De sirenge rechter
Een caricatuur.
MET HET ZACHTE GEMOED.
Lanfa's msesi gevreesds man gestorven.
STEEDS WEER NIEUWE 00RL0GS-
CREDIETEN IN FRANKRIJK.
Verstónvjen te land, op het weter
en in de lucht.
Kort
verhaal
De „decimeter-golf". Als we de berichten kunnen geloven, dan zou de
Duitsche radio-industrie een baanbrekende uitvinding hebben gedaan. Het
gaat hier om de korte golf die men thans zou hebben „verkort" tot beneden
den meter, en daarom de „decimeter-golf" genoemd heeft. Deze korte golven
hebben de bijzondere eigenschap, dat ze in een absoluut bepaalde richting
kunnen werken. Ze stralen dus niet meer, gelijk de tot nu toe gebruikte korte
golven, die altijd nog eenige meters lang waren, naar alle kanten uit, doch
men kan ze zonder eenig bezwaar in die richting uitzenden, waarheen men
wil, dus alléén daarheen, waar men wil dat ze ontvangen worden. Het beeld
hierboven geeft een experiment met den Telefunken „decimeter golf'-zen-
der (rechts) en de -ontvanger (links) voor golven van slechts 10 c.M. lengte.
Dezer dagen stierf te Londen de beroemdste
en strengste van alle Engelsche rechters,
Sir Horace Avory.
Do man, die zooveel mcnschen ter dood veroordeeld
had, moest op zijn beurt ook de reis ondernemen,
waarvan men nimmer terug keert. Sir Ilorace Avory
stierf, gelijk het een echten Engelschen gentleman
betaamt, in zijn club, na een partijtje golf. De sport
was de eenige grooto passie van de vierentachtig-
jarige. Het geheim van zijn buitengewone levens
kracht schreef de grijsaard toe aan zijn dagclijksche
lichaamsoefeningen, alsmede aan een langdurig ver
blijf in de open lucht.- Engeland kent geen ouderdoms
grens voor rechters. Wanneer iemand zich gezond en
voldoende krachtig gevoelt, dan kan hij zijn ambt
fot aan het einde zijner dagen uitoefenen. Dit heeft
Sir Horace gedaan en men kan van hem inderdaal
zeggen, dat hij op het veld van eer gestorven is.
lederen dag kon men de lange, magere grijsaard
in het Londcnsche gerechtshof zien verschijnen. De
laatste jaren beefden zijn handen wel eenigszins en
ook zijn stem klonk lang zoo snijdend niet meer
doch het bevende hoofd en de trillende handen pasten
zeer goed bij zijn persoonlijkheid. Avory had een fan
tastisch uiterlijk. Op een abnormaal lange hals stond
een gerimpeld hoofd, dat glad geschoren was. Het
hoofd had een paar kleine, verstandige, stekende
oogen, waarmede de rechter zoo doordringend kon
kijken, dat het iemand onmiddellijk raar te moede
werd. Denkt men hierbij nog tutn de traditioneele
pruik, de roode toga, alsmede de hooge stoel, waar
op de rechter gezeten was, dan kan men zich gemak
kelijk voorstellen, welk s-en imposante figuur, die
van rechter Avory was. Het laatste sensationeele pro
ces, waarbij Sir Hor&ee recht sprak, was dat tusschen
vorst Jousoupof, eon neef van den tsaar en de Metro
Goldwyn Mayer filmmaatschappij. Processen van deze
soort hoorden échter niet tot het domein van rechter
Avory. Zijn gebied namelijk was dat der crimina
listiek. Bijna alle groote moordprocessen in Enge
land van deze eeuw werden door rechter Avory ge
leid.
Sir Horace was in den loop der jaren bijna een le
gendarische verschijning in het Engelsche leven ge
worden. Ieder mensch kende zijn naam. Een naam,
die tegelijkertijd respect en angst afdwong. Als een
Engelsch knaapje zijn pap niet wilde eten, dreigde
de domme kindermeid: „Pas op, ik roep rechter
Avory...." In tegenwoordigheid van deze imponeeren-
de figuur werd een ieder klein en bedeesd: de aan
geklaagden, de getuigen, de verdediger, ja, zelfs de
Officier van Justitie, die toch zeker geen reden had
om angst voor hem te hebben. Het principe van Sir
Horace Avory's rechtspraak was het vergeldingsprin
cipe. In dit opzicht bestond voor hem geen compro
mis. Bloed kon slechts door bloed vergolden wor
den. Medelijden? Had de moordenaar soms met het
slachtoffer ook medelijden gehad. Medelijden was
voor hem geen argument. Toch eens de jury een be
klaagde, die hijzelf als schuldig veroordeeld had, als
onschuldig verklaarde, deed Avory hiervan den be
klaagde met de volgende woorden mededeeling: „De
uitspraak van de jury zal u met verwondering ver
vullen. Stel u voor: de heeren houden u voor onschul
dig."
