Je Oorlog voor de Het Bezuinigingsontwerp in de Tweede Kamer. Minister Colijn verdedigt het regeeringsbeleid Zaterdag 20 Juli 1935. SCHAGER COURANT. Derde Blad. No. 9767 Minister Oud over financiën Bezuinigingsontwerp De Negus van Abessynië doet beroep op zijn volk. De xegeering zal strijden om devalnatie te voorkomen, zoolang zij maar eenigs- zins kan; zij blijft op de bres staan voor handhaving van de mnnt- parlteit. 'Alvorens 'de 'debatten over het bezuinigingsontwerp te* hervatten, werd de Kamer eerst gesteld voor de behandeling van de wetsontwerpen betreffende steun aan de zeescheepvaart en verlaging van loodsgelden. Thans zijn dus ook onze havensteden aan de beurt om door rijkshulp op de been te worden gehouden. Langzaam maar zeker knabbelt de economische nood aan de meest hechte pijlers van ons volksbe-j staan. Eerst landbouw en veeteelt, thans de zeescheep vaart. Wie volgt!' In hoofdzaak komt de te verleenen hulp neer op 'de verlaging van de loodsgelden met het oog op de Belgische valutaconcurrentie (mindere rijksinkom sten f2,5 millioen per jaar) en op het verleenen van rentelooze voorschotten aan de zeescheepvaart tot een totaal van f8,2 millioen. De heer Schilthuis (v.dj achtte het thans ook meer dan tijd de haven- en kadegelden te verlagen. Ge lijkheid in concurrentievoorwaarden met het buiten land is het minste wat de regeering haar havens dient te bieden. Ook bepleitte hij steun voor de klei nere vaartuigen van de lijnreederijen. Nadat ook de heer Brautigam (s.d.) sterk had aan gedrongen op steun aan onze havenplaatsen, die door tal van Belgische maatregelen ten zeerste in hun ont wikkeling werden belemmerd, liepen de debatten in hoofdzaak over de pensioenen van het personeel van den Kon. Holl. Lloyd. Zooals men weet, zijn de mil- lipenen, in den loop van den tijd door dit personeel in het pensioenfonds gestort, in het bedrijf der Maat schappij zelf belegd. Thans nu deze Maatschappij surcéance van beta ling is verleend, komen de pensioenüitkeeringen in het gedrang en zijn onlangs stopgezet. De 'heer Wijnkoopging hiertegen fel-te- keer 'en poogde'óp grond van de bestaande finantieele ver houding tusschen de Lloyd en de regeering, een aansprakelijk voor het Rijk te formuleeren, om aan de slachtoffers een rijkspensioen te verstrekken. Het spreekt vanzelf dat alle overige sprekers van hun medeleven met de slachtoffers spraken en vooral de mogelijkheid becritiseerden dat pensioen-fondsgel- den in de bedrijven zelf konden worden belegd. In zijn antwoord kwam de Minister van Oeconomi- sche Zaken, de heer Gelissen den heer Schilthuis te gemoet door te verklaren, dat hij ook zooveel moge lijk kleine schepen in de steunmaatregelen zal op nemen. Ook de Minister was van meening dat tegenover de arbeiders van de Holl. Lloyd onrecht was gepleegd, door de verkeerde belegging, doch hij ontkende eenige verantwoordelijkheid van het Rijk. Intusschen zal hij deze aangelegenheid met zijn ambtgenoot van sociale zaken bespreken. De Holl. Lloyd is in onderhandeling met een drietal maat schappijen voor de overdracht van het goederenver voer. Misschien is bij tot standkoming eener regeling een gedeelte oplossing van het pensioenvraagstuk te vinden. De bouw van het nieuwe schip voor de Holland— Amerika-lijn is een onderwerp van onderhandelingen. Ook de Minister van Defensie, onder wiens de partement de regeling der loodsgelden ressorteert, is nog even aan het woord geweest, om te verzekeren, dat de regeering alles wil doen om de eenheid in de politiek onzer havens te bevorderen. Hij wees er nog op, dat de regeling der haven- en kadegelden een gemeentezaak is. De Rijnvaartpremies, als tegenmaatregel jegens België, achtte Zijn Excellentie niet aanlokkelijk. De regeering zal de zaak echter nog eens onderzoeken. Met de stemmen van den heer Sneevliet en de 'Communisten tegen, werden daarna de beide wets ontwerpen goedgekeurd. Direct daarna werd de behandeling van het .Voorïgeze't'. Allereerst kwam de heer Sneevliet aan het woord, die den