Een modern paradijs.
Hieuwt abonné's
Schager Courant
gratis
Charles
Rex sas
Kantongerecht te Alkmaar.
HET LORD HOWE-EILAND VOORZIET DE
GEHEELE WERELD VAN PALMZAAD.
Geen werkcloozen, doch ook geen over
werkte menschen. Geen rechters en
geen advocaten. Geen bioscopen erf
geen couranten. Verboden voor motor
voertuigen.
Op het Lord Howe eiland, ongeveer 580 K.M. ten
Oosten van Australië gelegen, heerscht geen armoede.
Een ieder heeft aldaar zijn eigen huis en een inko
men, ofschoon niemand meer dan enkele uren per
week te werken heeft. Van dit ideaal oord stammen
ongeveer alle palmen, die de kerken, hotels of woon
huizen der geheele wereld versieren. Nochtans is dit
eiland niet grooter dan 11 bij 2*4 K.M.
Ongeveer in het begin van de vorige eeuw ontdek
ten Amerikaanschc walvischvaarders dit eiland en
vonden het geschikt voor het innemen van water.
Het drinkwater, dat op het eiland gevonden werd,
bevatte geen ziektekiemen, terwijl het eiland evenmin
vijandig gezinde inboorlingen herbergde. Omstreeks
1840 verhuisden twee families uit Sydney naar dit
eiland, teneinde groenten en" vruchten ten behoeve
van de zeelieden te verbouwen. Dit voorbeeld werd
door nog enkele families opgevolgd en omstreeks 1850
werd het eiland door een kleine Australische kolonie
bevolkt. Toen de walvischvangst in discrediet ge
raakte, ging men zich toeleggen op den verbouw van
palmzaden en tot op den huidigen dag vindt de be
volking van het eiland hierin een rijk bestaan.
De bewoners van het Lord Howe eiland zijn gezonde
en krachtige menschen. Het klimaat is zeer gezond
en de bodem van het eiland zeer vruchtbaar, zoodat
nagenoeg alles wat in tropische landen gedijt, op het
Lord Howe eiland voorhanden is.
De eilandbewoners zijn onderverdeeld in deelnemers
en niet-deelnemers. Deelnemer is diegene, die bij de
jaarlijksche verdeeling van het inkomen een aandeel
heeft. Om deelnemer te zijn, moet men op het eiland
geboren zijn of met een ingeborene gehuwd zijn en
minstens tien jaar op het eiland woonachtig zijn. De
huidige bevolking telt ongeveer 150 zielen, waarvan
slechts de helft deelnemers zijn.
Particulier bezit is op het eiland onbekend. Het
geheele grondbezit van het eiland behoort aan de ge
zamenlijke bevolking. Een commissie van controle
wijst iedere bewoner een stuk land toe. Zoolang het
bebouwd wordt, kan ieder stuk land op de erfgena
men overgaan, doch verkocht kan het niet worden.
Wanneereen jonge man wenscht te huwen en zijn
eigen grond bebouwen wil, deelt hij zulks de controle
commissie mede-
Het belastingsysteem is eveneens zeer eigenaardig.
Zij, die niet op het eiland geboren zijn, moeten, in
dien zij zich langoren tijd op het eiland ophouden,
een verblijfbelasting van vijf pond per jaar betalen.
Deelnemers aan de palmzaadindustrie zijn vrijgesteld
van belasting. Hen, die echter hun inkomen uit an
dere bronnen betrekken, wordt een zeker bedrag van
hun aandeel ingehouden. Op deze wijze worden do
inkomens der eilandbewoners op peil gehouden en
voorkomt men overmatige rijkdom of armoede. Op
deze wijze is het leven er zoo aangenaam en hebben
de menschen zoo weinig zorgen, dat een ieder niet
meer dan eenige uren per week behoeft te werken.
Het verkeer op het eiland geschiedt uitsluitend te
voet. Motorrijtuigen zijn verboden en men heeft
slechts enkele goedmoedige paarden, die voor het
vervoer van palmzaden gebruikt worden. Tennis,
cricket, kegelen, hengelen en zwemmen zijn de voor
naamste uitspanningen der eilandbewoners. De be
woners zijn zeer gastvrij. Rechtbanken en gevangenis
sen komen op. het eiland niet voor. Politie is hier
evenmin aanwezig. Advocaten zouden hier geen droog
brood verdienen kunnen.
