Raad vai
Bergen*
Een scherp debat over het
Zomerfeestjan B.S.Y.
Van de Alkmaarsche
Sportvelden
De gemeente-commissaris verdedigt met
warmte de vereeniging tegen de aan
vallen. - Het fietspad langs Café
„Rust wat" aan den Bergerweg
een steen des aanstoots. De
locoburgemeester neemt
afscheid van den raad
en van de ambtena
ren der ge
meente.
Gistermiddag om half drie kwam de raad dezer
gemeente in zijn oude samenstelling voor de laatste
maal in openbat e vergadering bijeen.
Voorzitter: de heer J. Apeldoorn, loco-burgemees
ter.
Aanwezig zijn alle leden.
De publieke belangstelling is tamelijk groot.
De Voorzitter deelt. mede. dat de burgemeester voor
80 90 procent hersteld is. Spr. had gehoopt, dat de
burgemeester hier aanwezig zou zijn, doch de toe
stand was van dien aard, dat spr. daartoe geen po
gingen had aangewend. Toch hoopte spr. dat de heer
Van Reenen deze maand zijn werkzaamheden zou
kunnen hervatten.
De burgemeester herbenoemd.
Ingekomen is een schrijven van den Commissaris
der Ivonigin in Noord-Holland, meldende, dat de bur
gemeester is herbenoemd en in zijn handen de ver-
eischto eeden heeft afgelegd.
Notulen.
1. Vaststelling der notulen van het verhandelde
in de openbare raadsvergadering van 23 Juli jl.
Zonder op- of aanmerkingen gearresteerd.
Ingekomen stukken.
2. Van de bij den raad ingekomen stukken noe
men wij:
a. Verzoekschrift van de afd. Haarlem van den
Ned. Bond van Werkgevers in Hotel-, Restaurant-,
Café- en aanverwante bedrijven „Horecafhouden
de verzoek om ten aanzien van den grondslag huur
waarde van de Personeele belasting, koffiehuizen e.
<d- gelijk te stellen met winkels.
B. en W. stellen voor, het verzoekschrift aan te
houden tot de behandeling der gemeentebegrooting
3936.
De heer Zeiler (Middenbl.) zegt, dat de vorige maal
besloten werd, koffiehuizen etc. niet gelijk te stel
len. Daar de lasten echter zeer zwaar drukken, hoopt
spr., dat de nieuwe raad dit verzoek t.z.t. zal inwil
ligen.
Het door B.S.V. gehouden Zomerfeest.
Zeven vragen van het raadslid L. den
Das, en het antwoord van B. en W.
3. Schrijven van den heer Den Das, houdende
verzoek aan den raad en aan B. en W. een zeven
tal vragen te mogen stellen, naar aanleiding van
een door de Berger Sport Vereeniging gehouden ker
mis.
De heer Den Das heeft de volgende zeven vragen
aan den raad gericht, waarop B. en W. hun ant
woord gaven.
Ie. Geschiedt liet organiseeren van een kermis op
bet voetbalveld, eigendom der gemeente, hetwelk in
huur is bij de Berger Sport Vereeniging, met voorken
nis en toestemming van B. en W.?
Antwoord: Het organiseeren van bedoeld zomer-
fees geschiedde inderdaad met voorkennis van ons
College.
2e. Indien toestemming door B. en W. is verleend
'tot liet organiseeren van een kennis, achten B. en W.
dit dan niet in strijd met een destijds door den Raad
genomen besluit tot afschaffing der kermis?
Antwoord: Er bestaat o.i. een groot verschil tus-
schcn een jaarlijks terugkeerende kermis, en het
als exceptie voor éénmaal houden van een zomer
feest door een vereeniging, die, zooals de Raad blij
kens de laatstgehouden vergadering heeft getoond,
hij wenscht er bovenop te helpen.
