Geestelijk Leven
II kunt het nog doen
de V ries
Fotogr. Atelier en Fotohandel Arpad Moldovan, N. Hiedorp
Bezoekt den grooten Landdag voor Staatspensioen te Nieuwe Niedorp op Zondag 18 Augustus
Zaterdag 17 Augustus 1935.
Postrekening
No. 23330
SCHAGER
Dit blad verschijnt 'dagelijks, behalve Vrijdags. Bij inzending tot
*s morgens 8 uur, worden Advertentiën nog zooveel mogelijk in het
eërstuitkomend nummer geplaatst.
Uitgave der N.V. v.K. P. Trapman Co., Schagen.
16 PAGINA'S.
78ste Jaargang. No. 9787
Int. Telef.
No. 20
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN.
TIëN van 1 tot 5 regels 0.85, Iedere regel meer 15 cent Cbewijsno.
inbegrepen. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
door Astor.
GEESTELIJK leven het concentratiekamp.
Is er verband tusschen geestelijk leven en
concentratiekamp? Oppervlakkig gezien,
hebben zij niets met elkaar te maken. Bij nadere be
schouwing evenwel is het verband zeer nauw. Want
dat in onzen tijd, nè, zoo vele eeuwen Christendom,
de mogelijkheid bestaat om tienduizenden medemen-
schen niet alleen van hun vrijheid te berooven,
maar hen stelselmatig, opzettelijk-te vernederen, te
kwellen, te martelen, b e w ij s t dat er nog geen
waara chtige beschaving bestaat en dat het met de
ware humaniteit nog treurig is gesteld.
Ik weet wel dat menigeen geneigd is om terstond
te zeggen, dat de sch.ande der concentratiekampen
alleen denkbaar is in Duitschland. Maar dit betwijfel
ik. Het moge zeer vleiend zijn voor ons zelfgevoel als
Nederlanders, te beweren, dat onze volksaard en ons
waarachtige beschaving bestaat en dat het met de
Duitsche methoden; daarom is het nog niet waar.
Ook bij ons is het mogelijk, dat de machtswellust
groeit en de menschelijke gevoelens overwoekert.
De ervaring, de nauwkeurige waarneming van den
mensch heeft mij altijd weer doen zien, hoe waar het
is, wat Domela Nieuwenhuis placht te zeggen: „zoo
dra iemand macht krijgt, gaat hij als mensch da
len". Zielkundig is dit verklaarbaar. Wanneer
iemand macht ontvangt of zich macht verovert, dan
wil hij gehoordzaamd worden en erkend. In hem
ontwaakt iets van den heerscher; hij gaat zich de
meerdere, de „baas" gevoelen. Hij kan vriendelijk en
welmeenend zijn, zoolang men zich aan hem en zijn
voorschriften onderwerpt, maar hij wordt streng,
hard en ten slotte onmenschelijk wreed, wanneer
men zich tegen hem verzet; dan voelt hij zich ge
krenkt in zijn machtsijdelheid!
Wie de menschen bestudeert, kan dit altijd opnieuw
waarnemen.
Hierin schuilt een ontzaglijk groot gevaar. Vooral
in onzen tijd! Want er bestaat een streven om de
macht te veroveren en door middel van die macht
het leven van hen, die binnen dien machtssfeer zich
bevinden, volkomen to beheerschen. Het is de op
vatting van den totalen staat, waarbij de staat al
les, tot zelfs het geestelijk leven, aan zich onder
werpt, wat in de praktijk hierop neerkomt, dat zij,
die aan het hoofd van den staat staan, hun wil
aan de burgers van den staat opleggen.
Ook in ons land kennen wij dit streven. Het is ge
boren uit de vooral na-oorlogsche .economische
verwarring, het is de uiterste poging om de bestaan
de maatschappelijke „orde" te redden.
Wij kunnen opmei-ken, dat bij zeer velen eenige
sympathie voor dit streven bestaat. Zij zien den
chaos, waarin wij leven en hopen dat wanneer het
nationaal-socialisme de macht in handen krijgt, aan
dien chaos een einde zal worden gemaakt. Ik ben van
andere meening, maar daarover gaat het niet. Mijn
doel in dit artikel is met enist en nadruk te wijzen
op de methoden van het Duitsche nationaal-socia
lisme, op de noodlottige consequenties daarvan en
de geestelijke daling, de moreele ontaarding, welke
daarmede gepaard gaan.
