Het grondwater der aarde stijgt Engeland's buitenlandsche politiek belicht. Sir Hoare pleit voor samenwerking Na de droogte komt de nattigheid weer. De restauratie van de Groote Kerk te Alkmaar. Ruim een half millioen bijeen gezwendeld. Dokter volgt zijn patiënt op. Dringend beroep op Hitier om aan de tot standkoming van het Oostelijk en Do- naupact mee te werken. Engeland zal geen nieuwe vriendschappen aanknoopen ten koste van de oude. Japan tot matiging aangespoord. Tot oplossing der Abessijnsche kwestie is geen oorlog noodig. Sir Samuel Hoare heeft Donderdagavond in het Lagerhuis zijn eerste groote rede gehouden, als mi- nister van buitenlandsche zaken. Het huis was stampvol en de tribunes gevuld met bekende man nen en vrouwen van vele nationaliteiten. Hoare begon met een dringend beroep te doen op Engeland en de andere mogendheden in hun bui tenlandsche politiek meer gemeenschapsgevoel en .verdraagzaamheid te brengen, om daarna direct de Engelsch-Duitsche vlootovereenkomst te belichten. Hij ontkende ten sterkste, dat dit verdrag egois- tisch zou zijn en in strijd met de belangen der overi ge vlootmogendheden. Integendeel is Engeland van meening dat het juist zal kunnen bijdragen om tot 'n algemeen Vlootverdrag te komen. De gesloten overeenkomst neemt een der oorzaken weg, welke vóór den oorlog zulk een groote verbittering tusschen Engeland en Duitschland heeft veroorzaakt, n.1. de be wapeningswedloop ter zee en daarenboven wordt het gebruik van duikbooten tegen koop vaardijschepen, toch zeker wel de meest ver schrikkelijke vorm van zeeoorlog, er door on mogelijk gemaakt. Door het tusschen Duitschland en Engeland geslo ten verdrag wordt aan Frankrijk een superioriteit in vlootsterkte toegekend van 43 procent boven de Duitsche vloot. Vergelijkt men dit cijfer met de vlootsterkte van vóór den oorlog, dan blijkt dat Frankrijk toen een 30 pel. mindere vlootsterkte bezat dan Duitschland. Engeland was dan ook volgens Hoare van ge dachte, dat juist door de getroffen overeenkomst kans bestond voor een overeenstemming met de an dere zeemogendheden. De Minister valt dan even de critielc in Frankrijk aan, door te zeggen: „Als verdediging van onze rea listische houding zeg ik, dat onze buitenlandsche vrienden in het verleden een overeenkomst in hun eigen belang hebben gesloten, zonder ons hierin te kennen, zonder iemand te raadplegen. Wij hebben hen toen niet becritiseerd, doch hen zelfs toegejuicht en we hebben ons best gedaan hen te helpen. Ik ge loof, dat wanneer de wereld kalmer zal denken over de resultaten, men zal zeggen, dat de Engelsche re geering den juisten weg is ingeslagen, den eenigen, welke haar in de gegeven omstandigheden openstond. De regeering had geen verontschuldiging te maken over iets, dat vrijwel in alle opzichten een bijdrage tot den vrede was.' Het Luchtpact. Vervolgens het luchtpact besprekend, zegt de mi nister, dat de Britsche regeering blijft streven naar een beperking der luchtstrijdkrachten. Om echter een basis te vinden waarop de vijf Lo- carnomogendheden tot overeenstemming kunnen ko men is niet zeer gemakkelijk. Enkele buurlanden wenschen het luchtpact niet te splitsen van andere belangen. Meerdere malen is het vermoeden geuit, dat het in de bedoeling van Enge land zou liggen zulk een splitsing in de hand te werken. Het is inderdaad duidelijk, aldus spreker, dat het als gevolg van de moderne ontwikke ling, steeds moeilijker wordt, een der groote wereldvraagstukken te scheiden van de ove rige wereldkwesties en dat het voor de lan den voortdurend moeilijker wordt, een geiso- leerd standpunt in te nemen. Het Oostelijke en Donanpact. 