Po
Charles Rex
Liionyeieciit te Alkmaar.
DE GOUDMIJNEN,
WAARVAN ABESSYNIE LEEFT.
Ethel M* Dell*
Zitting van Vrijdag 19 Juli.
SCHRIFTELIJK VONNIS.
Steven Hendr. V., Oudorp, overtreding Visscherij-
wet, f 15 en f5 boete of 15 en 5 dagen hechtenis, met
verbeurdverklaring vischtuig.
Beemstcr.
DAT ZAAKJE LIEP DOODKALM AF.
De met nogal wat sensatie ingezette zaak contra
'den veehouder Albert B. te Beemster, die door een
geheel regiment veldwachters en controleurs derCri-
sis-Zuivelwet zou zijn bestormd, wegens verdenking
van clandestiene boterfabricatie, had bij voortgezette
behandeling een zer rustig verloop. De controleur
Smit van Uitgeest verklaarde, dat men op aanwijzing
een onderzoek had ingesteld en de veehouder inder
daad werd bevonden in het bezit van een boterkarn
en pl.m. 3 kilogram boter. Voila Tout!
En daar do veehouder dit niet kon tegenspreken
en hoogstens aanmerking maken op de hoeveelheid
der in beslag genomen boter, viel er niet veel meer te
praten, zoodat de Heer Ambtenaar in volle gerustheid
des gemoeds kon overgaan om f25 boete of 20 dagen
hechtenis en verbeurdverklaring van de in beslag
genomen boter en karn te requireeren.
Nadat de boterboer nog met overtuiging had ge
openbaard, dat hij dien eisch verschrikkelijk vond,
nam de( kantonrechter 8 dagen tijd om over dat ver
schrikkelijke nog eens op z'n gemak na te kunnen
denken.
Helder.
EEN INTEBLOCAAL VERKEERSINCIDENTJE IN
DE LANGESTRAAT.
Een ingezetene uit Den Helder, Corn. Dirk B., ver
öorzaakte op 10 Juni in de Alkmaarsche Langestraat
een interlocaal conflict door een bakker uit Heiloo,
Piet Jonker, die met een vriend rechts van den weg
fietste, met zijn auto aan te rijden. De boete bedroeg
i 12.subs. 6 dagen.
Internationale verwikkelingen worden niet veiv
Ivacht!
Hoorn.
*N VISSCHERIJ-PUZZLE.
De Hoornsche visscherij-clubleden A. en H. v. G.,
«waren te Heerhugowaard bekeurd, omdat zij zonder
'de vereischte vergunning hadden gevischt in het
Kleine Mallegat, welke sierlijke titel is verleend aan
een gedeelte van de Ringvaart. De amateurs-henge
laars stonden nu terecht en hadden als getuige
ia décharge medegebracht de secretaris der vischclub
lAppel, die met .een schetskaart gewapend, zijn twijfel
•uitsprak over de rechtmatigheid van deze strafver
volging.
A.s. week voortzetting, om den verbalisant de ge
ïegenheid te geven deze vischpuzle te ontraadselen.
BEN KINDERWAGEN MET WAARDEVOLLEN IN
HOUD VAN DEN WEG GESLINGERD.
Op 9 Juni wandelde het echtpaar Van Stralen met
hun baby in de kindersnor langs de Bergerweg, toen
ideze kinderwagen eensklaps ter hoogte van Nieuw
Bochdale werd aangereden door een luxe auto, waar-
Jnee de bestuurder, de chauffeur N. v. d. W. uit Alk-
imaar, plots moest uitwijken voor een fietser, die zeer
Iroekeloos achter een gezelschap Graalmeisjes te
voorschijn kwam, om zich door het verkeer te wrin-
jgen. De kinderwagen werd een eind weggeslingerd,
jdoch gelukkig bekwam de kleine slechts een gering
jetsel. De chauffeur stond heden terecht, doch waar
ibleek dat de aanrijding het gevolg was van het on
behoorlijk rijden van den onbekend gebleven fietser,
Volgde vrijspraak.
ITeiloo.
'N HEELE LITANIE VAN BEKEURINGEN.
