Charles Rex
Kantongerecht te Alkmaar.
De Spaansche dans G
i;|jf ®1 Strafzitting van Vrijdag 2 Juli.
GIERIGE GASTEN....
Ethel M. DelL
EEN MELKBOER, DIE HET WATER IN EEN
ANDERS KLOMPEN WILDE GIETEN.
Het eerst verscheen voor den kantonrechter een
melkhandelaar, die zijn klanten niet de hun toe
komende volle melk gaf, doch die volgens diagnose
van Dokier Moll, den bekwamen directeur van onzen
keuringsdienst voor waren, mét 39 pet. water was
vervalscht.
Het leelijkste van deze zaak was echter dat deze
water en melkboer aanvankelijk had getracht, de
schuld te werpen op den veehouder, die hem de
melk geleverd had. De keurmeester Leyen had reeds
weken lang op den waren schuldige geloerd, doch
tenslotte scheurde het listige weefsel der verdacht
making vaneen en liep de melkboer tegen de lamp,
als de echte vervalscher.
Door den verdachte werd ne getracht de zaak in de
geboorte, d.i. op het bureau van den ambtenaar
door een schikking te smoren en was'mr. Taca zelfs
aanvankelijk niet ongenegen die affaire voor f 800
uit de wereld te helpen. Maar mede door. gebrek aan
de noodige nervus serum, kwam er van die transac
tie niets en werd de melkvervalscher in het open
baar berecht.
Hij was thans vergezeld van Mr. Schenkeveld, meer
jals mentor dan als verdediger.
Het feit toch was voldoende bewezen, dus viel er
niet veel meer te doen, dan de clementie voor dezen
afgedwaalde in te roepen.
De ambtenaar requireerde 20 dagen principale
hechtenis.
Mr. Schenkeveld releveerde, dat de verdachte in
middels door den dood van zijn vader in het bezit
was gekomen van eenig geld en stelde voor, zijn
cliënt met een geldboete te straffen.
De kantonrechter vond echter het geval belangrijk
genoeg om over een week schriftelijk vonnis te wij
zen.
Alkmaar.
LIEP MET EEN SISSER AF.
De heer Piet A. had zich al fietsende vastgehouden
aan een vrachtauto. Het bekende smoesje, dat hij
de hand vriendschappelijk tegen den chauffeur had
opgestoken om hem een Tabé te brengen, was te
afgezaagd om geaccepteerd te worden en werd een
zeer matige boete f 5 of 5 dagen opgelegd.
DE PIEPERS-MISERE GELUKKIG BEËINDIGD.
Zekere Mijnheer P. L. de V., niet present, was nog
een overblijfsel uit den tijd, dat geen piepers zonder
vergunning mochten geexpedieerd worden, waar de
ze crisisbepaling inmiddels is vervallen, werd beslo
ten dit nakomertje, maar geen straf op te leggen.
Men moet op z'n tijd ook eens wat toegeven!
Barsingerhorn.
DAT LIEP WEL EEN BEETJE DE SPUIGATEN UIT
De 20-jarige mijnheer Jan V. uit Schagen had zich"
op 19 Mei bezondigd aan het chauffeeren zonder rij
bewijs en had bovendien als blijk van onbekwaam
heid te Barsingerhorn het 13-jarig dochtertje van
den heer van de Welle van de sokken gereden, waar-
idoor een schade van f 2 werd aangericht.
De smid v.d. Welle was thans present om deze
6chade te reclameeren. De dader van al deze onge
rechtigheden was niet aanwezig, doch de ambtenaar
requireerde bij verstek f 20 boete of 20 dagen en toe
wijzing der civiele vordering.
De kantonrechter hield zijn vonnis een week in
petto en zal de zwaarte der straf af meten naar de
vlugheid waarmede Jan de schade met den smid zal
regelen.
Behagen.
HIJ WIL ER HARING OF KUIT VAN HEBBEN.
