S VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
Het meisje van Neef Sijmen
Kabouter=Avonturen. Stan en Pol bij de kinderen.
De groote verzamelplaats van
Vorstelijke Juweelen.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 10 Augustus 1935. No. 9782.
ZATERDAGAVONDSCHETS
.Vrij bewerkt naar het Ameri-
kaaoisch, door'SIROLF.
'(Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden).
1 „'Aardig dat Je even aangeko
men bent, Mr. Dunn", zei de oude
heer Sijuien Nord tot den advo
caat, die tegenover hem in zijn
beste kamer zat. Sijmen Nord was
een gezeten oude heer, die rijk
was geworden, doordat er iemand
een oliebron op zijn land had ont
dekt. Overigens was Sijmen Nord
nu,niet bepaald iemand, die het
buskruit had uitgevonden.
De advocaat, die wel meer Sij
men Nord's belangen had behar
tigd, knikte vriendelijk. „De kwes
tie is." ging Sijmen Nord voort.,
„dat er laatst wat gebeurd is,
waarover ik je advies zou willen
vragen. Een paar maanden gele
den dan, kwamen er hier een paar
brieven voor Sijmen Nord. Nou, ik
zou zoo zeggen, dat ik dat was.
Maar die brieven gingen over een
paar onbenullige dingen, doch
waarvan ilc niets wist of begreep.
Ik kende de afzenders niet eens.
Ik antwoordde er dus niet op. En
toen er nog meer van die zelfde
afzenders kwamen, maakte ik ze
niet open, maar legde ze op een
stapeltje om er bij de eerste de
beste gelegenheid op het postkan
toor eens over te klagen. Ik had
altijd gedacht, dat ik de eenige
Sijmen Nord in de buurt, was, vijf
tig mijl in den omtrek, maar er
scheen toch nog iemand te zijn,
die ook zoo heette. Nou, op een
goeden dag komt. er een meneer
bij me op visite, die zoo pardoes
aan me vraagt: Heet U Sijmen
Nord? Ik zeg ja, dat ben ik, en
wie is U? Ik heet ook Sijmen Nord,
zegt die meneer En dan begint ie
me te vertellen, dat ie hier een
paar dagen geleden is aangeko
men, en dat hij in het hotel van
.Teff Peterson logeert, dat hij al
dagenlang naar post had uitgeke
ken, en dat er maar geen brieven
voor hem waren gekomen Toen
was Jeff Peterson, die niet bepaald
schrander is," eindelijk op het idee
gekomen, dat de post die brieven
wel eens bij mij, als zijn naam
genoot kon hebben bezorgd En
zoo was die meneer, die onbeken
de naamgenoot van me, dus naar
mij toegestapt Nou, ik liet hem
de brieven, die ik apart had ge
legd zien, en jawel, hij was dolblij,
want die waren werkelijk voor
hem bestemd. Nou, we raken toen
•zoo aan het praten, en wat blijkt
nu? Dat die jonge snuiter nog
verre familie van me is. Een soort
achterneef of zooiets. Hii was de
zoon van Steven Nord, en Steven
Nord was een neef van me, waar
ik om zoo te zeggen mee opge
groeid ben in Virginia, Nou, dat
was nu het eerste wat ik van Ste
ven Nord hoorde, nadat hij me een
jaar of vijftig geleden mijn meisje
had afgetroggeld. Hij is er toen
met mijn meisje vandoor gegaan,
en ik had nooit meer iets van
hem gehoord.
Nou, enfin, ik had een lang ge
sprek met die jonge Sijmen Nord
en hij kende de heele familiege
schiedenis van haver tot gort. En
het slot van het liedje was, dat
de zoon van Steven Nord met me
afsprak, dat we om nu maar alle
last en misverstand te vermijden,
de post bij mij zouden laten blij
ven komen, en dat hij iederen dag
even aan zou loonen. om te zien of
er ook post voor hem was. Nou,
dat deden we, en hij kwam zoo een
dag of vier, vijf achter elkaar 's
morgens zijn post halen, en we
praatten natuurlijk zoo heel wat
over de Nord familie. Toen op een
morgen zegt hij zoo tegen me:
„Neef Sijmen, er komt morgen
waarschijnlijk een pakje voor me,
zoo groot ongeveer, dan" weet U
ervan. Teekent U het ontvangst
bewijs maar af. U hoeft het pakje
niet open te maken, het is dus
voor mij."
