Een kleine maar
geduchte vijand
Herinneringen
Raad Wieringen.
Woensdag 4 September 1935.
SCHAGER COURANT.
Tweede hSad. No. 9800
aan de Vacantie
in Engeland*
De coloradokever gesignaleerd.
DE KWESTIE DER CONCESSIE.
Ex-koning Alfonso naar Amsterdam.
moet je voorzichtig zijn met die Engelsche land
wegen. Ze veranderen wel eens zonder eenige waar
schuwing in paadjes, die op hun beurt in het niet
verdwijnen.
We raadpleegden de juffrouw, die ons bediende,
ook hier de dochter des huizes.
Ze stelde ons volkomen gerust. De weg was uitste
kend. Alleen was er, zoodra we het dorp uitkwamen,
een heel lange, steile heuvel.
Ze had gelijk. Het was een heel lange, steile heu
vel. We zwoegden omhoog, stap voor stap, naast onze
fietsen. Maar ten slotte hadden we toch den top be
reikt. Dankbaar bestegen we onze fietsen.
Onze jongste zoon reed voorop. Plotseling stopte
hij. De weg splitste zich. „Moeten we links of rechts?"
Even de kaart raadplegen, een van die mooie En
gelsche kaarten van drie shilling. Niet in den eenen
zak, niet in den anderen. Niet in de fietstasch, niet
in
We keken elkaar verslagen aan. Daar waren wij,
boven op den top van den heuvel, en zondér twij
fel lag onze kaart nog op het tafeltje, waaraan we
thee gedronken hadden. En dat tafeltje was onder
aan den voet van den heuvel.
Onze oudste zoon heeft de kaart gehaald. Hij kent
den heuvel nog, zegt hij.
Ik zei zooeven, dat de op kaarten aangegeven land
wegen wel eens in paden veranderen. Mijn zoon en
ik hebben dat nog eens ondervonden, toen wij sa
men uitgegaan waren, om een heel langen, zwaren
tocht te maken.
Alles was goed gegaan tot Compton Bassett. Maar
de weg van Compton Bassett naar Yatesbury zag er
op de kaart eenigszins verdacht uit.
We raadpleegden een schooljongen, die voorbij
kwam. Hij kende den weg naar Yatesbury niet, be
weerde hij.
Het leek me vreemd. Een jongen in Winkel weet
toch den weg naar Nieuwe Niedorp zeker wel? Ik be
gon een gesprek met hem.
„Je hebt toch wel van Yatesbury gehoord?" „O
ja." „Hoe ga jij daar dan naar toe?" Hij ging er
niet naar toe. „Maar als je er naartoe zou gaan?"
„Weet ik niet'.'
We hebben dat jongmensch laten loopen. Een
oogenblik later zagen we een werkman, die juist naar
huis ging.
Of we zóó goed gingen naar Yatesbury?. „Omkee-
ren'Y beweerde hij, en teruggaan. „Maar we zijn geen
énkelen zijweg tegen gekomen". „Heelemaal terug
gaan naar den hoofdweg, en dien volgen, tot U aan
den weg naar Yatesbury komt". „Maar dat is twin
tig kilometer, en binnendoor is het twee. „Er is geen
binnendoor". „Hier staat er een op de kaart". „Kan je
niet fietsen". „Waarom niet?" „Omdat het niet kan".
„Wij kunnen alles fietsen, wat maar eenigszins te
fietsen is". „Maar dit kan niet". „Dan zullen we het
toch probeeren". Hij werd boos. „Waarom vraagt u
mij, als u toch niet luistert, naar wat ik zeg?"
We moesten hem gelijk geven, maar waren koppig.
Ook hadden we geen zin in die twintig kilometer.
Een melkauto kwam voorbij. Ik stopte hem.
„De we°r naar Yatesbury?" „Dat s toevallig, daar
ga ik net naar toe." „Ja, maar u rijdt in een auto,
en wij zijn op de fiets. Kunnen we niet binnendoor?"
,;Nee, onmogelijk, U moet langs den hoofdweg gaan".
Een jongmensch op een fiets kwam aan. Een jonge
werkman, met een vroolijk, schrander gezicht. We
stelden hem dezelfde vraag. „Naar Yatesbury?" zei
hij. „Nou hier het land in, en dan binnendoor". „Kan
je dat fietsen?" „Ik wel. Ik weet niet, of u het kan.