Overal op het eiland groeien palmen. Om een
bushel palmzaad te verzamelen, heeft men één uur
noodig. Dit komt neer op twee uur werken per hoofd
per week. Derhalve heeft men op het eiland geen
werkeloosheid en ook geen overwerkten. Sommige
eilandbewoners hebben mooiere woningen dan andere,
doch dit is meer het gevolg van smaak, dan van
welstand.
Een dokter woont niet op het eiland. Daarentegen
bevindt zich er een verpleegster, die bij eventueele
ongevallen of geboorten de noodige hulp verleent.
Voor de kinderen heeft het eiland een schoolmeester
in dienst. Wanneer zij echter twaalf jaar zijn, gaan
zij voor verder onderricht naar Sydney.
Lord Howe eiland heeft geen bioscoop, geen the
ater en ook geen krant. Het leven gaat rustig zijn
gang, zonder haast en zonder opwinding. Met de bui
tenwereld staat men door middel van de radio in
verbinding. Om de vijf weken komt de postboot van
Sydney in de haven van Lord Howe eiland. Behalve
post, brengt de boot ook levensmiddelen mee. Deze
zijn bestemd voor den winkel, die de eenige plaats
op Lord Howe einland is, waar men geld kan uitge
ven.
Zitting van Vrijdag 13 September.
UITSPRAKEN VORIGE ZITTING.
Maarten Reek, Heiloër schildersknecht., de ama-
teur-wegracer werd veroordeeld tot f 10 boete of 10
dagen, terwijl zijn racecar, die hij ook gebruikt in
zijn vak, hem bij hooge uitzondering is teruggegeven.
De motorrenner G. A. du Pont te Alkmaar, werd
eveneens veroordeeld tot 10 gulden boete of 10 da
gen en voorts geen ontzegging rijbevoegdheid opge
legd.
NIEUWE ZAKEN.
'N ONVERANTWOORDELIJKE WILDEMAN.
Voor eenigen tijd verscheen 'n ingezetene uit
Scheveningen, zekere J. v. d. M., die in gezelschap
van eenige andere jongelieden, musici uit die zelfde
mondaine badplaats, met een door hem bestuurden
auto Caslricum was doorgedaverd en met 'n snel
heid van pl.m. ?0 kilometer 'n op het rijwielpad
staande jeugdige tuindersknecht uiet. Heemskerk had
aangereden en zoodanig gewond, dat hij nog niet ge
heel in staat was, zijn tuindersvak te beoefenen. Deze
ruwe rijder had destijds de schuld op een anderen
autobestuurder geworpen, omdat deze heer die aan
den weg stond geparkeerd, eensklaps den rijweg zou
zijn opgereden, waardoor verdachte genoodzaakt
was, eensklaps naar links uit te halen. Op grond van
dit verweer werd de zaak tot heden aangehouden en
als nu bedoelden bestuurder, de expediteur Bakker
uit Amsterdam, gehoord. De dappere automobilist
uit Scheveningen, die destijds heel wat praatjes ver
kocht, schitterde echter thans door afwezigheid, wat
jammer was, omdat de heer Bakker, die zelf 8 auto's
in zijn bedrijf heeft en dus ter zake kundig is, een
heel andere lezing gaf. Hij was zeer behoorlijk en ge
leidelijk den rijweg opgereden, doch verdachte reed
met een woeste vaart en moest met zooveel kracht
uithalen, dat hij nagenoeg de macht over het stuur
verloor en over den weg slingerde. Deze getuige
dacht dat die bestuurder stapel gek was. Iets derge
lijks werd ook bevestigd door den huisknecht
Meijne, die met den aangereden tuinder Hennema
uit Heemskerk op het rijwielpad stond. Het kwam
nu ook duidelijk naar voren aan wien hier de schuld
moest worden toegeschreven en vorderde de ambte
naar f30 boete of 30 dagen, 'n Civiele actie zal voorts
namens de beschadigde partij tegen dezen Scheve-
ningschen mijnheer worden ingesteld. A.s. week
vonnis.
Alkmaar.
:T IS ZAAK OM DAAR UIT JE DOPPEN TE
KIJKEN.
Een handelsreiziger te Alkmaar, N. Ch. Br., had op
het zoo gevaarlijke kruispunt Ritsevoort-Langestraat
-Kerkplein 'n verkeersfout gemaakt en plotseling
vóór 'n wielrijder, die voornemens was de Lange-
straat vanaf de Groote Kerk in te rijden, het Ritse
voort om willen rijden, wat het verderfelijk snijden
van het verkeer daarstelde. De wielrijder was ech
ter de politieman Verbaan en zijn gebiedend halt
miste nog tijdig niet de voldoende uitwerking. Niet
temin bleef een proces-verbaal niet uit en werd de
heer Br., die ten deele toegaf gefaudeerd te heb
ben, tot f6 boete of 6 dagen veroordeeld.