De destijds nog geen 18 jaren oud zijnde monteur
Nic. van Z. te Heiloo, werd op 20 April door de rijks
politie betrapt op een motor, waarvan de remmen
niet deugden en 'n wegspiegel ontbrak. Bovendien
was de berijder niet in het bezit van een rij- en num-
^erbewijs. Een serie van 4 bekeuringen werd opgp
maakt, waarvoor het roekelooze jongmensch zich he
den had te verantwoorden.
De motor was intusschen reeds door den verdach
te verkocht aan 'n slooper voor het belangrijke
bedrag van 2 gulden, wel een bewijs met welk een
solied motorrijtuig de knaap den rijweg durfde te
verontreinigen. Maar Boontje komt om zijn loontje,
daar Niek werd opgefrischt met 14 gulden boete of
14 dagen hechtenis in totaal.
Koedij kH eemskerk.
De tuinder Jan B. uit Koedijk, vervoerde per rijwiel
'n partijtje van 24 KG. aardappelen, niet door een
vervoerbewijs gedekt en aan een dergelijke overtre
ding maakte zich schuldig de koopman J. Th. K. uit
Heemskerk, maar hier betrof het 13 zak, die ongelood
tussclien wel geplombeerde zakken waren ingestopt.
Deze overtreders van het piepers-besluit stonden he
den terecht, doch daar de wet inmiddels is opgeheven
en de Hooge Raad besliste dat nagekomen vervolgin
gen moeten worden berecht in het voordeel der ver
dachten, boften de heeren. Zij werden ontslagen van
alle rechtsvervolging met last tot teruggave der in be
slag genomen aardappelen, die nu echter wel rijp
zullen zijn voor de mesthoop.
St. Maartén.
DE BAKKER KON ZIJN BAKKERSREGISTER GEEN
PLAATS IN ZIJN BAKKERSHOOFD GEVEN.
De pas tot bakker gepromoveerde heer Corn. C. te
St» Maarten, had daarbij ook de verplichting aan
vaard tot correct bijhouden van zijn tarweregister.
Hem was daarin door den controleur onderricht ge
geven, doch de cursus bedroeg slechts 1 les, onvol
doende om den bakker zijn diploma te verschaffen.
Hij geraakte al heel spoedig de kluts geheel kwijt,
schreef vergeefs om bijstand van zijn misère door den
controleur, aan welke S.O.S. echter geen aandacht
werd geschonken. Tot opeens de controleur op 8 Mei
in de bakkerij opdook, constateerde dat van de tarwe-
registratie geen lor terecht was gekomen en toen zon
der consideratie proces-verbaal opmaakte. De onge
schoolde bakker stond nu voor dit feit terecht en ver
klaarde niet te weten hoe hij dit register moest in
vullen. Hij had het nooit geweten en wist het nog
niet. Het lijkt ons 'n raadsel dat deze controle niet
wordt opgedragen aan de rijks- of gemeentepolitie,
die dagelijks met deze menschen verkeert en hen
voorlichting en raad zou kunnen geven. In ieder ge
val waren de heeren van het kantongerecht minder
bureaucratisch dan een tarwewets-ambtenaartje en
werd aan den delinquent slechts f 4 boete of 4 dagen
opgelegd.
Oudkarspel.
DE LACONISCHE GEMEENTEONTVANGER.
De gemeente-ontvanger Arie M. van Oudkarspel,
debuteerde voor het gerecht wegens een te Broek op
Langendijk gepleegde aanrijding van den brigadier
der rijks veld wacht Albert Dijk, die door den auto van
mijnheer de ontvanger werd achterop gereden en op
'n duw tegen zijn aardsche tabernakel werd onthaald.
Nu is in 't algemeen niet aanbevelenswaardig 'n aan
rijding te creëeren, maar 'n rijksveldwachter moet
men liever geheel met rust laten, want dit is een sub
tiele materie! De ontvanger, 'n secuur broekje, stond
als nu terecht en meende, dat naar zijn meening de
veldwachter had behooren te stoppen, hoewel hij wil
toegeven nou, dat, waar ter plaatse 'n paar autos
aan den weg parkeerden, de situatie wel 'n beetje
krap (en wij willen er bij voegen, de brigadier wel
wat dik was).
Besloten werd om den brigadier, die met redenen
van wetenschap kan meepraten, de volgende week
eens te interviewen. De flegmatische Thesaurier van
Oudkarspel zal dan ook weer present zijn.
