Een kleine maar geduchte vijand Herinneringen Raad Wieringen. Woensdag 4 September 1935. SCHAGER COURANT. Tweede hSad. No. 9800 aan de Vacantie in Engeland* De coloradokever gesignaleerd. DE KWESTIE DER CONCESSIE. Ex-koning Alfonso naar Amsterdam. moet je voorzichtig zijn met die Engelsche land wegen. Ze veranderen wel eens zonder eenige waar schuwing in paadjes, die op hun beurt in het niet verdwijnen. We raadpleegden de juffrouw, die ons bediende, ook hier de dochter des huizes. Ze stelde ons volkomen gerust. De weg was uitste kend. Alleen was er, zoodra we het dorp uitkwamen, een heel lange, steile heuvel. Ze had gelijk. Het was een heel lange, steile heu vel. We zwoegden omhoog, stap voor stap, naast onze fietsen. Maar ten slotte hadden we toch den top be reikt. Dankbaar bestegen we onze fietsen. Onze jongste zoon reed voorop. Plotseling stopte hij. De weg splitste zich. „Moeten we links of rechts?" Even de kaart raadplegen, een van die mooie En gelsche kaarten van drie shilling. Niet in den eenen zak, niet in den anderen. Niet in de fietstasch, niet in We keken elkaar verslagen aan. Daar waren wij, boven op den top van den heuvel, en zondér twij fel lag onze kaart nog op het tafeltje, waaraan we thee gedronken hadden. En dat tafeltje was onder aan den voet van den heuvel. Onze oudste zoon heeft de kaart gehaald. Hij kent den heuvel nog, zegt hij. Ik zei zooeven, dat de op kaarten aangegeven land wegen wel eens in paden veranderen. Mijn zoon en ik hebben dat nog eens ondervonden, toen wij sa men uitgegaan waren, om een heel langen, zwaren tocht te maken. Alles was goed gegaan tot Compton Bassett. Maar de weg van Compton Bassett naar Yatesbury zag er op de kaart eenigszins verdacht uit. We raadpleegden een schooljongen, die voorbij kwam. Hij kende den weg naar Yatesbury niet, be weerde hij. Het leek me vreemd. Een jongen in Winkel weet toch den weg naar Nieuwe Niedorp zeker wel? Ik be gon een gesprek met hem. „Je hebt toch wel van Yatesbury gehoord?" „O ja." „Hoe ga jij daar dan naar toe?" Hij ging er niet naar toe. „Maar als je er naartoe zou gaan?" „Weet ik niet'.' We hebben dat jongmensch laten loopen. Een oogenblik later zagen we een werkman, die juist naar huis ging. Of we zóó goed gingen naar Yatesbury?. „Omkee- ren'Y beweerde hij, en teruggaan. „Maar we zijn geen énkelen zijweg tegen gekomen". „Heelemaal terug gaan naar den hoofdweg, en dien volgen, tot U aan den weg naar Yatesbury komt". „Maar dat is twin tig kilometer, en binnendoor is het twee. „Er is geen binnendoor". „Hier staat er een op de kaart". „Kan je niet fietsen". „Waarom niet?" „Omdat het niet kan". „Wij kunnen alles fietsen, wat maar eenigszins te fietsen is". „Maar dit kan niet". „Dan zullen we het toch probeeren". Hij werd boos. „Waarom vraagt u mij, als u toch niet luistert, naar wat ik zeg?" We moesten hem gelijk geven, maar waren koppig. Ook hadden we geen zin in die twintig kilometer. Een melkauto kwam voorbij. Ik stopte hem. „De we°r naar Yatesbury?" „Dat s toevallig, daar ga ik net naar toe." „Ja, maar u rijdt in een auto, en wij zijn op de fiets. Kunnen we niet binnendoor?" ,;Nee, onmogelijk, U moet langs den hoofdweg gaan". Een jongmensch op een fiets kwam aan. Een jonge werkman, met een vroolijk, schrander gezicht. We stelden hem dezelfde vraag. „Naar Yatesbury?" zei hij. „Nou hier het land in, en dan binnendoor". „Kan je dat fietsen?" „Ik wel. Ik weet niet, of u het kan. 