Alkmaar.
JE MOET MAAR PECH HEBBEN.
De reiziger Jan H. uiet Bergen had een zakelijke
afspraak met een cliënt in Hilversum of daarom
trent en moest zich terdege reppen om in Alkmaar
zijn trein te halen, waardoor hij zich liet verleiden,
de Berger tunnel door te peddelen. Deze overtreding
werd opgemerkt door agent Verbaan, die natuurlijk
niet naliet, den heer H. aan te houden en te verba
liseeren. Dit oponthuod had echter het gevolg dat
hij den trein mist en thans nog tot overmaat, van
ramp tot f4 boete of 4 dagen werd veroordeeld,
Alkmaar.
HET SLOT WAS TOCH, DAT SIJMEN MOEST
BETALEN.
Een vrachtrijder uit H.IL Waard was op 31 Juli op
den Helderschenweg door de verkeerspolitie, de agen
ten Webster en Volbeda aangehouden in verband
met de controle op de deugdelijkheid van zijn vracht
auto. De vrachtrijder kreeg evenwel deze geuniform-
de heeren in de gaten en koos het hazepad, maar de
dienstmotor met zijspan was hem te vlug en werd
dan ook na remproef geconstateerd, dat deze beide
remmen niet voldoende in orde waren.
Volgens verdachte, heden terecht staande, waren
deze remmen zonder gebreken en pas 'n dag of wat
te voren nagezien, maar hij had niet met voldoende
kracht durven remmen, omdat naast hem een 3-ja-
rig kind zat, dat door de kracht van het remmen
van de bank af had kunnen stuiven.
Dat hij voorts had getracht de controleurs te ont
komen, schreef hij toe aan een zekere angst, dat zijn
stuurinrichting niet deugde.
Agent Webster verklaarde evenwel, dat die stuur
inrichting geen motief gaf tot bemerkingen, maar
hij handhaafde zijn diagnose omtrent de remmen,
zoodat ten slotte de vrachtrijder werd veroordeeld
tot f8 boete of 8 dagen.
DINSDAG 17 SEPTEMBER.
HILVERSUM (1875 M.)
AVRO-uitzending. S.00 Gramofoonpl.; 9.00 Om
roeporkest olv. N. Treep; 10.00 Morgenwijding; 10.15
Gramofoonpl.; 10.30 Vervolg Omroeporkest; 11.00
Mevr. R. LotgeringHillebrand: Eten koken (II);
al 1.30. Gramofoonplaten; 12.00 Reportage door Majoor
W. G. de Bas en W. Vogt op het Binnenhof te Den
Haag. Troonrede van H. M. Koningin Wilhelmina;
2.00 Orgelconcert P. van Egmond Jr. m.m.v. A.
Jansen (viool); 3.004.00 Omroeporkest olv. N.
Treep; 4.15 Gramofoonplaten; 4.30 Radiokindorkoor-
zang olv. J. Hamel; 5.05 Voor kleine kinderen; 5.35
Kovacs Lajos' orkest en Gram.pl.; 7.00 Kinderkoor
„Zanglust" olv. W. Hespe; 7.30 Disco-Nieuws; 8.00
Berichten; 8.10 Herhaling v. d. Troonrede (gr.pl.);
8.25 Gramofoonpl.; 8.30 Taptoe van de Kon. Militaire
Kapal olv. Kapt. C. L. Waltlier Boer (Uit den
Haag); 9.00 Derde episode van „De blauwe sma
ragd". spel van L. Willink. Leiding: Kommer Kleim;
9.40 Het Omroeporkest olv. N. Treep; 10.15 D. Hans:
De Millioenen-Nota; 10.45 Gramofoonpl.; 11.00 Be
richten; 1.1012.00 D, AVRO-Decibels.
HILVERSUM (301 M.)
8.00—9.15 en 10.00 Gramofoonpl.; 11.30—12.00 Godsd.
halfuur; 12.15 Orkestconcert; 12.45 Uitzending
Trooni'ede; 2.00 Voor de vrouw; 3.00 Sohlagermu-
ziek; 4.00 HIRO; 5.15 Orkestconcert, en gramofoonpl.;
7.15 Lezing; Gramofoonpl.; 8.00 Berichten; 8.05 Or
kestconcert; 8.30 Militaire muziek; 9.00 Causerie; Or
kestconcert; 9.45 Voordracht; 10.10 Schlagermuiziek
10.30 Berichten; Schlagermuziek; 11.0012.00 Gram.
pl, en Schlagermuziek;
DROITWICH (1500 M.)
