Terug naar de Iraansche hoofdstad Charles Rex - SCHAGER COURANT. Vijfde blad. No. 9787 Zoo'n Migraine? DE MOOISTE FOTO Ethcl Me Dell op zoek naar een" 'auto. taxi-chauffeurs over reus achtige afstanden. auto- bstüürder en koopman. een gemengd reisgezel^ schap. (Van onzen reizenden correspondent.) RECHT. In Juli. Indien ik van het caviaardorp Mezjed-i-Ser teruggekeerd was naar Teheran langs den naasten weg, dan had ik denzelfden weg ge volgd, waarlangs ik drie maanden geleden naar de kust van Kaspische Zee ben gekomen en ik wilde nu nog een ander deel van het groote Iraansche rijk zien en daarom met een grooten omweg den terugtocht naar de Iraansche hoofdstad maken. Hiervoor moest ik evenwel nog eens terugkeeren naar Now-Chahr om vandaar mijn weg te nemen over de belangrijke stad Recht. Den tocht van Now- Chahr naar Mezjed-i-Scr en terug had ik gemaakt in een auto der Nederlandsche Maatschappij, die voor zaken te Mezjed-i-Ser had moeten zijn. Te Now-Chahr moest ik zelf voor een vervoermiddel zorgen. Mijn oude Tsjechische reismakker bevond zich op dat oogenblik te Teheran, waar ook onze machine, door de douane geplombeerd, in een ga rage is ondergebracht. In een nog niet zeer oud verleden, tien, hoog stens vijftien jaar terug, waren reizigers steeds ge dwongen ezels of bergpaardjes met gidsen te hu ren, thans is men aangewezen op „wilde" chauf feurs, want geregelde diensten van autobussen be staan er nog weinig en lang niet overal. Toen ik te Now-Chahr terugkeerde, kwam korten tijd later, tegen het vallen van den avond, daar een chauffeur, een der laatste hier rond rijdende Euro- peesche chauffeurs, Simon, een Roemeensch jood je, die meer dan twaalf talen spreekt en meer dan een dozijn Iraansche jaren achter den rug heeft, met zijn personenwagen aan, op zoek naar passa giers. Twee Russen, die evenals ik naar de stad Recht wilden en reeds enkele dagen te Now-Chahr op een reisgelegenheid wachtten, begonnen samen met mij onderhandelingen met Simon den chauf feur, die mij reeds van vroeger kende. Een schap pelijke prijs werd bepaald. Ik zou naast den chauf feur zitten en achterin zouden de twee Russen plaats vinden. Denzelfden avond nog werd mijn groote koffer achter aan de auto gebonden en er werd afgesproken, dat we den volgenden morgen vroeg zouden vertrekken. Den volgenden morgen verschenen echter de twee Russen niet meer en voor mij alleen zou de reis per auto wel zeer duur zijn geworden en dus moesten we weder wachten op nieuwe passagiers. Intusschen doken nog eenige Iraansche chauffeurs met personenwagens op, die me veel goedkooper wilden vervoeren, doch daarop ging ik niet in. De Iraansche chauffeurs hebben gewoonlijk slechte wagens en slechte banden. Bij hen moet men rekenen met vele pannes en veel Het nieuwe gedeelte van Now-Chahr. tijdverlies, gedwongen oponthoud, soms ver van eenige bewoonde plaats. Van hun motoren begrijpen deze Iraansche chauffeurs meestal niets en het beste is, zich te houden aan Europeesche chauffeurs, die steeds hun eigen wagen hebben, betrouwbaar der en beter uitgerust zijn en zelf kunnen repa- reeren. Deze Europeesche chauffeurs (hun aantal is evenwel de laatste jaren door de concurrentie van Iraansche chauffeurs sterk verminderd) zijn hier een soort taxi-chauffeurs, die steeds Iraansch en nog meerdere talen spreken en het terrein hun ner werkzaamheden uitstrekken over vele honder den, zelfs duizenden kilometers. Hebben ze reizi gers ergens gebracht, vele honderden kilometers van Teheran, dan wachten ze daar op nieuwe pas sagiers of wel ze dolen rond, zoekend naar reizi gers. Vasie tarieven bestaan er niet. De prijzen hangen af niet slechts van de afstanden, maar ook van den toestand der wegen, van het getal passa giers, van de hoeveelheid bagage, van den aard van. het terrein, want in berggebied met sterke stijgin gen moet de chauffeur natuurlijk meer vragen dan. pp. vlak terrein. Ook vraag en aanbod spelen na tuurlijk een rol bij de prijsbepaling. Bevinden zich op een' afgelegen plaats toevallig eenige auto's en weinig passagiers, dan