Sir Horace was niet van eenige humor vrij te plei
ten, doch zijn scherts was sarcastisch. Toen een evr-
dediger eens met veel pathos wat hij haatte
een cliënt, die van moord beschuldigd was, als een
van de beste menschen ter wereld afschilderde, die
MARIE LANDER bracht haar vacantie van
twee weken door op een klein, goedkoop
hadplaatsje. Niet, dat ze zich weelderige va-
cantic-oorden niet had kunnen veroorloven, doch ze
voelde geen behoefte aan zulke dingen. Ze was altijd
een teruggetrokken meisje geweest, ze leefde ook in
de stad sóber en rustig.
Ze werkte op het kantoor van haar vader, een
welgesteld handelsman, doch ze woonde sinds eenige
jaren alleen. Het vroolijke leven thuis beviel haar
niet, ze was een flat gaan bewonen, zoodra haar
vader hertrouwde met een jongere, knappe en le
venslustige vrouw. Jarenlang waren vader en doch
ter alles voor elkaar geweest en beiden geneigd tot
ernst en eenvoud. Doch zooals meer gebeurt, de oude
heer Lander die zichzelf lang niet oud vond
werd verliefd met al het vuur van zijn leeftijd
een vuur, dat verwoestender kan zijn dan dat van
een 20-jarig hart! en sindsdien dacht hij nog al
leen aan zijn knappe Elisabeth, aan de pretjes, waar
op die gesteld was, aan reizen, feesten, uitgaan...
Hij nam het zijn doch
ter niet kwalijk, dat ze
alleen ging wonen en
miste haar niet. Ze be
sefte het, met bitterheid
in het hart.
Dus woonde ze nu in
een smaakvol ingerich
te, doch eenvoudige flat
bezocht in haar vrijen
tjjd lezingen en concer
ten, las veel, had wei
van middelbaren leeftijd
en besteede haar vacanties nuttig en practisch met
werkelijk rust houden, zwemmen, zonnebaden en
eenzelfde eenzaamheid, die ze gewoonlijk verkoos.
Doch ditmaal kwam alles heel anders. In het pen
sion, dat ze reeds voor de derde maal had gekozen.
met het slachtoffer „als een broeder" geleefd had,
onderbrak Avory hem met de woorden: „Ja, zooals
Kain met Abel!"
Het groote aantal doodvonnissen, dat Avory in den
loop der. jaren uitgesproken heeft men spreekt
ran eenige honderden gaf hem de reputatie van
harteloos rechter. Doch dit was geenszins het geval.
Was het de schuld van Sir Horace, wanneer een
moordenaar volgens de wet gehangen moest worden?
Het was toch immers zijn beroep de schuldigen aan
den beul uit te leveren. Aan spoken en geesten ge
loofde hij niet. Avory had een vaste en gezonde
slaap. Hij was een slaaf der wet. Er was in Enge
land geen ander jurist, die de verschillende artikelen
van het wétboek zoo op zijn duimpje kende als hij.
Slechts diegenen, die hem nader kenden, wisten, dat
zich onder dit onbeweeglijk masker een edel mensch
verborg. Thans, nu hij dood is, hebben zijn vrienden
een en ander verklapt. Ook het kleine opschrijf-
mekje, dat men in zijn schrijfbureau gevonden heeft,
is inderdaad een document van groote humaniteit.
Hierin stonden de adressen genoteerd van de men
schen, die hij ter dood veroordeeld had. Wanneer
do familie van een veroordeelde in grooten nood
achterbleef, dan stuurde hij deze geld of andere
liefdesgaven. Niemand wist van wie deze geschen
ken kwamen. Ook stonden in dit boekje de namen
van de misdadigers genoteerd, die hij tot gevange
nisstraf veroordeeld had. De dag waarop zij ontslagen
werden, stuurde hij een persoon naar de gevan
genis om hen eenig geld ter hand te stellen. Ook in
dit geval mocht niemand weten, wie de weldoener
was.
