Eigenaardige dieren. Henley biedt zijn boek aan. ALLERLEI GEKNUTSEL PALINGEN HEFFEN EEN met karton en touw. waarnaar Henley het boek zou kunnen sturen. De jonge man begon langzamer hand wanhopig te worden, want hij leed honger. En toen het boek terug kwam van den uitgever, op wie zijn laatste hoop ge vestigd was, besloot hij, korte metten te maken. Hij wilde zijn werk vernietigen. Het was in het hartje van de zomer, dus kon hij de roman niet in de kachel stop pen. Bovendien leek hem de vuurdood te afgezaagd. Hij wilde zijn werk op een heel bijzondere wijze vernietigen. Nadat hij het geschrift opgerold had, bond hij er een touwtje om heen, ging naar de Lon don-Bridge, om het van daar in de rivier de Theems te werpen. En opdat hij het toch maar goed vèr zou kunnen gooien, bond hij het aan een lange draad, en maakte toen met zijn arm, aan welks uiteinde het pakje met het touw, 'n paar kringvormige bewegingen, die als aanloop bedoeld waren. Maar terwijl hij die bewegingen, maakte, schoot het toch uit zijn vingers en kwam het pakje niet in de Theems terecht, maar tegen het hoofd van een heer, die net over de brug liep. Gelukkig werd de vaart van het pakje door de „hoge zijden" van den heer gebro ken, zodat het niet al te hard aankwam. Maar de hoed was er geweest. Als een har monica werd hij platgedrukt. Het is te begrijpen, dat de heer in een woedegehuil losbarstte. Van schrik. En di rect kwamen agenten, om te zien wat er aan het handje was. Henley werd aangehouden en naar het dichtstbijzijnde politiebureau gebracht. En ook de heer ging mee, om te getuigen. Be schaamd vertelde Henley wat er precies gebeurd was. Ondertussen had de heer zich weer hersteld, nadat hij merkte dat hij niets gebroken had. En omdat het een vrolijke, goedhartige man was, lachte hij al gauw om het hele geval, en trok zijn aan klacht in. Voor de politie was de zaak dus in orde. De volgende dag kreeg Henley een brief, die blijkbaar kwam van een der grootste uitgeverijen van de stad. „U hebt mij gisteren op zo treffende wij ze Uw boek aangeboden, dat ik het daarom graag wil lezen." schreef de uitgever zelf, „In het ziekenhuis" werd nu (misschien wel voor de eerste maal door een uitgever)] werkelijk gelezen en goed bevonden. Het boek verscheen en sloeg geweldig in'f WISTEN JULLIE DAT de luchtdruk, die het glazen ballonnetje van een normale radio-lamp heeft te weer staan, ongeveer 100 K.G. bedraagt, tenvijl het glas niet meer dan ongeveer milli meter dik is? de zwakste gloeidraad van een radio lamp slechts 0.005 gram weegt, dus nog veel minder dan een mensenhaar van ge lijke lengte? m - Nu mogen we de. vlees-etende papegaai niet vergeten! Die woont op Nieuw-Zee- land, je weet wel, dat eiland dichtbij het vasteland van Australië. Hij at zowel planten als vlees. Maar toen HUIS OP! door F. S. FIJN, ZULK SPEELGOED de mensen op Nieuw Zeeland begonnen, schapen in te voeren, die zij op de mooie weiden lieten grazen, kreeg de papegaai, die Kea heet, erge zin in schapenvlees. De herders en fokkers konden in het be gin maar niet begrijpen, welke eigenaardi ge ziekte dat was, waardoor het aantal schapen verminderde. De schapen en lam meren hadden grote wonden, velen kwa men niet terug, dode dieren werden in de omtrek gevonden. Dat de kleine Kea daar de oorzaak van was, daar .dacht, niemand aan. De eersten, die er wèl aan dachten, werden hartelijk uitgelachen. De papegaai is toch geen roofvogel! En tóch was het zo. Sedertdien vervolgen de herders en fok kers op Nieuw-Zeeland Kea, en over en kele jaren zal zijn ras uitgestorven zijn. Ingewikkelde knopen. Het is erg gemakkelijk, wanneer je kunt knopen. Want je kunt het bij allerhande dingen nodig hebben. Je kunt netten gaan knopen, of gordijnen maken voor het pop penhuis. Ik noem nu maar twee voorbeel den, maar je zult er zelf wel een hele boel meer weten. Hoe dat knopen nu gaat, kun je zien op de plaatjes. Een papegaai die schapen eet. Kangeroe's leven op bomen. door G. Lourensze. Er zijn een heleboel dieren in de natuur, die niet horen bij een bepaalde diersoort. Ze hebben zo'n beetje een ratjetoe van al lerlei eigenschappen van verschillende die ren, die helemaal niet op elkaar lijken en niets met elkaar te maken hebben. Nu wil ik het niet hebben over dieren, die