; 11.00
Knipcursus Kinderkleeding; 11.45 Lyra-trio; 12.30 En
semble Franc is Keth en gram.pl.: 2.00 Voordracht
F. Stemeberg; 2.20 Stafmuziek 5de Reg. Inf. olv. J,
R. v. d. Glas en Voordracht F. Sterneberg; 4.00 Gram,
pl. voor zieken en ouden-van-da gen: 4.30 Gram.pl.;
4 45 Hoorspel voor de kinderen; 5.15 II. P. A. Speco-
vius: Eendge wenken voor zeilliefhebbers: 5.30 Ro*
vacs Lajos' orkest en gram.nl.; 6.30 Sportpraalic H,
Hollander; 7.00 „Wat 'n fouten", wedstrijd voor
jeugdige luistervinken; 7.30 Radio-Volkszang olv. P,
C. Poortman; 8.00 Vaz Dias; 8.05 Uit Carré. A'dani:
lste deel v. d. revue: „Mag ik er ook op": 9.45 Om
roeporkest olv. N Treep m.m.v. T. Gerson (so
praan) en H. Viskil (tenor)10.35 Gram.pl.: 11.00
Vaz Dias; 11.10—12.00 AVRO.Decibels olv. E. Meenk.
HUIZEN (1875 M.)
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00
NCRV. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl.: 1015 Morgen
dienst olv. Ds. E. van Meer; 10.45 Gram.pl.: 11.00
Gram.pl.: 11.30 Godsd. halfuur; 12.15 Orkestconcert;
2.00 Handwerkles: 3.00 Gram.pl.: 3.45 Zenderverzor
ging; 4.00 Bijbellezing Ds. J. Mevnen, mmv zang en
orgel; 5.00 Handenarbeid v. d. jeugd: 5.30 Hollandsch
Harpkwartet; 7.00 Ned. Chr. Persbureau: 7.15 Repor
tage: 7.30 Journ. weekoverzicht... 8.00 Vaz Dias; 8.05
Chr. Gem. Koor „Halleluiah" olv. J. Coliee. en orgel
spel M. E. Bouwmeester: 9.00 Lezing Dr. J. ten Kate:
9.30 Orgelspel M. E. Bouwmeester: 9.55 Vaz Dias: 10.00
Orkestvereen. „Josef Haydn" olv. Kiekens; 11.00—
12.00 Gramofoonmuziek.
DROITWICH (1500 M.).
10.3510.50 Morgenwijding; 11.25 Orgelspel H.
Croudson; 11.50 Voor de scholen; 12.10 Rutland
Square New Victoria-orkest olv. N. Austin; 1.20
Gram.pl.: 2.25 Voor de scholen; 3.20 Vesper: 4.10
Gram.pl.; 5.05 Orgelspel G. D. Cunnineham: 5.35
Grosvenor House Dance Band olv. S. Lipton: 6.20
Berichten: 6.50 Bach-concert: 7.10 Duitsche les: 7.40
Gram.pl.: 7.50 Lezing; 8.20 Gevar. progr.: 9.50 Be
richten: 10.20 Kerkdienst: 10.35 L. Bridgewater en
ziin Kwintet mmv. zangsoliste; 11.3512.20 BBG-
dansorkest olv. H. Hall.
RADIO-PARIS (1648 M.>
7.20 en 8.20 Gram.pl.: 12.35 Kamermuziek olv.
Doven: 5.05 „Horace", spel van Cerneille; 9.05 „Ben-
venuto Cellini". opera van Berlioz mmv. solisten, het
Nat. Orkest en het Raugelkoor olv. Inghelbrecht;
Hierna: Orkestconcert olv. Pascal.
KALUNDBORG (1261 MA
12.202.20 Strijkorkest olv. Andersen; 3.20 Concert
uit rest. „Ritz"; 4.455.05 Zang en piano; S.20 „Re
naissance", drama van Drachmann. Muziek van
LangeMüller: 9.55 Zang en piano: 10.40 Omroep
orkest olv. Reesen; 11.20—12.50 Dansmuziek.