't Is geen makkelijke weg. Maar als u hem zou loo
pen, bent u er nog gauwer, dan wanneer u den hoofd
weg affietst."
Dat was taal naar ons hart. We bedankten het
jongmensch, en hebben den weg gefietst. Zonder af-
stappen. Ik moet bekennen, dat het eerste gedeelte
veel weg had van een verzameling hunnebedden,
maar het tweede deel was lang niet slecht. En wat
ons het meeste pleizier deed, was, dat we precies ge
lijk in Yatesbury aankwamen met den melkauto.
(Van onzen Engelschen Briefsclirijver.)
31 Augustus 1935.
WE hebben Marlborough alweer vaarwel ge
zegd, helaas. Maar in den geest vertoeven
we er nog herhaaldelijk.
En omdat we dat in den geest vertoeven in Marl
borough een heel pleizierige bezigheid vinden, zal ik
zoo vrij zijn, mij tijdens het schrijven van dezen brief
aan dit genoegen over te geven.
Het eerste, wat me te binnen schiet, zijn de ver
schillende café's of theeschenkerijen, die we bezocht
hebben op onze uitstapjes. De meeste herinneringen
daaraan zijn aangenaam, één is blanco, één slecht.
De blanco herinnering is van West Overton. Hét
was warm, zonnig weer, en we hadden een, naar
ons oordcel, zeer voldoend aantal kilometers heuvel
op, heuvel af gefietst. We vonden het daarom tijd,
en het was bovendien juist tijd er voor, ergens te
gaan zitten, en thee te gaan drinken.
Langs een zijweg kwamen we op den hoofdweg. Het
geluk was schijnbaar met ons, want op het snijpunt
van de wegen stond een aardig cafétfe, The Bell Ho
tel. We verheugden ons al in hot vooruitzicht van
een pot thee, brood, jam, cake en rust. Maar we had
den buiten den waard gerekend, in de meest letter
lijke beteekenis van het woord. Want de waard bleek
niet thuis te zijn.
Dat was nu weer een nieuwe ondervinding. Ik heb
vroeger wel eens verteld van herbergiers, die op ruwe
wijze weigerden thee te schenken. Maar een
caféhouder, die midden op den dag met zijn geheele
personeel er van door gaat en de zaak sluit, die zijn
hongerige en dorstige klanten maar laat bellen en
kloppen, en tijdens zijn afwezigheid de vriendelijke
uitnoodiging: „Teas" op zijn ramen en uithangbord
laat staan, deze teleurstelling was ons tot dusver nog
onthouden.
Ik noem dit onze blanco" ondervinding.
De slechte ondervinding was in Stonehenge. Ik zal
nu niet spreken over de geweldige steenklompen,
die we daar hadden bezocht, en de geschiedenis aan
deze steenklompen verbonden. Op het oogenblik heb
ik haast verder te gaan, en op dat oogenblik had
den we nog veel meer haast verder te gaan. We za
gen juist kans een glaasje limonade te drinken, en
dan zouden we stevig moeten aanstappen, om in
Amesbury de bus van twee uur naar Salisbury te
halen.
We zaten in het café, en bestelden de limonade.
We vertelden de juffrouw, dat we haa'ét' hadden. Ze
zou ons ©ogenblikkelijk bedienen.
Na vijf minuten wachten hadden we nog niets.
„Juffrouw, de limonade!" „Komt juist, mijnheer."
„Just coming", zei ze. Kun je toch moeilijk anders
vertalen dan door: „Komt juist". Maar toch scheen
zij aan die woorden een ietwat ruimere beteekenis
te hechten, dan wij. Twee minuten later kwam wel de
juffrouw weer binnen, maar niet de limonade.
Op zeer ongeduldigen toon vroeg ik nogmaals naar
de limonade „Komt juist", zei de juffrouw. „En wij
gaan juist, dus drinkt u ze met smaak", zei ik.
We hebben de bus nog juist gehaald, maar het was
op het nippertje. Als de limonade werkelijk juist was
gekomen dien tweeden keer, hadden we de bus ge
mist.
Dit was onze slechte ondervinding.
De twee prettigste ondervindingen hebben we op
gedaan in café's, die, hoewel ze heel ver van elkaar
af lagen, toevallig denzelfden naam droegen: De Oude
Molen. De eene Oude Molen was in Salisbury, de
andere in Chilton Foliat.