de mensen zelf verzonnen hebben, zoals bijvoorbeeld de vogel Phocnix, die als hij oud was, zich in het vuur stortte, om dan weer jong uit de as te herrijzen; verder de zeeslang, vuurspuwende draken, enzovoorts Die verzonnen dieren lijken anders veel op diersoorten, die nu al eeuwen en eeuwen uitgestorven zijn. Nee, ik bedoel „rare" dieren, die écht le ven! Die er zó eigenaardig uitzien, dat je, als je ze op een plaatje ziet, haast niet kunt geloven dat ze werkelijk bestaan. Dat was het geval bij het vogelbekdier, dat je hier ziet 'afgebeeld. Hij draagt een pels, heeft vier poten en... een snavel. Dat vond men vroeger zó raar, dat ze dachten dat de mensen, die erover vertelden, hen voor de gek hielden. Wat heus niet zo was! Nog maar pas geleden zijn de mensen te weten gekomen, hoe de paling leeft. Die is ook zó geheimzinnig, dat je haast zou denken: dat vertelt hij nou wel, maar is er ook wat van aan?! Jonge palingen komen van zee, gaan de rivieren stroomopwaarts, en ondertussen veranderen de „glas-aaltjes" in rivierpa lingen. Wanneer er nu niet genoeg water naar hun zin is, gaan ze over vochtige wei den naar de dichtstbijzijnde rivier. Wan neer ze die niet vinden, woelen zij zich in het slik. Het is wel eens gebeurd dat bóven zulke verborgen palingen een huis werd gebouwd, dat drie jaar hner een beetje opgeheven werd. Het bleek, dat dat kwam door... dui zenden vingerdikke palingen, doordat zij geen licht hadden gehad en die weliswaar half platgedrukt waren, maar toch leef den! Wanneer de rivierpalingen na zes, ze ven jaar „volgroeid" zijn, verlaten zij het zoete water, gaan naar zee en maken een reis naar Amerika, tot bij de Azoren. Waar palingen precies geboren worden, weet men tegenwoordig nog niet. I Dan is er nog zo'n eigenaardig dier: de kangeroe, die leeft in Australië, in de step pen. Je hebt vast wel eens een plaatje van hem gezien. Wat een lange achterpoten heeft hij, hè? Daar kan hij wel tien meter mee springen! Wist je echter óók, dat er kangeroe's zijn, die op bomen leven? Je zult misschien denken: wat hebben die dieren eraan," om dat te doen, terwijl ze toch geschapen zijn voor de vlakte? Maar ze worden er door de natuur ook toe ge dwongen. Ze leven namelijk op Nieuw- Guinea, waar het één en al bos is. Wan neer ze nu voedsel moeten zoeken en hun vijanden willen ontgaan, gaan ze „de bo men in!" strijd, dat je door het touw in te brengen, de driehoek van het eind, dat je in je hand houdt, tot de stoelpoot te brengen. Het is helemaal niet zo eenvoudig, en al leen wanneer je het rustig doet, heb je kans om het doel de stoelpoot dus te bereiken! Je kunt net zoveel kinderen mee laten doen, als je wilt, hoewel het natuur lijk aardiger is, wanneer het er niet meer dan vijf of zes zijn. Anders kun je mis schien 'twee partijen tegen elkaar laten spelen; dat is wèl zo aardig! Dan begrijp je het beter, dan wanneer ik het je uit zou leggen! Je moet niet te dik touw nemen, en het mag ook niet te ste vig gedraaid zijn. Laat het eerst een half uur in water liggen, dan wordt het „le nig." EEN WEDSTRIJD. Met kartonnen driehoeken en stukjes touw kun je wedstrijden gaan houden. Dat wisten jullie niet hè?! Je ziet op het plaatje, waar je in die driehoeken gaatjes moet maken. Dan bind je het ene eind van een stuk touw aan een stoelpunt vast. Het andere eind neem je in de hand. Allen, die meedoen, moeten dus een stuk touw en een kartonnen drie hoekje hebben. Nu is de hele aardigheid van deze wed- Een grappig, echt ge beurd verhaal van een armen schrijver. Hoe een uitgever een boek naar zijn hoofd geslingerd kreeg. door Mevrouw M. Jansen-v. Deventer. Daar was eens een... schrijver, Henley ge naamd. Aan de naam merk je misschien wel, dat het een Engelsman was. Henley had 'n roman geschreven, die „Tn het ziekenhuis" heette, en waarvoor hij nu al een hele tijd een uitgever aan het zoe ken was. De brievenbesteller van de wijk, waar Henley woonde, verwenste die ro man verschrikkelijk, daar deze van elke reis, die hij naar de verschillende uitge vers maakte, per ommegaande terugkeer de, en dan moest de arme brievenbesteller de steile trap, die leidde naar Henley's dakkamertje, op. Ten slotte was er geen uitgever meer,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 20