BRUSSEL (322 en 484 M.)
322 M.: 12.20 Gram.pl.; 12.50 Omroeporkest olv.
Gason; 1.302.20 en 5.20 Gram.pl; 7.35 Accordeon-
muziek; 8.20 Cabaret; 9.20 Svmphonieconcert olv.
Vereist; 10.30—11.20 Gram.muziek; 484 M.: 12.20 en
1.30—2.20 Gram.pl.; 5.20 Orgelconcert: 6.05 en650
Gram.pl.; 7.30 Piano-recital; S.20 Salonorkest oltf,
Walpot mmv. solisten; 10.3011.20 Populair concert.
schikt" en ter zake de wederspannigheid werd hij he
den ook nog veroordeeld tot 14 dagen gev., echter
voorwaardelijk met 2 proefjaren.
Schagen.
EEN „SMERIG" HANDELTJE.
De veekoopman Rijer Sch. te Schagen was door ze
keren Theodorus Huisman leelijk bedrogen met een
z.g. onkante koe. met gevolg dat de heeren het over
die knoeierij figuurlijk en letterlijk gesproken duch
tig aan den stok kregen. Er werden rake klappen uit
gedeeld met gebruikmaking van koestok en schoffel.
Bij slot van rekening was de bedrogen Rijer de
„piel" en stond hij heden terecht wegens mishande
ling. Wie echter het laatst lacht, lacht het best, om
dat bleek, dat het niet Rijer was die de vuile rol
in dezen koeienhandel had gespeeld. Bovendien
kon worden aangetoond, dat Rijer uit zelfverdediging
had gehandeld en werd hij vrijgesproken, een uit
spraak waarmee heel goed de verdediger Mr. Dr.
Buiskool zich kon vereenigen. Echter gaf de advo
caat het voornemen te kennen, namens zijn cliënt te
gen Huisman een klacht te zullen indienen wegens
bedrog, strafbaar gesteld bij art. 329 Wetb. v. Straf
recht. Deze zaak kan dus voor mijnheer H. nog zeer
onaangename gevolgen hebben! De maximumstraf
op dit feit gesteld is namelijk 1 jaar.
door
Ethel M. Dell.
o
Het kleine Italiaansche stadie, dat gebouwd was
tegend e hellingen, die vrij steil uit de zee opstegen,
geleek met z'n talrijke terrasgewiis aangelegde tui
nen in den rooden schiin der ondergaande zon, een
veelkleurig juweel. De toren van het Casino stak
vrooliik in 't midden van 't stadie omhoog, 't was
een allerbekoorlijkst plekje, uiterst geschikt om te
dwepen en te droomen.
Toen Saltash aan de kade voet aan wal zette,
voelde bii zich zonderling ontevreden en onvoldaan.
Ongeveer veertien dagen geleden was hii hier geko
men met het plan. zich eens flink te vermaken, maar
't scheen, dat de oude genoegens alle aantrekkelijk
heid voor hem hadden verloren en hii had zich
slechts verveeld.
„Ik word oud!" zeide hii tot zichzelf en trok daar
bij een leeliik gezicht.
Maar hii was niet oud, hii was nauwelijks zes-en-
dertig. maar hii had al te lang de wereld aan ziin
voeten gezien, dat was alles.
Dien avond zou er te Valrosa een waterfeest ziin
en de promenade en de muziektent waren met bloe
men en gekleurde lampions versierd, 't Zou waar
schijnlijk voor de laatste maal ziin. want het seizoen
liep ten einde.
Saltash sloeg die voorbereidselen met een matige
belangstelling gade. terwiil hii zich naar het hotel
begaf naast het Casino, waar hii voornemens was te
dineeren. Een paar menschen, die hij kende logeer
den daar en hii hoopte op een eenigszins gezelligen
avond. In elk geval wist hii. dat hii welkom was
en dat hii. als hii er lust toe voelde, gelegenheid
zou hebben een nartiitïe bridge te spelen of. als hii
zin had, eens eens kans te wagen, kon hij naar het
Casino gaan. maar hii voelde niet veel voor hazard
spel. hii moest iets nieuws hebben. Geen der be
kende vermakelijkheden trok hem aan. Hii voelde
zich ov.d en lusteloos. Hii ging de trappen op. die
FEUILLETON
onder de cypressen van terras naar terras voerden
en stond telkens stil om een blik te werpen on de
wonderlijke mooie zee. die in de stralen der onder
gaande zon telkens van kleur wisselde.