Het waren beide werkelijk molens geweest, water
molens met schepraderen. Dit was het eerste punt
van overeenkomst. Het tweede was, dat de hoeveel
heid etensvoorraad in beide inrichtingen onbeperkt
was. Ik weet zeker, dat ze onbeperkt geweest moet
zijn, want onze oudste zoon hield op met eten, terwijl
er nog gelegenheid was door te gaan.
In de eerste Oude Molen, die we bezochten, de
Oude Molen in' Salisbury, werden we op den molen
zolder gebracht. We werden bediend door een oude,
grijze dame en haar dochters. Ze maakten vier buigin
gen tijdens iedere wandeling, die ze over den zolder
maakten. Voor eiken balk een buiging. Wij maakten
ook buigingen na de eerste aanraking. De balken
waren van eikenhout.
Alles in den Ouden Molen te Salisbury was eigen
baksel. En heerlijk eigen baksel. Het leek in het be
gin, alsof we maar weinig waar voor ons geld zou
den krijgen. Een van de dochters bracht ons de thee,
met het brood. Geen cake.
En toch zagen we cake genoeg, en in groote ver
scheidenheid, op allerlei andere tafeltjes op den zol
der. Juist kwam de oude, grijze dame voorbij. Wij
vroegen haar, of wij ook cake kregen. „Heeft mijn
dochter U dat dan niet gezegd?" vroeg ze. „U moogt
alles eten, wat U hier op den zolder ziet".
Een uitgehongerd weeshuis had er zich aan kun
nen verzadigen.
In de tweede Oude Molen, in Chilton Foliat, kregen
we thee op het grasveld. Ook daar was alles eigen
baksel, en heerlijk. En hoewel we geen verlof kregen
alles op te eten, wat we op het grasveld zagen, was
ook daar de voorraad die ons toebedeeld werd, onuit
puttelijk.
Vier en vijftig cent per persoon kostte de thee in
de eene inrichting, vijf en veertig in de andere.
Dit zijn onze prettige herinneringen. Hoewel aan
het bezoek aan Chilton Foliat ook nog een minder
prettige herinnering verbonden is.
Terwijl wij heerlijk op het grasveld zaten, en geno
ten van de thee en de prachtige omgeving, raad
pleegden we ondcrtusschen de kaart. Het scheen mo
gelijk te zijn een landweg te nemen, die erg afstak,
en ons binnendoor naar Froxfiel zou brengen. Alleen
Grootste vijand van de aardappel
cultuur.
Vorige week is er reeds de aandacht op gevestigd,
dat de gevreesde Coloradokever, de vijand der aard
appelcultuur, reeds is gesignaleei-d in de nabijheid
der Belgische stad Hasselt, op een afstand van 25
km. van onze Brabantsche grens.
Thans nadert deze geduchte vijand onze grenzen
en de Nederlandsche overheid maakt zich gereed
voor en krachtige verdediging.
Hoewel, volgens menschelijke berekeningen, het
gevaar voor het optreden van den Coloradokever in
ons noordelijk Nederland minder groot geacht moet
wol-den dan in Zuid-Nederland, toch willen wij even
iets vertellen over dat insect, omdat het optreden
in onze streken voor de cultuur van aardappelen
niet .minder funest zou zijn, aldus schrijft ons de
Plantenziektekundige Dienst. Bovendien'zouden die
menschelijke berekeningen wel eens kunnen falen.
Zooals men uit de dagbladen kan weten is dit jaar
voor het eerst, de Coloradokever in België opgetre-
'den, nadat hij gedurende de jaren 1919 vasten voe.t
in Frankrijk gekregen had. Het is hem dus gelukt,
niettegenstaande het feit, dat toch ook de Franschen
niet stil gezeten hebben, zich in 16 jaren tijd over
geheel Frankrijk te verspreiden.
üp het oogenblik heeft de kever zich reeds over
een groot gedeelte van België verspreid en volgens
de officieele berichten, die echter bijna nooit volle
dig zijn, heeft men den kever gevonden in 19 ver
schillende plaatsen, die tamelijk ver van elkander
verspreid liggen. Op dit oogenblik is de kever reeds
tot pl.m. 25 K.M. onze grenzen genaderd. Ieder oogen
blik kan dan ook het bericht verwacht worden, dat
ook ons land niet vrij meer is van den Coloradoke
ver. Ook in Duitschland. zal men zich daarop moeten
voorbereiden.