Beemster,
'N ONSMAKELIJK VERSCHIJNSEL.
Bij den tuinder en veehouder Jan L. te Beemster
was door den keuringsdienst te Alkmaar geconsta
teerd, dat een zijner koeien souffreerde aan strepto-
coccus Mastititis, met welke geleerde naam wordt
aangeduid een uierontsteking, die aan de melk een
rood of bruinachtige kleur verleent en en ieder ge
val onsmakelijk en voor de volksgezondheid niet be
vorderlijk is.
De veehouder stond nu voor dit feit terecht en be
weerde niet te hebben gemerkt dat een der kwartie
ren van een zijner koeien was aangetast. Dergelijke
gevallen kunnen zich plotseling voor doen. De druk-
bespraakte man hield een opgewonden betoog en
werd door den kantonrechter aangemaand zich wat in
te binden, want men had méér te doen. De verdachte
beantwoordde dit vermaan, door den kantonrechter
mede te deelen, dat de keurmeester bij hem een kop
je thee had gedronken en 'n sigaartje had opge
stoken, waarop de magistraat zich voldoende ingelicht
achtte over de onschuld van den veehouder en aan
den ambtenaar het woord verleende. Deze heer
noemde het feit bijzonder ernstig en requireerde
f30 boete of 20 dagen. De verschrikte Beemster boer
wees op zijn armoed en riep de clementie in van den
kantonrechter, die a.s. week uitspraak zal doen.
Warmenhuizen.
DE KOK SNAKTE NAAR EEN BAARSJE.
De jeugdige kok, Pieter B. uit Alkmaar, had zich
te Warmenhuizen onledig gehouden met hengelen,
doch daarvoor de Huisbuurtsloot uitgekozen, waar
voor vergunning noodig is, die de naar 'n baarsje
snakkende kok niet aan den rijksveldwachter Leeg
water kon vertoonen. De oplossing van dit raadsel
is voorts zeer eenvoudig: 4 gulden boete of 2 dagen.
Alkmaar.
ZIJN BOLLETJE WAS GEKNAPT.
Een jeugdig chocoladebewerker, Corn. J. te Alk
maar, die 'n nachtelijk slippertje had gemaakt naai
de kermis te Ursera, werd op den terugtocht op de
Kanaalkade gecalangeerd wegens het rijden zonder
licht. Hij beweèrde thans, dat het bolletje van zijn
electr. fietslamp was geknapt, 'n ziekte, die epide
misch dreigt te worden. Op iedere kantongerechtzit
ting wordt die geknapte bolletjesaandoening gecon
stateerd en gewoonlijk gecureerd met f3 boete of 2
dagen.
Heiloo.
DE VINGER GEKREGEN EN DE HEELE HAND
GENOMEN.
De heer Jan Br., wonende op Kapel te Heiloo en
van beroep ijscoventer, heeft vergunning voor 'n
standplaats met 1 wagen, doch had zijn werkelooze
zoon uit eigen initiatief ook nog 'n standplaats ge
geven, wat hem een proces-verbaal bezorgde. De
man, die een chronisch maaglijder schijnt te zijn,
stond heden terecht en beweerde dat de veldwachter
nem had toegestaan, die tweede standplaats te be
zetten.
Voorts beriep hij zich op zijn ziekelijken toestand,
de werkloosheid van zijn zoon en het feit dat aan
anderen wel toestemming wordt verleend.
B. zijn reeds verschillende bekeuringen aangezegd
en waarschuwde de ambtenaar hem op deze irregu
liere manier niet voort te gaan, terwijl de kanton
rechter hem adviseerde het gemeentebestuur of le
den van den gemeenteraad te raadplegen.
Nadat dé ambtenaar nog had gedreigd bij herhaling
last te zullen geven tot inbeslagname van den ijsco
wagen met ijs en al, werd de Ijscoman veroordeeld
tot f2 boete of 2 dagen.
Egm on d-B inn e n.
LEERLINGEN BEHOOREN NIET OP HET
FIETSPAD.
