Wissements-Mtbank Charles Rex te Alkmaar. KOMT DE VLIEGENDE FIETS? De wonderen der wereld op de film De geheimen der natuur ontsluierd. Ethel M. DclL Vrijdagzitting. DRIE VONNISSEN. Jan L., veehoüdcr te Beemster afleveren van door strcptokokken verontreinigde melk f5.— boete 01* 5 dagen. Nic. v. d. W.„ chauffeur, Alkmaar overtreding art. 22 Motor- en Rijwielwet (aanrijding van een kin derwagen met kind op den Bergerweg). Niet bewe zen. Vrijgesproken. Albert H., veehouder Beemster, overtreding karn- verbod, f5 boete of 5 dagen. Oudkarspel. T WÉ EDE OPTREDEN VAN DEN GEMEENTE ONTVANGER. Het was niet 't gevolg van het uitbundig succes, dat de gemeente-ontvanger van Oudkarspel, Arie M., heden opnieuw moest optreden, doch louter en alleen om de brigadier Dijk, die hij te Broek op Langendijk in de Dorpsstraat bij liet passeeren lichtelijk had aan gereden, nog eens te hooren op grond van mijnheer Arie's verweer, dat de Brigadier eigentlijk beter had gedaan van zijn fiets te stappen en Arie de primeur te geven. Maar de brigadier wist aan te toonen, dat niet hij, maar de gemeente-penningmeester had ge zondigd tegen de regelen van het verkeer en werd hij, na de sarcastische opmerking van den Ambtenaar, dat hij daarvan vooral in zijn positie als vooraan staand gemeente-ambtenaar wat meer aandacht moest schenken, veroordeeld tot f S boete of 8 dagen. Heerhugo waard. DE AMATEURHENGELAARS LEDEN DE NEDERLAAG. Rijksveldwachter Noot van Obdam, die te Heerhugo- waard twee visschers uit de krentebollenstad bekeur de, omdat zij in het Kleine Mallegat hadden gevischt zonder verguning, verklaarde thans pertinent, dat. deze Kleine Mallegatsloot niet als bevaar- en bevlot- haar kon worden aangemerkt, mede op- grond van de geringe diepte en waar deze verklaring de schaal deed overslaan ten nadeele van de Hoornsche club leden, volgde veroordeeling van ieder tot f3 boete of 3 dagen. Het komt ons echter voor, dat de heeren met hun visscherijbezwaren wel bij de meerv. strafkamer zul len aankloppen. Ze beschouwen het, maar ten on rechte, als een principieele kwestie. Rijksveldw. Noot had echter geen proces-verbaal op gemaakt, op verzoek, maar omdat de wet overtreden was. Proefkonijntje zullen hier dus niet geslacht kun nen worden. H e i 1 o o EEN DUITSCHE DOCTOR JURIS, DIE OOK SLECHT UIT ZIJN DOPPEN KEEK. De chauffeur van een melkauto, A. Hunnekind, wil de op 24 Mei te Heiloo links den Rijksweg berijdend, •oversteken naar de Oosterzij en had ten dien einde zijn verlichte richtingaanwijzer tijdig uitgestoken. Dit werd blijkbaar niet opgemerkt door een automobilist, de Duitsche dokter van de rechtswetenschap Ernst Waltuch, die met groote vaart in aantocht was, met het te verwachten resultaat, dat zijn kleine auto de vrachtauto raakte en vervolgens tusschen 2 boompjes door in een greppel terecht kwam. Het wagentje werd geheel vernield, doch de bestuurder bleef wonder bo ven wonder ongedeerd. De Ambtenaar van het O. M,. die toevallig ook op zijn motor aan kwam snorren, had gelegenheid om zich direct omtrent de oorzaak en omvang van het ongeval te kunnen overtuigen, wat wel eenigermate 'n streep was door de rekening .van mr. Schenkeveld, die als raadsman en verdediger voor den Duitscher optrad, toen deze geleerde heer heden terecht stond. De ambtenaar eischte in een uitvoerig requisitoir f 40 boete of 40 dagen en toewijzing der civiele vor dering bepaald op 50 gulden. Mr. Schenkeveld