,,Best, jongen," zeg ik. En ja,
den volgenden dag komt er een
aangeteekend postpakket. Ik tee
kende het ontvangstbewijs
De advocaat boog zich voorover
en viel den ouden Sijmen Nord in
de rede: „U teekende dat ontvangst
bewijs?"
„Ja, natuurlijk, ik teekende dat",
ging de oude heer voort, „een paar
minuten later komt neef Sijmen
om zijn post te halen en laat ik je
nou vertellen
„U hoeft me niks te vertellen",
viel de advocaat den ouden man
snel in de rede, „ik weet het al.
Sedert dien dag heeft U de Jonge
Sijmen Nord in geen velden of
wegen meer gezien, spoorloos ver
dwenen, niet?"
De oude man staarde den advo
caat met open mond aan. „Hoe
weet jij dat nu?", vroeg hij. Maar
enfin," ging hij meteen voort,
„laat ik je nu eerst de rest vertel
len. Er bleven maar brieven ko
men voor de jonge Sijmen Nord.
En nu was het me opgevallen, dat
er bijna geen dag voorhij ging, dat
er geen brief was van een groote
juweliersfirma in Stoneville. De
naam van die firma kwam me be
kend voor en ja. mijn vrouw zei
ook dat het dezelfde firma was,
waarbij we een jaar of wat terug
als ons zilver, vorken, messen, le
pels, weet ik wat al, gekocht had
den, toen we pas rijk waren gewor
den. door die oliebron. Maar het
laatste jaar hadden we er niks ge
kocht. Ik dacht dus, het kan best
wezen, dat die brieven misschien
toch voor mij zijn. Ik maakte ze
open, en toen zag ik dat het alle
maal ging over een diamanten
halssnoer van tienduizend gulden,
dat ze mij op zicht hadden gezon
den en dat ze wel eens wilden
hooren, of ik het wilde houden of
niet. Nou, ik schreef ze meteen
terug, dat ik van geen diamanten
halssnoer af wist. En toen kwam
er een brief terug, waarin ze zei
den, dat ze tocb mijn handteeke-
ning hadden op het bewijs dat ik
geteekend had voor het aangetee-
kende postpakket, en dat ze altijd
gedacht hadden, dat ik een eerlijk
man was, dat ze in vorige jaren
voor belangrijke bedragen aan zil
ver enz. aan me geleverd hadden
en dat ik die betaald had, zoodat
ze er niets op tegen hadden gehad,
rnij in goed vertrouwen dat dia
manten halssnoer op zicht te stu
ren. Ze geloofden daarom niet di
rect, dat ik een oneerlijke streek
wilde uithalen, maar, zeiden ze,
als ik het wel deed, dan zouden ze
me gerechtelijk vervolgen voor
tienduizend gulden. Nou, en daar
voor heb ik je nu laten komen,
Mr. Dunn. Ik wou weten,- hoe ik er
nu voor sta, als ze aan het rechten
gaan.
De advocaat haalde zijn schou
ders op en zei: ^Sijmen Nord, U
wordt door iedere rechtbank in het
land veroordeeld tot betaling van
tienduizend gulden, dat staat zoo
vast als een huis. Toen U dat be
wijs voor het aangeteekende post
pakket teekende, nam U de volle
verantwoordelijkheid voor die zen
ding op U. Ze zullen U alles laten
betalen, tot de laatste cent. Waar
om hebt U me niet eerder geraad
pleegd? Zelfs al zouden we die op
lichter van een achterneef van U
nog kunnen pakken, dan nog hebt
U geen wettig bewijs, dat U dat
pakket aan hem hebt afgegeven."
„Nogal wiedes", zei de oude Sij
men, „nogal wiedes dat ilc geen
bewijs daarvan heb. Wie zegt je,
dat ik hein dat pakket afgegeven
heb? Het staat daar nog net zoo op
de schoorsteen, achter de klok, pre
cies zooals het kwam. Ik wil al
leen maar van ie weten. Mr. Dunn
of ik verplicht ben te betalen wat
erin zit als ik het open maak, of
dat ik het gewoon ongeopend te
rug kan sturen, of wat ik er an
ders mee aan moet?"
„Sapperloot! Dus U hebt dat
pakket niet aan Uw neef afgege
ven?"
„Nee, dat heb ik niet gedaan!