Door een dame, die men bezig was het wielrijden
te leeren, had de hotelhouder C. W. H. zich laten
verleiden te Egm. a. d. Hoef het rijwielpad te ver
laten en den verboden Heerenweg te befietsen, juist
natuurlijk op het moment dat Minner en Kramer in
de buurt waren, zoodat de heer H. heden kon worden
REEDS IN EXPLOITATIE IN DEN TIJD VAN ft
KONINGIN VAN SABA. SLAVEN EN
ONDERWORPEN REBELLEN ALS Ven
MIJNWERKERS. ll^
lAfw
f Voo:
Addis Abeba. In het Oude Testament wordt ctraaf
twee plaatsen (1 Koningin 10 en 2 Kronieken 9) hjeer J
bezoek beschreven, dat de koningin van Saba a* j
koning Salomo bracht Zij bracht rijke geschenkvel,
mede en stelde zijn wijsheid door het stellen vom g<
strikvragen op den proef. In de Arabische legeieemt
den wordt de geschiedenis van de ontmoeting 3^
in dien zin uitgebreid, dat er uit het h<uwe%iaak
tusschen koning Salomo en de koningin van Safoij be
een zoon Melech ontsproten zou zijn, die de stajr^.
vader van de tegenwoordig regeerende dynast^
werd. ivensc
In den Bijbel wordt de pracht van de gouden
schenken, die de koningin van Saba medegebi
had, nauwkeurig beschreven. Het is een eigei
samenloop van omstandigheden, dat het dezel!
goudmijnen zijn, uit wier edel metaal de get^
ken voor koning Salomo werden vervaardigd
waarin nog op het oogenblik de keizer van Ab«^ezieri
sinië zijn hoofdbron van inkomsten bezit l Dooi
De goudmijnen van Varca-Varca liggen weJ
waar niet al te ver van Addis-Abeba verwijd*
maar zijn gelegen in een kaal, rotsachtig gebi
waarvan de bewoners als rebellen en struikr<
bekend staan. Practisch zijn zij daarom voor
kers ontoegankelijk. Desondanks is het kort geli
aan 'n Franschen ontdekkingsreiziger. graaf Byi
gelukt, op grond van aanbevelingen van den keiafem 1
een korte reis naar Varca—Varca te ondernemeiB^
Hij heeft daarbij het tot nog toe geheel aan
blanken onbekende land diotetisch en kartografifffcn li
opgenomen en bovendien waardevol fotografisch re De
teriaal kunnen medebrengen. Zoo is het hem bij
beeld gelukt in zoo verre een nauwere betrekking tuLajs_
schen Egypte en Abessynië vast te stellen, dat hij e^tand
aantal' 'oeroude Abessynsche graven heeft ontdek De
die in hun vorm aan kleine Egyptische pyrami^E^
doen denken.
Waardevoller en interessanter nog dan deze
tenschappelijlce resultaten zijn zijn mededeelin{
over de toestanden in de goudmijnen. Het werk woi
door leden van onderworpen stammen en gevanj
rebellen verricht. Het zijn zoogenaamde bestraf!
maar in werkelijkheid zijn het slaven, die onder
gelooflijke levensvoorwaarden daar zwaren
moeten verrichten. Van een of andere betaling
geen sprake. De voeding is onvoldoende en de stei
tengevolge van het klimaat zeer groot. Het eig(
aardige daarbij is, dat deze slaven geheel met hi
lot tevreden schijnen te zijn, want zij leven in
goede verstandhouding met hun bewakers en h^evei
ben nog nooit getracht in opstand te komen. De tec'LT.B
niek, waarmede het goud uit de bergen gewonni
wordt, onderscheidt zich niet al.te zeer van die,
waarschijnlijk reeds in den tijd van de koningen d(
van Saba gebruikelijk was. Wel nergens ter wei
staan vroegste oudheid en het heden zoo dicht na#ei^c
elkaar alshier, in de goudmijnen van de konhmj^
van Saba en den keizer van Etiopië. flerw
|rd
irga
'rordt
Het
LUgU:
Tot
m
V
De
Doe
irlei
'ach
>rki
De
„opgelicht1' voor 3 gulden boete, a contant gesto
aan de cassa.
Bergen.