't Is geen makkelijke weg. Maar als u hem zou loo pen, bent u er nog gauwer, dan wanneer u den hoofd weg affietst." Dat was taal naar ons hart. We bedankten het jongmensch, en hebben den weg gefietst. Zonder af- stappen. Ik moet bekennen, dat het eerste gedeelte veel weg had van een verzameling hunnebedden, maar het tweede deel was lang niet slecht. En wat ons het meeste pleizier deed, was, dat we precies ge lijk in Yatesbury aankwamen met den melkauto. (Van onzen Engelschen Briefsclirijver.) 31 Augustus 1935. WE hebben Marlborough alweer vaarwel ge zegd, helaas. Maar in den geest vertoeven we er nog herhaaldelijk. En omdat we dat in den geest vertoeven in Marl borough een heel pleizierige bezigheid vinden, zal ik zoo vrij zijn, mij tijdens het schrijven van dezen brief aan dit genoegen over te geven. Het eerste, wat me te binnen schiet, zijn de ver schillende café's of theeschenkerijen, die we bezocht hebben op onze uitstapjes. De meeste herinneringen daaraan zijn aangenaam, één is blanco, één slecht. De blanco herinnering is van West Overton. Hét was warm, zonnig weer, en we hadden een, naar ons oordcel, zeer voldoend aantal kilometers heuvel op, heuvel af gefietst. We vonden het daarom tijd, en het was bovendien juist tijd er voor, ergens te gaan zitten, en thee te gaan drinken. Langs een zijweg kwamen we op den hoofdweg. Het geluk was schijnbaar met ons, want op het snijpunt van de wegen stond een aardig cafétfe, The Bell Ho tel. We verheugden ons al in hot vooruitzicht van een pot thee, brood, jam, cake en rust. Maar we had den buiten den waard gerekend, in de meest letter lijke beteekenis van het woord. Want de waard bleek niet thuis te zijn. Dat was nu weer een nieuwe ondervinding. Ik heb vroeger wel eens verteld van herbergiers, die op ruwe wijze weigerden thee te schenken. Maar een caféhouder, die midden op den dag met zijn geheele personeel er van door gaat en de zaak sluit, die zijn hongerige en dorstige klanten maar laat bellen en kloppen, en tijdens zijn afwezigheid de vriendelijke uitnoodiging: „Teas" op zijn ramen en uithangbord laat staan, deze teleurstelling was ons tot dusver nog onthouden. Ik noem dit onze blanco" ondervinding. De slechte ondervinding was in Stonehenge. Ik zal nu niet spreken over de geweldige steenklompen, die we daar hadden bezocht, en de geschiedenis aan deze steenklompen verbonden. Op het oogenblik heb ik haast verder te gaan, en op dat oogenblik had den we nog veel meer haast verder te gaan. We za gen juist kans een glaasje limonade te drinken, en dan zouden we stevig moeten aanstappen, om in Amesbury de bus van twee uur naar Salisbury te halen. We zaten in het café, en bestelden de limonade. We vertelden de juffrouw, dat we haa'ét' hadden. Ze zou ons ©ogenblikkelijk bedienen. Na vijf minuten wachten hadden we nog niets. „Juffrouw, de limonade!" „Komt juist, mijnheer." „Just coming", zei ze. Kun je toch moeilijk anders vertalen dan door: „Komt juist". Maar toch scheen zij aan die woorden een ietwat ruimere beteekenis te hechten, dan wij. Twee minuten later kwam wel de juffrouw weer binnen, maar niet de limonade. Op zeer ongeduldigen toon vroeg ik nogmaals naar de limonade „Komt juist", zei de juffrouw. „En wij gaan juist, dus drinkt u ze met smaak", zei ik. We hebben de bus nog juist gehaald, maar het was op het nippertje. Als de limonade werkelijk juist was gekomen dien tweeden keer, hadden we de bus ge mist. Dit was onze slechte ondervinding. De twee prettigste ondervindingen hebben we op gedaan in café's, die, hoewel ze heel ver van elkaar af lagen, toevallig denzelfden naam droegen: De Oude Molen. De eene Oude Molen was in Salisbury, de andere in Chilton Foliat. Het waren beide werkelijk molens geweest, water molens met schepraderen. Dit