zijn de prijzen uit den aard der zaak aanmerkelijk lager, dan wanneer er slechts èèn automobiel is en vele reizigers naar een vervoermiddel zoeken. Ook de chauffeurs van vracht automobielen, die thans vrijwel uitsluitend Iraniërs zijn, nemen meestal nog passagiers mede, wat voor hen een aardige bijverdienste wordt. Doch of men reist met. een personenwagen of met een vrachtautomobiel, steeds gaat een langdurig lo ven en bieden vooraf. Is men den chauffeur onbe kend, dan moet men gewoonlijk een zeker bedrag vooruit betalen. Iraansche chauffeurs, die bijzonder wantrouwend zijn, laten daarna nog onderweg tel kens een deel van de overeengekomen som zich uit keer en. Nog slechts een tiental jaren geleden, toen de concurrentie van Iraansche chauffeurs zoo goed als niet bestond, konden Europeesche chauffeurs, die land en taal kenden, in enkele jaren een klein ka pitaaltje oververdienen, maar dit is voorbij. De laatstovcrgebleven Europeesche „wilde" chauffeurs in Iran weten echter steeds nog eenige bijverdien ste te maken. Bij kleine Europeesche nederzettin gen, bij kampen, waar Europeesche ingenieurs en arbeiders, werkzaam aan bruggen of wegen, zijn ondergebracht, houdt hij steeds stil om bestellingen op te nemen van ondergoed, van sigaretten, van bier, van wijn, van wodka, van keukengerei, van schoenen en van honderdlei andere dingen, die hij dan te Recht of te Teheran koopt en later aflevert, als hij, soms weken later, weder langs dezelfde plaats komt. De chauffeur krijgt bij zijn inkoopen eenige korting en legt bij de aflevering der wa ren, een klein bedrag, meestal ongeveer tien per honderd, op den prijs, die in de stad wordt betaald. Transportkosten rekent hij daarentegen niet. De Roemeensche chauffeur Simon b.v. was met passa giers van Tcharan naar Baboel, een kleine hon derdvijftig kilometer van Now-Chahr, gekomen. Daar hij te Baboel geen pasagiers vond, had hij daar groenten ingekocht, wetend, dat de Nederlan ders te Now-Chahr, die er onder gebrek aan groen ten lijden, zijn waren gaarne tegen goed geld zouden willen koopen, wat ook gebeurd was, zoodat Si mon aan den tocht van bijna honderd vijftig kilo meter aardig had verdiend en de Nederlanders nog gelukkig en dankbaar had gestemd Met Simon den chauffeur zat ik urenlang in Hotel Iran. We aten geroosterde zalm, 'dronken thee, koffie, een paar flesschen bier en babbel den. De meeste journalisten houden er meer van met ministers te spreken, een „interview" noe men 'ze dat dan, maar ik heb uit den mond van ministers' meestal niet anders dan onbenullighe den, gehoord en een gesprek met zoo'n eenvou dig man, die midden in het volle leven staat, is me veel leerrijker. Kleurig en fleurig vertelde Si mon, de chauffeur van zijn avontuurlijk en wis selvallig leven, terwijl wij zaten te wachten op andere reizigers, die naar de stad Recht zouden willen. Tegen twaalf uur 's middags verscheen een eerste passagier, een al grijzend Turkmene met Dus weer een ellendige dag in het voor uitzicht. Heusch niet noodigl Neem een "AKKERTJE" en binnen 'n kwartier voelt Ge U weer frisch en opgewekt en zij t Ge Uw hoofdpijn kwijt. AKKER-CACHETS helpen verrassend snel bij Hoofdpijn, Kies pijn, Zenuwpijn, Rheumatiek, Griep. Per 12 stuks slechts 52 cent. Overal verkrijgbaar. Het Duitsche zeiljacht „Störtebeker" heeft bij de groote race over den Atlantischen Oceaan na een stormachtigen overtocht van 35 dagen Bergen in Noorwegen bereikt. een ringbaardje, zooals de Turkmenen meestal dragen. De Turkmenen wonen voor een groot deel in de steppen oostelijk van de Kaspische Zee. De Turkmene, die naar Recht wilde, was een bekend sandelaar in wol, in schapen, in ka- meelen en een millionnair, die echter niet de ge woonte heeft gemakkelijk van zijn geld afscheid te nemen. Tusschen hem en Simon, den chauf feur, begonnen langdurige onderhandelingen in het Iraansch, het Turksch en het Russisch over den prijs. Deze onderhandelingen waren nog niet ten einde, toen tegen half twee een Iraansch koopman met zijn zoontje verscheen, die ook naar Recht wilden. Onder