Van de R-club, waar Sir Horace gestorven is, was
hij gedurende vijftig jaar lid. Met een chromatische
stiptheid placht hij aldaar aan de lunch en het di
ner te verschijnen. In de meeste gevallen zat hij al
leen, omdat niemand het waagde onuitgenoodigd
aan zijn tafeltje plaats te nemen. Zijn beste' vriend
was Lord Hewart, de Lord opperrechter van Enge
land. De eenige luxe van dezen zonderling was, dat
verscheen op een dag een jonge teekenaar, die Ro-
bert Daniël heette, vroolijke bruine oogen had, en
op onverklaarbare wijze het gesloten hart van Ma
ria wist te veroveren: Ze wandelden samen, zwom
men samen, spraken over allerlei, waarin ze hetzelf
de voelden en dachten. En in Maria ontlook een teer
geluk, dat ze gemeend had, nooit te zullen kennen.
Peinzend stond ze eens voor den spiegel en dacht
aan de woorden, die ze als meisje eens opving en
die zich op fatale wijze in haar jong gemoed grif
ten, woorden van een gouvernante, die haar een
„zielig leelijk kind" noemde. Dien dag had Maria
12 jaar oud voor een spiegel gestaan en zich
zelf gezien, voor de eerste maal. Wreed duidelijk
had ze gezien haar mager, bleek gezichtje, haar lee-
lijke teint, haar onregelmatige trekken, haar glans
loos, dun haar, haar hoekige gestalte, had zich zelf
veel leelijker gezien dan de waarheid was... en zich
zelf nooit anders meer kunnen zien. Eerst had ze
wel een en ander gedaan, om haar uiterlijk te ver
beteren, doch ze vond het toch nutteloos en had
zich van toen af altijd beschouwd als een van die
meisjes, op wie wel nooit een man echt verliefd zou
worden. En een verstandshuwelijk, zooals zij, gefor
tuneerd en intelligent als ze was, gemakkelijk kon
doen, stootte haar af.
Ze sloot zich op met haar verdriet, Werkte, studeerde,
las... En nu stond ze voor den spiegel en vond zich
niet meer zoo leelijk, omdat hij haar complimentjes
had gemaakt, zag hoe groot haar oogen straalden,
hoe een blosje haar gebruinde wangen kleurde, dat
ze een vollere gestalte had en glahzender, dikker
haar. Ongemerkt hadden de jaren zooveel verbeterd,
ongemerkt door haar en door anderen, omdat ze om
zich zelf de sfeer had eener vrouw, die zichzelf lee
lijk vond en het daardoor ook anderen suggereerde.
Twee weken van geluk verliepen. Den laatsten
dag gebeurde het. Ze zou dien avond met Robert
uitgaan. Hij had het gevraagd, ze voelde, dat deze
avond iets zou beslissen, en ze was in een staat van
sirlderende opwinding. Dat was om vier uur, kort
na theetijd. Zonder iemand te groeten verliet ze het
pension, nam den trein naar huis, stuurde vandaar
het verzoek, haar bagage op te zenden en een chèque
voor de rekening. „Ze was opeens door een telegram
hij bij den maaltijd champagne dronk. Iedere week
end ging hij naar buiten om golf te spelen. De dag
vóór zijn dood was Lord Hewart zijn gast. Deze zag
onmiddellijk, welke verandering zich bij den grijs
aard voltrokken had. Lady Hewart stond er op, dat
hij onmiddellijk naar bed zou gaan en ried hem aan
een dokter te roepen. Doch Avory was hiervoor niet
te bewegen. Hij speelde zijn partijtje golf ten einde,
's Avonds ging hij naar Londen terug, om in zijn
club te overnachten. Den volgenden ochtend vond
men hem dood in bed Sir Horace Avory, de
strengste rechter van Londen, was gestorven.