trachtte door juridische spitsvon digheid heden aannemelijk te maken, dat de rich tingaanwijzers niet voldeden aan den eisch der wet en onvoldoende zichtbaar waren, reden waarom plei ter vermeende, dat de melkrijder de schuldige was en zijn cliënt dus moest worden vrijgesproken. A.s. week vonnis. Beemster. MET ZIJN KOP TEGEN DE MUUR GELOOPEN. De bejaarde veehouder Simon B. te Beemster, die zijn barbier blijkbaar geen overvloed van werk be zorgt, is nog 'n ouwerwetsche boer, die meent dat hij nog met zijn vee kan rondscharrelen zooals hij ver kiest en de medezegginschap der Veecentrale wel kan uitschakelen. Hij was echter de plank leelijk mis en werd, toen hij weigerde' wegens overtreding der voorschriften 10 gulden boete te betalen, ge schrapt als lid en nam men op 26 Juni, toen goede en kwade woorden, verzoeken en bedreigingen niet bij machte waren, den koppigen ouden boer tot rede te brengen, zijn vee, bestaande uit drie droge koeien en 4 pinken in beslag. Dit vee werd verkocht en de opbrengst f515 kan nu aan den veehouder worden teruggegeven óf worden verbeurd verklaard. Dit hangt geheel af van de uitspraak van den kanton rechter. De ambtenaar releveerde de misère met dezen stijfhoofdigen Beemsterling. Er viel niets met hem te beginnen, alhoewel zijn vrouw ijverig medewerk te om hem tot toegeven te bewégen. Ook thans wilde de ambtenaar geen verbeurdverklaring van het geld requireeren doch de boete moest nu bok zooveel hooger zijn. Gevorderd werd nu alleen f 40 boete of 30 dagen, terwijl de ambtenaar tevens ver zocht openbaarheid van dit eerste geval van inbe slagname, ter ernstige waarschuwing voor andere veehouders, die onverhoopt tot een dergelijke weder- spannigheid zouden willen overgaan. A.s. week uitspraak. S choorl. DIE MAAKTE HET AL TE GORTIG. De heer Lambertus V., in dubbelen zin des woords 'n trawlerlooze visscher uit. Egmond, had zich in de Schoorlsche duinen onledig gehouden met het zoe ken van meeuweneieren, de geliefkoosde seizoen- sport, doch bovendien was hij zoo brutaal geweest de broedende meeuwen te verjagen, zoodat de kan tonrechter hem eens extra bedacht met f5 boete of 5 dagen. EEN ONSCHULDIGE ZWARTE BENDE. Uit Egmond aan Zee was vandaag ook gearri veerd de zwarte bende, bestaande uit 3 heeren en 1 dame. Hun rooverijen waren echter lang niet zoo afschuwelijk als te Oss, aangezien het hier gold het zoeken naar meeuweneieren in de Schoorlsche dui nen, terwijl de heeren A. en Corr. Z. en mej. E. Z. zich hadden bezig gehouden met de bramenpluk, wat tegenwoordig in de Egmondsche duinen ook al niet zonder vergunning geoorlctofd is. We zien in de toekomst nog gevaar dreigen, dat ook voor het bezoeken van de retirade speciale vergunningen noo- dig zullen zijn. De bramenzoekers kwamen er echter met een zacht strafje af, ieder 50 cent boete of 1 dag. De heer Jan Z. echter, die op verboden duingrond te Schoorl had getippeld, maar sterk verdacht werd voornemens te zijn geweest zijn strooperslust bot te vieren, werd niet bepaald gelukkig gemaakt met f5 boete of 5 dagen. Alkmaar. DE PALINGBOER NEEMT HET NIET. Onze bekende gerookte palingkoopman van de Zaterdagavondmarkt, Willem Kr., 'n zeer populaire figuur, was onder Schagerbrug in conflict gekomen wegens het rijden met een auto, waarvan de rem men niet O, Kee waren en stond nu terecht. Wil lem was het absoluut niet eens met de dagvaarding en liet niet na, zulks met zijn gewoon grootsch