Het College is van oordeel met het veiieenen van
'de gevraagde toestemming voor het houden van het
zomerfeest niet in strijd te hebben gehandeld met
een destijds genomen Raadsbesluit tot afschaffing
van de kennis, waarbij wordt opgemerkt dat het 13
jaar geleden genomen besluit slechts met 4 tegen 3
stemmen werd genomen, en toen de uitingen uit de
gemeente deden vermoeden dat niet het grootste ge
deelte der bevolking tegen kermis gekant was.
3e. Indien vraag 2 ontkennend moet worden be
antwoord, achten B en W. dan het organiseeren van
een kermis in de onmiddellijke nabijheid van twee
begraafplaatsen de meest juiste plaats?
Antwoord: De plaats waar het zomerfeest is gehou
den werd door ons College niet ongeschikt geacht in
verband met het feit, dat tegen de ligging van de ijs
baan nimmer bezwaar werd gemaakt en tegen de
loudspeaker, die zelfs in het dorp was te hooren, nim
mer een klacht is ingekomen.
4e—5e. Zijn er baten en lasten voortvloeiende uit
'deze kermis voor rekening van de gemeente?
Zoo neen, zijn de baten en lasten dan geheel of ge
deeltelijk voor B.S.V.?
Antwoord: De baten en lasten uit het zomerfeest
voortvloeiende, zijn geheel voor rekening der Ber
ger Sport Vereeniging.
6e. Indien de baten en lasten voortvloeiende uit
deze kermis voor rekening van B.S.V. zijn, is de
kermis dan mede een resultaat van de bemoeiingen
van het Raadslid den heer Voute?
Antwoord: Het houden van het zomerfeest is voor
zoover ons bekend niet geschied met voorkennis van
het Raadslid, den heer Voute.
De opzet geschiedde tijdens diens verblijf buitens
lands.
7e. Ware het niet juister geweest alvorens tot het
organiseeren van een kermis over te gaan, al dan
niet met toestemming van B. en W., dat bovenge
noemd Raadslid in de gelegenheid gesteld was ge
worden rapport aan den Raad uit te brengen inzake
zijn bevindingen van de financieele en andere toe
standen van de Berger Sport Vereeniging?
Antwoord: Bij de ingekomen stukken der laatst
gehouden vergadering was een brief gevoegd van den
hoer Voute, waarin onder meer mcdedeeling werd ge
daan van de namen van de nieuw gekozen bestuurs
leden der Berger Sport Vereeniging.
Het beleggen vr.n ren Raadsvergadering om den
heer Voute in de gelegenheid te stellen rapport uit
te brengen inzake diens bevindingen van den fi-
nancicelcn toestand der Berger Sport Vereeniging,
had geen zin, omdat ten tijde de indiening van de
aanvraag van genoemde vereeniging om toestemming
tot het houden van een zomerfeest, een overzicht der
financiën nog niet bekend was.
Wel was ons bekend dat de vereeniging een schuld
heeft van o.a. f1500—, hetgeen ons aanleiding gaf
tot het verleenen der toestemming voor het houden
van een zomerfeest.
De heer Don Das (S.D.A.P.) wil nog een en ander
toevoegen. De vragen welke spr. heeft gesteld gingen
niet tegen een zomerfeest als zoodanig, doch het
gold hier een complete kermis. Wie het anders ziet,
moet het maar zeggen. Afgescheiden daarvan, wil
spr. erop wijzen, dat indertijd de kermis werd afge
schaft en dat er in de bevolking geen behoefte leef
de om een kermis te handhaven.
In den raad van zeven werd de kermis verworpen,
doch later is er zelfs een kermiscandidaat voor den
raad geweest, die had n.1. een kermis op zijn pro
gramma staan. Een voorstel echter kwam er nooit,
omdat deze candidaat wel wist, dat dit voorstel
geen steun zou vinden.
B. en W. stonden volksfeesten in Oostdorp toe,
mits dit niet ontaardde in een kermis. Wel een be
wijs, dat het college geen kermis wenschte.
