VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT mm jfS? 1 BI 1 P iii b De Kindervriend Het voetbalspel verovert China. Kabouter=Avonturen. Stan en Pol bij de kinderen. Het bruine monster bij bet Gele Ras. te WEU i 27 Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 24 Augustus 1935. No. 9792. ZATERDAGAVONDSCHETS Oorspronkelijke "Amsterdamsdke schets door SIROLF. (Nadruk veldboden Alle rechten voorbehouden) NU men moest wel stekeblind zijn, als men niet bij den eersten oogopslag ontdekte, dat de twee jongetjes met een heel gewichtige zending belast op avon tuur uit waren: De eene droeg een groezelig linnen zakje, een broodzakje van zijn vader mis schien of een knikkerzakje, in de hand. De ander had een veel inge wikkelder uitrusting. Hij had om zijn vuile bloes een breede leeren riem gegespt. Aan deze riem hing een touwtje. En aan dat touwtje een blikken sigarettendoosje. Het gezicht van de knaapjes stond hoogst ernstig, zooals dat betaamt bij het uitvoeren van een gewich tige, belangrijke en moeilijke taak. Ze hadden postgevat op een stra tegisch punt, namelijk bij een tram halte. En niet zoodra zagen ze een manspersoon zich in de richting van de tramhalte begeven, of ze renden op hem af om hem de vol komen overbodige vraag toe te schreeuwen': „Heppu ook slgare- bandjes, meheer!" 1 Als de tram aankwam, en de passagiers stapten uit, dan ontwik kelde het tweetal een koortsachti ge activiteit. Ze wierpen zich als het ware voor de voeten van alles wat een broek droeg en schreeuw den heesoh en wild hun harts tocht naar sigarenbandjes uit. Als dan die van het broodzakje er een had veroverd, stopte hij het zon der veel omslag in zijn linnen zak je. De ander evenwel knoopte tel kens omslachtig het kruistouwtje los, opende het blikken doosje, stopte zijn nieuwe aanwinst bij de andere bandjes, knoopte het touw tje weer om het doosje en hing het vervolgens weer aan de overdreven dikke riem om zijn 'dunne lichaampje. Dit alles na tuurlijk onder luide kreten, zooals dat echte, onvervalechte Amster- ■damsche jongetjes eigen is. Hun bewondering staken ze ook al niet onder stoelen of banken, en menig heer voelde zich al wilde hij dat niet weten niet weinig gevleid, als een van de knaapjes in schorre extase uitriep, zoodat het vier stra ten ver te hooren was: „Héé, Kees, mot je 'ns kake wat een faan bandje ik hier hep, vast wel van een segaar van een kwartje, jo! Faan, hè, ja, die heppik van die vent daar mit dat malle hoedje, kaak, die zoo trekt mit ze eene poot!" Nu, en toen versdheen de heer op het tooneel. Nu, alle gekheid op een stokje: deze heer was een kin dervriend. Dat kan men hem wel, bij wijze van spreken, met een lepel van zijn gezicht scheppen! Dat rook je eenvoudig op een mijl afstand. Het was een gezellige, dikke, grijze oude heer, die gezel lig niets deed, en zoo maar prettig wat rondwandelde en kindervriend was. Hij had op verstolen wijze, onopgemerkt de levendige activi teit van de knaapjes een poos ga degeslagen en maakte zich nu op, als zijnde een kindervriend, den knaapjes een heel, heel groot ple zier te gaan doen. Met een gezicht, stralend van mensohenmin, be woog hij zich kwasi-argeloos naar de tramhalte, een sigaar met rood- en-goud bandje erom duidelijk zichtbaar in den mond. Zoo aan stonds, dacht hij, zou hij door de twee jongetjes ontdekt worden. Ze zouden op hem toevliegen en om zijn sigarenbandje gillen! Dan zon hij eerst nog een klein grapje ma ken, en dan zou hij zijn siga renkoker openmaken en van al de tien sigaren de bandjes afdoen, en ze aan de knaapjes met edelmoe dig gebaar geven. Ja, dat zou grootsch, dat zou nobel, dat zou ontroerend schoon zijn. De vriendelijke man stelde zich breed-uit op bij de tramhalte. Vlak bij de knaapjes. En wachtte. Doch er gebeurde niets. De jongetjes za gen hem niet. Althans, zij lieten hem gansch met rust. Ze hadden eenige andere wachtende heeren „afgewerkt", doch om den grijzen kindervriend bekreunden zij zich niet. Deze bracht met een zwaai zijn hand naar zijn mond, nam met nog een zwaai zijn sigaar in de hand, tikte er demonstratief de asch af, en kwam bij die beweging zóó dicht bij de jongetjes, dat zij op hun beurt wel stekeblind moesten zijn, als ze het sigarenbandje niet hadden gezien. Edoch, zij vroegen niets. De eene had heel even zijde lings naar de sigaar gekeken, doch verder niet gereageerd. Bovendien, er kwam juist weer een tram aan, passagiers stapten