visch flux de bouche kenbaar te maken. Zijn echt- genoote, die hem in lief en leed en op de markt trouw ter zijde staat, had haar Willem ook nu niet verlaten en maakte gaarne gebruik van de zit plaats, haar door onzen hoffelijken kantonrechter aangeboden. De opgelegde boete f8 of 8 dagen stond evenwel den heer K. zoo slecht aan, dat hij direct het voor nemen te kennen gaf, in hooger beroep te zullen gaan. Heemskerk. HET KWAM NOG NIET TOT ZAKEN DOEN! De straathandelaar M. Sch. uit Heemskerk had te Uitgeest beproefd zijn handel uit te oefenen, doch de chauvinistische geest waarmede de dorpen tegen woordig zijn bezield, was oorzaak, dat hij aldaar op een bonnetje werd onthaald. Hij stond heden terecht, doch wist het door de suggestie, die uit ging van zijn welbespraakte persoonlijkheid, daarheen te leiden, dat op 2 Augustus de zaak wordt voortgezet met medewerking van den veldwachter. Een interessante prijsvraag van het Lepin-Comité. P A R IJ S. Icarus kan in het paradijs der uitvinders een te vreden gezicht zetten. Zijn droom staat vlak voor de verwerkelijking. Maar, zal men zeggen, wij hebben de lucht toch reeds lang veroverd! Zeer zeker, maar de droom van Icarus was veel en veel eenvoudiger en tegelijkertijd gecompliceerder. De vogelmensoh mag zich bij het vliegen slechts van eigen kracht en eigen vleugels bedienen. Geen andere motor dan de menschelijke mag hem aandrijven. Het zeilvliegen was op dezen weg een stap van be- teekenis. Men wil thans echter trachten zonder een groot toestel te leeren vliegen als een vogel. Het moet zoo worden, dat men op Zondagmorgen de vleugels maar in den zak behoeft te steken om ze op het vrije veld aan te gespen en een schitterend ochtend- „vluchtje" te maken. Deze droom nu, staat op het punt om tot werke lijkheid te worden. In Frankrijk heeft op het oogen- blik het comité van den Lepin-wedstrijd een prijs vraag uitgeschreven, waaraan alle Franschen kun nen deelnemen. Men moet „een vliegmachine, die door menschelijke energie aangedreven wordt en in staat is, honderd meter met de grootst mogelijke snel heid af te leggen", uitvinden. Talrijke deelnemers hebben zich reeds voor dezen wedstrijd aangemeld. Men kan zich voorstellen, wat een menschen menigte de uitgevonden toestellen in Augustus zullen trekken. De tentoonstelling der ap paraten zal hoogstwaarschijnlijk op het vliegveld Le Bourget bij Parijs worden gehouden. Een moeilijkheid behoeft men slechts te overwin nen. Men moet de energie te voorschijn brengen, om zich van de aarde te verheffen. Wanneer men eerst maar een zekere hoogte heeft bereikt, maakt het toestel, wanneer het tenminste met een welover- legd en practisch vleugelsysteem is uitgerust, nog slechts de aanwending van weinig kracht noodzake lijk. In het eerst heeft men er dus aan gedacht, ge wone fietsen van vleugels te voorzien, om den start mogelijk te maken. Een systeem van overdracht zou het mogelijk kunnen maken, wielen en. propeller te gelijkertijd in beweging te brengen. Met een der gelijk eenvoudig mechanisme blijft het echter onmo gelijk, zich in de lucht te verheffen. Om deze moeilijkheid te overwinnen, heeft men verschillende systemen met rubber en staal uitge dacht. De daaruit vervaardigde apparaten moeten in zekeren zin dienen als energie-verzamelaar en op het oogenblik van den start de ontoereikende spierkracht te hulp komen. Zal deze wedstrijd om de vliegende fiets zijn doel bereiken? Zal het