was het eerste punt van overeenkomst. Het tweede was, dat de hoeveel heid etensvoorraad in beide inrichtingen onbeperkt was. Ik weet zeker, dat ze onbeperkt geweest moet zijn, want onze oudste zoon hield op met eten, terwijl er nog gelegenheid was door te gaan. In de eerste Oude Molen, die we bezochten, de Oude Molen in' Salisbury, werden we op den molen zolder gebracht. We werden bediend door een oude, grijze dame en haar dochters. Ze maakten vier buigin gen tijdens iedere wandeling, die ze over den zolder maakten. Voor eiken balk een buiging. Wij maakten ook buigingen na de eerste aanraking. De balken waren van eikenhout. Alles in den Ouden Molen te Salisbury was eigen baksel. En heerlijk eigen baksel. Het leek in het be gin, alsof we maar weinig waar voor ons geld zou den krijgen. Een van de dochters bracht ons de thee, met het brood. Geen cake. En toch zagen we cake genoeg, en in groote ver scheidenheid, op allerlei andere tafeltjes op den zol der. Juist kwam de oude, grijze dame voorbij. Wij vroegen haar, of wij ook cake kregen. „Heeft mijn dochter U dat dan niet gezegd?" vroeg ze. „U moogt alles eten, wat U hier op den zolder ziet". Een uitgehongerd weeshuis had er zich aan kun nen verzadigen. In de tweede Oude Molen, in Chilton Foliat, kregen we thee op het grasveld. Ook daar was alles eigen baksel, en heerlijk. En hoewel we geen verlof kregen alles op te eten, wat we op het grasveld zagen, was ook daar de voorraad die ons toebedeeld werd, onuit puttelijk. Vier en vijftig cent per persoon kostte de thee in de eene inrichting, vijf en veertig in de andere. Dit zijn onze prettige herinneringen. Hoewel aan het bezoek aan Chilton Foliat ook nog een minder prettige herinnering verbonden is. Terwijl wij heerlijk op het grasveld zaten, en geno ten van de thee en de prachtige omgeving, raad pleegden we ondcrtusschen de kaart. Het scheen mo gelijk te zijn een landweg te nemen, die erg afstak, en ons binnendoor naar Froxfiel zou brengen. Alleen Grootste vijand van de aardappel cultuur. Vorige week is er reeds de aandacht op gevestigd, dat de gevreesde Coloradokever, de vijand der aard appelcultuur, reeds is gesignaleei-d in de nabijheid der Belgische stad Hasselt, op een afstand van 25 km. van onze Brabantsche grens. Thans nadert deze geduchte vijand onze grenzen en de Nederlandsche overheid maakt zich gereed voor en krachtige verdediging. Hoewel, volgens menschelijke berekeningen, het gevaar voor het optreden van den Coloradokever in ons noordelijk Nederland minder groot geacht moet wol-den dan in Zuid-Nederland, toch willen wij even iets vertellen over dat insect, omdat het optreden in onze streken voor de cultuur van aardappelen niet .minder funest zou zijn, aldus schrijft ons de Plantenziektekundige Dienst. Bovendien'zouden die menschelijke berekeningen wel eens kunnen falen. Zooals men uit de dagbladen kan weten is dit jaar voor het eerst, de Coloradokever in België opgetre- 'den, nadat hij gedurende de jaren 1919 vasten voe.t in Frankrijk gekregen had. Het is hem dus gelukt, niettegenstaande het feit, dat toch ook de Franschen niet stil gezeten hebben, zich in 16 jaren tijd over geheel Frankrijk te verspreiden. üp het oogenblik heeft de kever zich reeds over een groot gedeelte van België verspreid en volgens de officieele berichten, die echter bijna nooit volle dig zijn, heeft men den kever gevonden in 19 ver schillende plaatsen, die tamelijk ver van elkander verspreid liggen. Op dit oogenblik is de kever reeds tot pl.m. 25 K.M. onze grenzen genaderd. Ieder oogen blik kan dan ook het bericht verwacht worden, dat