heer Aalberse dubbelzinnige taal verweet en er op wees, dat de Mussert-gedachte ondanks de milde landbouwsteun, vat had gekregen op de boeren bevolking. Hij wees op de boerenbetoogingen te As sen en Arnhem, waarvan de laatste onder katholieke auspiciën, doch die beiden zeer beslist onder nati- önaal-socialistischen invloed stonden. Dit bereikt de regcering met haar politiek! Na deze revolutionair-socialistische spreker kwam de anti-revolutionair, de heer Schouten, een geheel ander geluid laten hooren. Hij legt vast dat de belastingen eigenlijk reeds te hoog zijn en dus de door den heer Albarda aanbe volen middelen alleen daarmede al veroordeeld zijn. De heer Albarda heeft weer het lijstje van sociaal democratische wenschen voorgelezen, alsof er vroeger niets over is gezegd. De sociaal-democraten beseffen overigens in toenemende mate, dat versterking van 's Rijks inkomsten niet mogelijk is. Het begrotings evenwicht moet worden verkregen door verlaging van uitgaven. De stelling van de verscheidene leden, dat 's Rijks inkomsten moeten worden verhoogd, moet als verlaten worden beschouwd. De heer Albarda heeft tegenover het wetsontwerp der regeering geen regeling gesteld, waardoor hetzelfde financieele re sultaat zou kunnen worden verkregen. Met de defen sie-uitgaven kan men in het algemeen niet lager gaan, dan de regeering reeds gegaan is. De heer Albarda kan niet zeggen, dat hij een equivalent ge vonden heeft in een verlaging van de defensie-uit gaven. En van een verhooging van 's Rijks inkomsten zouden volk en bedrijfsleven alleen wrange vruch ten kunnen plukken. De heer Albarda kan de kdop- krachtthcorie niet tegen de regeering uitspelen, want het is de regeering er juist om te doen, een kleiner ticel van de koopkracht des volks voor de openbare „Wie Uwer kan bij benadering gissen, hoe de regeering worstelt eiken dag en een groot deel van den nacht er bij, opdat van de volkshuishouding gered worde wat daarvan te redden valt? Wie uwer heeft begrip van de ontzet tende moeilijkheden bij de onder handelingen met het buitenland om onzen uitvoer te behouden; wie heeft begrip van de moeilijk heden om de betaling van den ex port te verzekeren?" Colijn. uitgaven op te ejschen en dus een grooter deel der koopkracht te reserveeren voor het algemeene oeco nomische leven. Aan de uitvoering van belangrijke openbare wer ken zal spreker graag medewerken, maar men dient vooral het economische nut in het oog te houden. Van een verkorting der arbeidsduur verwacht hij geen groote verbetering der werkloosheid. Wel van de industrialisatie, hoewel hij waarschuwde tegen de voorspiegelingen van de S.D.A.P., die hiermede schijn baar de geheele arbeidsmarkt denkt te bevredigen. Dit is natuurlijk in strijd met de werkelijkheid. Met wat de heer Albarda zeide over oorlogsin dustrie in Zweden is de zaak niet opgelost; spr. ver wijst naar Handelsberichten van 13 Juni j.1., waarin de gunstige conjunctuur daar een gevolg wordt ge noemd van de wapenindustrie. De heer Albarda wekt verwachtingen bij ons volk die niet verwezen lijkt kunnen worden. Het vraagstuk der vaste lasten is een netelig vraag stuk. Een deel ervan is een gevolg van door de over heid genomen maatregelen of overheidslasten. Alleen door aanpassing is hier wat te bereiken. Komende tot de kwestie deflatie (aanpassing) of devaluatie (munt-verzwakking) meent spreker dat tusschen beide wegen geen tegenstelling bestaat. De heer Aalberse had juister gedaan door te zeggen dat bij een deel zijner fractie het dilemma nog aanwezig is, en dat een ander deel devaluatie wenscht. De heer Steenberghe staat in de r.k. pers niet alleen; hij heeft vele medestanders. Men gaat er van uit dat devaluatie helpt. Men moet dat bewijzen. In Amerika heeft ze niet geholpen; in Engeland is verhoudingsge wijs de werkloosheid niet minder dan hier; het be roep op Tsjechoslowakije is evenmin juist. Spr. zal niet medewerken tot uitstel betreffende dit wetsont werp tot over andere wetsonwerpen zal zijn beslist. Spr. hoopt