luchtruim boven de steden spoedig met lustig „luchtfietsende" voorbijgangers gevuld zijn? Het beeld ware niet onamusant. HET LEVEN WORDT ONS NADER GEBRACHT DOOR DE CULTUURFILM. BERLIJN. Het is met de film gegaan zooals met zoovele andere uitvindingen: van het buskruit, de stoommachine en andere voortbrengselen van het menschelijk vernuft.. Alleen is de film op haar veroveringstocht door de wereld om zoo te zeggen wat zachtzinniger en vriendelijker te werk gegaan en heeft zich er niet op toegelegd om dragers van geheele cultuur-perioden, zooals ridderharnassen, postkoetsen en petroleumlampen den knock-out toe te brengen. Langzaam doch gestadig, steeds in aan zien toenemend, zeer diplomatisch, heeft zij haar triomftoch aangevangen en de wereld veroverd, bij na zonder dat dit tot ons is doorgedrongen. Op elk behaald succes volgde weer een nieuwe verbetering of vooruitgang Zij rijgde de strooken fotogragische opnamen aaneen tot een bewegend beeld, zij verhief het camerawerk tot een kunst, zij verleende er klank en kleur aan; en thans heeft zij zich tot taak gesteld, de plastiek te hulp te roepen. De film heeft baanbrekende arbeid verricht. De vorderingen op elk gebied, dat de film omvat, too nen aan, welke onbegrensde mogelijkheden nog in haar besloten liggen! Alles, wat de menschelijke geest weet te verzinnen, brengt zij in beeld, zoodat de film aanspraak mag maken op den titel van het machtigste middel van onzen tijd ter verbreiding van de cultuur. Er bestaat geen enkel, ander mid del, hetzij in den vorm van berichten of onderricht, dat in zoo korten tijd zich zoo omisbaar heeft weten te maken over de geheele wereld, om het wereld gebeuren en alles, wat er op wetenschappelijk ge bied voorvalt, heeft verspreid en gepopulariseerd. Onze ouders en grootouders hebben er geen vaag vermoeden van gehad, toen zij zich verbaasden over de beelden, die de tooverlantaarn op het doek wierp, dat hun kinderen en kleinkinderen eenmaal zooveel nader bij het volle leven zouden staan, dank zij de vervolmaking van deze primitieve vertooningen. De films op natuurgeschiedkundig gebied ontslui ert ons thans de geheimen des levens en doet ons het eeuwige lied van opkomen en vergaan mede leven, maakt ons getuige van de wonderen van den wadam, in het dieren- en plantenrijk, hun leven, strijden en sterven op Ongekend realistische wijze. Geen enkel geleerd leerboek, geen droge voordracht van een professor kan ons zoovel leerzaams bij brengen als deze cultuurfilms. Aard- en volkenkunde, het veelomvattende gebied der natuurwetenschappen en geneeskunde worden, tot ons gebracht in waardevolle films, dikwijls op genomen ten koste van gevaarlijke expedities in verre landen, waarbij de deelnemers hun leven in de waagschaal stelden, of dank zij onafgebroken arbeid in het laboratorium, met behulp van micro-fotografie. Zij dienen niet alleen als films voor het onder richt of hoogescholen, vakscholen en andere in richtingen van onderwijs, voor populaire voordrach ten e.d. Zij vormen ook een deel van het gewone bioscoopprogram, dat men niet gaarne meer zou missen. En dit te minder, omdat de kunstwaarde van deze fotografische opnamen, die den klank aan het beeld paren, voortdurend stijgt, dank zij de im mer voortschrijdende, verbeterde techniek. Hoe vaak komt het niet voor, dat bij een goed opgenomen cul tuurfilm, die bijv. het verloop in beeld brengt van een fabrieksbedrijf of andere