10.35—10.50 Morgenwijding;; 11.05 Causerie; 11.20 Or
gelspel S. TorcÜi; 11.50 Gramofoonpl.; 12.20 BBC-Nor-
thern-orkest olv. McNair; 1.20 Het Norris-Stanley-
sextet; 2.20 Gramofoonpl.; 3.05 A. Orgelist en zijn
orkest; 3.50 Gramofoonpl.; 4.35 L. Parker (sopraan)
en het New Englisth Trio; 5.35 Het BBC-Dansorkest
olv. Henry Hall; 6.20 Berichten: 6.50 Werken van
D. Scarlatti (sopraan, hobo en strijkkwartet); 7.15
en 7.50 lezingen: 8.10 „Songs from the shows", revue
programma; .10 Causerie; 9.25 Gramofoonpl.; 10.00
BBC-orkest olv. C. Ravbould, m.m.v. E. Fisher (pi
ano); 11.35—1220 Lew Stone en zijn band
RADIO PARIJS (1648 M.)
7.20 en S20 Gramofoonpl.; 12.35 Orkestconcert olv.
Labis; 9.05 Gevar. programma olv. P. Clérous: 11.10
—12.35 Dansmuziek.
krijgen vanaf
heden de
tot 1 October
HET VROEG ROOIEN VAN GLADIOLUS
KNOLLEN.
Evenals vorige jaren wordt door den Planfenizielt-
tonikundigen Dienst bij alle Gladiolus-kweekers er
ten sterkste op aangedrongen de gladiolusknolilen
vroegtijdig te doen rooien. Het vroeg rooien is. het
werkzaamste middel om dc aantasting der knollen
door verschillende ziekten (o.a. Droogrot, Hardrot,
Schurft) en vooral ook de toename dezer ziekten
gedurende den winter tegen te gaan.
Het is om aanmerkingen .uit het buitenland en
daardoor moeilijkheden bij den uitvoerhandel te
voorkomen volstrekt noodzakelijk, dat alles gedaan
wordt om de aantasting der knollen door ziekten te
beperken. Vroegtijdig rooien, d.w.z.- liefst vóór 15
September (uiterlijk in de tweede helft van die
maand) is daarvoor noodzakelijk. Late soorten kun
nen iets later gerooid worden dan vroege.
Verder is een voorzichtige behandeling der knol
len bij het rooien en tijdens het vervoer van het al
lergrootste belang. Hieraan ontbreekt op vele plaats
sen nog zeer veel, zoodat in dit opzicht nog zeer veel
verbeterd kan worden.
Men zorge ervoor de knollen na het rooien in den
korist mogelijken tijd door en door winddroog te
maken, ze voorzichtig te vervoeren en ze dan in een
schuur of in een andere bewaarplaats op te bergen,
waar ze droog gehouden kunnen worden door goede
ventilatie, zoo noodig door eenige verwarming. De
knollen moeten niet in dikke lagen gelegd worden.
Het mag niet meer voorkomen dat Gladiolusknol
len dagen lang voohtig op hoopen of in kuilen op
het land blijven liggen, wat in enkele streken van
het land wel geschiedde. Alleen door een zorgvul
dige behandeling kan men een product krijgen, dat
geschikt is om naar het buitenland verzonden te
worden.
De Plantenziektenkundige Dienst dringt er, bif
alle belanghebbenden ten sterkste op aan, hierbij
hun medewerking te verleenen.
KALUNDBORG (1261 M.)
12.202.20 Strijorkest olv. H. Andersen; 3.35—5.35 M.
Hansen's orkest; 8.20 Operamuziek olv. Gröndahl;
8.50 Hoorspel; 9.05 Viola en piano; 9.25 Veiwolg om
roeporkest; 9.55 Reportage; 10.40 Omroeporkest olv,
Gröndahl; 11.2512.50 Dansmuziek.
KEULEN (456 M.)
6.50 Orkestconcert; 12.2Ó Uit Leipzig: Omroeporkest
olv. Kretzschmar; 2.35 Gramofoonpl.; 4.20 Viool en
piano; 5.20 Weragkamerorkest olv. Hagestedt; 8.30
Pianorecital; 9.20 Opera-uitzending.