Ja. 't was hier wel een plaats om te dwepen en
te droomen. Zelfs de veel oudere Larnent kwam
onder de bekoring Larpent. die twintig iaar gele
den voor de eerste en laatste maal verliefd was
geweest.
Hii begon onwillekeurig te lachen: die dwaze,
oude Larpent! Hii had den godenwiin vermoedelijk
niet kunnen verdragen en voelde bliikbaar geen lust
er voor de tweede maal de proef van te nemen.
Toen hii op het laatste terras was aangekomen,
bleef hii langer stilstaan om. vóór hii het hotel bin
nenging. nog eens volon van den pracht.igen avond
te genieten. De zee was licht getint, hier en daar
met rose doorschoten, als de binnenkant van een
oesterschelp; zee en hemel schenen ineen te smel
ten. do duisternis werd dichter, de zon was onder
de kim gedaald. De tonen van een luit drongen
door een der lager geleden tuinen tot hem door. Hij
bleef staan en luisterde met een sentimenteele uit
drukking in ziin oogen en nerveus trillenden mond.
Alles in deze wonderwereld had dien avond een
eigenaardige bekoring en tóch en tóch
Plotseling werd de stilte door een ander geluid
verbroken en in het volgende oogenblik luisterde
bii aandachtig toe.
Een kreet van pijn had uit een tuin in de onmid
dellijke nabiiheid. ziin oor getroffen, uit den tuin
van het. hotel, en werd onmiddelliik gevolgd door
een stortvloed van harde, booze woorden door een
mannenstem gesproken, vergezeld van een geluid
van slagen.
„Vervloekt" zei Saltash en sprong in de richting
van een nauw houten deurtie in den steenen muur.
een naar meters hooger. Hii onende het met vaste
hand en bevond zich in een klein boschfe. waar
achter men het uitricht had on de zee. Tn dit boschie
bad de worsteling nlaats en in 't volgende oogen
blik bad hii zich een weg gebaand door de heesters
en stond hii aan den ingang.
„Vervloekt!" riep hii woedend uit, „wat doe ie
daar. Wil ic dien iongen wel met rust laten!"
Een man in avondtoilet hield een iongen met
blond haar. die de hotellivrei droeg, bii ziin nek beet
en deed meedoogenloos de slagen op ziin bloote
hoofd neerkomen. Bii Saltash's plotselinge verschij
ning bond hii in en de nieuw aangekomene keek in
het hoogrood gekleurde gelaat van den eigenaar van
het hotel. De herkenning was wederkeerig .hii slin
gerde den iongen in een hoek en keek ziin gast aan.
hijgend en met oogen, die nog van toorn schit
terden.
„O. mylord. is u het?" zei hii in slecht Engelsch
en boog daarbii diep, ofschoon hii nog van woede
trilde, .waarmee kan ik mylord van dienst zijn?"
„Wat drommel, wat is er aan de hand", zei Sal
tash. alle plichtplegingen terzijde zettend. „Waarom
ransel ie dien armen iongen zoo? Kan ie geen man
vinden van ie eigen grootte en kracht, om ie woede
op te koelen?"
De Italiaan wierp over ziin schouder een niidigen
blik op ziin ineengedoken slachtoffer.
„Hii is een nietnut," zei hii, „ik heb het met hem
willen probeeren bueno maar hii is niets waard.
Mvlord moet het mii niet kwalijk nemen, maar hii
is een Engelschman en die Engelschen deugen'' niet
om te werken, heelemaal niet!"
„Daar heb ie gelijk in." stemde Saltash glim
lachend toe. „maar daarom hoef ie hem toch niet
dood te ranselen. Antonio! Dat is ziin ongeluk, maar
niet ziin schuld."