industrie, waarbij de uit een oogpunt van kunst volmaakt te noemen op namen worden begeleid door het natuurgetrouw weergegeven geluid der machines enz., spontaan wordt geapplaudiseerd- alsof het een sensatie-film betrof! FEUILLETON door 25. „Wat? Werd ik dan bij den lunch verwacht?" vroeg Saltash. „Aha! Wilde je daarom niet naar de kerk gaan?" Toby keek op, wanhopig glimlachend. „Misschien ten deele wel. Maar ik ga nooit. Gaat u wel?" „Niet dikwijls!" zei Saltash. „Misschien zou ik gaan als ik hier bleef, wie weet! 't Zal je wel plezier doen te hooren, dat je vader aan de beterende hand is. Hij komt voor zijn volledig herstel op 't Kasteel. En als hij beter is geef ik een feest „jou eerste feest als groot meisje; een feest voor jou!" „Voor mij!" Toby keek hem met haar groote blauwe oogen verbaasd aan. „Dat zult u toch niet doen, Sir?" Hij lachte en trok de wenkbrauwen samen. „Mais pourquoi pas, mignonne? Je bent oud genoeg en Maud zal de honneurs waarnemen, wil je Maud? Jake komt mee als waakhond, als je dat wenscht. Later zult ge worden voorgesteld aan 't hof, als je hebt geleerd om keurige buigingen te maken In- plaats van luchtsprongen. Je moet je haar laten groeien, Nonette en geen rijbroeken meer dragen. Je moet nu mijn naam eer aandoen!" „Drommels!" zei Toby. „Ik meen hoe vervelend! „Ja, 't is goed als je alleen zegt wat je meent," zei Saltash lachend. „Als je voortgaat al die mannelijke (fcngcn te dragen, moet Jake je daarvoor maar eens flink aan de ooren trekken. Die kunst verstaat hij!" „Ik ben heelemaal niet bang voor Jake," zei Toby, terwijl ze een zijdclingsöhcn blik op haar gastheer wierp. Jake stak zijn pijp aan. Hij glimlachte. Hij hield zoowel Toby's als zijn eigen paard bij den teugel. „Ga je niet meer rijden?" vroeg hij. „Neen!" was Toby's antwoord. „Kom ga mee!" Benny bracht zijn paard wat na derbij zonder af te stijgen. „Blij je te zien, Charley, maar we moeten nogeens even galoppeeren. Kom Toby, wees nu niet vervelend en ga mee!" Maar Toby, die nog steeds Saltash's arm vast hield, sloeg geen acht op hem. „Neen! Ik kom niet!" antwoordde zij beslist. Saltash lachte. Benny kreeg een kleur en zei geraakt: „Nu ook goed!" keerde om, gaf zijn paard de sporen en reed weg. „Nu heb je 'm op z'n teentjes getrapt!" merkte Saltash op. „Nu, wat doet dat er toe," zei Toby en kroop nog dichterbij hem, totdat hij met een plotselinge bewe ging een arm om haar heen sloeg. „Ik zal je eens wat vertellen, Nonette iedereen be derft j,e! Daar moet tegenin worden gegaan. Zal ik haar hier maar vandaan nemen Jake?" „En me terugbrengen als ik beter ben geworden?" vroeg Toby. Hij lachte en trok haar aan het oor. „Als je goed bent geworden, heb ik je zelf noodig, want ik heb nog niemand gevonden die zoo goed knoopen kan aanzetten als jij. En, ma chère, je moet hier blijven en voor al je zondige neigingen moet je af en toe een flink pak slaag hebben. Jake is een betere mees ter dan ik, daar hij zelf zoo ontzettend deugdzaam is. Ik hoop dat je haar af en toe eens een pak slaag toedient, Jake? Ik ben ervan overtuigd dat zij *t noodig heeft!" „Neen," zei Jake, die op het punt stond weer te paard te stijgen. „Tot nu toe heb ik dat middeltje niet toegepast!" Toby keek hem na, toen hij wegreed en hij haar paard bij den teugel leidde. „Ik doe mijn best om goed te worden," zei ze, „en dat weet hij wel!" „Ja, ze doet ontzettend haar best," zei Maud heel vriendelijk. „Jake en