uit, en de jon getjes wierpen zich weer voor de beenen der mannelijke reizigers, onder luid gekrijsch om „sigare- bandjes". De kindervriend was hoogst verbaasd. Doch nog gaf hij het niet op. Ze hadden zeker zijn si gaar niet gezien. Toen de tram passagiers waren weggevloeid en de jongetjes weer tot hun stand plaats terugkeerden, ging de heer vierkant voor de jongetjes staan, nam zijn sigaar uit de mond, toon de hen die en zei: „Wel, jochies, wat zeggen jullie wel van zoo'n bandje, zouden jullie niet graag zoo'n fijn sigarenbandje van me hebben?" Die van het linnen zakje keen nauwelijks op en zei minachtend: „Nee, meheer, da's niks voor ons, wij spare alleeenig bandjes van goeie sigare!" De andere, die van den riem en het blikken doosje, meende te moeten verduidelijken: „Nee, die bandjes van die stinketokke motte we niet hebbe, die gooie we toch weg!" Nu, toen was de heer geen kin dervriend meer. Hij mompelde ln zichzelf iets van „kwaje open" en zoo, en stevende heen, met driftige passen. Hij had beslist zijn heele dag bedorven. HET ENGELSCHE JACHT SEIZOEN OP DE GROUSE BEGONNEN. De groote uittocht is begonnen. Op 11 Augustus is het op de per rons van het Londensche King's Cross Station een ochtend van buitengewone drukte en beteeke- nis. Londen loopt dan leeg. De „London Season" is voor dit jaar uit. Knechts met geweerfoudralen loopen af en aan. „Porters", krui en pyramiden van leeren bagage. Want den volgenden dag is het „the Glodious Twelfth". de opening van de grouse-jacht op de heiden van de Schotsche Hooglanden. Dit is voor den Engelschen jager de groote dag van het jaar. Nu stroomt de Engelsche aristocratie van geboorte of buidel noord waarts om op dat onschadelijke wild te paffen in de heerlijkheid der vrije natuur. Grouse is de Engelsche naam voor een heele groep hoenderach- tigen. Voorop staat de groote, zwarte woodgrouse, haast een kal koen, als ge hem loopen ziet tus- schen de boom en. Wij Nederlan ders noemen hem auerhoen. Deze vogel komt overal in de bergwou den van Europa voor. Verder zijn er de willow grouse. het hazelhoen, de hazelgrouse, het berghazelhoen, de sandgrouse, het steppenhoen, allemaal vreemdelingen in Neder land, op zijn best zeldzame bezoe kers. De black grouse echter, het korhoen, komt op onze heidevel- Verkeershindernissen voor kleine auto's, die haast hebben, bestaan er niet! den in het Oosten dee lands nog vrij veel voor. De red grouse daarentegen wordt bij ons niet ge vonden, noch elders behalve in Schotland en heel in het noorden van Engeland en Wales. Buiten die streken wil hij niet aarden. Er zijn ernstige proeven mee geno men in Noorwegen en ook in den Elzas. Maar die liepen uit op nie mendal. De red grouse is zoozeer een Britsche specialiteit, dat wij er niet eene een naam voor hebben, HET HEMELSCHE RIJK BEDREIGD DOOR EEN VREEDZAME EPIDEMIE. Sjanghai: In den loop van slechts weinige jaren is het association-voetbalspel, in de Angelsak- siche landen bekend als „soccer", er in geslaagd, de harten te veroveren van al wat Chinees is, van hoog tot laag. Tien jaar geleden was de beoefening van dit spel er zoo goed als onbekend; nog slechts zes jaar gele den droegen de weinige elftallen, die in het Hemel- sche Rijk te vinden waren en het waagden, om den strijd aan te binden met buitenlandsche elftallen, uit sluitend bij tot het uitbundige vermaak van de toe schouwers; en wanneer het bij hooge uitzondering een Chineesche club werkelijk gelukte om de over winning te behalen op een buitengewoon zwakken tegenstander, wijdden alle Chineesche bladen aan de zen „zege" geestdriftige beschouwingen. Tegenwoordig evenwel zijn de Chineezen zoo ver trouwd met dezen tak van sport, aisof zij het spel al honderden jaren hadden beoefend. Toeng Hwa, het beroemdste elftal van China, weet over alle tegenstan ders te zegevieren; doch ook dozijnen andere Chinee sche clubs in Sjanghai en in andere havensteden hebben een zoodanigen graad van volmaaktheid be reikt, dat ook de beste buitenlandsche vereenigingen er slechts bij uitzondering in kunnen slagen, hun een nederlaag toe te brengen. Deze enorme vlucht, die het voetbalspel in China heeft genomen, houdt nauw verband met den niets minder dan verbazingwekkenden vooruitgang op het gebied van alle sporten, dien jong-China de laatste jaren te aanschouwen geeft. De spcrtbeweging begon in de scholen. Leeraars, die hun opleiding hadden ge noten of voltooid in de hoogescholen