Een amateur hengelaar uit Schagcn, Piet B. was
jergens in de Zijpe door den gemeenteveldw. bekeurd
wétens het loopen over verboden grond, eigendom
van den heer P. Delver. De boete, die hem was opge
legd, was maar 3 gulden, doch de heer B. had echter
principieel bezwaren en gaf den wensch te kennen
in cassatie te zullen gaan bij den Hoogen Raad, ten
einde een arrest uit te lokken. Ja, het volk van he
den staat op zijn recht!
Broek op Langend ij k.
DE RECHTSCHE PRIMEUR VERWAARLOOSD.
De broodbakker Arie W. uit Broek op Langendijk
had op 29 Mei de trog verwisseld voor den motor en
was naar Schoorl op avontuur vertrokken. Nu aan
avonturen ontbrak het hem niet, want hij verzuimde
rechts de primeur te geven, veroorzaakte een goed
gemikte aanrijding en voor 16 pop aan brokken. Ge
lukkig was de straf niet zwaar, f 4 boete of 2 dagen,
maar de schade zal hij moeten vergoeden.
Schoorl.
DE OMMELET GING HUN NEUS VOORBIJ.
De heer A. Gr. uit Schoorl en de visscher Theodo-
rus Zw. gedomicilieerd te Egmond hadden zich op
onderscheidene tijdstippen in de Schoorlsche duinen
vermaakt met de jacht op meeuweneieren. Beiden
werden echter door waakzame koddebeiers gesnapt
en zagen hun meeuwenciercnommelet veranderd in
f 7.50 boete of 5 dagen en pension in een inrichting,
waar een dergelijk delicatesse niet op het menu
prijkt.
Alkmaar.
ONZE BURGERS WORDEN STEEDS MET VEEL
ATTENTIE BEHANDELD.
De roerende zorg van Alkmaarsch stedelijke over
hield voor haar beminde burgers, strekte zich ook uit
over den rijwielhandelaar Pieter O., op het Scharloo,
die een zonnescherm had aangebracht zonder aan
vergunning en precario te denken. Maar het was
Piet z'n eigen stomme schuld dat hij bekeurd werd,
aangezien hem de gelegenheid werd geboden, alsnog
vergunning aan te vragen. Deze gewichtige opdracht
was hem echter door zijn met lekke fietsbanden en
gebroken spaken vervuld hoofd gegaan. De straf
was evenwel niet ondraaglijk en bedraagt slechts
f 0.50 boete, die door Piet direct werden afgeschoven.
Schoorl.
DE KANTONRECHTER GING NIET OVER EEN
NACHT IJS.
Door den venter Jan K. uit Alkmaar was op 7 Oc-
tober op het speelduin te.Schoorl chocolade verkocht
zonder vergunning. Al jaren lang had hij die affaire
straffeloos uitgeoefend, doch thans schenen de auto
riteiten bezwaren te maken. De ambtenaar achtte het
feit van weinig beteekenis en stelde edelmoedig voor
maar geen straf op te leggen.
De kantonrechter wilde echter eerst eens uitge
maakt zien of de tekst der verordening op of aan den
openbaren weg in overeenstemming was met de over
treding en zou onderzoeken of bedoelde speelduin in
derdaad aan dien openbaren weg is gelegen. A.s.
week dus uitspraak!
Alkmaar.
DAT MAG NU ALLEMAAL NIET.
De jongeheer Jan S. had te Alkmaar gefietst zon
der licht of reflector, wat voor de veiligheid schade
lijk werd geacht en heden gestraft met 2 x f 2 boete
of 2 x 2 dagen.
Alkmaar.
TE LANG VAN STOF.
De chauffeur M. de G. had te Alkmaar gereden met
een 3 assige vrachtauto, die buiten de maat werd
bevonden. Opgelegd werd f 6 boete of 6 dagen welke
boete door den chauffeur zonder protest werd betaald
De firma was er zeker goed voor.
H e i 1 o o.
MOEDER HAD DE BROEK AAN.
De Heilooër landkrabbelaar Nic. B. stond terecht
wegens overtreding der gezegende leerplichtwet, om
dat hij zijn telgen op 8 en 13 April niet behoorlijk ter
schole had gezonden. Vader verschool zich evenwel
achter vrouwenrokken en wierp de schuld op zijn
kleine vrouw, die in zijn afwezigheid de kinderen
thuis hield voor eigen gemak. Maar de man werd
echter geacht de portemonnaie te houden en veroor
deeld tot f 2 boete of 2 dagen.