Dit alles wordt ons duidelijk, als wij ons klaar
voorstellen wat de beteekenis is van het concentra
tiekamp. Want ook in ons land zullen wij, indien de
N.S.B. de staatsmacht verovert, concentratiekampen
krijgen. Dit wil zeggen: ook in Nederland zal de
machtswellust zich op de gruwelijkste wijze uiten.
Ook hier zullen wij komen te leven onder een on
dragelijke tyrannie, waarbij niet alleen economische
slavernij zal zijn, maar ook de menschelijke geest
volkomen geknecht zal worden en belemmerd in zijn
vrije ontplooiing.
En dan zullen wij ook hier ervaren hoe demorali-
seerend het machtsbewustzijn werkt. En daardqpr
wordt het leven voor hen, die in de concentratie
kampen worden opgesloten (omdat zij de nationaa.1-
socialistische levensbeschouwing niet kunnen aan
vaarden) tot een hel.
Ik heb twee boeken gelezen, geschreven door man
nen, die zelf in een concentratiekamp opgesloten
zijn geweest. Het eerste heet „Oranienburg". Het be
handelt het leven in het concentratiekamp van dien
naam. De schrijver is Gerhart Seger, voormalig lid
van dnn Duitschen Rijksdag, wien het gelukt is te
ontvluchten en naar het buitenland te ontkomen.
Het tweede is „De veensoldaten" (die Moorsoldaten
•is de Duitsche titel). Dit laatste is het werk van een
jong tooneelspeler, Wolfgang Langhoff, die een om
standig verhaal geeft van wat hij in dertien maanden
zelf ondervond en met anderen zag gebeuren. Door
vele beoordeelaars wordt hij als schrijver vergele
ken met den beroemden Remarque, die de onver
getelijke boeken, „Van het Westelijk front geen
nieuws" en „De weg terug" aan de wereld heeft ge
schonken.
Gerhart Seger schrijft op de bladzijde, die aan
zijn eigenlijke boek voorafgaat deze woorden; „Ik
zweer, dat ik naar mijn beste weten en volgens mijn
geweten, de zuivere waarheid zal zeggen, niets zal
verzwijgen en niets zal toevoegen".
Wolfgang Langhoff begint zijn boek met deze me-
dedeeling: „Ik ben 6 October 1901 in Berlijn geboren.
Mijn vader komt uit 'Mecklenburg, mijn moeder
uit Thüringen. Ik ben „ariër". Toen ik achttien jaar
was, ben ik bij het tooneel gegaan. Ik speelde als
jeune premier in Königsbergen, Hamburg, Berlijn,
Wiesbaden en Dusseldorf. Tegenwoordig maak ik
deel uit van het ensemble der stadsschouwburg in
Zürich (Zwitserland). Tusschen Dusseldorf en Zurich
liggen voor mij dertien maanden hechtenis en con
centratiekamp. Daarover geef ik^ hier verslag. Ik
zweer de zuivere waarheid te' zéggen.
Bovendién heb ik de brochure gelezen waarin be
schreven wordt hoe Erich Mühsam (een jood) in een
der Duitsche concentratiekampen is doodgemarteld.
Ik zal mij bij de bespreking van het leven in die
helle-oordenalleen houden aan Oranienburg en De
veensoldaten. Ik doe dit niet omdat ik de lijdens
geschiedenis van Erich Mühsam ook maar eenigszins
zou betwijfelen. Ilc doe dit alleen omdat ik allen
schijn van overdrijving wil voorkomen. Want het
staat voor mij vast, dat de boeken van Segér en Lang
hoff voor de volle honderd procent betrouwbaar zijn.
Ik ben er geheel van overtuigd, dat, waar zij zwe
ren allèèn de waarheid te zullen mededeelen, zij dit
ook doen. Het is trouwens niet denkbaar, dat zij een
boek de wereld, zouden inzenden, zonder daarvoor
de volle verantwoordelijkheid op zich te nemen. Zij
weten te goed, dat, wanneer zij slechts één leugen,
één overdrijving daarin zouden plaatsen, daarmede
de waarde van hun mededeelingen zou worden ge
schaad.