het genot van een kopje Turksche koffie werden de algemeene onderhandelingen gevoerd en ik zat erbij zonder er veel van te begrijpen. Te kwart voor tweeën zeide Simon de chauffeur, tot mij: „Om twee uur vertrekken we". Ik was het spoedig met hem over den prijs eens. Ik zou voor den tocht van 247 kilometer zeven tuman, bij den huidigen koers ongeveer zes gulden, beta len, wat ik niet te veel vond. Voor dien prijs kreeg ik dan nog de eereplaats, die tevens de aangenaamste is: naast den chauffeur. De drie anderen zouden achter in den wagen plaats ne men. Dien avond zou ik, indien alles goed ging, te Recht zijn. Daar wilde ik een of twee dagen blijven en daar zou ik weder een reisgelegenheid moeten zoeken naar het op een afstand van 350 kilometer van Recht gelegen Teheran. Onderweg zouden we hier en daar korten tijd stil houden, want Simon de chauffeur moest natuurlijk bij verschillende nederzettingen van Europeanen be stellingen opnemen en onderweg zouden we na tuurlijk ergens moeten eten, want op een groote- re gemiddelde snelheid dan veertig kilometer per uur mochten we bij den toestand der wegen niet rekenen. Goed uitgerust was Simon echter. O.a. had hij twee reserve-wielen met nieuwe banden met zich en zelf is hij niet alleen een goed en voorzichtig chauffeur, maar ook een uitstekend mecanicien. Ik had nog juist even tijd van enkele mensclien bij den haven afscheid te nemen en toen wierp ik een laatsten blik op de stad in wording, op het rijtje kleine huisjes, en op de kleine vochtige kamer, waar ik enkele maanden heb doorge bracht aan den oever van de Kaspische Zee, langs welker oever we een groot deel van de reis zouden maken. J. K. BREDERODE. Portret-Atelier JAC. DE BOER Keizerstraat DEN HELDER FEUILLETON door 19 Hij Keek haai; glimlachend ïn Eet verontwaar digde gelaat. „Windt, j'e er maar niet zoo over op. Hij meende *1 goed. Ik ben zeer veel zwaarder gewroden. Zeg, Maud, zal je evenveel van me houden als ik dik ben?" Ze begon te lachen en trok zijn 'door 'de zon ver brand gezicht naar zich toe. „Wees niet zoo dwaas," zei ze. En ze gaven elkaar een langen, hartelijken kus. „Ik' geloof, dat j'e net zoo 'dwaas Eent aïs ik,* zei Jake zachtjes. ,,Ja, dat geloot ik ook," fluisterde ze. i HOOFDSTUK V. De Gast. Jake voerde "den volgenden dag zijn bedreiging uit en Maud bleef in bed, Een hevige hoofdpijn-aanval maakte dat ze niet eens de kracht had er tegenoip te komen en ze lag in de donkere kamer te ellen dig om te denken, terwijl hij met de hem eigen be slistheid het bestier der huishouding op zich nam, waardoor hij de ietwat onwillige bewondering wekte van Juffrouw Lovelace, de huishoudster, die gewoon was mannen Ie beschouwen als „arme stumpers," die nooit zelf een hand uitstaken, wanneer zij een vrouw konden vinden die het werk voor hen deed. Hij nam zelf het ontbijt mee naar de kamer van zijn vrouw, zette zijn twee kleine dochters Molly en Betty, die als een paar kleine katten bij haar waren gekropen, op den grond en stelde zijn oudste.doch ter Eileen, die bij zijn komst muisjesstil uit den groo ten stoel aan het hoofdeinde kroop, tot verzorgster van haar moeder aan. Eileen was zijn lieveling. Ze was een verlegen kind, vriendelijk en dat tamelijk goed wist wat ze wilde, met iets beschermends tegenover Maud en grooten eerbied tegenover hemzelf. Jake zei vaak lachend, dat hij niet wist of zijn oudste dochter hem wel zoo heel erg aardig vond, maar in zijn hart was hij ervan overtuigd, dat de liefde voor hem haar heele kleine wezentje be zielde. Benny had niet erg met haar op, omdat ze bang was van paarden, met dat gevolg, dat zij met hem daar nooit dichtbij wilde komen, terwijl zij er met haar vader middendoor liep. Ze was niet vaak ver trouwelijk met hem, maar hield toch graag zijn hand vast. Ze stond nu stil naast hem, terwijl hij op Maud wachtte, die den kop sterke thee uitdronk, dien hij haar had gebracht en een klein handje zocht de zijne. „We moeten vandaag goed op moeder passen, kleine meid. Ze beeft te hard gewerkt." „Ik zal goed voor haar zorgen, Papa," zei