ROME (421 M.)
9.00 Gramofoonpl.; 9.20 Concert; 1020 Zang.
BRUSSEL (322 en 484 M.)
322 M.: 12.20 Gramofoonpl.; 12.50 Salonorkest: 1.50
220, 520. 6.35, 7.35 Gramofoonpl.; 8.20 Symphonic-
concert olv. Meulemans; 10.3011.20 Gramofoonpl.;
484 M.: 1220 en 1.30—220 Gramofoonpl.: 5.20 Salon
orkest; 6.20 Zang; G.50 Salonorkest; 8.20 Omroep
orkest olv. Gason; 10.30—1120 Dansmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER (1571 M.)
S.30 „Le serva padrona' in twee actes van Pergolesi;
920 Barnabas von Geczy en ziin orkest; 10.20 Be
richten; 10.50 Zang en piano; 11.05 Weeihericht?
11201220 Liszt-concert (Gr.pl.)
door
Ethel MDelL
60.
Hij was lang en breed en toonde de meest innige
verachting voor alle anderen van zijn geslacht. Hij
keek niet naar Saltash en scheen ook de menigte
iet op te merken, die zich verdrong om de schoone
vrouw, dio stormenderhand de heele wereld verover
de. Hij was onverschillig voor zijn omgeving en keek
vóór zich met oogen als van een Viking, die den
.verren horizon zoekt. Hij liep frank en vrij als een
echte zeeman; en toen do yrouw haar wonderschoon
gelaat naar hem toewendde, was het iedereen duK
delijk, dat ze niemand zag dan hem, hem alleen.
Hij ging naast haar loopen en zij zagen, hoe ze
gemeenzaam de hand op zijn arm legde, alsof ze
alleen waren. Toen brak een algemeen gejuich los
en de betoovering was verbroken. Daarop zag ze hen
allen weer eh groette vriendelijk lachend naar alle
kanten. De groote hall daverde van 't gejuich, maar
niemand dacht er aan haar aan te spreken of te
doen stilstaan.
Later zou ze hen geven waarnaar ze allen verlang
den, maar het oogenblik daarvoor was nog niet ge
komen.
Zoo ging ze de breede, gebeeldhouwde trap op
naast haar flinken, gebaarden Viking, lachend als
een gelukkig kind, dat zich op den komenden mor
gen verheugt.
Toen zij den hoek van de trap omging, nam ze
een roode roos van de borst en wierp die haar ver-
e"". .'.o:'3 toe.
Zij was voor Saltash bedoeld, maar viel voor Spen-
FEUILLETON
toli neer, die haar opraapte en met de oogen ver
slond. Toen hij er zijn lippen op drukte, snikte hij.
„Mon ami!" zei Saltash stem schertsend achter
hem, „je hebt mijn eigendom gestolen. Maar, nu 't
voor mij toch geen waarde heeft, moogt ge 't behou
den."
Spentoli keek hem m,et gloeiende oogen aan en
zei zachtjes: „Ja, lach maar! Ge hebt... geen hart!"
„Is 't dan niet beter om te lachen?" vroeg Saltash.
„I-Iadt ge een klap in 't gezicht verwacht?"
Spentoli staarde hem een oogenblik aan, was toen
zichzelf weer meester en zei:
„Weet ge wat ze van haar vertellen? Ze zeggen
dat ze stervende is. Maar dat is niet waar... dat kan
niet waar zijn! Zooveel schoonheid, zooveel liefelijk
heid, kan niet sterven!"
De bittere lijnen op Saltahs1 gelaat teekenden zich
nog scherper af. Hij haalde de schouders op en
zw peg.
„Wie is die man die bij haar was?" vroeg Spentoli.
„Ik heb hem nog nooit gezien, 't Is een man met het
uiterlijk van een Deen. Kent ge hem?"
„Ja, ik ken hem", antwoordde Saltash.
„Wie is hij dan? Een nieuwe minnaar?"
En uit die vraag klonk nauw bedwongen ijver
zucht. En in Spentoli's oogen smeulde het weer.
Saltash keek buitengewoon spottend toen hij ant
woordde: „Misschien nieuw, maar zeer waarschijnlijk
een zeer oude. Zijn naam is Larpent en hij is kapi
tein op mijn jacht!"
HOOFDSTUK V.
DE DOODEN-DANS.
„We zullen maar op de galerij gaan zitten", zei
Saltash.
Toby keek hem dankbaar aan. „Daar zullen niet
zooveel menschen zijn," zei ze.