in Amerika, of Europa, wakkerden bij de jeugd de liefde voor de sport aan; tennis, zwemmen, athietiek, voetbal en het Amerikaansche baseball vonden onmiddellijk tallooze geestdriftige aanhangers. Van al deze soorten van sport schijnt echter asso- ciation-voetbal speciaal voor China uitgevonden te zijn; dit spel heeft zich met de snelheid van den blik sem over het geheele land verbreid. Tegenwoordig speelt heel China voetbal en goed voetbal boven dien. Iedere schooljongen, elke student doet aan voet bal; de straatjongens spelen op braak liggende ter reinen, de jongere en oudere mannen op grasvelden en binnenplaatsen. Evenals hier worden goals en ballen desnoods geïmproviseerd en jong-China maakt zich elk vrij oogenblik ten nutte, om zich in alie finesses van het spel te oefenen. Men kan zeggen, dat in het Hemefsche rijk een ware voetbal-epidemie is uitgebroken. Bij een dergelijke geestdrift kan het geen verwon dering baren dat de clubs, die jaar in jaar uit met dezelfde elftallen spelen, gevreesde tegenstanders zijn geworden van de buitenlandsche elftallen, zoodat zij met de eene trofee na de andere gaan strijken en de Engelsche, Duitsche, Fransche, Portugeesche en In dische elftallen niet tegen hen op kunnen. Op het ge bied van voetbal heeft China in het Verre Oosten de leiding in handen genomen. Deze overwinningen van Toeng Hwa, Drie Culturen. Chinan University en hoe de eerste klasse Chinee sche clubs verder nog heeten mogen zijn niet zonder uitwerking gebleven op het Chinetsche gevoel van zelfbewustzijn en een heuglijken invloed uitgeoefend op de moraal van het volk. Daarnaast heeft het voet balspel meer, dan men oppervlakkig zou meenen, bij gedragen tot een betere verhouding tusschen Oost ei» West en tot toenadering tusschen China en Europa. zelfs geen Duitsche. In Engeland noemt men ze kortweg grouse. En de jacht hierop is bijna een natio naal ritueel geworden. Hooge pachten brengt zij op in Schotland. Londensche rijkaards, beursspecu lanten, whiskeystokers, bierbrou wers, betalen grof geld voor het faarlijksche jachtrecht. Als ge in de lente door de Schot sche bergen dwaalt, kwettert de grousehaan overal in het rond, doet u schrikken, als hij schate rend haast, onder uw voeten op vliegt. Het is er grimmig en het is er spookachtig op die verlaten wazige rotsheiden, en voor wie niet weet, dat de grouse dit rare geltiid maakt, lijkt alsof hij omge ven is van een duivelsch hoonge- lach in de bewegelijke schemering Overigens wisselt de drukte van dat gerucht met het aantal der grouse zeer sterk van jaar tot Jaar. WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat er in de Engelsche winkels en warenhuizen meer dan 750.000 rouwen en meisjes werken? dat men raamt dat er op de we reld ongeveer 600.000.000 koeien zijn, 750.000.000 schapen en 300.000.000 varkens? dat elk deel van de haai nuttig gebruikt kan worden? dat men van de huid leer maakt, uit de organen haalt men olie, uit den kop lijm; de beenderen worden gemalen tot kunstmest, en de tanden worden door juweliers ge bruikt. d a t we door het eten van vanille- ijs niet koeler worden? d a t vanille-ijs bestaat uit meel, suiker en room, alle drie voedings middelen, die zoogenaamde brand stof voor het lichaam leveren, waardoor de lichaamswarmte ont staat? 1 25. Stan zakte naar beneden. Hii maakte zich erg dun, tevens onzichtbaar, en glipte door een kiertje van het openstaande raama In de kamer van Juf. Net toen deze op wou staan, stootte Stan de doos met spelden om, die naar alle kanten rolden. Juf begreep er niets van. Ze zocht de spelden weer bij elkaar en vergat hierdoor de kinderen. Dit was ook de bedoeling van Stan geweest. 26. Vlug wipte Stan de kamer uit, en ging nu naar de slaapkamer der kinderen. Vlug zegde hii zijn spreuk op, want hii wilde zich even aan Anneke en Bertje laten zien. Met een sprong zat hij op het kozijn, tusschen hen in. Vlug naar bed. zei hii. want straks komt Juf kiiken. Laat die kous maar liggen, dat maak ik wel in orde. 27. „Hoe kom ie hier," vroeg Anneke. ..Dat zal ik ie straks vertellen," zei Stan. ..nu vlug naar bed", Hii had iuist den tiid om zich onzichtbaar te maken, want de deur ging open en Juf stapte naar binnen. Ze keek naar de kinderen. Maar deze deden net of ze sliepen. De gordiinen waren echter open en ze wist dat ze ze zelf dicht had gedaan. Met een ruk trok ze ze weer dicht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 15