Welnu, de lezing dezer boeken heeft mij kapot ge
maakt. Dagen lang heb ik rondgeloopen met de ge
dachte aan het onzegbare lijden van de duizenden,
die in de concentratiekampen werden opgesloten,
met de gedachte óók aan hen, die in staat waren om
hun weerlooze medemenschen op satanische wijze
te folteren. Ik heb in mijn bed gelegen en de slaap
bleef ver van mij, omdat ik die menschen voor mij
zag, krimpend van pijn aan de ééne zijde, vol sadis
tische wreedheid aan de andere zijde. En altijd weer
die beklemmende vraag: is zoo iets nog mogelijk
in onzen tijd?
Ik k&n me nog voorstellen dat een regeering om
zich te handhaven, de in- haar oog schadelijke en ge
vaarlijke personen van de vrijheid berooft en opsluit,
maar dat zij hen mishandelt, martelt op de meest
weerzinwekkende wijze vernedert, dat gaat mijn
voorstellingsvermogen te boven. En toch is het zoo.
Toch bestaat het afschuwelijke feit, dat S.A.-
mannen alleen maar uit wraakgevoel, uit lust om te
pijnigen, hun slachtoffers afranselen en doodknup
pelen.
Het is niet mijn bedoeling om een griezelartikel
te schrijven. Ik zou dit kunnen doen door de ver
melding van wat aan vele geinterneerden is aange
daan en van wat allen zonder onderscheid hebben
ondervonden, omdat zij onderworpen waren aan de
voorschriften in het concentratiekamp, waarin zij
werden opgesloten.
Slechts enkele dingen moet ik vermelden.
Ik geef hier woordelijk vertaald wat Seger schrijft:
„Den 28sten Juni op den 14den dag van ons ver-
■iaiiagBiiBaniBia
U had tijdens Uw vacantie Uw woon
huis kunnen laten voorzien van een
Centrale Verwarmingsinstallatie.
Neem Centrale Verwarming
TTECHN. BUR.
ALKMAAR. Tel. 2197-3897
„Honderden referenties".
BlfMBlBiiH
blijf hadden wij den tweeden doode (de eerste was
de doodgeknuppelde communistische arbeider Hagc-
dorn), den 31-ja.rigen arbeider Sens uit Zerbst. Ik
heb hem in zijn laatste uur water gebracht en ver
der bijgestaan.. De sporen der mishandelingen op
zijn lichaam, bloeddoorloopen, blauw en zwartge-
kleurde plekken op zijn rug van de schouderbladen
tot het zitvlak, op de dijen en de kuiten heb ik ge
zien. Ik kan dus getuigen dat ook deze eens volko
men gezonde arbeider door den Sturmbannführer
(stormafdeelingsaanvoerder) Krüger en twee S.A.-
mannen, dus met drie gummiknuppels is doodgesla
gen. Hij stierf door een beroerte als gevolg van de
door tallooze en waanzinnige slagen over het ge-
heele lichaam veroorzaakte bloeduitstortingen."
Ook de zon van den vroegeren rijkspresident Ebert
kwam in Oranienburg terecht. Men liet hem het
hoofd kaal scheren op een krans van haren na om
hem er des te dwazer te doen uitzien en kleedde
hem in lompen.
Op de allergemeenste manier worden ook de joden
bejegend. Jodenzwijn is een geliefkoosd woord in
den mond der. S.S.-mannen.
In „de Veensoldaten" vertelt ons Wolfgang Lang
hoff in 't bijzonder het leven in het concentratie
kamp te Börgermoor. Dit kamp is gelegen in de
Duitsche veenstreek dicht bij de Hollandsche grens.
Dag aan dag moeten de gevangenen daar onder ge
wapend toezicht zwaren arbeid verrichten. Het zijn
S.S.-mannen, die er met de bewaking belast zijn.
Ik doe een aanhaling uit het boek van Langhoff.
„Het kamp Esterwege, eigenlijk twee kampen, elk
voor duizend man had bijzonder brutale en ruwe
bewakingstroepen, die uit S.S.-lieden uit alle pro
vincies van het rijk waren samengesteld.
