Charles Rex Dinsdag 30 Juli, n.m. 3 uur, kwam de Raad dezer I gemeente ter vergadering bijeen. 1 Voorzitter, Burgemeester Sutman Meijer, opende inet een kort welkomswoord de vergadering. Verder I deelde Voorzitter mede, dat van den heer Groenland j bericht van verhindering was ingekomen, omreden bij buitenslands was. De notulen worden onveranderd goedgekeurd. Raadsverkiezing 1935. Overgelegd wordt: A. 1. Het proces-verbaal van de zitting van het j boofdstenlbureau. 2. Het besluit van het Centraal stembureau tot het j vaststellen van den uitslag der verkiezingen. 3. Het proces-verbaal van het Centraal stembureau tot het bekend maken van den uitslag der verkie zing. 4. Mededeeling van den Voorzitter van het Cen traal stembureau, dat alle leden hun benoeming heb ben aanvaard. Voor kennisgeving aangenomen. Onderzoek der ingekomen geloofsbrieven. B. Het onderzoek dezer brieven werd opgedragen 1 aan de heeren Borst, Pool en v. Langen. Genoemde j heeren bevonden de geloofsbrieven in orde, doch merkten op, dat de heeren Groenland en het nieuw gekozen raadslid J. Wester familie zijn. Na loting J wordt beslist, dat het raadslid Groenland zitting I houdt en den heer Wester vervalt. Voor hem zal naar men nns mededeelde, de heer N. Pancras in de plaats i komen. Ingekomen stukken. j a. Verzoekschrift van Mej. M. B. A. van Gaaien, j gemeente-vroedvrouw, d.d. 16 Juli 1935, om een tege- i moetkoming wegens auto-gebruik. Aangezien vergoe- ding voor auto-gebruik door den Raad als vast emo- lument is toegekend, stellen B. en W. voor dit verzoek I voor kennisgeving aan te nemen. De heer Kooij vraagt, of het bedrag dat mej. v. Gaaien voor auto-gebruik is toegekend, niet meer te veranderen is in de toekomst. Voorzitter deelde hierop mede, dat dit bedrag in de salarisverordening is opgenomen, dus zou men dit in de toekomst willen wijzigen, men een wijziging in de salarisverordening zou kunnen aanbrengen. Aangenomen. b. Dankbetuiging van den Directeur der R.K. Mi- I litairenvereeniging voor de over 1934 verleende subsi- i die. Voor kennisgeving aangenomen. Mededeelingen. 'A'. Ged. Staten hebben goedgekeurd: le. op 19 Juni 1935: a. het raadsbesluit van 7 Juni 1935, tot het aan- gaan van kasgeldleeningen; 2e. op 26 Juni 1935: a. het raadsbesluit van 7 Juni 1935, tot conversie van de met de Nutsspaarbank te Amersfoort aangegane geldleening; b. het raadsbe- sluit van 7 Juni 1935 tot wijziging van het Raadsbe- sluit van 7 Dec. 1934, tot het aangaan van geldlee- ningen met de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. B. Ged. Staten hebben op 17 Juli medegedeeld dat zij de instructie voor den Gemeentesecretaris voor kennisgeving hebben aangenomen. Voor kennisgeving aangenomen. Jaarwedde Armenmoeder. Naar aanleiding van het verplichte pensioensver- haal verzocht mej. Th- ObdamBruin om een salaris- 1verbooging van f50vzijnde het bedrag van dit pen- sioensverhaal. B. en W. stellen voor baar salaris met ingang van 1 Januari 1935 te bepalen op f300. De heer Wagenaar vraagt hieromtrent eenige in- J lichtingen. De Secretaris de heer Van Ham deelde hierop mede, dat de toestand was als volgt: Salaris Armenmoeder f250.— plus vrije kost en in- j woning, wat berekend wordt op f250.Salaris Ar- menvader f50.plus vrije kost en inwoning, bere kend op f250.Salaris Armenmoeder is dus totaal f 500.en Armenvader f 300.