'Als vanzelf komt de Minister dan op het vraag stuk van een Oostelijk Locarnopact. Allereerst stelt hij vast, dat Engeland ter regeling van deze vraagstukken geen nieuwe verplichtingen op zich kan nemen. Dit sluit echter niet in, dat Engeland daarom geen be lang zou hebben bij het tot stand komen van een Oost- en Donaupact. Een beroep op Hitier. De Britsche regeering ziet niet in, waarom het Oost-pact niet spoedig tot stand zou kunnen ko men. Hij doet daarom een beroep op Hitier om een werkelijke bijdrage tot de zaak van den vrede te leveren. Sir Hoare zegt dan: „Ik neem de vrijheid hem dit aan te be velen, hij zal er de eigen zaak mee dienen. Zelf heeft hij zeer openhartig gesproken op 2ll Mei en ik ben er zeker van, dat hij er geen bezwaar tegen heeft, dat ik thans even openhartig spreek. De wereld en wij werden verontrust, niet alleen door het Duitsche herbewapenings programma, doch ook door menig ander ver schijnsel, in het moderne Duitschland. Niet temin hebben wij Hitier op zijn woord ge loofd en er een praktisch bewijs van gege ven door het sluiten van de vlootovereen komst met Duitschland. Wij meenen daar mede een stap in de richting der verzoening te hebben gedaan, doch men kan verzoening en vrede langs diverse wegen bereiken. Laat Hitier thans den volgenden stap doen, die noodzakelijk is en zijn steun verleenen aan de onderhandeling der oostelijke- en Donau-pacten, en daardoor het sluiten van een luchtvaartverdrag nader tot zijn verwe zenlijking brengen, hetgeen hij naar mij be kend is, even zeer verlangt. Wij zijn zeer en voortdurend geïnteresseerd bij een regeling voor Midden- en Oost Europa. De onafhankelijkheid van Oostenrijk. Engeland erkent, dat Oostenrijk strategisch en economisch een sleutelpositie in Europa inneemt en daarom te meer acht de Britsche regeering het noodig, dat een Donaupact zoo spoedig mogelijk tot stand komt. Een verandering toch in het standpunt van Oostenrijk zou den vrede in Europa in gevaar' brengen. „Wij wenschen". zegt sir Hoare, .dat alle vraag stukken geregeld worden en op grond van dezen oprechten wensch zeggen wij: Laat ons alle kwes ties gelijktijdig bespreken. Het luchtpact kan niet tot stand komen, zonder dat de vijf Locarno-mogendheden het over dat verdrag eens zijn. Wij zullen ons doel veel sneller hereiken, indien wij allen van een goed humeur zijn, gezond ver stand aan den dag leggen en weten te geven en te nemen. Engeland achter den Volkerenbond. Als vanzelf komt de Minister dan te spreken over den Volkerenbond en zegt: ..Zonder aller medewerking en opoffering kan geen veiligheid bestaan. Laten wij om Godswil tot vrede en herstel komen. Zonder deugdelijke maatregelen voor de nakoming van onze verplichtingen is dit echter onmogelijk. De sleutel der collectieve veilig heid ligt in den Volkenbond. Engeland is bereid zijn deel van de col lectieve verantwoordelijkheid te dragen, zoolang een effectieve Volkenbond en een doeltreffend stelsel van veiligheid bestaat. Daarom ook zijn wij bereid geweest een construc tief voorstel te doen tot regeling van het, Italiaansch- Abessijnsch geschil (de gebiedsafstand in Engelsch Soedan. - Red.), zelfs op gevaar af te worden ge critiseerd. Een oorlog toch zou een ernstig gevaar beteekenen voor het Volkerenbondssysteem. Alleen deze overweging heeft ons doen trachten een basis tot regeling van het con flict te vinden. Engeland heeft begrip voor Italië's wenschen. Sir Hoare vervolgt dan: „Wij hebben het Italiaansche streven naar ge biedsuitbreiding altijd begrepen en erkennen, dat door de Abessijnsche regeering verzuimen zijn ge pleegd. Geen Engelsch blokkade-voorsteL Met nadruk verwijst Sir Hoare de praatjes over een Engelsch voorstel aan Frankrijk tot blokkee ring van de Italiaansche grenzen naar het land der fabels en komt dan tot de bespreking van de rela ties met andere mogendheden. Hou en trouw aan Frankrijk. Spreker wijst er op, dat Frankrijk en Engeland in hoofdzaak