PARIJS: Het meerendeel van de Fransche mi
nisters, die in iedere kabinetszitting door hun presi
dent en door den minister van financien gewezen
worden op de noodzakelijkheid groote bezuinigingen
in hun departementen door te voeren, zullen wel een
nijdig naar drie hunner collega's kijken, waarvoor be
zuinigingsoverwegingen niet schijnen te bestaan; na
melijk naar de ministers van oorlog, van marine en
van luchtvaart. Het begrootingsdeficit van 10% mil-
liard francs raakt hun niet, en het Fransche volk
schijnt dat geheel in orde te vinden. Liever vermin
dert men de draagkracht van de sociale verzekering,
kort men salarissen en pensioenen en trekt men van
leer tegen eiken vorm van cumulatie, dan dat men
aan de landsverdediging gaat knabbelen. Het langdu
rig bewerken van de openbare meening door een pers,
weggeroepen" en was zoo bleek, zoo gesloten, zoo
verstard kalm, toen ze weer op kantoor verscheen,
dat haar vader het toch merkte, en zich verwijten
begon te maken, dat hij haar verwaarloosde.
Wat kon Maria zoo zeer hebben doen veranderen
in een half uur tijds? Neen, in enkele minuten was
het gebeurd. Ze was langs Robert's kamer gekomen
en had de verleiding niet kunnen weerstaan, er even
binnen te loopen, even rond te zien naar alles wat
er van hem was, en wat haar daarom lief was. Ze
zag een schetsboek liggen en opende het, ze zag
caricaturen, glimlachte om een komische teekening,
die de pensionhoudster voorstelde, glimlachte tot
dat ze haar eigen caricatuur vond. Tot zij zichzelf
zag, als in een lachspiegel, met haar wat opwippen
de neus nu omhoog wijzend, met haar wat grooten
mond, nu van oor tot oor lachend, met haar wat
achteloos neervallende haren nu in bosjes rond het
hoofd.
Wat ze voelde, de seconden waarin ze hierop neer-
staarde, kon ze zelf niet goed in woorden brengen of
in gedachten .Het was een pijn, zoo intens, zoo bran
dend, dat ze er zelfs niet over denken kon. Als een
zieke, die zich kromt in krampen, strompelde ze naar
haar kamer en zat er een oogenblik op haar bed.
Toen wist ze maar één ding: Weg! Hem nooit weer
zien!
De herinnering aan de twee weken werd als een
nachtmerrie, die telkens weer haar pijn deed herle
ven, doch haar lippen bleven vast gesloten. Weken
vergingen. Ik zal het wel vergeten, dacht ze en
ze kwam er toe, om die pijn te verdooven, de uit-
noodigingen van haar stiefmoeder te accepteeren. Ze
ging meer uit, ze verdoofde zich met lachen en pra
ten, men vond haar veel aardiger geworden, veel le
vendiger, en onwillekeurig was ze wel gedwongen,
aandacht aan haar kleeding en uiterlijk te besteden.
En toen juist leek het haar, of het leven wel
weer dragelijk werd stond ze eensklaps tegenover
hem, ergens op een feestje. Ze voelde zich ijzig koud
worden, doch ze wilde niets toonen. Nooit mocht
hij vermoeden, dat ze om hém gevlucht was, nooit
weten, wat hij voor haar beteekend had. Ze lachte
dus en ging vroolijk in op het gesprek, doch zijn toe
spelingen op die twee weken, zijn bedekte vragcn;
die de Fransche burgers voortdurend in een toestand
van angst voor een komenden oorlog houdt, toont
thans haar uitwerking.
Maar niet alleen, dat men een voorstel tot bezui-.
niging bijna als landverraad zou beschouwen, de mi-,
nister van oorlog kan in tegendeel zelfs voor het par
lement en commissies verschijnen en onbekommerd
verdere crcdietcn opeischen. In April van dit jaar
heeft het parlement buiten de loopende begrooting
om nog 506 millioen francs voor legerdoeleinden be-
schikbaar gesteld. Van deze som wordt geen mih
lioen ongebruikt gelaten. Overste Fabry, de minister
van oorlog, heeft zelfs van de legercommissie van de
kamer verlangd, dat dc regeering naar goeddunken
over dit bedrag kan beschikken. Bovendien heeft
Fabry, die een uitstekend zaakwaarnemer van het
door Pétain uitgewerkte bewapeningsprogramma is,
nog eens 600 millioen francs geëischt voor het aau-
schaffen van materiaal en aanvulling der magazijn-
voorraden. Er bestaat geen twijfel aan, dat commis*
sie en parlement dezen wensch zullen vervullen. Het
dagblad „Ordre" kondigt overigens nog aan, dat de
regeering, voordat de kamer met vacantie gestuurd
wordt, van haar nog 500 millioen voor de marine eii
1800 millioen francs voor de militaire luchtvaart zal
eischen. Ook zal de eerstkomende lichting zes weken
eerder in dienst moeten komen, d.w.z. dat zes weken
lang ongeveer 20.000 recruten extra onder de wapenen
zullen zijn, wat eveneens een aardig sommetje kost,
en waarvan de nota binnenkort aan het parlement
zal worden gepresenteerd. Ook dit crediet zal onge
twijfeld worden bewilligd.