De Coloradokever is een kever, die tot dezelfde
groep behoort als de bekende Onzc-Lieve-Heeren-
beest.jes en lijkt daar dan ook inderdaad wel wat op.
Natuurlijk zijn de verschillen in teekening en afme
tingen toch wel van dien aard, dat vergissen niet mo
gelijk is.
De Coloradokever heeft dus den vorm van een lie
venheersbeestje, is echter grooter en is geel van
kleur en in het bezit van zwarte strepen over de
dekschilden. De lievenheersbeestjes zijn, zooals men
weet, veelal oranjekleurig en hebben dan op de oran
je dekschilden zwarte stippen (in verschillende aan
tallen.
De Coloradokever is zeer vraatzuchtig en de lar
ven zijn dat niet minder.
Alhoewel wij dus beseffen, dat voor de aardappel
cultuur het signaleeren van den Coloradokever een
ernstige gebeurtenis zou zijn, veel ernstiger nog
zouden de gevolgen daarvan zijn op onzen interna
tionalen handel. Verschillende landen stellen n.1.
den eisch, dat producten van land- of tuinbouw af
komstig moeten zijn uit een streek, waar de kever
onbekend is, (zooals men wel weet, doen verschil
lende landen dat ook ten opzichte van de aardap
pel wratziekte).
Het is juist in verband met die - internationale
moeilijkheden, dat het noodzakelijk is, dat ieder, die
een verdacht insect op zijn (late) aardappelen vindt,
direct den Plantenziektenkundigen dienst of een
van zijn ambtenaren waarschuwt, opdat kan worden
uitgemaakt, of men werkelijk met dit gevaarlijke of
met een minder gevaarlijk insect te doen heeft.
Men behoeft niet bang te zijn dat een mededceling
te onbelangrijk zal zijn.- Natuurlijk zal het voorko
men, dat wij gewaarschuwd worden voor niets,
maar dat behoeft geen reden te zijn om in het onze
kere te blijven omtrent een of ander insect of de
larven daarvan.
Men bedenke, dat het belang van den Nederland-
sclien exporthandel ermede gemoeid is.
Officieele Abessijnsche verklaring.
Geen lialiaansche demarche?
Addis Abeba, 3 Scpt. (A.N.P.). Naar in be
voegde Abessijnsche kringen verluidt zou de
Italiaansch© regeering hebben afgezien van
het doen van 'n demarche in de aangelegen
heid van de Rickett-concessie.
Ten aanzien van het concessiecontract ver
klaart de Abessijnsche regeering officieel,
dat zij den technici en den financieelen krin
gen, die eerlijk en zonder bijbedoeling in
Abessinië willen werken, daartoe de moge
lijkheid biedt, onverschillig tot welk land zij
behooren. Door het verleenen van concessies
- wordt de integriteit van een land rfiet ge
schaad. Abessinië is geen partij bij het ver
drag van 1906 en heeft dat ook in 1926 ter
kennis van den toenmaligen minister van
buitenlandsche zaken, Grandi, gebracht. Ook
thans heeft de regeering er op gewezen, dat
zij zich nooit het verleenen van concessies
laat opdwingen en concessies slechts uit
vrijen wil vergeeft.
De regeering wijst er verder op, dat ieder,
die partij is bij het verdrag van 1908, den
plicht heeft, de onafhankelijkheid en integri
teit van Abessinië te garandeeren.
Vergadering1 op Dinsdagmiddag 3 uur.
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter Burgemeester Kolff. Secretaris de heer
C. F. van .Duin.
Na aflegging van eeden of beloften volgt installa
tie der nieuwe raadsleden.
Wethoudersbenoeming.