„Maar, mylord, ik heb hem niet willen vermoor
den," bracht de hotelier zenuwachtig in het midden.
„Ik heb hem geen kwaad gedaan. Ik heb hem alleen
gestraft en dat is goed voor hem."
„O." zei Saltash. toen hii naar het kleine% bevende
figuurtje in den hoek keek. ,,'t. is zeker een eenees-
rniddel. hè? Maar wat al te straf voor een kind van
dien leeftiid. Ik zou een volgende keer maar wat
minder hardhandig ziin!"
Antonio lachte veniinig.
„Den volgenden keer. mvlord. dan neem ilc hem
zoo en draai hem ziin nek om," en hii lachte
gemeen, „kom. sta op. addergebroedsel. ga weer aan
ie werk!"
„Nu. zacht wat. zacht wat," zei Saltash" glim
lachend. „zoo spreken we niet tot een Engelschman
Antonio zelfs niet tegen den kleinste of zwakste
Met ie verlof, laten we eens naar hem gaan kiiken
en hii hoog zich over de ineengedrongen gestalte.
..Kom. iongen. licht ie hoofd eens op. laat ik te
eens bekijken."
De ïongen toonde bliikbaar weinig neiging om te
•mhoorzamen en hii legde ziin hand op de schok
kende schouders en voelde, ho,e de jongen zenuw
ach tig trilde.
„Ik geloof, dat ie hem gewond hebt," zei hii. ter
wijl hii zich over hem heenboog. „Kom, Tommy,
licht ie hoofd eens od. wees maar niet hang. 't Is
een vriend."
Maar het kleine figuurtie kromp hoe langer hoe
meer in elkaar.
„Hii heet Toby," zei Antonio op veniinigen toon,
„een hondennaam, mylord. en uitstekend voor hem
geschikt. Want hij is wat men noemt een luie
hond!"
Saltash nam niet de minste notitie van hem: hii
had zich verder voorover gebogen en ziin gezicht
was in de schaudw, „wees maar niet bang. niemand
zal ie kwaad doen. Kom eens hier! Laat ie eens
kiiken!"
Hij hield de tegenstrevende gedaante stevig vast
en deed hem onstaan. maar plotseling ontmoette
ziin hand hevigen tegenstand, als van een wild beest,
dat voor ziin vrijheid vecht.
Met een wanhopige poging wrong de iongen zich
los en liep weg. Hii vloog als de wind. terwiil de
beide mannen elkaar aankeken.
„Wat een vlugge, kleine duivel," merkte Sal
tash op.
„Ja", zei Antonio nijdig, „ja, wel 'n duivel, mylord.
Ik wil hem ook niet meer terug hebben: ik wil hem
niet meer terug hebben en hoon maar. dat hii zal
omkomen."
„Hoe allervriendelijkst van fe, Antonio," mel'kt.e
Saltash op. „en die wensch zal wel vervuld worden
als het seizoen ten einde loont."
Antonio likte zich behageliik om den mond.
,,'t Is mogelijk! 't Is best mogelijk!" zeide hil.
HOOFDSTUK II.
VaarweL
Hef werd laat en het feest was nog in vollen gang,
toen Saltash weer. onder de cvnressen door. naar
beneden, naar den waterkant ging. De golfies kab
belden zachtjes tegen den oever, 't Was een nacht
om te droomen en te miimeren. In de met bloe
men getooide muziektenten sneelde een strijkorkest
zachte. allerheVnorliikste muzielfc die de lucht als
•ziet tooverklanken vervulde.
Saltash lien verder den blik gericht on het wa-
°r. waarin dnizpndnn gekleurde lichtjes fonkelden.
En nog altijd had ziin gelaat dezeifde onrustige,
znvnldane en sno'tendp uitdrukking. Hii voelde er al
'iet aanlokkelijke van. maar 't was niet sterk ge-
uoeg. De invloed was niet krachtig genoeg meer.
Hij had niet alleen moeten ziin.
(Wordt vervolgd.)"