Spr. wijst er op dat de raad unaniem besloot,
B.S.V. te helpen en vaardigde een afgevaardigde af,
om op de finantiën toezicht te houden. Spr. had ver
wacht, dat de heer Voute als gemeentecommissaris
een rapport over de finantiën zou hebben uitge
bracht, zonder dat we er echter iets van wisten, or
ganiseert de vereeniging B.S.V. een zomerfeest. Op
z'n minst had spr. verwacht, dat het bestuur en de
leden zich hadden ingespannen inderdaad een zomer
feest op touw te zetten. In feite deed dit bestuur
niets anders dan het verpachten van standplaatsen,
waartoe het zich zeker niet had mogen leenen.
Wat de plaats betreft, waar het feest werd gege
ven, kan spr. er niet mede accoord gaan, dat dit
vlakbij de begraafplaats plaats vond. Spr. becriti-
seert het artikel in de Alkmaarsohe Post, en de ma
nier waarop R. en W. aangevallen zijn, noemt spr.
zeer onsmakelijk. Zoolang het bestuur van B.S.V.
geen bericht heeft gegeven, dat het dit artikel niet
heeft gesanctionneerd, blijft spr. het onsmakelijk
vinden.
De heer Voute (Middenblok) spreekt in antwoord
hierop, de volgende rede uit:
Het lijkt mij niet onverstandig om in deze aange
legenheid even de voorgeschiedenis op te halen.
In de Raadsvergadering van 31 Mei j.1. besloot de
Raad de volle medewerking te geven aan de Berger-
Sportverecniging, die in finantieele moeilijkheden
zat en de Raad verzocht mij als commissaris op te
treden. Tot op heden was er geen gelegenheid om
rapport over den toestand van de vereeniging uit te
brengen daar er geen gegevens verkrijgbaar waren.
Bij het aanvaarden van mijn commissariaat heb
ik mij op de hoogte gesteld van wat er al zoo in
BS.V. gaande was en toen is mij gebleken, dat er
in het bestuur niet die eenheid was, die er behoorde
tn zijn, terwijl functies in het bestuur door jongelie
den werden bekleed, die wellicht vol ijver waren,
doch de geschiktheid en kunde ten eenenmale mis
ten. Ilc weigerde mijn taak te aanvaarden aleer een
nieuw bestuur van meer bezadigde lieden opgetreden
zou zijn en heli dit ook aan B. en W. schriftelijk doen
weten. Na eenig heen en weer spreken is dat dan
ook geschied en heb ik het commissariaat aanvaard.
Dat mijn inzicht juist was bevestigen de feiten: het
penningmeesterschap is gevoerd op een wijze die niet
door den beugel kan, onbekend waren de schulden,
onbekend het bedrag aan contributies, dat nog ge-
ind kon worden. Ook aan het Secretariaat mankeer
de veel; een archief of gegevens waren niet aanwe
zig bij de overdracht. De heele geest in de vereeni
ging was slecht, de leden hadden niets voor de ver
eeniging over, elk werkje moest betaald worden en
werd betaald.
Het nieuwe bestuur heeft reeds veel moeite gehad
om de chaos eenigszins te ordenen en de Raad kan
dan ook een overzicht krijgen van de finantiën,
waaruit blijkt de schuld van B.S.V. bestaande
uit het nog niet afgeloste kleedlokaal ad f 1500.
Gii begrijnt dat toen een der bestuursleden het
plan opperde om een zomerfeest op het terrein te
houden en daardoor voor een groot deel uit de
schuld te komen, ik van vacantie thuiskomende al
even ingenomen was met dat plan als B. en W. zelf
Het bleek echter dat B. en W. zich hadden laten
September is weer in het land en dus heeft ook
koning voetbal zijn intocht gehouden. Van de sport
terreinen verdwijnen de polsstokken, de kogels, de
speren. Ze worden opgeruimd om plaats te maken
voor het bruine monster, dat van nu af aan den
heelen winter zal blijven hecrschen totdat een nieu
we zomer nieuwe warmte en zonneschijn zal bren
gen.