VOOR DE VARIATIE EENS 'N POOL. 1
Het cosmopolitïsche Bergen is ook vereerd met£
aanwezigheid van den fouragier Peter B., 'n
echte Pool, die thans compareerde wegens het rijdl
met een auto, waarvan het stuur 76 graden ron»
tippelde vóór eenig effect merkbaar was. Hij
direct het slappe zaakje keurig net laten repareer*}
en was lang niet content, toen hij ook nog tot Ij
boete of 4 dagen werd veroordeeld.
FEUILLETON
door
20
Een verlegen glimlachje was alle antwoord. Ze
leeek Benny vragend aan.
f „Ja, dat is Maud, mijn zuster," zei Benny, ,kom
jga mee hierheen.!'
Ze gingen door een openslaand raam naar bin
ten en Maud trok zich in haar kamer terug.
Wat was er in dat kinderlijke gezichtje dat
liaar vrouwelijk gevoel zoo sterk wakker riep en
Seder gevoel van tegenzin overwon? Dat zou ze
siiet kunnen zeggen. Ze voelde alleen een innig,
diep medelijden. Ze bleef staan en wachtte de
Ikomst van het meisje af, in gespannen verwach
ting.
Ze hoorde Benny's stem op de trap heel vriende
lijk spreken, maar hij kreeg geen antwoord. Ze
ging naar de deur en deed die open.
Benny liep vooruit en zijn gezellin scheen een
tieel eind te zijn achtergebleven. Maud ging de
gang in en Benny ging opzij, terwijl hij met een
(deftige handbeweging aankondigde:
i „Mejuffrouw Antoinette Larpent!"
Het kleine figuurtje in blauw scheen moed te
Natten en kwam naar voren. Maud stak haar bei-
[de handen toe.
„Lieve kind," zei ze, „ik had Je al veel eerder
(verwacht."
De handen die in de hare werden gelegd, waren
klein en koud. Ze omhelsde haar niet, zooals ze
half en half had verwacht. De blauwe oogen keken
haar een oogenblik zenuwachtig aan en werden
toen weer neergeslagen.
,,'t Spijt me dat ik te laat ben, mie vrouw," zei ze
zacht en verlegen.
Maud was teleurgesteld en vermaakte zich te
vens.
„Kom hier zitten," zei ze, „we zullen hier thee
drinken. Benny wil jij er even om gaan vragen."
„Met genoegen," antwoordde Benny, „en mag ik
dan terugkomen?"
Ze glimlachte tegen hem en sloeg een arm om de
smalle schouders van het meisje. „Ja, als de thee
kaar is mag je terugkomen. Kom hier, lieve. Je zult
misschien eerst wel liever je goed afdoen. Hoe
lang ben je al hier?"
„O, pas vijf minuten", was het benepen ant
woord, wat naar zij meende eenigszins ontwij
kend klonk.
„Je zult wel moe zijn," zei ze vriendelijk. Kwam
je uit de stad? Heb je je trein gemist?"
„Neen, mevrouw." 't Antwoord klonk hoogst ze
nuwachtig. Het verschil hiertusschen en de jon
gensachtige, vrije manier van doen op het terras
enkele oogenblikken geleden, zou grappig zijn ge
weest, als 't niet zoo'n in-droevigen indruk had ge
maakt.
Ze was te vriendelijk om op meer bijzonderheden
aan te dringen en ging op een ander onderwerp
over.
„Doe je mantel uit en zet je hoed af, wil je? Als
we thee hebben gedronken zal ik je je kamer wij
zen."
't Deed haar genoegen te zien dat Charley's proté-
géé eenvoudig gekleed was. Haar mooie haar, dat
kort afgeknipt was geweest, begon aan de uitein
den te krullen. Ze bewonderde de goed gevormde,
zwarte wenkbrauwen boven de donkerblauwe
oogen en ze bemerkte dat de adertjes aan de blan
ke slapen duidelijk zichtbaar waren.
„Ga zitten," zei ze, „en vertel me nu eens hoe je
heet. Antoinette, is 't niet?"
„Gewoonlijk word ik Toby genoemd," zei het
meisje zachtjes, „maar u moogt me noemen zoo
als u wilt."
„Vindt je het prettig als ik je Toby noem?"
„O, als 't u blieft," antwoordde ze, plotseling op
gewekt.