Noorscharwoude.
NOOIT JE POSITIEVEN KWIJT RAKEN!
Een ingezetene uit Noordschanvoude Ger. de B.
had te Schoorl op 26 Juni met zijn rijwiel een heel
stomme manoeuvre gemaakt en was vlak voor een
auto links den weg overgestoken. Hij had best aan
gort kunnen zijn. Het was een wonder dat zoo'n roe
keloos eind mensch er met f 3 boete afkwam. Hij is
zeker nogal onder gelukkig gesteente geboren!
Alkmaar.
WELKOM VREEMDELING.
De werkelooze arbeider R. J. uit Franeker werd
heel te Alkmaar in de Oosterkolkstraat bekeurd we
gens venten van galanterie zonder vergunn., die hij
ook wel nooit zal krijgen; 1 gulden boete of 1 dag tot
slot van de voorstelling.
En zonderlinge fooien.
De beroemde Italiaansche tenor Tamagno was
zeer spaarzaam aangelegd en had een hekel aan
het geven van fooien. Toen hij eens een gastvoor-
6telling gaf in Moskou, hield hij verblijf in een der
voornaamste hotels. Zorgvuldig verzamelde hij de
kaarsen, die men iederen dag in zijn kamer zette,
cm ze bij zijn vertrek als fooi aan het bedienende
personeel te geven.
Ook Paganini, de wereldberoemde violist, was
bekend om zijn aan gierigheid grenzende spaar
zaamheid. Toen hij in Londen optrad, schafte hij
zich in een sigarenwinkel een aantal leege siga
renkistjes aan, die hij vulde met de kritieken t>ver
zijn spel en zorgvuldig toespijkerde. Toen hij ver
trok uit het hotel, waar hij had gelogeerd, sprak hij
zijn dank uit aan het personeel voor de goede zor
gen voor zijn persoon en gaf ieder hunner een der
toegespijkerde sigarenkistjes. Men kan zich hun te
leurstelling voorstellen, toen zij krantenknipsels
vonden in de kistjes, in plaats van de fijne siga
ren, die zij verwachtten.
De bekende Engelsdhe schilder Whistier stond
bekend om zijn excentriciteit, die hij zelfs uitstrekte
tot de fooien, die hij gaf. Bij zekere gelegenheid,
toen hij dineerde met een aantal vrienden, werd
hij bediend door een kelner, die een ongewenschte
belangstelling aan den dag legde voor de gesprek
ken der gasten. Whistier, wien dit niet beviel, ver
zocht hem vriendelijk om goed dichtbij te komen
staan, ten einde geen woord te verliezen. Toen de
maaltijd was afgeloopen en de rekening werd ge
presenteerd, betaalde Whistier, doch stak het wis
selgeld bedaard in den zak en zeide tegen den kel
ner, dat hij al de goede „moppen", die hij gehoord
had, als zijn eigendom mocht beschouwen en te
vens als fooi. Als hij handig genoeg was, om er
een goed gebruik van te maken, verklaarde Whist-
Ier, kon hij er veel geld mee verdienen.
De beroemde Fransche schilder Dorè bespaarde
zich het geven van fooien, door aan de kelners
schetsen te schenken, die hij vervaardigde in den
korten tijd, dat hij in café of restaurant zat. De En-
gelsohe matigheids-apostel Cruikshank meende, in
druk te kunnen maken op een kelner, die blijk
baar wat te veel van het goede had genoten, door
hem te wijzen op de gevolgen van het gebruik van
alcohol. Hij schonk hem daarom een groot uit
gevoerd schilderstuk, dat den dood van een drinke
broer voorstelde. Zijn goede bedoelingen hadden
echter niet het gewenschte gevolg, want de man
verkocht het schilderij en zette het geld, dat hij er
voor kreeg, dadelijk weer om in geestrijk vocht.
door
LA ARGENTINA.
La Argentina is ook in ons land wel
bekend. Zij behoort tot de vermaardste
moderne uitbeeldsters van de Spaansche
dans.