verantwoordelijk zijn voor de bepalin gen in het Verdrag van Versailles, zoodat dus ook beiden ten zeerste geïnteresseerd zijn bij de daarin aan te brengen wijzigingen. Steeds stond Engeland naast Frankrijk en dat zal ook in de toekomst zoo blijven. „Het is niet Engeland's gewoonte oude vriendschapsbanden op te geven voor nieu we", roept de minister uit. Goede betrekkingen met Sovjet-Rusland. Hoare constateerde dan met voldoening dat de betrekkingen met Rusland beter zijn dan ooit te voren. Elke staat, die oprecht verlangt den vrede in Europa te handhaven, welke regeering deze ook moge hebben, zal op onze medewerking in dat op zicht kunnen rekenen. Practisch realisme tegenover Duitsch land. Het principe dat aan de Britsche houding tegen over Duitschland ten grondslag legt is volgons spre ker, practische werkelijkheidszin. Gevaren in Noord-China. Allereerst legde Hoare de nadruk op de immer vriendschappelijke betrekkingen met Japan. Hij voegt daar echter aan toe: „Ik zou niet openhartig zijn jegens onze Ja- pansche vrienden, indien ik niet vermeldde, dat vrienden van Japan in Engeland veront rust zijn geworden door de jongste gebeurte nissen in Noord-China. Ik hoop te dien opzich te, dat onze vrees zal worden opgeheven en dat onzen wensch tot aller vriendschappelijk- ste verhoudingen gelegenheid zal worden ge boden tot onbeperkte verwezenlijking." China's toekomst. Wat China betreft, voorzag Hoare goede verstand houding tusschen Japan en China en samenwerking tusschen deze beide landen en andere landen, welke soortgelijke doeleinden nastreven, evenals handha ving van het principe van open deur en volledige erkenning van het recht van China zijn eigen be stemming te controleeren. De Engelsch Amerikaansche betrekkingen zijn uit stekend en zullen het ook ongetwijfeld blijven. Hoare sloot met de mededeeling: Wij hebben geen enkele bedoeling een jaloersche of egoïstische hou ding aan te nemen tegen landen, wier bezittingen kleiner of minder afwisselend zijn clan de onze. Wij -hebben het voornemen, de beloften, die wij deden in onze verdragen en het Covcnant na te komen, en zijn bereid samen te werken met Europa op grond slag van collectieve veiligheid. Ook zijn wij besloten onzen invloed aan te wenden tot vredige regeling van vroegere animositeiten, ech- VOOR UITDROGING VAN DE AARDE BE HOEFT GEEN VREES TE BESTAAN. VOLGENS MEDEDEELINGEN VAN HET WEENSCHE CENTRAAL IN STITUUT VOOR METEOROLOGIE STAAT DE AARDE. NA EEN DROOGTE-PERIODE OVERWON NEN TE HEBBEN, EEN „NATTE PERIODE" TE WACHTEN. WEENEN. DAT het hier op aarde niet meer geheel en al zoo toegaat als vroeger, bemerken wij hoe langer hoe meer aan de onbestendigheid van het weer. Tot in het eerste tiental jaren van deze eeuw gedroeg het weder zich, zooals wij dat van oudsher gewoon waren: warme zomer, koude winter, terwijl lente en herfst dienden als overgangs tijdperken. Na den oorlog is dat alles anders geworden. Nu eens hebben wij een gloeiend heeten zomer en dan weer worden wij bezocht door zomermaanden, waar in wij ons bijna geen enkelen dag buiten kunnen wa gen zonder parapluie. Werkelijk koude winters met zwaren sneeuwval kennen wij bijna niet meer, be halve dan natuurlijk in bergstreken. Meestal zijn het thans kwakkelwinters met veel regen. De dagen, waarop men de schaatsen kan onderbinden, zijn te tellen. Gelukkig de skiloopers! Die hebben altijd nog bergen genoeg tot hun beschikking, waarop voldoende sneeuw ligt. Krijgen wij eens een echten winter, dan is het ook zoo ontzettend koud, dat de grootste ri vieren toe vriezen. Er is dus iets op onze planeet, waaraan het een of ander hapert. Het is dan ook zeer begrijpelijk, dat in alle landen de meteorologen zich bezig houden met het naspeuren van de oorzaken, die tot deze veran deringen hebben geleid. Wijlen de