Dat wou ik je daarstraks al vertel
len, maar toen viel je me weer in
de rede. Ik begon je te vertellen,
dat neef Sijmen kwam om zijn
post te halen en toen heb ik heim
gezegd. dat ik hem Drecies een uur
den tijd gaf om zijn biezen te pak
ken, en als hij binnen 60 minuten
niet verdwenen was, ik de sheriff
op hem af zou sturen!"
„Wil U daarmee zeggen", vroeg
de advocaat stomverbaasd, „dat U
dien jongen Sijmen Nord van be
gin af aan niet vertrouwde?"
„Natuurlijk! Ik heb hetm geen
oogenlblik vertrouwd! Ik ken dat
addergebroed van Steven Nord.
Wat denk je nou, dat ik ook maar
iemand van de familie van Steven
Nord voor een halve cent zou ver
trouwen, nadat die Steven Nord
een jaar of vijftig geleden er met
mijn meisje van door is gegaan?"
DE GOUDEN SCHAT OP DEN
BODEM DER ZEE.
Naar beweerd wordt, heeft
de Negus Selassie. de Kei
zer van Abessynië, zijn
kroon juweelen in veilig
heid laten brengen. Het
zou niet de eerste maal
zijn, dat de schatten van
de kroon in een neutraal
land in bewaring werden
gegeven, als er een oorlog
dreigde.
L o n d e n, 7 Aug. 1935. (V.P.B.)
Officieel kan men natuurlijk in
Londen zelf niets te weten komen
over de eventueele aanwezigheid
van de kroonjuweelen van Abes
synië. Discretie is ook op dit ne-
vengebied der diplomatie het eer
ste gebod. Doch een Londensch ju
welier, die gewoonlijk tegenwoor
dig is bij 't schatten van de waar
de van dergelijke objecten, heeft
zich enkele uitlatingen laten ont
vallen, waaruit men met vrij groo
te zekerheid de gevolgtrekking
kan maken, dat de kroonjuweelen
van Haile Selassie, den koning der
koningen, werkelijk in de safe van
een Londensche instelling terecht
zijn gekomen.
Zij zouden altijd volgens het
beweren van dezen zegsman in
alle stilte door een Engelsch vlieg
tuig naar Londen zijn getranspor
teerd en onder strenge bewaking
overgebracht naar de veilige be
waarplaats.
In de familie sedert de
Koningin van Saba...
Voor de officieele verzekering,
heeft men natuurlijk een bedrag
moeten aannemen doch wie zou
in werkelijkheid in staat geacht
kunnen worden, de waarde van
deze schatten in ponden of dollars
aan te geven? Het betreft hier Im-
mers edelgesteenten en sieraden,
die in den loop van 300 heersohers
levens van den eenen monarch op
den anderen zijn overgegaan; want
zooals men weet, leidt de koning
der koningen zijn afkomst direct
af van de koningin van Saba, wier
roep even befaamd was als haar
onmetelijke schatten.
Zoo weet men van de kroon b.v.,
dat zij een groot aantal ongesle
pen reuzendiamanten en robijnen
bevat. Ook de armbanden, de vin
gerringen en andere sieraden zijn
bezet met de kostbaarste edelstee-
nen. In elk geval moet een en an
der verscheidene groote stalen
kisten hebben gevuld.
Wat wist Santos van het
Goud der Inca's af?
De tegenwoordige heersohers mo
gen het er dan voor houden, dat
hun schatten te Londen goed be
waard zijn de oude Inca's ver
trouwden meer op hun geheime
keldens, hun holen en labyrinthen.
En blijkbaar niet ten onrechte,
want tot op den dag van heden
zijn de eigenlijke schatten van de
kroon, de gouden wapenrustingen
van deze „zonen der goden", nog
niet gevonden. Wat een Pizarro
omstreeks het jaar 1530 den Inca's
afhandig wist te maken, was
slechts een zwakke afschaduwing
van hetgeen van de schatten van
de kroon in de bergen werd ver
borgen, op plaatsen, die nog geen
enkele blanke heeft weten te ont
dekken.
Niet zoo lang geleden werd te
Santiago in de tram een schrijver,
zekere Santos, met 'n gouden dolk
vermoord. Waarom? Men wil be
weren, dat hij in het bezit was
van zekere aanduidingen, welke
betrekking hadden op de plaats,
waar de schatten van de Inca's
verborgen lagen. Is dit waar? En
wie sloot hem op moorddadige
wijze voor altijd den mond? Dat
heeft men tot heden nog niet te
weten kunnen komen.