De competitie, die zich nu eenmaal uilsluitend in
de overgroote belangstelling van het publiek schijnt
te mogen verheugen, begint eerst op 15 September.
In afwachting worden in de hoofdsteden de bekende
groote toumouien gehouden, maar ook de vereeni-,
gingen, die daaraan niet deelnemen, plegen de eer
ste Zondagen van September te gebruiken om in
vriendschappelijke ontmoetingen hun elftallen gele
genheid te geven zich in te spelen op de harde taak,
die straks te wachten staat. Daarnaast echter vol
gen de trainers en officials ingespannen de verrich
tingen van hun discipelen, oneffenheden kunnen
nog worden weggesleoen, veranderingen nog wor
den aangebracht. Want straks, op 15 September moet
de ploeg op zijn allersterkst zijn.
Voor het publiek en voor ons, menschen van de
pers, hebben deze vriendschappelijke wedstrijden in-
tusschcn een zeer bijzondere bekoring. Want ze zijn
een soort demonstratie, waaruit valt te lezen, hoe
er gedurende de zomermaanden is gewerkt. De tijd
toch, dat de zomer voor de spelers een periode was
van volkomen rust, is voorbij. Althans bij die ver-
eenigingen, die van plan zijn gedurende het komende
seizoen een ernstige gooi te doen naar de hoogste
voetbaleer: het kampioenschap. En als het kan!
naar promotie.
We hebben er niet over te klagen, dat het de af-
geloopen dagen, in Alkmaar aan wedstrijden heeft
ontbroken. Alle drie plaatselijke clubs hebben in
vriendschappelijke wedstrijden een proeve van hun
kunnen gegeven en we hebben dus overvloedig ge
legenheid gehad onze indrukken te verzamelen
waaromtrent we hier het een en ander weergeven
Afgeronde wedstrijdverslagen meenen we achterweg
te mogen laten. Want de wedstrijden zelf ware'
geen hoofdzaak ditmaal, waar het op aankwam, wa
ren onze Alkmaarsche ploegen, hun speelsterkti
hun eventueele vooruitgang.
Wanneer we met Alcmaria beginnen, is dit niel
alleen omdat het onze hoogste-klasser is, tevens om
dat het treffen Alcmaria Victrix met den Noorde-
intimideeren door het V.V.V.-bestuur, welke heeren
B. en W. getracht hebben duidelijk te maken dat
een zomerfeest ongewenscht was en wel omdat de
middenstand en enkele cafés er schade van zouden
kunnen hebben en ook dat het niet deftig genoeg
was voor een badplaats als Bergen.
Helaas hebben toen B. en W. de gegeven toestem
ming zoo verzwaard met beperkende bepalingen, dat
een intrekken beter ware geweest. Het B.S.V.-bestuur
en ook ik hebben ons tegen een dergelijk heen en
weer zwenken van de overheid ten sterkste verzet,
met als gevolg dat B. en W. hunne gedane toezeg
ging gestand deden. Met dit alles waren kostbare
dagen verloopen en daar de standhouders van den
chef veldwachter namens den locoburgemeester be
richt kregen dat het feest niet door zou gaan trok
ken deze hunne gedane inschrijvingen in.
Toen het bericht kwam dat het feest toch door
ging hebben enkele groote standhouders gebruik ge
maakt van het feit dat alles overhaast moest he
slist worden en wetende dat B.S.V. reeds groote bedra
gen had uitgegeven aan advertenties en dergelijke,
hunne inschrijvingsgelden zeer sterk verminderd.
Van de eerste opzet is niet veel overgebleven, voor
B. en W. is een overzicht gereed. De opbrengst van
de stands scheelde niet minder dan f 600.
Het Bestuur doet alles om de vereeniging er weer
bovenop te krijgen, dat hun werken succes heeft
blijkt wel aan het aantal nieuwe leden dat in deze
korten tijd is toegetreden en wel elf adspirantcn, elf
gewone leden, vijf veteranen en zes donateurs.