—. Doch van die f 500. .waarvan de Armenmoeder toch maar f250.in han den krijgt, moet zij 10 voor pensioen betalen en zou zij dus een salarisverlaging van 20 hebben. Op grond hiervan stellen B. en W. voor, haar sa laris met f 50.te verhoogen. Aldus besloten. Beheersverordening G.E.B. B. en W. stellen voor de geldigheidsduur van de beheersverordening van bet G.E.B. te verlengen tot 1 Juli 1936. Aldus besloten. Salarisverordening 1935. Naar aanleiding van een schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken betreffende de wedde voor den deurwaarder, stellen B. en W. voor, de sa larisverordening 1935 met ingang van 1 Augustus 1935 in dier voege te wijzigen, dat als jaarwedde van den deurwaarder wordt vermeld f75.Aldus be sloten. Bebouwing en gebruik van gronden In de bebouwde kom gelegen. Naar aanleiding van eenige bemerkingen van den Inspecteur der Volksgezondheid, stellen B. en W. voor, onder intrekking van het raadsbesluit van 15 April 1935, vast te stellen een verordening, houdende voorschriften als bedoeld in art. 43 der woningwet. Aldus besloten. Instructie Gemeente-ontvanger. Naar aanleiding van een formeele opmerking, ken baar gemaakt bij schrijven van den Voorzitter van Ged. Staten, stellen B. en W. voor onder intrekking van het Raadsbesluit van 7 Juni 1935, opnieuw vast te stellen de instructie voor den Gemeente-ontvanger. Goedgevonden. Ambtenaren-reglement. Onder overlegging van de betrekkelijke adviezen der organisaties stellen B. en W. voor tot vaststel ling' van een nieuw Ambtenarenreglement te beslui ten, hetgeen na voorlezing geschiedt. Gemeente-eigendommen. B. en W. stellen voor onder intrekking van het raadsbesluit van 7 Juni 1935, het grasland gelegen achter het woonwagenkamp, te verhuren aan C. Appel tot uiterlijk 30 April 1936 voor f20.Goedgekeurd. Uitbreidingsplan. B. en W. stellen voor tot vaststelling van het uit breidingsplan over te gaan onder aanbrenging van de door de Neutrale Winkeliersvereeniging gewensch- te wijziging. Deze wijziging hield in, de verbreeding van het kabelpad vanaf den Middenweg tot de in bet uitbreidingsplan aangegeven verbreeding. Aldus besloten. Reglement van Orde voor de Vergadering van den Raad. B. en W. stellen voor over te gaan tot vaststelling van een nieuw reglement van orde voor de vergade ringen van den Raad overeenkomstig het aangebo den ontwerp. Na eenige inlichtingen wordt het ontwerp goedgekeurd. Inrichting sportterrein. B. en W. stellen voor, de verdere inrichting van het sportterrein en hiervoor de vereischte credifiten toe te staan. Naar aanleiding hiervan deelt Voor zitter mede, dat 't in de bedoeling ligt op het sport terrein een houten gebouwtje te plaatsen met wasch- en kleedgelegenheid en diverse gelegenheden. Ook ligt het in de bedoeling hier een buffetje in te bouwen, wat misschien zou kunnen worden verpacht. Het ter rein zou worden afgehekt en ook achter het doel zou een hek worden geplaatst met het oog op de breede sloot, daarachter, waar de bal gemakkelijk in kan ge raken. Dit hek zal men kunnen overnemen van de heeren Bat en Spicrings (n.1. het hek dat tusschen het oude sportterrein en het vroegere perceel van den heer Hastef staat), voor f75.Verder is het plan om achter het hek, langs den weg, heesters te plaat sen en daarachter een zelfde soort heg als om het oude terrein stond, doch hiervoor wilde men in over leg met de sierteelt-centrale treden. De kosten van deze inrichting zouden f 1100.