Eileen. „En Molly en Betty uit de kamer houden," ging Jake voort „Ja, Paps, dat zal ik doen!" Maud glimlachte. „Mijn kleine politïe-agent," zei ze. „Ik geloof 'dat zij haar vader ook uit "de kamer zou weren, als zij dat noodig oordeelde," zei Jake lachend. Eileen drukte zijn hand, maar sprak hem niet tegen. Ze keek hem alleen met haar violette oogen, precies die van haar moeder, smeekend aan, hij bukte zich en gaf haar een kus. ,,'t Is goed hoor! Pappie begrijpt Het best!" En Eileen glimlachte verlegen en was in haar schik, ofschoon ze geen woord zei. De telefoon ging in de hall en Maud schrikte op. „Dat zal Charley misschien zijn, Jake. Ik moest hem toch eigenlijk antwoorden." „Houd j'e maar bedaard," zei Jake, terwijl hij" naar de deur ging. „Ik zal hem wel te woord staan." Voor dat zij nog iets meer kon zeggen, was hij al weg en Maud zuchtte en liet zich weer ïn de kus sens terugvallen. Het was zeer zeker erg gemakke lijk, dat zij het aan hem kon overlaten. Een oogenblik later kwam hij flauwtjes glim lachend, terug, ging naast haar zitten en nam Eileen tusschen zijn knieën. „Ziezoo-", zei hij, „dat is In orde. Kleinen On schuld, nu krijg je een gouvernante. Ik hoop dat je ontzag voor haar hebben zult" „O, maar Jake," bracht Maud daartegen ïn. Hij wendde zich tot haar. „Ze zal zich nuttig maken. Niemand moet zijn leven in ledigheid door brengen. We zullen van den beginne af doen, zooals 't blijven moet. Ze zal een handje moeten helpen. Dat heb ik z'n Lordschap gezegd. En als ze ons niet bevalt, wel dan gaat ze weer terug naar van waar ze gekomen is. Dat heb ik hem ook" gezegd." „En wat zei hij daarvan?" vroeg Maud. „Wel,, hij was 't volkomen met me eens". John sprak eenigszins spottend. „Hij zei, dat ze zelf nog niet meer dan een kind was. Wat dat betreft, was hij erg overdreven." „Je gelooft hem niet, hè?'* vroeg Maud eenigs zins scherp. „In den regeï niet," antwoordde Jake, „en aller minst als hij zoo overdreven is. Maar de tijd zal 't leeren. Ze komt tegen den lunch hier en Benny zal haar met de dog-car gaan halen," v „Krijgen we les?" vroeg Eileen. Hij keek haar in de vriendelijke oogen en alle spot week van zijn gezicht. „Ik weet niet of ik het zou kunnen verdragen, dat jou wat werd geleerd, m'n kleine Onschuld. Je bent goed zooals je bent!" Dat was zijn lievelingsnaam voor haar, die hij altijd met een zekere teederheid uitsprak. Eileen keek glimlachend naar hem op en kroop dichter tegen hem aan. „Ik zou best wat willen ïeeren, Pappy," ze! ze. „Ik' ben nu toch groot genoeg en wordt nog grooter." „Dat kan wel," hernam Jake, „maar wordt maar niet te gauw groot. Je moogt niet zoo groot worden, dat je op je armen ouden paps neerkijkt." „Dat zal ze nooit doen, Jake. Dat zal geen mijner kinderen ooit doen!" klonk Maud's stem. Hij keek haar glimlachend aan. „Wat ze ook mogen doen, ik zal altijd wel me weten te handhaven tegenover hen. Maar, lieve kind, nu moet je gaan slapen en alle muizenissen uit je hoofd zetten. Ik moet weg, maar kom nog wel eens kijken hoe 't met je is. Tot ziens!" Hij boog zich over haar heen, legde zijn wang een oogenblik tegen haar hand en ging zachtjes de kamer uit Maud wachtte lot 'de 'deur achter hem was geslo ten en zei toen tot het kind dat naast haar stond: „Eileen, lieveling, je moet er altijd aan denken dat je vader de liefste en beste man is die er bestaat!" „Ja, dat weet ik, moes!" liet Eileen met schitte rende oogjes daarop volgen. Jake ging naar de stallen en was weldra geheel verdiept in zijn dagelijksch werk. Hij was altijd een werkzaam man geweest en de tijd ging snel voor bij. Hij en zijn rechterhand, Sam Vickers, hadden de stoeterij bijna tot volmaaktheid opgevoerd, waar door zijn dieren bij de paardenliefhebbers uitste kend stonden aangeschreven. Buitendien stond hij bekend als strikt erlijk, zoodat zijn naam bijna spreekwoordelijk" was geworden in het graafschap. De eer van Jake Balton was onaantastbaar, zei men en nieanand twijfelde dan ook ooit aan zijn woord.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 17