Buitengewoon onaangenaam doet het dan ook aan
dat de V.V.V. en de haar verwante pers om mij on
bekende redenen doorgaan met stemming te maken
tegen de vereeniging en dat nog wel op verschillen
de wijzen. In de laatste Badbode toch weet de re
dactie te vertellen, dat B.S.V. een vereeniging is,
die lichtvaardig met beschikbare gelden had omge
sprongen en daardoor finantieel in de put is ge
raakt". Het is hier de gelegenheid om dergelijke ge
heel onjuiste voorlichtingen en die niets ter zake
zijn in het artikel in de Badbode eens met klem te
gen te spreken. Toen B.S.V. de verplichtingen voort
vloeiende uit het aanschaffen van een hoogst noodig
kleedgebouwtje aanging, had de vereeniging 7 elf
tallen, of liever gezegd ongeveer 85 werkende leden
en adspiranten die allen contributie betaalden. Toen
nu de kerkelijke overheid den wensch uitsprak dat
de katholieke jeugd een eigen vereeniging had, ver
minderde het aantal leden belangrijk en heeft B.S.V.
drie elftallen over ongeveer 45 leden, waarvan er door
de tijdsomstandigheden 7 halve en 11 geen contribu
tie hebben betaald. Zulke omstandigheden zijn niet
te wijten aan slecht beheer van het B.S.V. bestuur.
In dat zelfde artikel in de Badbode wordt doorge
gaan op de schade die zulk een vereeniging, die zelf
zoo slecht financiert, berokkende aan den midden
stand te Bergen. Zulk een stelling is niet zoo een
voudig als de Badbode dat wil doen voorkomen en
dat door de lezers waarschijnlijk voor zoete koek en
zonder nadenken zal worden geslikt. Gaat men eens
na wftlke Bergenaren rechtstreeks hij het feest be
trokken waren, dan valt dat werkelijk mede. Fiet
senstalling, taxionderneming, ijsco's, palingventers,
sigarenkiosk, danstent, restaurant, bommenwerpers,
werptent, dat alles was in exploitatie hij dorpsgenoo-
ten.
Kellners, slagers, bakkers en kruideniers hebben
hunne verdiensten en leveranties gehad, terwijl
werklooze jongens een daggeld van f 4.verdienden
bij het opzetten van de tenten.
Dat het in het dorp stiller zou zijn geweest als an
ders, kan ik uit eigen onderzoek tegenspreken; op
Zaterdag en Zondag bleek dat niet merkbaar, inte
gendeel enkele zaken rond de Ruïne hebben ver
klaard dat deze dagen goed waren geweest..
Het is nu eenmaal een groote fout in ons dorp, dat
de een niet gunt dat een ander ook wat zou verdie
nen en bij die neringziekte vergeet men maar al te
veel, dat waar het de een goed gaat het steeds meer
deren goed gaat.
De vragen van den heer Den Das begreep ik niet
goed. Was de heer den Das bang dat de schuld-
eischers van B.S.V. aan hun geld zouden komen?
hij kan gerust zijn, die opzet is nu mislukt door het
ingrijpen van de V.V.V.
Neen mijne heeren het B.S.V.-bestuur verdient ze
ker ons aller medewerking om te trachten deze ver
eeniging te laten blijven bestaan als cultureel bezit
voor Bergen en ik hoop, dat laffe aanvallen in de
Alkmaarsche Courant op een der bestuursleden ach
terwege zullen blijven achterwege zullen blijven,
omdat een dergelijke anonieme en te bewijzen on
ware aanval onwaardig is voor een dagblad, dat zich
zelve respecteert en dat zich daardoor op een lijn
heeft geplaatst met een zeker rose blaadje, waar het
zelf en dikwijls zeer terecht op af geeft.
Achterwege zullen blijven, omdat ik hoop dat men
beseffen zal dat de bestuursleden alleen hunne vrij
willige en moeilijke taak voor onze jeugd kunnen
volbrengen met de hun toegezegde medewerking, die
lijken eerste-klasser Friesland reeds op Zaterdag
plaats had ter eere van den Koninginnedag.