Weensche Profes sor Brückner is de ontdekker geweest van den 35-ja- rigen rhytmus in de waterhuishouding der aarde, welke eigenlijk moet worden beschouwd als de hoofd factor, welke ons klimaat regelt. Nasporingen in Duitschland, waarnemingen met betrekking tot het grondwater in Zwitserland, en een diepgaand onder zoek naar de oorzaken der zandstormen en wijzigin gen in den stand van den grondwaterspiegel in de Vereenigde Staten hebben tot resultaat gehad, dat is gebleken, dat natte en droge jaren zich golfvormig om hoogte- en dieptepunten bewegen. De regenval is grooter gedurende twee of drie jaren- achtereen, om dan weder even lang te dalen tot beneden het gemiddelde. Het schijnt nu, dat wij aan den vooravond staan van het einde der droogte-periode van de laatste ja ren. De vrees, dat de aarde, en meer in het bijzon der Europa, langzamerhand zou uitdrogen, is niet gewettigd. Het is een feit, dat sedert het jaar 1915 de waterspiegel van verschillende meren, vooral in Ame rika, aanmerkelijk is gedaald. Doch dit verschijnsel heeft zich in vroeger jaren ook al voorgedaan. Zeer interesante waarnemingen heeft men gedaan door de jaarringen van oude boomen aan 'n onderzoek te on derwerpen. De wetenschap heeft onfeilbare bewijzen gekregen voor een droogteperiode in de jaren 1750 tot 1755, verder tusschen 1795 en 1800, dan van 1829 tot 1852 en tenslotte van 1918 tot heden. Alle teeke nen wijzen er op, dat de tegenwoordige droogte haar einde nadert en dat wij ons op dit oogenblik op de be slissende grens bevinden van den rythmus tusschen droog en nat. Het is overigens opmerkelijk, dat de Amerikaansche onderzoekers geen vast wisselverband hebben kunnen aantoonen tusschen de schommelin gen van de zonnewerking en het klimaat Daarente gen zijn Engelsche onderzoekers er in geslaagd, ver band te leggen tusschen de veranderingen in den stand van het water in de meren in Midden-Afrika en de zonnevlekken. De natuur belast zich na droogte-perioden vanzelf met het weder aanvullen van de grondwater-reserve en daardoor met het in stand houden van het even wicht in de waterhuishouding. Daar van het grond water in de eerste plaats de oogsten afhangen, blijkt hieruit alleen reeds, van hoe groot gewicht het is, dat men zulks heeft kunnen vaststellen. De eerste voor teekenen heeft men reeds opgemerkt. Het water van het Meer van Constanz is gestegen en de spiegel van het Neusiedlermeer in Oostenrijk is zelfs 50 cen timeter hooger dan eenigen tijd geleden. Over het algemeen zal de menschheid wel inge nomen zijn met toeneming van het watergehalte on der den grond, mits zij dan verschoond blijft van de eeuwige stortbuien boven den grond. ter op een wijze die ons niet van onze oude vrien den vervreemdt. De vrienden van Engeland zijn on beperkt en wij rijken de hand aan ieder land in oost of west, dat met ons wil werken aan stabiliteit, rechtvaardigheid, loyale behandeling, vrede en goe de nabuurschap. Samuel in debat. Als eerste kwam de leider der oppositioneele libe ralen, Herbert Samuel aan het woord, die zeide dat de liberale partij veel gewicht hecht aan de sluiting van een luchtpact. Hij wees op het gevaar van de Duitsch-Russische tegenstellingen en vroeg een krach tige handhaving van het befaamde Kellogg-pact., waarbij toch de beschaafde naties plechtig de be slechting van geschillen door oorlog in de ban heb ben gedaan. Lloyd George zegt scherpe dingen. Toen de grijze Welsche toovenaar het woord kreeg liep het Huis zoo mogelijk nog voller dan het al was. Hij sprak als zijn meening uit, dat de tegenwoor dige ellende juist was ontstaan door het feit, dat de overwinnaars hun verplichting tot ontwapening niet waren nagekomen. Er zijn in het Verdrag van Versailles ongetwijfeld groote fouten gemaakt, hetgeen te verklaren is door de atmosfeer