De heer Oden wenscht eerst een verklaring af te
leggen. Spr. zegt. dat de uitslag der verkiezingen
heeft, uitgewezen, dat do V.D. hier de grootste frac
tie is. Tweede fractie is echter de S.D.A.P. gebleken
te zijn. wat er op wiist, dat een groot deel der be
volking vertrouwen in deze fractie heeft. In de frac
tievergadering is dan ook besloten eventueel de
mede-verantwoordeliikheid te dragen in het Dagc-
lijksch Bestuur, waarop de partij met. het oog op
haar aantal zetels, tevens recht heeft. Wij hebben,
zegt spr. verder,1 getracht met de andere groepen
een bespreking te voeren, doch wij hebben deze tot
ons leedwezen niet kunnen meemaken. Een uit
noodiging voor een bespreking, uitgaande van de
Vrijz. Dem. zelf. hebben wij niet. ontvangen. Wel
hebben wij gisteravond van de V.D. een schriiven
ontvangen, waarin werd medegedeeld, dat er een
compromis bestaat met de visschers om de tegen
woordige verhouding te handhaven. Wij betreuren
dit standpunt ten zeerste. Wii hebben altijd getracht
de verstandhouding zoo goed mogelijk te doen zijn.
Ons standpunt blijft echter democratisch. Daarom
zullen wii bij de eerste stemming op een V.D. stem
men. voor de tweede echter op een lid van de S.D.
A.P. Wii verzoeken de Vrijzinnigen hun candidaat
bekend te maken, dan zullen wij dat ook doen. Hier
door kan geen verwarring ontstaan, zooals de vo
rige keer.
De heer Bosker antwoordt, dat er een bijeenkomst
is geweest, waarin gevoeld werd. dat samenwer
king noodig is met alle fracties. Dit. is vooral in
de tegenwoordge benarde tijden noodig. om te red
den wat er te redden valt. In de vorige Raadsver
gadering heeft de heer Oden het echter noodig ge
acht beschouwingen over de begrooting te hou
den o.a. over de verhooging der opcenten on de
personeele belasting. Hij voegde daaraan toe. dat,
als de bevolking geweten had. wat haar boven het
hoofd hing. de V.D. heel wat minder stemmen
zouden hebben gekregen. Het was wel geen recht-
streeksche beschuldiging doch waar de verant
woording door de S.D.A.P. werd afgeschoven, ble
ven de Vrijz. voor de verantwoordelijkheid over.
Daar deze woorden in een openbare vergadering zijn
gesproken, ligt het op den weg der Vrijz. deze ook
in een openbare vergadering te weerleggen. Wat do
wethoudersverkiezing betreft, de S.D.A.P. staat wat
stemmcnaantal betreft, direct achter de Vrijz. In
normale omstandigheden zou het dan ook logisch
Verwachting: Meest zwakke veranderlijke wind
gedeeltelijk bewolkt, waarschijnlijk weinig of
geen regen, later iels warmer.
Verdere vooruitzichten: weinig verandering
Hi erbov en
BAROMETERSTAND VAN HEDENMORGEN
8 UUR: 760.
Het dunne pijltje geeft den vorigen stand aan
TEMPERATUUR: 15 gr. C. 59 gr. F.
UW BRIL STUK?
Opticien TERLEP repareert ze vlug, goed en
goedkoop.
TERLEP'S DROGISTERIJ, Hoogzijde 103, Schagen.
AMSTERDAM, 3 September: Naar wij
vernemen, is de hoofdstad het bezoek te wach
ten van ex-koning Alfonso van Spanje, die
dezen zomer geruimen tijd in Duitsohland en
Tsjecho-Slowakije heeft vertoefd.
De gewezen monarch die in gezelschap
reist van zijn secretaris, Duc de Luna, zal
waarschijnlijk de Renibrandt Tentoonstelling
bezoeken.
zijp. drt de S D.A.P. voor een zetel in aanmerking
kwam. De V.D. staan echter niet alleen; de visschers
kunnen ook gracht wórden tot de V.D. te behooren.