Alcmaria won met niet minder dan 72, een uit
slag die in geen enkel opzicht als geflatteerd mag
worden beschouwd. Er was een klasse verschil tus-
schen beide tegenstanders, waarbij het eigenaardige
feit zich voordeed, dat de tweede klasser een klasse
beter was dan de eerste klasser.
Over 't algemeen krijgt men van een ploeg, die met
zulke groote cijfers wint, gemakkelijk een te gunstig
beeld. Ze kan in ieder opzicht den ander haar speel
wijze opleggen, ze domineert en wordt in haar eigen
spel te weinig gehinderd. Wanneer we dan ook zeg
gen, dat Alcmaria ons in vele opzichten zeer kon
bevredigen, dat er o.i. zeer groote vorderingen zijn
te constateeren bij verleden jaar, dan mag het bo
venstaande daarbij stellig niet uit het oog worden
verloren. Toch zijn we van meening, dat het tegen
woordige Alcmaria een uitstekend figuur zal maken
in de komende competitie. Samenspel en balcontrole
waren zeer goed in voorhoede en half-linie. Trou
wens deze leken beide van zoodanige kracht, dat
het al zeer verwonderlijk zou zijn, indien onze
plaatselijke vereeniging daarmee geen succes in
legde.
Ook het moreel is uitstekend. Dit bleek, toen
Friesland de score van 30 op 32 wist te brengen.
Van eenige depressie in ons team was hoegenaamd
geen sprake.
De achterhoede was het zwakste deel van het
elftal, wat vermoedelijk was toe te schrijven aan het
1'alen van den invaller Jonker. In aanmerking geno
men, dat de verdediging, waarmee Alcmariaverleden
iaar geregeld verscheen, dikwijls het sterkste gedeel
te van de ploeg bewees te zijn en zeer zeker van
ruim voldoende kracht was voor een gemiddelde
tweede-klasser, dat verder Jongmans groote vorde
ringen heeft gemaakt, willen we in dit opzicht niet
pessimistisch zijn. Toch zou het zeer toe te juichen
zijn indien Alcmaria ook als reserve voor de ach
terhoede een goede speler, zou bezitten. En we vra
gen ons af of er onder de zeer veel reserves, die
het bezit voor voorhoede en half-linie niet enkele te
vinden zijn, die een versterking zouden kunnen be-
teekenen voor de verdediging.
Zondagmiddag verschenen ook onze beide andere
plaatselijke vereenigingen in het veld. De Alkmaar-
che Bovs speelden 'n vriendschaopeliiken wedstrijd
■•gen Ajax 2, Alkmaar tegen H.R.C. 2 uit den Helder.
De Boys ontpopten zich nog altijd als harde, fana-
'eke werkers, wat niet wegnam, dat ze met 75 te
en de Amsterdamsche ploeg het onderspit moesten
elven. Ook hier willen we geen bepaald wedstrijd
erslag geven, noch de spelers individueel behande-
m. Voor de elftalcommissie was, zooals ons werd
medegedeeld, de wedstrijd een proefneming voor de
competitie vooral ten aanzien van de opstelling. Wan
neer men het elftal nauwkeurig bekijkt, komt men
ik herhaal het, zij ten volle verdienen voor "hun lof
waardig streven.
De Voorzitter antwoordt, op deze rede, dat er ia
het college van B. en W. over deze zaak wel eenig
verschil van mecning heeft geheerscht.
Spr. wijst er op, dat B. en W. met het bestuur van
B.S.V. een onderhoud hadden, waaruit bleek, dat
B.S.V. zoo spoedig mogelijk geld moest hebben en
zelf geen risico kon nemen. Wat de heer Voute naar
voren brengt over het eleetrisch licht was het be
stuur van B.S.V. al reeds vroeger bekend.
De heer Voüte (Middenbl.): Ik lees hier voor, wat
het bestuur van B.S.V. hieromtrent mededeelt.