Eggerstedt is daar „op de vlucht" doodgeschoten.
Velen zijn daar „op de vlucht" doodgeschoten.
Hoe men dat doet? Heel eenvoudig.
Eggerstedt werd Ss avonds naar buiten geroepen
om hout uit het bosch te halen. Met een ander
droeg hij een boomstam over zijn schouder. De S.S.
loste in het bosch vijf schoten op hem, de andere
kameraad kreeg een zenuwtoeval en zakte huilend
in elkaar.
Een ander geval:
Het werk in het veen is afgeloopen. Een arbeider
uit Breslau, ik ben zijn naam vergeten, staat in de
laatste greppel. De S.S. had het al lang op hem
voorzien. Hij was pas tien dagen in de" bunker ge
weest, waar ze hem onmenschelijk hadden mishan
deld. Men kon het aan zijn gezicht zien. Hij had nu
den eersten dag in het veen geploeterd, steeds met
twee S.S.-mannen achter zich, die hem aanporden.
In het schaftuur, als de anderen uitrustten, moest
hij doorwerken. Hij stond heelemaal achteraan in
de laatste greppel. De kameraden keken bezorgd naar
hem. Er werd gefloten, het werk was afgeloopen.
„Verzamelen!"
Iedereen loopt over de hei naar den weg, waar we
moeten aantreden en nummeren. De arbeider
neemt zijn schop over den rug en wil uit de greppel
klimmen.
„Die schop kun je hier gerust laten. Leg ze maar
onder in die greppel. Je komt morgen toch weer
op dezelfde plek terug."
Hij volgt het bevel op en komt het laatst bij zijn
groep, die al aangetreden is. Ook de S.S.-mannen
staan al klaar langs den weg. Twee of drie slenteren
nog over het terrein. De troepleider brult:
„Waar is je schop?"
„Ik moest hem laten liggen."
„Onzin. Vervloekte snertkerel, dadelijk terug! Vlug
een beetje en je schop halen! Maar als de bliksem,
anders waait er wat".
Hij rent driehonderd meter terug, midden over de
hei. De drie S.S.-mannen leggen hun geweren aan.
Er vallen schoten. Hij slaat de armen in de lucht
en blijft liggen.
„Op de vlucht doodgeschoten!" Natuurlijk, hij
rende immers om de schop te gaan halen, zooals men
hem bevolen had.
Acht kameraden droegen het lijk naar het kamp.
Daar werd het begraven. Eén geval onder velen!"
Zie, als wij zulks lezen, dan is het of wij moeten
wanhopen aan de menschhcid. En ik heb het ergste
niet verteld. Ik heb niet stilgestaan bij de gruwelijk
ste mishandelingen; niet vermeld hoe Langhoff zelf
wiens eenige fout was dat hij wel eens voor ar
beidersvergaderingen had voorgedragen met gum
miknuppels bewusteloos werd geslagen.
Wie er meer van wil weten, kan zijn boek lezen en
hij zal menigkeer' zijn vuisten ballen van ergernis
en verontwaardiging.
Maar hij zal tegelijkertijd ook iets anders ervaren.
Hij zal, lezende van de beneden-menschelijke ge
dragingen der S.S.- en S.A.-mannen, wien de machts
wellust naar het hoofd is gestegen en die in dier
lijke razernij zich op de weerloozen, die door „het
derde rijk" worden uitgestooten, wreken, tegelijker
tijd zich kunnen verkwikken aan zuiver-mcnsche-
lijko gevoelens, die niet uit te roeien zijn en zelfs
bij de S.A. en S.S. soms te voorschijn komen. Het
is aandoenlijk als wij kennis nemen van de solida
riteit der slachtoffers van het Hitlersysteem. Wan
neer er door de familieleden versnaperingen, eet
waren, sigaretten worden gezonden., dan is er nie
mand, die er aan denkt alles voor zich te houden.
LAAT
Uw FILMS
vakkundig ontwikkelen, afdrukken en vergrooten.
Ons speciaal werk is een waarborg voor de beste
resultaten. Vlug en goedkoop. Verzending dagelijks.
Alle merkartikelen, films, papieren, camera's enz.,
in voorraad.
GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN
verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF
Garage O. NIEUWLAND, Bergen.
Het gemeenschappelijk lijden versterkt den broeder
hand.
Hoe sterk moet de levensdrang ook zijn bij de
menschen, die onder bijna niet te dragen lijden, on
der de wreedste tirannie toch nog den moed niet
opgeven en elkaar sterken met een krachtig „kop
op", en bij wie zelfs de humor niet sterft. Zij hebben
zelfs de lust om een cabaretavond te organiseeren,
waarbij de S.S.-mannen voor een oogenblik hun
beulswerk vergeten en komen onder den indruk
van wat zij te hooren en te zien krijgen.
Trouwens op meerdere plaatsen wijst Langhoff
er op, dat er ook onder de S.S.-mannen nog zijn,
in wie het menschelijke niet geh.eel dood is. Werden
zij niet diep getroffen door het optreden van den
zooeven reeds genoemden zoon van Ebert, die toen
hem bevolen werd medegevangenen te mishandelen,
dit standvastig weigerde? Die zedelijke moed dwong
hun respect af.
Als een bewijs voor den geest der gemartelden
geef ik hier nog het door een der gevangenen ge
dichte „Lied der Veensoldaten". Als het „Börger-
moorlied" is het reeds populair geworden.
Waarheen onze oogen blikken,
Veen en heide ligt alom,
't Vogellied kan geen verkwikken.
D' eiken staan verdord en krom.
Wij zijn de veensoldaten
en spitten godverlaten
in 't veen
Hier in de woeste heide,
is de kampplaats opgebouwd,
waar wij het ver geluk verbeiden,
achter prikkeldraad en hout.
Wij zijn de veensoldaten, enz.
Huiswaarts, huiswaarts gaan do oogen
uit dit land naar vrouw en kind.
Hoeveel zuchten gaan omhoog en
zijn verloren in den wind?
Wij zijn de veensoldaten, enz.
Heen en weer gaan steeds de posten,
Ieder van ontkomen droomt.
Vluchten zou het leven kosten,
Viermaal is de burcht omzoomd.
Wij zijn de veensoldaten, enz.
Maar Ij mogen toch niet klagen,
Eeuwig kan 't geen winter zijn.
Eenmaal zeggen wij, na dagen,
„Vaderland! gij zijt weer mijn!"
Dan spitten de soldaten
niet meer godverlaten
in 't veen.
Dit lied werd gezongen aan het slot van den ca
baretavond. Daarna gingen allen weer naar hun ba
rak. En dan schrijft Langhoff: „Nauwelijks waren
we weer in de barak, of een paar S.S.-mannen
stormden binnen: „Dat was enorm jongens! Dat heb
ben jullie verdomd mooi gedaan!"
Het ijs was gebroken, en de eerste menschelijke
woorden werden van beide kanten gewisseld.
Maar de concentratiekampen zijn er nog en ter
wijl ik deze woorden schrijf, denk ik aan de dui
zenden, die daarin zijn opgesloten, aan hun vrouwen,
aan hun kinderen
En welbewust zeg ik: een regime, dat zich op die
manier moet handhaven, draagt de kiemen der ont^
binding in zich.
En hiervan moge ieder, die iets voelt voor het
nationaal-socialisme en durft te wijzen op de orde
en rust, welke thans in Duitschland schijnt te heer-
schen (een N.S.B.'er zeide mij: u moet eens door
Duitschland gaan reizen, dan zult u opmerken, hoe
blijmoedig en opgewekt de menschen daar zijn!) zich
diep doordringen: waar men zijn toevlucht moet ne
men tot de gruwelijke concentratiekampen, d.i. tot
de onmenschelijkheid, daar kan men tijdelijk door
een schrikbewind de macht over een volk bewaren,
maar op den duur zal men falen, omdat de mensch-
heid zich niet voor goed kan laten terugdringen tot
de barbaarschheid. Want. in den geest der mensch-
heid leeft de drang naar vrijheid, welke, eenmaal
ontwaakt, zich niet meer dooden laat.
ASTOR.
Medewerking van Muziek» en Zangvereenig'ing van Nieuwe Niedorp
SprekersDs. BAAR, Alkmaar en H. BRUIN, Alkmaar.