Maud glimlachte. „Nu, dat is dus afgesproken,
kindlief. We moeten geen vreemden voor elkaar
blijven. Je weet waarschijnlijk wel, dat Lord Sal-
tash, en ik groote vrienden zijn ofschoon ik je
vader nooit heb ontmoet."
Toby's gezichtje werd plotseling met een blos
overtogen en ze zweeg een oogenblik.
„Lord Saltash is heel vriendelijk voor mij ge
weest," zei ze verlegen. „Hij heeft me voor ver
drinken bewaard. Was dat was het niet vrien
delijk van hem zich zooveel moeite te geven?"
„Ja, heel vriendelijk! Je zult wel erg geschrikt
zijn, hè?"
Toby sidderde. „Ja, heel erg! En 't water was
zoo ontzettend koud. Ik dacht dat we nooit weer
zouden bovenkomen. Het was alsof t was als
of Hier zweeg ze. „Hij heeft gezegd dat ik ei
liever niet meer over moest spreken, of over denken,
en daarom zal ik 't maar liever niet meer doen,
als u 't goed vindt."
„En vertel me nu eens wat van Je vader?" zei
Maud vriendelijk.
'Voor den tweeden keer keken de blauwe oogen
haar aan.
„O, die is nog in het ziekenhuis en mag niemand
ontvangen." Haar stem klonk eenigszins onverschil
lig. „Men zegt dat hij wel weer beter zal worden,
maar ik weet het niet."
„Je bent zeker zeer bezorgd over hem?" vroeg
Maud.
„Neen, dat ben ik niet!" Dat kwam er zoo onver
schillig uit, dat, toen ze er op volgen liet: „Ik houd
niet erg van mijn vader, 't Is zoo'n brompot!" Maud
verschrikt uitriep:
„Maar kind!"
,Nu, ik kan toch niet doen of 't wel zoo is, als d#>01'd(
niet waar is," zei Toby en glimlachte. „Ik kan
niet helpen. We zijn niet op elkaar gesteld en z»00rj
dat nooit geweest. Och, we kennen elkaar nauwtmoet
lijks, want ik ben vroeger nooit op „de Nachtvfc. Zoi
der" geweest"
„En je zult er ook niet meer komen!" voegde Be:
ny er aan toe, die op dat oogenblik binnenkwam
„Zeg. Maud, ik heb juffrouw Larpent," en hier kee'
hij Toby aan, die bij wijze van instemming met cyan
vingers knipte, „meegenomen naar de rennen l£jen
plaats van regelrecht hierheen te komen, zooals
baas me had gezegd." yeil
„O, dus daar zijn jelui geweest!" zei Maud. even
„Precies!" Benny trok een stoel aan en ging l£fn
met zijn lange benen op liggen. „We hebben
scheiden nummers gezien en hebben gewed ocisi00(
Maar Vuurvlinder heeft ons er leelijk laten inlotage
pen en we hebben verloren. Daarna zijn we naari
stallen gegaan om wat op te koelen en daar ontmo
ten we den baas, die ons een beetje ruw beval f)e
middellijk naar huis te gaan. Ik heb den indrflbijdr
dat hij om de een of andere reden, een beetje nijd;
op me is." Hier zweeg Benny en streek zich nadff^^
kend langs de kin. „Maar daar zal ik wel overhefis ht
komen," Ov
„Hoe jammer dat je daarheen bent gegaan," sWorc
Maud.
De
„In 't geheel niet! We hebben ons best geaattling
seerd. 't Is grappig hoe leuk soms verboden ding* Smit
zijn, vindt u ook niet, juffrouw Larpent?"
„Doe nu niet zoo dwaas!" zei Toby netjes. jj,
Maud fronste de wenkbrauwen, maar Benny gWJ Smi
van pleizier.
„Dank je Toby. Ik begrijp den wenk. En we fl^ulb
len geen complimenten meer maken. Daar kom» eonj
de kinderen langs 't pad van 't tuinhuisje!" Hij W Smi
naar het raam en schreeuwde luid, maar kwa: V
dadelijk weer terug, ,,'t Spijt me, Maud, maar J}®1'1
dacht niet aan je hoofdpijn. Hoe is 't er mee?" sen
Hij wachte haar antwoord niet af, maar leunè B
dadelijk weer uit het venster om do kinderen I *cv
begroeten. I JgJ
(Wordt vervolgd.) onc