ook ons land niet vrij meer is van den Coloradoke ver. Ook in Duitschland. zal men zich daarop moeten voorbereiden. De Coloradokever is een kever, die tot dezelfde groep behoort als de bekende Onzc-Lieve-Heeren- beest.jes en lijkt daar dan ook inderdaad wel wat op. Natuurlijk zijn de verschillen in teekening en afme tingen toch wel van dien aard, dat vergissen niet mo gelijk is. De Coloradokever heeft dus den vorm van een lie venheersbeestje, is echter grooter en is geel van kleur en in het bezit van zwarte strepen over de dekschilden. De lievenheersbeestjes zijn, zooals men weet, veelal oranjekleurig en hebben dan op de oran je dekschilden zwarte stippen (in verschillende aan tallen. De Coloradokever is zeer vraatzuchtig en de lar ven zijn dat niet minder. Alhoewel wij dus beseffen, dat voor de aardappel cultuur het signaleeren van den Coloradokever een ernstige gebeurtenis zou zijn, veel ernstiger nog zouden de gevolgen daarvan zijn op onzen interna tionalen handel. Verschillende landen stellen n.1. den eisch, dat producten van land- of tuinbouw af komstig moeten zijn uit een streek, waar de kever onbekend is, (zooals men wel weet, doen verschil lende landen dat ook ten opzichte van de aardap pel wratziekte). Het is juist in verband met die - internationale moeilijkheden, dat het noodzakelijk is, dat ieder, die een verdacht insect op zijn (late) aardappelen vindt, direct den Plantenziektenkundigen dienst of een van zijn ambtenaren waarschuwt, opdat kan worden uitgemaakt, of men werkelijk met dit gevaarlijke of met een minder gevaarlijk insect te doen heeft. Men behoeft niet bang te zijn dat een mededceling te onbelangrijk zal zijn.- Natuurlijk zal het voorko men, dat wij gewaarschuwd worden voor niets, maar dat behoeft geen reden te zijn om in het onze kere te blijven omtrent een of ander insect of de larven daarvan. Men bedenke, dat het belang van den Nederland- sclien exporthandel ermede gemoeid is. Officieele Abessijnsche verklaring. Geen lialiaansche demarche? Addis Abeba, 3 Scpt. (A.N.P.). Naar in be voegde Abessijnsche kringen verluidt zou de Italiaansch© regeering hebben afgezien van het doen van 'n demarche in de aangelegen heid van de Rickett-concessie. Ten aanzien van het concessiecontract ver klaart de Abessijnsche regeering officieel, dat zij den technici en den financieelen krin gen, die eerlijk en zonder bijbedoeling in Abessinië willen werken, daartoe de moge lijkheid biedt, onverschillig tot welk land zij behooren. Door het verleenen van concessies - wordt de integriteit van een land rfiet ge schaad. Abessinië is geen partij bij het ver drag van 1906 en heeft dat ook in 1926 ter kennis van den toenmaligen minister van buitenlandsche zaken, Grandi, gebracht. Ook thans heeft de regeering er op gewezen, dat zij zich nooit het verleenen van concessies laat opdwingen en concessies slechts uit vrijen wil vergeeft. De regeering wijst er verder op, dat ieder, die partij is bij het verdrag van 1908, den plicht heeft, de onafhankelijkheid en integri teit van Abessinië te garandeeren. Vergadering1 op Dinsdagmiddag 3 uur. Tegenwoordig alle leden. Voorzitter Burgemeester Kolff. Secretaris de heer C. F. van .Duin. Na aflegging van eeden of beloften volgt installa tie der nieuwe raadsleden. Wethoudersbenoeming. De heer Oden wenscht eerst een verklaring af te leggen. Spr. zegt. dat de uitslag der verkiezingen heeft, uitgewezen, dat do V.D. hier de grootste frac tie is. Tweede fractie is echter de S.D.A.P. gebleken te zijn. wat er op wiist, dat een groot deel der be volking vertrouwen in deze fractie heeft. In de