De Voorzitter: Natuurlijk, doch dat neemt niet
weg, dat het bestuur wist, dat er geen licht was. Spr.
wil hier bekennen, dat hij, meer dan de heer Mac-
donald ervoor was, dat het feest doorging.
Wethouder Macdonald merkt op, dat het artikel
in de Alkmaarsche Post op fantasie berust. De strek
king van dit artikel, als zouden B. en W. geïnti
mideerd zijn, is onjuist. Spr. zegt dat hij althans
niet laat intimideeren.
De heer Zeiler (Middenbl.) zegt, dat hier zijn frac
tie uiteen valt.
De heer Hemelrijk (S.D.A.P.): Het strooibiljet van
het Middenblok zegt, dat er geen fractie is. (Gelach.)
De heer Zeiler: Goed, onze persoonlijke meenin
gen loopen in deze uiteen. Spr. meent, evenals de
heer Den Das, dat een kermis schade doet aan bona
fide zakenmenschen, die op zware lasten zitten. Om
tai van redenen is spr. tegen de kermis. O.a. heeft
spr. last gehad van bedelaars, menschen met mar
motjes, enz. Dat hoort niet in ons dorp thuis, meent
spr.
De Voorzitter: Dat is niet waar, dat had met de
kermis niets te maken.
De heer Zeiler: Ik heb het ondervonden. Een ker
mis in een rustige seizoenplaats geeft rommel, men
verjaagt daardoor het goede publiek en daar wil spr.
voor waarschuwen. Tracht Bergen hoog te houden,
dat is de oprechte meening van spr. Menschen die
hierheen komen om rustig van de natuur te genieten,
willen geen kermis. In een artikel in de „Schager
Courant" zegt de correspondent, dat de V.V.V. alleen
feesten zou mogen organiseeren. Waar haalt de man
die nonsens vandaan? Hoe meer er georganiseerd
wordt, des te beter; doch als er iets georganiseerd
wordt, wat de V.V.V. schadelijk vindt voor de ge
meente, zal zij hiertegen protesteeren. Dat is het
goed recht van de V.V.V.
Wat het schrijven in de Alkmaarsche Post betreft,
meent spr., dat dit beleedigend is voor B. en W. en
zoo gewrongen en slecht gesteld, dat het hoog noo-
dig is, dat dit blad een betere correspondent neemt.
De heer Dingerdis (R.K. Arb.) had niet gedacht,
dat B. en W. toestemming zouden hebben verleend
voor een kermis vlak naast de begraafplaats.
De heer Den Das repliceerende, zegt, dat hij de ver
klaring van den heer Voüte aanneemt, dat geen der
bestuursleden van B.S.V. debet is aan het Artikel
in de Alkmaarsche Post. Spr. wil daarom dit bestuur
gaarne rehabiliteeren.
De heer Den Das vervolgende, zegt, dat het finan
tieel resultaat van het feest bedroevend is en con
stateert, dat het bestuur van B.S.V. dus wel heel
weinig kaas heeft gegeten van het organiseeren van
feesten. In de toekomst zal B.S.V. moeten bewijzen,
door eigen arbeid steun van de gemeente waardig
te zijn. Spr. hoopt, dat voortaan buiten den raad
om, geen kermis meer zal worden georganiseerd.
De heer Voüte, in tweede instantie het woord voe
rende, protesteert er tegen, dat het bestuur van
B.S.V. zou hebben gefaald. Vergeten mag niet wor
den, dat de vereeniging op zeer losse gronden
stond en het bestuur dorst niet aan, iets te onder
nemen. waaraan geldelijke risico is verbond.en Spr.
.wijst er op, dat de geest in B.S.V. al reeds veel be
ter is, dat hebben de gehouden seriewedstrijden be
wezen, welke wel een succes werden. Spr. hoopt dan
ook, dat de heer den Das in de toekomst zijn steun
aan B.S.V. niet zal onthouden, zoo deze gevraagd
wordt.
Wethouder Macdonald vraagt, wat de heer Den Das
verstaat onder kermis en zomerfeest. Waar is de
grens?