Zonder verwondering hoorden minister van finan*
ciën en legercommissie ook de mededeeling van den
minister van oorlog aan, waarin hij de sterkte van
de Fransche vloot, die 54 van de Engelsche be
draagt, als absoluut onvoldoende betitelde, nu
Duitschland 35 bezitten zal. Volledige vrijheid van
handelen ter zee, is op het oogenblik de leuze, die
door pers en publiek wordt aangeheven, maar nie
mand spreekt er over hoeveel deze vrijheid van ban-
cïclen aan het land en daarmede aan den belasting
betaler zal kosten. Wat in tien ministeries centiems-
gewijze wordt bepaard, wordt door de drie ministerie*
van landsverdediging francsgewijze weer uitgegeven.
Een meesterlijke snapshot van den toto-
graaf. Bij een internationale ren voor
auto's sprong in volle vaart van een der
snelheidsmonsters een achterwiel af. Op het
zelfde oogenblik wist de fotograaf op mees
terlijke wijze dit gevaarlijke moment op de
gevoelige plaat vast te leggen.
ontweek ze met schijnbaar wat spotachtige vroolijk-
heid. Ze merkte, dat hem hem hinderde. Zeker had
hij gemeend, dat ze weer dadelijk te vangen was,
dacht ze bitter. Misschien was het hem om haar geld
te doen!
Na dien avond ontmoette ze hem méér, doch hoe
wel hij zich kennelijk moeite gaf, de oude sfeer tus
schen hen te herstellen en haar soms vroeg, of ze
iets tegen hem had, wist ze haar geheim te bewa
ren, verborg wat ze voelde en dacht onder een mas
ker van spot en opgewektheid, terwijl ze tevergeefs
streed tegen het pijnigend verlangen van haar hart.
Alles, doch niet getrouwd worden om haar geld,
door een man, in wien ze het groote geluk had mee-
nen te zullen vinden.
Hij staakte tenslotte zijn pogingen tot toenadering
en ze maakte zich zelf wijs, dat ze er blij om was.
Een tijd verging, zonder dat ze elkaar zagen, tot
dat ze op een schilderijententoonstelling zijn stem
hoorde achter zich. Ze keek om. Hij stond te pralea
met een kennis en had haar niet opgemerkt, zo
spraken over een schilderij, dat hij zeer bewonderde
en ze kon hem duidelijk verstaan. Woorden verstond
ze, die haar eensklaps een openbaring werden, die
haar deden duizelen van hoop en verrassing: „Ja,
zóó zou ik willen teekenen en schilderen! Een mensch
wil altijd, wat hij niet kan. Ik ben nu eenmaal een
geboren caricaturist, ik zie de wereld in een lach
spiegel, alles, wat ik graag mooi en bekorend zcu
weergeven, wordt wordt bij mij vanzelf lachwekkend.
Ik wordt er om benijd, een goed caricaturist verdient
meer dan een goede schilder en toch er zijn wel
eens momenten, waarin ik dié gave van me ver-
wensch, waarin ik een gezicht, dat me lief is, zóó
zou willen weergeven, als het in me leeft niet zoo
als mijn malle caricaturistcn-oog het ziet, maar
Hier ontdekte hij plotseling Maria en vreugde
straalde zoo onmisbaar uit zijn oogen, dat ze eens
klaps wist: Hij heeft me lief.
Later, veel later toen ze al getrouwd waren
bekende ze hem alles. Later toen ze wist, dat het waar
was, dat hij nu eenmaal de wereld in een lachspiegel
zag, het dierbaarste komisch teekende, tot zelfs zijn
eigen, aangebeden zoontje toe! Overigens tot vreugde
van het groote publick. JUTTE HARDEN.
nig vrienden en de meesten