„De kunst van het dansen eischt, als iedere an
dere kunst, diepgaande kennis van de wetten zijner
verwezenlijking, en daarin is de groote verantwoor-
delijkheid van den interpreteerenden kunstenaar g.
gelegen. Dansen beteekent niet: door het effect a
van gebaren en mimiek bijval oogsten. Dansen be
duidt veeleer: het vrije rhithme der idee, die aan d
de muziek verbonden is, onder de ijzeren discipline
van het lichaam te brengen. t
De Zigeuners noemen dat „Naar de cirkel dansen".
Spaansche muziek is over dc heele wereld be*
kend. Of ze nu slecht of goed wordt weergege-
ven: haar wezen blijft steeds hetzelfde en haar pe
succes is steeds verdiend. Maar met de dans, die ev v
uit deze muziek ontstaat, is het al anders gesteld. den
Dans kan men niet op papier vastleggen. Hij He
wordt langzaam gevormd en gevarieert met de Er x
smaak en de bekwaamheden van de repoducee-
rende kunstenaars.' rlen
De meeste Spaansche dansers meenen de Spaan- reeti
sche dans te moeten vervalschen, daar zij geloovexi, j>f
dat het Europeesche publiek hem niet wil zien, zooals men
hij is. Maar deze bewering is dikwijls slechts een n|tg(
voorwendsel en men moet hem niet ernstig nemen, vvaai
De echte Spaansche dans behoudt juist door zijn Bij
eigenaardige en zijn karakteristieke détails overal [rierZl
artistieke waarde. Oo
Het begrip voor kunst, dat een publiek aan de frersi
zijn artistieke waarde. He
stenaar zondigt tegen zichzelf en de kunst, wanneer Mi
hij zijn werk met do opvattingen van een onont- flcoc
wikkeld publiek in overeenstemming brengt. Dat te De
doen is eenvoudig onfatsoenlijk en het is vooral on- man
vergeeflijk tegenover een publiek, dat toont er iets dien
van te begrijpen. Zeer veel. intelectueele niet-Span- de s
jaarden hebben in Spanje zelf, waar geen danser moe
zijn kunst waagde te vervalschen, in echt Spaan- 'eeni
sche dansen groot behagen geschept. aut1
Het is gemakkelijker met make-up en trucs suc- niai
ces bij het groote publiek te hebben dan met echt- H
beid. Bij de Spaansche dans past men deze methode
toe door hem te „litterariseeren".
Men vermengt hem dan met traditionneele be- Jj.
grippen: bravour van torero's, kunststukken van
gaucho's verletterkundigd, verliest zijn echtheid en
zijn uitdrukking. Litteratuur dansen is een kunst
stukje als bij voorbeeld: met de voeten schrijven, i
Een litteraire danseres is ongeveer hetzelfde als
een middelmatige schrijfster.
Op die manier krijgt het publiek meestal karika
turen te zien. Menig artist vergenoegt zich er niet 1
eens mee pantomimen te dansen, maar vervalt tot
pan torn imerij. Bij ons bestaat een heel moöie en
beteekenisvolle uitdrukking over dat soort men
sch en: „Gods hand is niet met hen". Zij achten
zich verzekerd van de goedkeuring hunner toeschou
wers, maar ten onrechte. Alleen ware kunst, alleen
echte kunst, alleen kunst die van hart tot hart
gaat, is aangrijpend. Men kan het publiek stor- i
menderhand veroveren, of langzaam en langs om
wegen; in het tweede geval is het risico geen ge
hoor te vinden, grooter; tenslotte is dit een vraag- i
stuk, dat de artistieke eerlijkheid betreft.
Bvron, die, toen hij naar Spanje kwam. niet op
hield zich te verwonderen over het voortdurend
succes der torero's, vroeg eens aan een negenjarige J
koorknaap, of die ook zoo'n ideaal van zijn volk
wilde worden. Het kind antwoordde: „Nee. ik zou i
liever een heilige zijn en wonderen doen."
Wonder of truc, heilige of ideaal, dat zijn de beide
wegen, waar tusschen de artist te kiezen heeft.