— bedragen. De Voorzitter deelde nog mede, dat hiervoor geen leening behoefde te worden aangegaan. De Raad keurde het voorstel goed. Straataanleg en rioleerïng op het in ex ploitatie zijnde gedeelte van het Uitbrei- dinsplan. Naar aanleiding van het verzoek van de Bouwon derneming „Ons Streven" alhier, om een weg te mo gen aanleggen, stellen B. en W. voor dat verzoek in te willigen onder oplegging van voorwaarden inzake wegaanleg en rioleering. Goedgekeurd. Vergunningsrecht. Naar aanleiding van door Ged. Staten gestelde eischen inzake het. opvoeren van alle inkomsten, is bij schrijven van den Voorzitter van Ged. Staten mede gedeeld, dat het heffingsbedrag van f 10.moet war den opgevoerd tot f12.50 voor elke f50 huurwaarie. Naar aanleiding hiervan stellen B. en W. voor, de verordening opnieuw gewijzigd vast te stellen. De Raad besloot, dit, omdat hem niets anders over bleef, doch deed dit noode. Goedgekeurd. Begrootingswijziging II, Dienst 1935. Het afscheid. Na het einde van deze vergadering, sprak de Bur gemeester het volgende: Onvoorziene omstandigheden buitengesloten, zal dit de laatste maal zijn, dat de Baad in zijn huidige sa menstelling heeft vergaderd. Het past mij een woord van afscheid en dank te richten tot de raadsleden, die in den nieuwen raad niet zullen terugkceren, te weten de wethouder Wijn- ker en de heeren Borst, v. Langen, Pool, Smit en Wagenaar. Zoolang ik den Raad van Heerhugowaard ken, heb ik mogen constateeren, dat de besprekingen in waar- digen toon zijn gevoerd, dat er ondanks verschil van meening, in de vergaderingen steeds heerschte een geest van vertrouwen en dat daarin gemist werd af brekende critiek en gebrek aan onderlinge samen werking. Ik ben de aftredende leden erkentelijk voor de wij ze, waarop zij de belangen der gemeente hebben ge diend. en betuig hun daarvoor besten dank. Ik hoop, dat het. u in de toekomst wel moge gaan en dat de band, die tusschen de leden onderling en tusschen U en mij is gelegd, bestaan blijft en wij over en weer een aangename herinne^ng bewaren aan deil tijd, waarin wij tezamen h'$ w vergaderden. Dit verzoek moge ik nog tot U rienten: Blijft ook in ander opzicht U toewijden aan onze gemeente, wier belangen gij als raadslid hebt behartigd. Een persoonlijk woord richt ik nog gaarne tot den heer Wijnker, die zoo tal van jaren hier zitting had als raadslid en ook als wethouder. Ik breng U hartelijk dank voor hetgeen gij ge durende een reeks van jaren voor onze gemeente hebt verricht. Ik weet mij overtuigd ook namens den geheelen Raad te spreken, indien ik U bijzonder dank zeg voor de goede verstandhouding en de samenwer king, die gij hebt mogelijk gemaakt en persoonlijk knoop ik daaraan mijn dank vast voor de aange name wijze, waarop wij in het college van B. en W. en den Raad ons hebben toegewijd aan hetgeen naar ons inzicht de belangen der gemeente vorderden. Na deze toespraak brengt Wethouder Wijnker ont roerd zijn dank aan den Voorzitter en den Raad voor de samenwerking en goede verstandhouding die er altijd is geweest en hoopt dat liet den nieuwen Raad wel moge gaan. Ook de heer Wagenaar zegt aan allen dank, ook aan den secretaris en de ambtenaren van de secreta rie, die hem altijd bereidwillig inlichtingen ver strekten. Spr. sprak den wensch uit, dat het den nieuwen Raad, vooral ook in deze moeilijke tijden, goed mag gaan tot in lengte van dagen. Hierna brengt de heer Kooij een woord van dank aan de scheidende raadsleden. De heer Smit sluit zich bij de woorden van den heer Wagenaar aan. Ook de heeren Borst, v. Langen en Pool spreken woorden van dank en spreken hun beste wenschen voor de gemeente uit. Voorzitter dankt allen hartelijk voor de goede wen schen en sluit hiermede de vergadering. Als lezer van de Schager Courant hoop ik, dat het mij toegestaan wordt om H. O. even te ant woorden op het