Er is voorgesteld een zelfde liist voor V.D. en vïs-
schërs in fe dienen', doch uit tactische, overwegingen
is lv'ervan afgezien. Daar komt verder nog het. vol
gende bij. 1. Het totaal verlies van de Zeegras-
industrie. 2. De groote werkloosheid. Van heide is
de oorzaak de a£s!"iting der Zuiderzee. Daarom
acht. de V.D. knel ie. .het zich tot plicht er da Regee
ring bij voortduring, op te wijzen, dat zij. bij liqui
datie van de Zuiderzeewerken hier bet verbroken
evenwicht wee" dient te herstellen. Er is maar één
lichaam, dat hier kan ontreden en dat is het Ge
meentebestuur. En daarvoor hebben wij in dc eerste
plaafs Tiisen noorljg. die zijn sporen op dat gebied
reeds heeft verdiend. Persoonlijk heeft spr. gezegd,
dat hij nog liever had. dat de V.D. geen wetihouders-
zetel zouden bezetten, dan dat Tiisen zou vertrekken
Daarom is besloten één V.D. en één visscher te
kiezen. Spr. geeft de verzekering, dat dit geen anti
pathie tegen de S.D.A.P. of een harer leden is. Wat
de heer Oden echter in de vorige vergadering heeft
gezegd, is niet goed. vooral omdat dit gebeurde tij
dens de besprekingen over de wefhoudérsbenoeming
De heer Oden dankt den lieer Bosker voor wat
deze in het midden heeft gebracht. Het doet hem
genoegen te vernemen, dat de Vrijz. bereid zijn on
vriendschappelijke wijze samen te werken. Spreker
moet echter recht zetten wat de hoer Bosker over
de verhooging van de opcenten op de personeele be
lasting heeft gezegd. Bij het voorstel tot hef bren
gen van de gemeente van de le naar de 3e klasse
voor de gemeentefondsbelasting heeft spr. destijds
zijn bezwaren daartegen ingebracht, vooral om het
ondemocratische van dat voorstel toen is geantwoord
dat anders de opcenten op de pcsoneele belasting
zouden moeten worden verhoogd. Spr. heeft toen
nog gevraagd: Zou dat toch niet gebeuren? en daar
om afgeraden voor het voorstel te. stemmen. Van.
beschuldiging van de V.D. is geen sprake geweest.
Spr. hoeft alleen gezeg: Had de Raad dit voorzien
dan had deze die overgang naar de 3c klasse fonds-
belasting niet goedgekeurd. Zoo staat het ook woor
delijk in de courant. Dit neemt echter niet weg. dat
de S.D.A.P. ruim Va der bevolking vertegenwoordigt
en het was niet meer dan plicht, dat ook wii een
woordje meespraken.
Mw. D. WitSlikker dankt voor de vriendelijke
woorden. Zij hoopt, dat in de komende periode de
samenwerking goed zal worden: bcterd an nu. Tot
heden is de S.D.A.P. steeds gedwarsboomd on wor
den dc voorstellen van die ziide steeds afgestemd.
Zij noemt, daarbii voorbeelden zooals bet voorstel
tot het. rondzenden der raadsstukken, het afschaf
fen van het subsidie voor de drankbestrijding. En
in de vorige vergaedring is het voorstel tot, verla
ging der personeele belasting voor de café's goed
gekeurd. hoewel dit dc gemeente jaarlijks wel 1000
gulden kost. Spr. eindigt, met den wensch. dat die
betere verhouding, waarvan de lieer Bosker sprak,
ook inderdaad tot stand zal komen.
De heer Oden deelt hierna nog mede, dat ziin frac
tie hem als candidaat woor een eventueele 2e wet
houderszetel hééft aangewezen.
Hierna wordt tot wethouder benoemd met 10 stem
men en 1 blanco de heer Bosker.
Bij de 2e stemming wordt met 7 stemmen be
noemd de aftredende wethouder J. Tiisen Jnz., 3
stemmen worden uitgebracht op den heer Oden cn
1 blanco.
Desgevraagd verklaren beiden hun benoeming aan
te nemen.
De heer Tijsen dankt voor het. vertrouwen van den
Raad en hoopt zich dat waardig te maken.
De heer Bosker sluit zich bij deze woorden aan.
Voorzitter wenscht de heeren geluk en verwacht
een prettige samenwerking
De heer Bakker vraagt hierna nog of het niet noo
dig is, dat de weg opnieuw wordt geteerd.
Voorzitter antwoordt, dat er verschil van meening
is onder de deskundigen. De deskundigen hij uitstek
meenen van niet.; de hoofdingenieur echter van wel.
De heer Oden acht, het ook wel gewenscht, daar
verschillende natte plekken lek ziin.
Voorzitter zegt, dat het in ieder geval de aandacht
heeft.
De heer Bosker deelt nog mede, dat het noodig is
de gaten in den weg bij te vullen. Dit kan aan den
opzichter worden opgedragen. Moet toch gebeuren
als de weg geheel geteerd zou worden.
Hierna sluiting.