frac tievergadering is dan ook besloten eventueel de mede-verantwoordeliikheid te dragen in het Dagc- lijksch Bestuur, waarop de partij met. het oog op haar aantal zetels, tevens recht heeft. Wij hebben, zegt spr. verder,1 getracht met de andere groepen een bespreking te voeren, doch wij hebben deze tot ons leedwezen niet kunnen meemaken. Een uit noodiging voor een bespreking, uitgaande van de Vrijz. Dem. zelf. hebben wij niet. ontvangen. Wel hebben wij gisteravond van de V.D. een schriiven ontvangen, waarin werd medegedeeld, dat er een compromis bestaat met de visschers om de tegen woordige verhouding te handhaven. Wij betreuren dit standpunt ten zeerste. Wii hebben altijd getracht de verstandhouding zoo goed mogelijk te doen zijn. Ons standpunt blijft echter democratisch. Daarom zullen wii bij de eerste stemming op een V.D. stem men. voor de tweede echter op een lid van de S.D. A.P. Wii verzoeken de Vrijzinnigen hun candidaat bekend te maken, dan zullen wij dat ook doen. Hier door kan geen verwarring ontstaan, zooals de vo rige keer. De heer Bosker antwoordt, dat er een bijeenkomst is geweest, waarin gevoeld werd. dat samenwer king noodig is met alle fracties. Dit. is vooral in de tegenwoordge benarde tijden noodig. om te red den wat er te redden valt. In de vorige Raadsver gadering heeft de heer Oden het echter noodig ge acht beschouwingen over de begrooting te hou den o.a. over de verhooging der opcenten on de personeele belasting. Hij voegde daaraan toe. dat, als de bevolking geweten had. wat haar boven het hoofd hing. de V.D. heel wat minder stemmen zouden hebben gekregen. Het was wel geen recht- streeksche beschuldiging doch waar de verant woording door de S.D.A.P. werd afgeschoven, ble ven de Vrijz. voor de verantwoordelijkheid over. Daar deze woorden in een openbare vergadering zijn gesproken, ligt het op den weg der Vrijz. deze ook in een openbare vergadering te weerleggen. Wat do wethoudersverkiezing betreft, de S.D.A.P. staat wat stemmcnaantal betreft, direct achter de Vrijz. In normale omstandigheden zou het dan ook logisch Verwachting: Meest zwakke veranderlijke wind gedeeltelijk bewolkt, waarschijnlijk weinig of geen regen, later iels warmer. Verdere vooruitzichten: weinig verandering Hi erbov en BAROMETERSTAND VAN HEDENMORGEN 8 UUR: 760. Het dunne pijltje geeft den vorigen stand aan TEMPERATUUR: 15 gr. C. 59 gr. F. UW BRIL STUK? Opticien TERLEP repareert ze vlug, goed en goedkoop. TERLEP'S DROGISTERIJ, Hoogzijde 103, Schagen. AMSTERDAM, 3 September: Naar wij vernemen, is de hoofdstad het bezoek te wach ten van ex-koning Alfonso van Spanje, die dezen zomer geruimen tijd in Duitsohland en Tsjecho-Slowakije heeft vertoefd. De gewezen monarch die in gezelschap reist van zijn secretaris, Duc de Luna, zal waarschijnlijk de Renibrandt Tentoonstelling bezoeken. zijp. drt de S D.A.P. voor een zetel in aanmerking kwam. De V.D. staan echter niet alleen; de visschers kunnen ook gracht wórden tot de V.D. te behooren. Er is voorgesteld een zelfde liist voor V.D. en vïs- schërs in fe dienen', doch uit tactische, overwegingen is lv'ervan afgezien. Daar komt verder nog het. vol gende bij. 1. Het totaal verlies van de Zeegras- industrie. 