van verbittering waarin het is gesloten. Had men zich echter algemeen aan de bepalingen gehouden, dan zou Europa thans zeker niet verkee- ren in een toestand van geprikkeldheid en wantrou wen, die de verbittering van het einde der oorlog zeer sterk benadert. Er ontspon zich toen een scherp debat tusschen Lloyd George en Sir Austen Chambbrlain. De laatste meende, dat de toestand er niet op zou verbeteren, als vanuit het Lagerhuis andere landen (lees Frankrijk) gekapitteld werden. Het spreekt vanzelf dat de Welsman het antwoord niet schuldig bleef zoodat zich een vrij vinnig, doch zeer onvruchtbaar debat, tusschen beide tegenstan ders ontspon. Toen te ongeveer 10 uur Morgan Jones als tweede spreker der arbeiderspartij zijn rede zou beginnen, ging plotseling het electrisch licht uit. Plechtig, zooals alles in officieel Engeland plechtig is, droegen de boden een aantal kandelaars binnen en in het flikkerend licht van een twaalftal kaarsen be gon de arbeidersafgevaardigde zijn rede voor te lezen. „Nog nooit heb ik zulk een behoefte aan licht ge had! verzuchtte een der afgevaardigden. Naast lof had Sir Hoare nog vrij wat critiek te ac cepteeren, maar toen aan het slot de door Labour in gediende motie van afkeuring, in den vorm van een verlaging der begrooting van Buitenlandsche Zaken in stemming kwam, kreeg de regeering een groote meerderheid, daar de aanval der arbeiderspartij met 236 tegen 40 stemmen werd afgeslagen. Het Raadsvoorstel van de agenda afge voerd. Alkmaar: Zooals bekencl heeft het Rijk een bedrag van 290.000 gulden in uitzicht gesteld voor de restauratie van de Groote of St. Laurenskerk te Alk maar, mits dit werk in werkverschaffing zal worden uitgevoerd. Hoewel het college zich daarmede eerst had vereenigd, hebben de wethouders daarna, den Raad het voorstel gedaan het restauratieplan niet te aanvaarden. In verband met besprekingen, welke het college dezer dagen in Den Haag met den Minister van Sociale Zaken heeft gevoerd en vragen, welke den minister alsnog gesteld zullen worden, is beslo ten het voorstel van de Raadsagenda af te voeren en voorloopig aan te houden. Tallooze vrouwen voor groote bedraaen opgelicht. Berlijn. Na een diepgaand onderzoek heeft men een huwelijks-zwendelaar kunnen arrestee- ren, die sinds 1925 tallooze vrouwen voor groote bedragen heeft opgelicht. Het gaat daarbij om den 65-iarigen Edwin Rosenberg. die onder den naam Neruda ook als muziekcriticus is opgetreden. De man zelf schat het bedrag, dat hij met zijn prac- tijken „verdiend" heeft op ongeveer een half mil lioen mark, doóh men neemt aan. dat het bedrag veel hooger zal blijken te zijn. Het gelukte hem vaak reeds op den eersten dag zijn slachtoffers te bewegen tot het afstaan van vrij groote geldsom men. Hij spiegelde de vrouwen dan voor door vei lige speculaties winsten van 50% te kunnen maken. Rosenberg leidde een losbandig leven en gaf het geld met handenvol uit. Hij was zoo welbespraakt, dat hij de door hem opgelichte vrouwen er van af wist te brengen aanklachten tegen hem in te die nen. totdat hij thans eindelijk tegen de lamp ge- loopen is. Spokane (Washington). Tijdens een operatie aan de blinde darm, die dokter Vernon Stevenson op een patiënt verrichtte, kreeg hij zelf een aanval van blindedarmontsteking. Hij zette de operatie door, doch ging, zoodra de patiënt was weggedra gen, zelf op de operatietafel liggen om zich aan een operatie te onderwerpen. De dokter had zijn patiënt vijftig mijlen ver met een auto van een afgelegen district naar het ziekenhuis vervoerd, om zelf de operatie inder de gunstigste omstandigheden te kun nen verrichten. Patiënt en dokter maken het goed. Een oogenblikje, meneer van Drakenburgen, op den schouder is nog een plooitje!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 15