ingezonden stuk van 25 Juli jl. Onkunde leidt altijd tot grove uitdrukkingen of beleedigingen. Dit heb ik opgemerkt in het ingezon den stuk van O. Want als O. oolc maar een weinig met. de maate schappelijke gebeurtenissen der laatste jaren en de psychologische gesteldheid der massa op de hoogte was geweest, had hij niet geschreven anarchisten als striidbrekers. Ik wil daarom ook niet in de zelfde fouten vervallen als O., om maar raak te schrijven, enz. Maar ik zal nog eens het voorgeval lene herhalen en om duidelijk te zijn, er een kleine voorbespreking aan vast knoopen. Ik kan O.'s schrijven tweeledig opvatten. Het is onwetendheid, zooals ik reeds boven heb vermeld, of O. werkt als zakenman volgens een berekening De onjuistheden die er in voor komen, zal ik maar buiten bespreking laten, want misschien heeft O. tijdens de 'vergadering geen boek gehouden, en later bij zichzelf gedacht, ik zal Holtier eens op zijn vingers tikken. Hoe is 't mogelijk, vriend O., dat er in onze rijen kameraden zijn die weinig verschil toonen met refomistische vakbondleiders? Hier kom ik in 't laatst van mijn schrijven even op terug. En hoe kan ik als enkeling op een druk bezochte vergadering den strijdwil der arbeiders breken? Omdat ik heb gezegd, dat als we stoffelijk iets willen veroveren, wij de oorzaken moeten opsiporen die het kapitalistische stelsel er toe drijft, om ons ELK A AN EEN KANT. Een kleine oneenigheid tijdens het week-end bracht het echtpaar op het bovenstaande origineele idée. arbeiders steeds dieper in den nut van ellende te trappen. Is dat een bewijs, dat mii die cent loonsverla ging niet interesseert? Oorzaken hebben gevolgen, en als wo nu de oorzaken niet bestrijden, kunnen we de gevolgen niet oplossen. Waarom is men mii niet op 'n enthousiaste wiize aangevallen, toen ik mijn meening naar voren bracht, inplaats van rustig naar huis te gaan? Was dat het geval geweest, dan had je van strijdwil kun nen spreken, maar nu niet. Dus vriend O., waar de kiemen van den strijd niet aanwezig zijn, daar kan ook geen strijdbreker zijn. En als ik dan met strijdmethodes naar voren kom, die volgens jou geen verkeerde strijdmethodes zijn, doch in deze actie nog niet begrepen wórden, een ideaal blijken te zijn, dan weet ik niet wat ik hieruit moet denken. Hierom ook, dat ik je schrijven tweeledig op moet vatten. En nu, vriend O., moet je eens goed opletten. Ik ben de strijdbreker en handel volgens jou refor mistisch, omdat ik do dingen zeg zooals ze gezegd moeten worden. En jij wilt het hoogst noodigc ver zwijgen en den strijd intrekken met verouderde strijdmethodes, omdat je ziet, dat do arbeidende klasse de maatschappelijke gebeurtenissen niet heeft bijgehouden cn do moderniseering ten achter is gebleven. Ziehier hoe het komt, dat er in onze rijen kamera den zijn, die weinig verschillen van reformistische vakbondleiders. De heerschende kapitalistische klasse is zich cr wel van bewust, dat zij de arbeidende massa aan den rand van den ondergane heeft eeDlaatst. is zich er ook van bewust, dat verbetering on zich zal laten wachten. Vandaar dat de staat steeds vastere vor men aanneemt. Maar de arbeiders zien bet niet. denken nog steeds binnen het raam van het kapitalistische stelsel ver beteringen te veroveren. Bewonen zelf de kazernes, maken zelf de gifgassen en bommen, waarmede mis schien binnen zeer korten tiid de cultuur vernietigd zal worden. Waarvoor lijden wii gebrek aan het meest noodt- ge? Omdat het volk zich van de productie verwij dert. inplaats van haar recht tc laten gelden. Do