dat de heer De Geer devaluatie afwijst. Een redevoering als die van den heer Aalberse doet de verwarring toenemen. Temeer klemt dit, omdat ons land zeer kwetsbaar is en 'we hier leven op een hooger niveau dan in de meeste landen. Het best en het edelst gaat die strijd waar Gods leiding is, zon der berusting maar met aanpakken en met daden. In nog donkerder tijden heeft ons volk aan die leiding de kracht ontleend tot heroïsche daden. In geloof aan God kan het volk worstelen met uitkomst. We moeten met de regeering worstelen om herstel; spr. en de zijnen zijn bereid, de regeering te steunen, met behoud van politieke zelfstandigheid en recht tot critiek op ondergeschikte punten. In de groote lijnen zullen spr. en de zijnen de regeering blijven steunen, zoolang ze getrouw blijft aan haar eigen richtlijnen. Het was wel een heel ander geluid, dat de heer De Visser (communist) laat hooren. Hier slechts critiek op de regeering en verheerlij king van Sovjet-Rusland. Thans nog zegt spreker, worden de lasten door de kapitalistische klasse afge wenteld; aantasting van sociale wetgeving, loonen, steunbedragen, afbraak van het onderwijs; vernieling van wat in jarenlangen strijd door de arbeiders is opgebouwd. Groeiende weerstand van de arbeiders van alle richtingen en soorten; ook bij de katholieken, zal onvermijdelijk zijn. Betrouwbare cijfers zijn er niet, maar op 1 Januari werd het aantal werkloozen geschat op 432.000. Het aantal jeugdige werkloozen wordt eenerzijds geschat, van regeeringswege, op 70 a 140 duizend, naar gelang van de uitgangsbasis; spr. heeft een berekening volgens welke dat aantal 180.000 hedraagt. Ondanks alle valsche voorstellingen, enz., is de rêgeering niet in staat, het aangezicht van de wereld te veranderen. Deze regeering werkt de ach teruitstelling van de arbeidersklasse in de hand. De devaluatie is in haar soort even verderfelijk als de flatie. Spr. dient een motie in om de regeering te ver zoeken, maatregelen te treffen voor een heffing in eens. De motie wordt niet voldoende ondersteund en komt dus niet inbehandeling. "De heer Bierema (lib.) is als elk liberaal van mee ning, dat aanpassing, dus versobering op den duur de verbetering zal brengen. Hij acht echter de be zuinigingen lang niet ver genoeg gaan en denkt dat de regeering de eigenlijke tekorten door dit ontwerp tracht te verdoezelen. Volgens dezen spreker zal er nog zeker 50 millioen ongedekt blijven. Ook de heer Van Houten (chr. dem.) meent, dat het bezuinigingsplan de begrooting slechts op papier sluitend maakt. Spreker wil"zich graag plaatsen achter de deflatie- politiek der regeering, omdat hij in muntverzwakking geen heil ziet. Men hakke dan echter over de geheeld linie door! Hij breekt echter een langs voor goede salarissen van het overheidspersoneel, zonder sociale onrecht- vaardigheid te scheppen tegenover andere groepen. Hij acht verdere loondaling ongewenscht en dient een motie in, waarin de regeering verzocht wordt van haar voornemens tot verdere salarisverlaging voor het overheidspersoneel af te zien. Dit, gelet op reeds aangebrachte verlagingen in de bezoldiging van rijkspersoneel en onderwijzers, en wegens de overiga maatregelen, die de positie van het overheidsperso neel ongunstig hebben bcïnfluenceerd. De motie wordt bij de algemeene beschouwing behandeld. De heer Thijssen (s.d.) bepleit nog een intrekking van de salarisverslechtering van het onderwijzers corps. De heer Arts (r.k.) zegt, dat aanneming van het wetsontwerp beteekent goedkeuring van het beleid der regeering en in het bijzonder van den minister president. Het is voor spr. een raadsel waarom mi nister Gelissen in dit kabinet is getreden. Ondanks zijn bezwaren kan spr. zijn antwoord over het wetsontwerp nog niet bepalen; spr. zal eerst het antwoord van de regeering moeten afwachten. Als de r.k. staatspartij zich achter de regeering schaart is dat tegen het landsbelang. De vergadering werd om 11.35 verdaagd tot Vrij* dag twee uur. Nadat toen eerst enkele kleine wetsontwerpen