ik zullen nog eens trotsch op haar zijn." Saltash zag haar guitig aan. ,,'t Zal me verwonde ren! Maar," ging hij lachend voort, „wordt als je blieft niet al te braaf, Nonette. Daar kan ik niet bij! Ze keerde zich om en keek hem als aanbiddend in het spottende gelaat. „U," zei ze „U!" „Nu, wat zou ik?" Ze bloosde. „Niets, Sir, niets. Alleen dit, u is zoo groot!" Hij gaf haar met een afgrijselijk vertrokken ge zicht een tikje op edn wang. „Is dat jou alleraar digste manier om me te vertellen, dat ik de groot ste deugniet van de wereld ben?" „O neen!" zei Toby haastig en in vollen ernst „O, neen, daar denk ik niet aan. U bent een koning! En als als iemand mij in God kan doen gelooven, dan bent u dat!" Ze sprak ernstig, eenigszins hartstochtelijk. De spottende uitdrukking verdween uit Saltash's ge zicht. En een oogenblik zag hij eruit als een man die werkelijk getroffen was, maar zelf niet weet waar. En toen wendde .hij den blik naar Maud en vroeg op eenigszins uitdagenden toon: „Hoor je dat waarom lach je niet!" Ze keek hem ernstig en doordringend aan. En met iets van medelijden in haar stem antwoordde ze: ..Omdat ik geloof dat het waar is!" Gedurende de stilte die nu volgde verwachtte ze, dat hij zelf in lachen zou uitbarsten, maar ze hoorde niets. Hij keek haar begrijpend aan en van haar wendde hij den blik naar Toby en liet dien met In nige teederheid op haar rusten. „Ik heb altijd gezegd, dat je een klein, dwaas kindje was, is 't niet Toby?" En Toby gaf fluisterend een toestemmend ant woord en kuste hem de hand. HOOFDSTUK X. Goede voornemens. Nadat Saltash dien avond naar Burchester was teruggekeerd en Benny had meegenomen, ging Toby netjes mee naar de kerk en gedroeg zich volkomen zooals het behoorde, maar toen zij terugkwamen, vroeg ze Jake tot belooning voor haar goed gedrag, om een sigaret. „Dan ben ik urenlang zoet!" zei ze. En Jake, die er zelf naar verlangde om te rooken, kon het niet over zijn hart krijgen het haar te wei geren. „Maar niet overdrijven, hoor!" zei hij. „Benny rookt voortdurend en dat is in 't geheel niet goed voor hem!" ,0, maar ik ben veel verstandiger* dan Benny!" zei Tobv vol overtuiging. Ze genoot van het rooken van baar sigaret, of schoon Jake's tabak nu niet bepaald berekend was voor een vrouwelijk gehemelte en ze keerden zoo vredig mogelijk huiswaarts. Maud, die eenigszins angstig op hen had zitten wachten, bemerkte tot haar groote geruststelling, dat baar vrees ongegrond was geweest. Toby's kalm uiterlijk bewees haar dat alles in orde was. Neen, ze had er niet zulk een vreeselijken hekel aan. 't Was nog zoo kwaad niet geweest en in *t geheel niet om gekheid over te maken. Als .Tako wilde, zou ze wel eens meer meegaan. Ze verheugde zich er blijkbaar over, dat hij met zoo weinig tevreden was en vroeg hem later, welke grappen hij nu nog meer met haar dacht uit te halen. Maar toen Maud de piano opensloeg, ging ze ïn een laag stoeltje naast haar zitten en luisterde muis jesstil toe. Ze waren alleen en Maud speelde maar door en dacht niet meer aan haar zwijgend gezel schap, maar liet haar vingers over de toetsen gaan, uiting gevende aan haar gedachten. De muziek was haar haar leven lang een genot en een troost ge weest. Ze speelde lang zoo goed niet als Saltash, maar ze kon zich zóó in de muziek verdiepen, daf ze daarmee onwillekeurig uitdrukte wat er omging in haar ziel. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 6