heele prodneeerende massa liidt gebrek omdat er tc veel van alles is. Ziedaar vriend O., het slop waarin de menschheid door het kapitalistische stelsel is gebracht. En zoo lang als dit inzicht bij de massa ontbreekt, zoolang als voor die dingen de oogen der arbeiders gesloten blijven, zullen wij niet uit het vreeselijkc stoffel ij ko lijden verlost worden. En nu om te eindigen nog dit: als nu op een ver gadering het volk de zaal verlaat, omdat ik cr op wijs dat we hoogere doeleinden in ons op moeten ne-< men, dan steeds weer opnieuw tc strijden voor dat stukje brood, dan zijn we nog ver van ons doel af. Want het stukje brood is niet te veroveren dan door inzicht, moed en volharing. R. HOLTJFR. Wieringen. FEUILLETON door Ethel M- DelL 28. Benny gaf zijn Jas aan den huisknecht en ging dadelijk de trap op. Hij trad het ruime vertrek binnen en meende dat j hij daar niemand zou vinden, 't Was de ontvang- kamer; een groot en hoog vertrek, waarvan de muren met satijn waren bekleed en waar ouder- I wetsche fransche meubelen stonden, zwaar verguld en bekleed met blauw fluweel. Daarachter was nog een kamer, maar Benny ging niet verder, want een man in avondtoilet, die voor een der vensters stond, keerde zich plotseling om en kwam naar hem toe om hem te begroeten. 't Was een magere man, met een goed verzorgden baard en de oogen van een zeeman, met een eenigs- zins slingerenden gang, als van iemand, die ge wend is op een geteerd dek te loopen. „Sir Bernard Brian?" zei hij op vragenden toon. Benny stak zijn hand uit. ,.U is natuurlijk kapitein Larpent. Het verbaast me, dat we elkaar al niet eerder hebben ontmoet. Maar ik heb dikwijls over u hooren spreken. Jam mer dat u zoo ongelukkig van „De Nachtvlinder" zijt afgekomen." „Ja, verduiveld ongelukkig!" zei de zeeman som ber. Maar u hebt er het leven toch afgebracht" liet Benny er vertroostend op volgen. ,.En uw dochter ook! 't Had nog erger kunnen zijn." Larpent bromde: Dunkt u?" v „Zij vindt het tenminste!" hoogen uit Weer bromde Larpent wat: „Een meisje hoort niet aan boord!" „Toby is beter thuis op een paard!" merkte Ben ny op. Larpent keek hem vragend aan. .Wordt ze nog al tijd zoo genoemd?" vroeg hij. „Hoe noemt u haar dan? Hoe roept u haar?" vroeg Benny. Larpent knipte met de vingers. „En komt ze dan?" vroeg Benny. „Gewoonlijk wel," antwoordde larpent. „Dan is ze gehoorzamer dan ik dacht," hernam Benny. Larpent zweeg. Hij leunde tegen den schoorsteenmantel en tuurde somber voor zich naar het park. „Wat moet u het vervelend vinden aan wal!" zei Benny. „Waarom zegt u dat?" vroeg Larpent, zonder van houding te veranderen. „Daar ziet u zoo naar uit." Hij sloeg den flinken man een bogenhlik gade en ging op een der stoelen zitten, terwijl hij de handen om de knieën sloeg. „Tk veronderstel dat Saltash wel een ander Jacht zal koopen." Larpent keek eenigszins verachtelijk op hem neer. „Dacht u, dat dat hetzelfde was?" Benny kreeg een kleur, maar nam de terechtwij- 7,incr nogal goedmoedig on. „Dat weet ik niet, mijnheer. Ik ben nog nooit kapi tein van een Jacht geweest." Larpent's strak gezicht kreeg een vriendelijke uit drukking. Maar hij volhardde in zijn stizwijgen en staarde het park in. Benny begon te fluiten en ging in de kamer op en neer loopen. Hij was niet gewoon zoo lang te zwij gen; hij was niet vaak in de ontvangkamer van Burchester Castle geweest en vond er veel wat zijn aandacht trok. Er verliepen eenige oogenblikken en hij was den zwijgenden man bij den schoorsteen bijna geheel vergeten, toen Larpent eensklaps uit zijn