z.h.s onder de hamer waren doorgegaan, kwam direct Colijn aan het woord. De heer Albarda acht het niet juist dat daardoor een deel der bevolking de weg naar burgerlijke func ties wordt versperd. Deze moeilijkheid wordt door do regeering erkend, maar de uitsluiting heeft nooit een blijvend karakter gehad. De aanleiding tot de uit sluiting was het geval van onzekerheid nopens dc houding der S.D.A.P. in defensie-aangelegenheden. Niet heel duidelijk was haar houding bij mobilisatie. Tenslotte was er het gebeurde met De Zeven Pro vinciën. Sommige vooraanstaande personen der S.DAl.P. keurden het gebeurde zelfs goed. Anderen keurden het onmiddellijk af. Bestaat de reden voor de uitsluiting op het oogenblik nog? Er zijn zekero veranderingen bezig zich te voltrekken, die aanlei-' ding kunnen geven om de zaak opnieuw te ovenve?; gen. De heer Albarda beriep zich op uitspraken van partijcongressen. Spr. vindt die uitspraken niet zoo; heel duidelijk. Zij zijn misschien wel goed bedoeld, maar laten wel eenige ruimte tot twijfel. Nu echter Ir. Albarda erkent, dat in de tegenwoor dige tijdsomstandigheden de weeimacht van het land geen verzwakking gedoogt, wordt daarmede ook een* individueele poging tot ondermijning van de weer- macht veroordeeld. Allereerst behandelt de Minister het capitulanten- stelsel en belooft volledige klaarheid. Spr. is bereid niet om te verklaren dat de regee- Aangeboden: 1 keurige FORD VRACHTW., '30, dubbel lucht. 1 CHEVROLET VRACHTW., '30, laad- vlak 3.85 bij 2 M., met 4-pers. cabine. BREELAAN 54 - BERGEN (N.H.) .g „Het is onze plicht ons land te verdedigen. Ook in 1896 heeft Abessynië geen oorlog gewild." De Negus van Abessynië heeft de revue gepas seerd over de 3000 man der keizerlijke garde, waarna hij zich naar het parlement begaf voor. het uitspre ken van zijn reeds aangekondigde, groote redevoe ring. Alle leidende persoonlijkheden van Abessynië waren aanwezig. In den aanvang van zijn rede gaf de Keizer een schildering van de verschillende phases van het Italiaansch-Abessijnsche geschil tot aan het afbre ken der onderhandelingen der arbitragecommissie te Scheveningen. Hij verklaarde, dat Italië, ondanks de voortdu rende betuigingen van zijn vredelievendheid zijn bewapeningen voor een veroveringsoorlog voortzet. Abessynië heeft daarentegen driemaal een beroep gedaan op den Volkenbond ten behoeve van een vreedzame oplossing van het geschil. In dit verband wees de keizer op de vriendschap pelijke betrekkingen van Abessynië met Engeland en maakte hij melding van de Engelsche poging door af stand van eigen gebied den vrede te behouden. Mus- solini heeft echter alle vredesaanbiedingen afge slagen, heeft Abessynië beleedigd en het beschul digd van barbarij en slavernij, welke in feite reeds is opgeheven. Voortgaande betoogde de Keizer, dat zijn land alle verdragen is nagekomen en dat het ook bereid is geweest de beslissing van den Volkenbond te aan vaarden, ingeval de Volkenbond over deze zaak een beslissing zou nemen. Ondanks al deze bereidwil ligheid tot overeenstemming heeft echter Italië verder troepen en oorlogsmateriaal naar zijn beide koloniën gezonden. Woordelijk verklaarde daarop de keizer: „Nu staat de oorlog voor de deur. Ondanks den door ons getoonden vredeswil komt de oorlog ieder uur meer nabij. Het is onze plicht ons land te verdedigen. Ook in 1896 heeft Abessynië geen oorlog gewild. Toen hebben de Italianen ons land met verove- ringsdosleinden aangevallen en thans wil len zij dat herhalen. Met Gods hulp heeft Abessynië dezen oorlog gewonnen. Het heeft echter het resultaat van den Adoea- slag politiek niet uitgebuit. Wij hebben alles gedaan om den vrede te behoeden. Om der Het Abessijnsche Keizerpaar. wille van de eer der natie wijzen wij echter een Italiaansch protectoraat af. Wij hebben een zuiver geweten en dragen geen schuld aan den oorlog." Abessynië is bereid en gereed tot den laat- sten man, te strijden voor zijn onafhanke lijkheid. Abessynië zal tegenover de moderne wapenen van