FEUILLETON
door
10.
Op dat oogenblik werd er aan de deur achter hem
getikt. Hij keek om en ontwaarde een mageren, uit
gedroogden man, die hem met zijn half dicht gekne
pen oogen aan keek, als zag hij een wezen uit een an
dere wereld.
Kapitein Beaumont stelde hem voor. „Dit is Dr
Hurst, die rapport komt uitbrengen. Wel dokter, ik
hoop, dat ge goed nieuws hebt mee te deelen?"
Dokter Hurst kwam dichter bij de tafel en keek
nog altijd Saltash oplettend aan. Deze doorstond,
dien onderzoekenden blik met groot zelfvertrouwen
„Wel, wat brengt u voor nieuws?'' vroeg hij „is het
erger dan u gedacht had, of valt het nogal mee?"
De dokter schraapte de keel en wendde zich tot den
kapitein.
„Ja, over het algemeen luidt mijn rapport gun
stig!" zei hij. „Niemand is ernstig gewond, dank zij
uw onmiddellijke krachtdadige hulpverleening. Ka
pitein Larpent is nog altijd bewusteloos Maar hij
zal wel weer bijkomen. En en hij aarzelde en
keek weer naar Saltash, „wat betreft den persoon
wien u het leven hebt gered
Saltash leunde in zijn stoel en glimlachte cenigs
zins spottend.
„Nu, en de persoon wiens leven ik heb gered. Wat
is daarme, Dr. Hurst?"
„Hadt u nog een passagier aan boord", viel de
kapitein in de reden. „Ik had begrepen, dat u een
hutjongen had gered!"
Saltash lachte den dokter in zijn gezicht hartelijk
uit. „Nu ga voort, als t' u blieft!" zei hij luchtigjes.
..Wat is er met d'en jongen? Toch niets ergs, hoop
ik?" De dokter gaf door zijn stijve houding zijn ern
stig misnoegen te kennen.
„Ik zie", zei hij ,dat u bekend waart met enkele
feiten, die mij eerlijk gezegd ietwat onaangenaam
hebben aangedaan."
Saltash wendde zich plotseling tot d^n kapitein.
,.U vroeg me daareven of ik een passagier had!" zei
hij kortaf en eenigszins uit .de hoogte sprekende.
„Voor u ook misschen onaangenaam zoudt worden
aangedaan, zal ik u vertellen, dat we een kind aan
boord hadden, dat niet tot de bemanning behoor
de."
„Een kind?" Kapitein Beaumont keek hem verwon
derd aan. „Ik dacht, ik meende Bedoelt u den
hutjongen
„Geen hutjongen, maar een meisje!'
Saltash s stem werd plotseling zacht, hij glim
lachte nog, maar die glimlach had iets heel bijzon
ders.
„Een jong meisje, kapitein Beaumont, maar dat
voldoende beschermd werd, dat verzeker ik u.
't Was onze laatste avond aan boord en zij was
juist in livrei verkleed in het salon gekomen, toen
de aanvaring plaats had. Als Larpent er niet was
geweest, waren we met het jacht naar den kelder
gegaan. Hij kwam en haalde ons er uit en we heb
ben het kind tusschen ons beiden in gered!" Hij
wendde zich weer tot den dokter en keek hem ta
rnelijk nijdig aan.
„Werkelijk, het spijt me u te moeten teleurstellen"
zei hij „maar de waarheid beantwoordt over het al
gemeen niet aan sterk gekleurde veronderstellingen
en vermoedens. Het kind is de dochter van Lar
pentl"
Bij die woorden stond hij op, nog altijd glimla
chend. „En als zij wel genoeg is, zou ik u wel vrien
delijk willen verzoeken mij bij haar te brengen
't Is beter dat ik haar inlicht omtrent den toestand
van haar varler, dan dat een vreemde dat doet."
Hoe beleefd ook uitgesproken, hielden die woorden
een bevel in. De dokter keek hem aan met den vijan
dig blik van iemand, die op zijn plaats is gezet en
het onderspit heeft moeten delven, maar maakte
toch geen bezwaar. Op dat oogenblik was Saltash
meester van den toestand.