gepeins opschrikte en vroeg: „Hoe lang is hef kind nu al bij die Baltons?" Benny stond stil aan het andere eind van de kamer." „Laat eens kijken! Dat moet nu al zijn ja, da delijk na de schipbreuk. Ongeveer zes weken. Ja, ze kwam even voordat ik de betrekking hier aannam de week van de wedrennen te Gravdown." Benny's oogen glinsterden bij de herinneringer aan. „De dag van haar aankomst hebben we een grapje uitgehaald, een aardigheidje maar. We heb ben ons kostelijk geamuseerd, maar," ging bij zuch tend voort: „ik heb het moeten bezuren!" En hij lachte, ,,'t is eigenlijk schande om u dat te vertel len, vindt u niet? Maar u zult er wel niet over pra ten. want nadien heb ik het nooit weer gedaan." „Ik zal over niemand praten," zei Larp°nt somber. „Best. Ik merk 't al. u is een beste baas!" Die openlijke waardeering van Benny deed de oogen van den man even vroolijk schitteren, maar hij zei geen woord. Weer heerschte er eenige oogenblikken stilte en toen kwam Benny met zijn jongensachtig gezicht naar hem toe. „Een mooie bezitting, vindt u niet? 't Is jammer dat Saltash hier zoo weinig is. Hij komt hier maar driemaal in het jaar en dan meestal voor een paar dagen en nachten. Er is een massa wild in de bos- schen, maar niemand maakt er ooit jacht op." „Hij zal zelf best weten wat hij doet," hernam Larpent. „Ja, daf zal wel. Maar 't is zonde dat de plaats van hem is!" en Benny fronste het voorhoofd. „Ik kan me niet voorstellen waarom hij niet trouwt en zich hier vestigt. Kunt u hem niet daartoe bewe gen?" „Neen!" zei Larpent beslist. Benny keek hem aan. „Ik zou niet weten, waar om niet. 't Is waar, dat bij een beetje losbandig lo ven heeft geleid, maar ten slotte is bij niet slechter dan honderden anderen. Waarom zou hij niet trouwen?" Larpent haalde de schouders op. „Dat moet u mij niet vragen!" ,.Nu," hield Benny vol, „ik vind dat hij trouwen moest en dat u hem daartoe moest zien te bewe gen, wanneer u eonigen invloed op hem hebt." „Maar dat heb ik niet!" zei Larpent. Benny wendde zich ongeduldig af. ,,'t Is meer dan schande! Zoo'n prachtige bezitting en zoo'n mooi huis. waarin nu alleen bedienden wonen." „Ja. ja, 't is schande! Vind je niet?" riep Saltash, die juist de kamer inkwam. „Ruimte genoeg voor vijftig vrouwen, lie, Benny? Maar ik heb 't je im mers al gezegd, jij moet trouwen en ik adopteer je. Dat spaart me heel wat moeite. Je preekt nu een ander liet huwelijk wel aan, maar probeer 't zelf maar en kijk eens hoe 't je bevalt." Zoo sprekende liep hij de kamer door, langs Lar pent en Benny. „Ik vind het wel aardig om jelui zoo samen over mij te hooren redeneeren", zei hij gek scherend. „Jij Benny, hebt den grooten slap nog nooit gewaagd en Larpent is de misère alweer te boven." Hij ging naar de openstaande deur die naar de trap leidde, nog glimlachend en met vroolijk glin sterende oogen. Hij strekte beide handen uit ter be groeting. „Welkom In mijn nederige stulp," zei hij. „Me vrouw ik breng u mijn eerbiedigen groet." Een heldere lach weerklonk beneden en ook de beide anderen keken bij dat geluid om. Plotseling vertoonde zich een kinderlijk persoon tje, in 't wit. gekleed, frisch als de morgen. Tiaar wangen waren licht gekleurd en 't haar viel haar in kleine krulletjes om de slapen. Haar diep blauwe oogen haddpn de uitdrukking van een kind dat pas is wakker geworden, een kind dat verwacht te wor den opgenomen, en te worden gekust. „Verduiveld!" mompelde Benny, terwijl hij er naar keek, „verduiveld!" '(Wordt vervolgd.?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 7