Hij keek haar aan, een beetje boos, maar toch ook
een beetje ondeugend.
„Maar iedereen zal weten dat Lady Saltash er is,
met haar echtgenoot."
Ze legde overredend de hand op zijn arm. „Char
les, laten we weggaan uit Parijs."
„Begint 't je te vervelen?" voreg hij.
Haar gezichtje betrok. „Neen neen maar" en
ze zweeg en liet er toen plotseling met haar lieven
glimlach op volgen: „Doe maar zooals jij 't liefste
wilt."
Hij tikte haar op de wang en zei:
„Zal ik je eens wat zeggen, mignonne, we ver
trekken heel spoedig."
Haar oogen schitterden en ze raakte zijn hand
even met haar lippen aan en trok toen weer terug,
als vreesde ze hem boos te maken.
„Gaan we dan naar 't jacht?" vroeg ze en tracht
te haar stem niet al te verlangend te doen klinken.
„Ja!" zei Saltash beslist.
Een oogenblik helderde haar gezichtje op, maar
betrok toen weer, terwijl ze hem weifelend aankeek.
„Maar als je je in Parijs beter amuseert begon
ze.
„Ik amuseer me niet in Parijs", zei hij met na
druk en liet er plotseling op volgen: „Wil je een
sigaret, terwijl ik me ga kleeden?"
„Kan ik je ook helpen? Ik heb alles klaargelegd"
Hij keek haar glimlachend aan. „Hier niet, ma
chère, misschien als we weer op het jacht zijn."
Hij voleindde den zin niet en liet Toby alleen, die
hem met groote oogen nakeek, als een die eindelijk
iets heerlijks in het verschiet ziet
Toen hij de deur achter zich had dichtgetrokken,
stak ze beide armen naar hem uit en herhaalde
fluisterend zijn laatste woorden. „Misschien als we
weer op 't jacht zijn."
Toen ze een poosje later de groote eetzaal binnen
traden, was er weer wat kleur op haar wangen en
speelde weer een glimlach om haar mond, ofschoon
ze op haar gewone, bijna angstige manier om zich
heen keek.
Zij haalde verruimd adem, toen ze zag dat er in
een hoekje een tafeltje voor hen gereserveerd was.
Ze ging zitten en scheen zich zoo klein mogelijk te
willen maken. Weer sprak niemand hen aan, maar
menigeen wierp een blik in hun richting. Saltasli
was een te bekende persoonlijkheid, om in eenig
deftig gezelschap onopgemerkt te blijven. Maar de
algemeene attentie was niet op hen gevestigd. Die
bepaalde zich dien avond tot een veel grootere at
tractie.
Ze zat aan het eind van de zaal, als een koningin
die audiëntie verleent en naast haar de Viking, ern
stig en in zichzelf gekeerd, en bekommerde zich in
't minst niet om de hen omringende menigte, maar
scheen zich te voelen of hij met haar alleen op een
eiland zat. Maar wanneer hij sprak, keek ze hem
aan met een stralend gezicht van een vrouw die liaar
hartewensch vervuld ziet.
Ze droeg een prachtig blauw kleed en de juweelen
die zij droeg schitterden bij iedere ademhaling. Bo
ven het voorhoofd prijkte in haar mooi blond haar
een enkele fonkelende diamant, die in ontelbare kleu
ren straalde. Ze vierde dien avond haar schitterendste
triomf. Allen die haar kenden waren 't er over eens,
dat ze haar nog nooit zoo mooi hadden gezien. Ze
staarden haar aan met kloppende harten. Ze was als
een wezen uit een andere wereld en overtrof iedere
voorstelling, die men zich van haar had gemaakt.
Naar men zei, op haór verzoek, speelde het orchest
alleen dansmuziek, die onweerstaanbaren invloed uit
oefende op ziel en zinnen. Die bereidde het publiek
voor op hetgeen volgen zou.
Gedurende den maaltijd nam de opgewondenheid
nog toe. De menschen leken half krankzinnig.
Voor het diner nog was afgeloopen, stond ze op.
Haar metgezel deed desgelijks en nam haar shawl
van blauwe tulle met goud doorweven over zijn arm.
Dat was het teeken voor een algemeene demonstratie.
Een jongmensch, met oogen die getuigden van zijn
groote bewondering, sprong op de tafel van de groo
te zaal en hief een glas roode wijn in de hoogte.
„Leve Rozelle! Leve Rozellc!"
(Wordt vervolgd,}1