„Zeker kunt u haar zien als u dat wenscht", zei
hij stijfjes. „Om u de waarheid te zeggen, heeft zij
naar u gevraagd."
„Ah!" zei Saltash en wendde zich toen plechtsta
tig tot den kapitein. „U veroorlooft me, mijnheer?"
„Natuurlijk natuurlijk!" zei de kapitein. „Ik
hoop u daarna nog weer te zien, Lord Saltash."
„Gaarne!" zei Saltash en ging glimlachend voort-
.ik dacht eigenlijk ,dat u blij zou wezen mij kwijt
te zijn, voor ik nog verder ongeluk aanbreng."
De Corfe Castle zelf had slechts lichte averij be
komen en keerde .naar Southampton terug, om daar
de slachtoffers van het ongeluk aan land te zetten,
en de noodige reparaties te doen geschieden.
Het weer was nog steeds dik en ze schoten maar
langzaam op, moor voor den middag hoopte men
toch aan te komen.
Saltash, die in des dokters hoede, onverschillig
voortslenterde, was het voorwerp der levendige be
langstelling, zoowel van de bemanning, als van de
passagiers, die door het gebeurde allen reeds vroeg
in den morgen bij de hand waren. Verscheidenen
hielden hem staande om hem met zijn redding ge
luk te wenschen, maar veel tijd gunde hij hun daar
voor niet. Hij had-beneden iets te doen, zei hij en Ie
lokter wachtte.
En zoo kwam hij eindelijk bij een hut aan het eind
van een lange gang, waar hij aan de deur een vrien
lelijke stewardess aantrof, met wie zijn metgezel
eonige woorden wisselde.
„Kan ik binnengaan?" vroeg Saltash, die ongedul
lig werd.
De vrouw keek hem verwonderd en medelijdend
aan. „Het arme kind is heelemaal van streek!" zei
ze. „Ze ligt maar steeds te beven en heeft nog geen
woord gezegd dan alleen om naar u te vragen."
„Laat me dan maar binnen!" zei Saltash plotse
ling op bevelenden toon, „ik heb haar iets te zeg
gen."
Men voldeed aan zijn verzoek, want hij had op dat
oogenblik iets wat gehoorzaamheid afdwong. Hij
ging de hut in met een houding van een koning,
die 't vertrek van een slaaf binnentreedt en deed de
deur achter zich dicht.
Toen aarzelde hij een enkel oogenblik. „Tohy!" zei
hij.
Bij 't hooren van zijn stem richtte een slanke ge
daante zich in de kooi op en werden twee bloote,
magere armen naar hem uitgestrekt. Met een paar
passen stond Saltash naast de kooi en sloeg den
arm om het kleine, schreiende schepseltje, dat 't ge
zicht aan zijn borst verborg en zich telkens aan hem
vastklemde, wanneer hij trachtte zich op te richten.
Saltash boog zijn donker hoofd over het blonde
kopje en sprak vriendelijk maar bevelend: „Ja, kind,
't is goed hoor! Ik wist het al lang! Tob maar niet,
dat is nergens voor noodig? Ge staat onder mijn be-
schèrming en zijt daar veilig!"
„U wist het?" fluisterde een zacht stemmetje. To-
by's stem, maar toch eenigszins anders. „Wat moet
u wel van me denken?"
„Ik?" Saltash lachte even. „Ik denk nooit. Ik laat
ledereen ruimte om zijn eigen gedachten te heb
ben, wat niet iedereen tegenover mij doet."
„En u hebt me het leven gered!" snikte Toby. „O.
waarom hebt u dat gedaan? Waarom hebt u dat
gedaan?"
„Ik had je noodig!" zei Saltash dadelijk. „En luis
ter nu eens even. Met die vertooning is 't nu uit.
We moeten nu samen den toestand redden. Ik heb
jo weer een anderen naam gegeven en aan ieder
een verteld dat ge Larpent's dochter zijt."
Toen hief ze plotseling het hoofd op. En de blauwe
oogen met de korte, donkere wimpers keken hem
vlak in 't gezicht.
Wordt vervolgd.