De lieer Hemelrijk (SDAP.) meent, dat het een fout
is van B. en W. dat hier vergunning is verleend voor
het houden van een kermis. Immers, de vereeniging
deed niets anders dan het terrein verpachten aan
vermakelijkheden. Spr. vindt het een vernietigend
oordeel voor B.S.V., dat de finantiën en alles niet in
orde waren en hoopt dat de gemeente-commissaris
daarin verbetering zal brengen. Spr. wijst er op, dat
B.S.V. gedupeerd is, door de slappe houding van B.
en W., al betreurt spr. het, dat de vereeniging op
'n dergelijke dilettantische wijze getracht heeft haar
finantiën op peil te brengen. Trouwens, dat zal zij
wel niet meer probeeren. Spr. vindt het verkeerd in
den Raad discussies te houden over artikelen in de
kranten, omdat de journalisten zich hier niet kunnen
verdedigen. Spr. noemt het stukje in de Alkmaar-
inderdaad tot de slotsom, dat er nog al eenige spe
lers van plaats hadden verwisseld. Het zag er uit
als volgt.
Keesen
Koster Houtkooper
Akkerman Kwadijk Slikker
Goudsblom Brouwer Indri Licht de Grand
Waar de Boys de handen zeer vol hadden, konden
ze hun eigen spel vaak niet tot ontplooiing brengen.
Toch waren er momenten, waarin de ploeg ons zeer
kon bekoren. Men zou kunnen zeggen, dat het nog
al afwisselend ging, dat fraaie staaltjes van voetbal
werden afgewisseld met oogenblikken, waarin het
minder vlotte. De moeilijkheid om over de ploeg
een oordeel te vormen, werd vergroot door de om
standigheid. dat de Amsterdammers, toen ze zagen,
dat het niet tot een groote overwinning zou komen,
zich tevreden schenen te stellen met de overwinning
zelf. Het had er alles van of ze, wanneer ze met één
of twee puntjes de leiding hadden, het verder dan
wel wilden gelooven.W aarna de onvermoeide Bovs
clan telkens en telkens weer gebruik maakten om de
score gelijk te maken.
We eelooven. dat de Bovs met dit elftal in de ko
mende competitie geen slecht figuur zullen maken
We zouden de spelers echter den raad willen meege
ven: denk om zuiver plaatsen! Soms ging dat uit
stekend. En dat is de reden, waarom we meenen te
mogen zeggen dat het andere oogenblikken beter had
kunnen en moeten zijn.
Alk maar ten slotte moest het lood ie leggen tegen
de Heldersche roodhemden met niet minder dan
62. Natuurlijk hadden we hier te doen met een
vereeniging. die weer een klasse lager ©peelt, dan
de Boys. Het verschil was goed te zien. we zouden
willen zeggen: tè goed te zien. We weten, dat Alk
maar vooral in den voorzomer serieus heeft ge
traind. Ook onze beide andere Alkmaarsche ver
eenigingen hebben dit gedaan. Wanneer we de re
sultaten onpartijdig beschouwen en ons daarbii ba
seeren op hetgeen we in de drie wedstrijden onzer
nlaatsgenooten te zien hebben gekregen, is ons
oordeel: bii Alcmaria was van de training het
meest, bii Alkmaar helaas het minst te zien. Helaas,
want liever hadden we gezegd, dat de klasse-
verschillen in aanmerking genomen we overal
belangrijke vorderingen konden waarnemen, zonder
bepaald te kunnen vaststellen, waar deze het grootst
waren.
Balbehandeling en samenspel lieten hier bepaald
te wenschen over. terwiil we ook van een wil om
te winnen, weinig konden ontdekken.
Het elftal had enkele invallers, waardoor het peil
stellig was gedaald.
We willen daarom hopen, dat. Alkmaar ons straks
'och weer ter dcjge zal meevallen. Want voorloopig
is het de competitie, die zwaarder weegt dan al het
andere.