Italië de bereidwilligheid stel len zijn land en zijn keizer te verdedigen. De Keizer zal met zijn volk liever strijden en sterven dan de vrijheid verliezen. De keizer besloot zijn redevoering met een oproep aan het Abbessijnsche volk om alle verschillen van stand, klasse en religie ter zijde te schuiven en schouder aan schou der te staan in den strijd. De vrouwen riep hij op zich gereed te honden als verpleeg sters. „Leve Abessynië! Wij sterven voor de vrij heid van Abessynië? God zij met nos!" De aanwezigen stortten tranen van geest drift en barstten in stormachtig gejuich nit. Volkenbond op 29 Juli bijeen. Naar Reuter uit Londen meldt, zal de Volkenbonds raad op 29 Juli in buitengewone zitting bijeen komen Engelsche kringen hopen dat Italië zal toestemmen in een volledige bespreking tusschen Italië en Abes- sinië. De Italiaansche maatregelen. De Star meldt, dat de Italiaansche regeering thans onderhandelt over den aankoop yan het Engelsche stoomschip Olympic,, dat. op, het oogenblik te Sou- thampton is opgelegd. De Italiaansche regeering zou dit schip willen be-, stemmen voor troepentransporten naar Oost-Afrika» Gisteravond is het troepentransportschip Gango uit Napels vertrokken met bestemming naar Massoea. Aan boord bevinden zich 150 officieren en twee dui zend manschappen, benevens groote hoeveelheden oorlogsmateriaal. Reuter meldt uit Athene. In den Pyraeus bevindt zich momenteel een Itali aansche commissie, welke Grieksche vracht- en pas sagiersschepen opkoopt voor militaire doeleinden. Tot nu toe zijn 10 vrachtschepen gekocht, welke dienst zullen doen voor troepen en munitie trans portschepen. De Italiaansche commissie heeft o.a. het Grieksche oceaanschip Edison gekocht en onderhandelt nog over een aankoop van twee andere groote schepen, waarvoor evenwel de Grieksche regeering toestem ming moet verleenen. Mussolini verhoogt de soldij voor solda ten in Oost-Afrika. Naar de Daily Telegraph meldt heeft Mussolini de soldij der Italiaansche troepen in Oost-Afrika ver hoogd. In het vervolg zullen de soldaten en zwarthemden in Eritrea dagelijks drie Lire ontvangen, in Somali- land vier Lire. Dit houdt verband met de klachten der manschap pen, die gedwongen zijn abnormaal hoogo prijzen- voor niet-alcoholhoudcnde dranken te betalen. Speciale correspondenten, die met de troepen! rens- portschepen zijn medegereisd, leggen den nadruk op de ondragelijke atmosfeer te Massoea. De zee, zoggen zij, is er al even heet als de lucht. Bevelvoerende of ficieren wandelen rond in flanel en korte broek. Ze hebben hun militaire schoenen verruild voor san dalen. Italië antwoordt den Negus. Geestdrift laait on in Abessynië 7 Groot e massa-betoogingen. De in Abessynië onder de bevolking bestaande spanning is sinds de redevoering van den negus ver anderd in een patriottische geestdrift. Donderdag en gisteren zijn groote massa-betoo gingen gehouden, waarbij vaderlandslievende rede voeringen werden uitgesproken. In Italië heeft de krijgshaftige redevoering zooals begrijpelijk een zeer slechten indruk gemaakt. bladen zonder uitzondering noemen de rede m hooge mate krijgszuchtig en beweren dat thans de negus definitief het masker heeft afgeworpen en openlijk zijn bedoelingen heeft kenbaar gemaakt. Geheel Europa moet na deze rede wel inzien, welk een gevaar Abessynië vormt voor staten, die ko'o- niën hebben in Afrika. De krijgszuchtigheid van de rede wordt vooral gezien in de bewering van den Negus, dat Italië reeds veertig jaar lang het voor nemen heeft gehad. Abessynië te veroveren, en ver der in zijn uiteenzettingen over het incident van Wal-Wal. De geheele rede. zoo* beweert men te Rome, is een poging om Italië als aanvallende partij te doodverven, terwij het ieder toch duidelijk moet zijn. dat de roofzuchtige menschenjagers van Abessynië het geweest zijn. die herhaaldelijk op Italiaansch gebied zijn doorgedrongen en dc Itali aansche vlag op de meest onduldbare wijze hebben .beleedigd. Ji

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 9