De Kroon der Azteken in een
Onderaardschen Gang?
Over de kroonschatten van de
Azteken zijn juist in den laatsten
tijd weder verschillende geruchten
in omloop gebracht. In Mexico
zoekt men twee meren af, met be
hulp van de modernste duiker-ap
paraten. in de hoop. iets te zullen
vinden van de gouden wonderen,
die hier in lang achter ons liggen
de tijden aan den koelen schoot
des waters moeten zijn toever
trouwd. Volgens een andere lezing
zou het grootste deel van den
kroonscihat der Azteken door eeni
ge getrouwe aanhangers in het
begin van de 16e eeuw op de vlucht
voor de „conquistadores" (verove
raars) met een boot naar 't Noor
den zijn gebracht. Op een klein
eiland, Oaks-Islaaid, zijn sedert
eenigen tijd een paar avonturiers
op zoek naar dezen geheimzinnig
st en aller schatten, waarom zoo
veel leerenden ziin ere we ven. Tot
dusver hebben zij nog niets an
ders gevonden dan een kleinen
gouden armband en enkele stuik-
ken met snijwerk bedekt ivoor.
Naar het heet is de rest van den
schat verborgen in een op het ei
land gegraven onderaardsche gang,
die door de eeuwige wisseling van
eib en vloed voor indringers wordt
beschermd.
De Schatten van Thanh-hoa.
Men heeft nog niets met zefier-
heid kunnen vaststellen aangaan
de de herkomst van den kroon-
schat, die onlangs aan de kust
van Thanh-hoa werd ontdekt.
Men begon biermede, dat vlsschers
in hun netten gouden schalen e.d.
ophaalden. Nu begonnen zij den
bodem der zee op die plaats sy
stematisch af te visschen. met het
gevolg, dat zij steeds meer gouden
voorwerpen aan de oppervlakte
brachten) en ook enkele porselei
nen vazen. Hier moet, diep onder
de oppervlakte van de zee, een
reusachtige goudschat verborgen
liggen. Afgaande op de merken,
welke men op enkele der gouden
voorwerpen ontdekte, moeten zij
hebben behoord tot den kroonschat
van een of anderen heerscher uit 1
de grijze oudheid in Oost-Azië,
Men zal nooit meer precies te we
ten kunnen komen, .waaruit deze
schat heeft bestaan want verschil
lende stukken ervan zijn reeds
naar alle windhoeken verspreid.
Ditzelfde is het geval geweeoï
met de juweelen van den Tsaar,
die eveneens in honderden handen
zijn overgegaan. Wat er nog van
over is, wordt van tijd tot tijd bij
openbare veiling verkocht.
Zoo hebben ook kroonjuweelen
en -schatten hun avonturen tus-
schen Addis Abeba en Londen,
tusschen de grotten der Inca's en
de meren der Azteken, tusschen de
schatkelders van Moskou en de
kust van Annam.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat de hoogste berg op de maan
12000 meter hoog is of 2000 meter
hooger dan de Mount Everest?.
dat het dierlijk leven in den oce
aan ophoudt op een diepte van
2400 meter?
d a t de doedelzafi reeds bij de ou
de Perzen, bij de Egyptenaren, in
Chaldea en in het oude Grieken
land gebruikt werd?
19. „Geduld maar mannetjes", zei de maan. Wach
ten jullie maar even af. „Stan, fe trappelt tegen
miin gezicht. als je dat weer doet crooi ik je er af.
Ze wachtten thans af. en a hoor. eensklaps werden
'de gordijnen een beetje opzii geschoven en een paar
nieuwsgierige oogen keken naar de Maan.
20. Even later verscheen er nog een gezicht voor
het. raam. Een jongetje en een meisje waren het.
„Kijk. de maan schijnt." fluisterde het jongetje.
„Ssst. ze is in de kamer hiernaast, laat ze ons niet
hooren." fluisterde het meisje. „Over wie hebben
ze het", zei Stan. „Over de kinderiuf". zei de maan,
en toen ze in een kamer naast die va.n de kinderen
keken, zagen ze juf zitten, met wat naaiwerk aan
de tafel.
21. Ze zagen thans hoe de juffrouw een jurkje be
keek waar een groote scheur in was. „O, o. zuchtte
de juffrouw, dat is nu al de tweede keer van de
week. Ik wou dat ze eens wat minder wild was met
spelen, en ze zocht in haar naaidoosie naar wol otm
de scheur te stoppen.