2. De groote werkloosheid. Van heide is de oorzaak de a£s!"iting der Zuiderzee. Daarom acht. de V.D. knel ie. .het zich tot plicht er da Regee ring bij voortduring, op te wijzen, dat zij. bij liqui datie van de Zuiderzeewerken hier bet verbroken evenwicht wee" dient te herstellen. Er is maar één lichaam, dat hier kan ontreden en dat is het Ge meentebestuur. En daarvoor hebben wij in dc eerste plaafs Tiisen noorljg. die zijn sporen op dat gebied reeds heeft verdiend. Persoonlijk heeft spr. gezegd, dat hij nog liever had. dat de V.D. geen wetihouders- zetel zouden bezetten, dan dat Tiisen zou vertrekken Daarom is besloten één V.D. en één visscher te kiezen. Spr. geeft de verzekering, dat dit geen anti pathie tegen de S.D.A.P. of een harer leden is. Wat de heer Oden echter in de vorige vergadering heeft gezegd, is niet goed. vooral omdat dit gebeurde tij dens de besprekingen over de wefhoudérsbenoeming De heer Oden dankt den lieer Bosker voor wat deze in het midden heeft gebracht. Het doet hem genoegen te vernemen, dat de Vrijz. bereid zijn on vriendschappelijke wijze samen te werken. Spreker moet echter recht zetten wat de hoer Bosker over de verhooging van de opcenten op de personeele be lasting heeft gezegd. Bij het voorstel tot hef bren gen van de gemeente van de le naar de 3e klasse voor de gemeentefondsbelasting heeft spr. destijds zijn bezwaren daartegen ingebracht, vooral om het ondemocratische van dat voorstel toen is geantwoord dat anders de opcenten op de pcsoneele belasting zouden moeten worden verhoogd. Spr. heeft toen nog gevraagd: Zou dat toch niet gebeuren? en daar om afgeraden voor het voorstel te. stemmen. Van. beschuldiging van de V.D. is geen sprake geweest. Spr. hoeft alleen gezeg: Had de Raad dit voorzien dan had deze die overgang naar de 3c klasse fonds- belasting niet goedgekeurd. Zoo staat het ook woor delijk in de courant. Dit neemt echter niet weg. dat de S.D.A.P. ruim Va der bevolking vertegenwoordigt en het was niet meer dan plicht, dat ook wii een woordje meespraken. Mw. D. WitSlikker dankt voor de vriendelijke woorden. Zij hoopt, dat in de komende periode de samenwerking goed zal worden: bcterd an nu. Tot heden is de S.D.A.P. steeds gedwarsboomd on wor den dc voorstellen van die ziide steeds afgestemd. Zij noemt, daarbii voorbeelden zooals bet voorstel tot het. rondzenden der raadsstukken, het afschaf fen van het subsidie voor de drankbestrijding. En in de vorige vergaedring is het voorstel tot, verla ging der personeele belasting voor de café's goed gekeurd. hoewel dit dc gemeente jaarlijks wel 1000 gulden kost. Spr. eindigt, met den wensch. dat die betere verhouding, waarvan de lieer Bosker sprak, ook inderdaad tot stand zal komen. De heer Oden deelt hierna nog mede, dat ziin frac tie hem als candidaat woor een eventueele 2e wet houderszetel hééft aangewezen. Hierna wordt tot wethouder benoemd met 10 stem men en 1 blanco de heer Bosker. Bij de 2e stemming wordt met 7 stemmen be noemd de aftredende wethouder J. Tiisen Jnz., 3 stemmen worden uitgebracht op den heer Oden cn 1 blanco. Desgevraagd verklaren beiden hun benoeming aan te nemen. De heer Tijsen dankt voor het. vertrouwen van den Raad en hoopt zich dat waardig te maken. De heer Bosker sluit zich bij deze woorden aan. Voorzitter wenscht de heeren geluk en verwacht een prettige samenwerking De heer Bakker vraagt hierna nog of het niet noo dig is, dat de weg opnieuw wordt geteerd. Voorzitter antwoordt, dat er verschil van meening is onder de deskundigen. De deskundigen hij uitstek meenen van niet.; de hoofdingenieur echter van wel. De heer Oden acht, het ook wel gewenscht, daar verschillende natte plekken lek ziin. Voorzitter zegt, dat het in ieder geval de aandacht heeft. De heer Bosker deelt nog mede, dat het noodig is de gaten in den weg bij te vullen. Dit kan aan den opzichter worden opgedragen. Moet toch gebeuren als de weg geheel geteerd zou worden. Hierna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 5