Een excursie door het Charles R ex 5385 De tangendijker Groentenveilingen. Ethel M. Dell. De mogelijkheden van het plan Zeeman. Men schrijft uit tien Langcndijk: Op uitnoodiging van de commissie tot voorberei ding en propageering van het plan-Zeeman hebben wij een rondvaart meegemaakt door den polder het Geestmeram'bacht, om een indruk te krijgen van de toestand van de te velde staande gewassen en van de plaats waar de in dit plan genoemde weg ongeveer zou moeten komen te liggen. Zaterdagmiddag om 1 uur begon de tocht vanaf Koedijk per motorboot van wethouder Hart, die te vens de leiding van dezen tocht op zich nam. In de motorboot waren o.m. aanwezig de heer ir. Haze- loop, Rijkstuinbouwconsulcnt, zijn assistent ir. Bar- tcls, de heer W. van de Vall, lid van Prov. Staten en van den Alkmaarschen Gemeenteraad. Verschil lende Kamerleden en Gedeputeerden hadden bericht van verhindering gezonden. Nadat een foto van het gezelschap was genomen, tuften wij het Ambacht in. Het had. met het prach tige weer. dat den tocht begunstigde, een pleizïer- vaart kunnen zijn, als het doel niet was geweest zich met eigen oogen van den droevigen toestand te ovcruigen, waarin de veldvruchten, welke den be woners van den polder een bestaan moeten verschaf fen, verkeeren. TE MIDDEN VAN DE KOOLVELDEN De indruk, welke men hiervan krijgt is allesbe halve gunstig. 1-Iet rapport over den toestand uit gebracht door de excursie van den Nederlandschcn Tuindersbond, dat wij in het nummer van Zaterdag j.1. opnamen, zegt niets te veel. Wii zagen akkers, die voor het grootste gedeelte waren vernietigd door de luizen, die. in gezelschap van een flinke hoeveel heid aardvlooien, de excursisten .bezochten", zoodat men wel kon zeggen, „onder het ongedierte weg te zitten." Maar niet alleen de luizenplaag heeft verwoestin gen aangericht, ook de draaihartigheid heeft heel wat slachtoffers gemaakt. Vele koolstronken, welke eigenlijk al een flink kooltje moesten dragen, wa ren bezet met vier of vijf roosjes, welke nooit tot een kool zullen uitgroeien. De galmug heeft ook dit jaar zijn vernietigend werk gedaan! DE BESTRIJDING VAN DE GALMUG Aan de bestrijding van deze galmug wordt alles en alles gedaan, maar tot heden zonder succes. Dc draaihartigheid wordt eer erger dan minder. Zooals het oorspronkelijke plan van den heer Zeeman was, wilde hij de draaihartigheid bestrijden door een middel toe te passen, dat wel als een paardenmid del mocht worden beschouwd, n.1. om gedurende een zeker aantal jaren heelemaal geen kool in het am bacht te verbouwen, waardoor de galmug gedoemd zou zijn te sterven. Dit zou wel „het" middel zijn, maar vele moeilijkheden kleven er aan. Er is ook nog een ander middel, dat tenslotte het beoogde doel zou kunnen hebben. Er zijn producten, zooals graan, welke de galmug niet de vereischte levensbehoeften geeft en waarin dit beestje niet kan leven. Door de slechte tijdsomstandigheden en saneering van tuin bouwbedrijven. heeft men al verschillende graan akkers in liet Ambacht. Nu wil echter het geval, dat inplaats van een bestrijding der draaihartigheid te zijn, deze akkers de draaihartigheid bevorderen! De galmug gedijt, het best in de luwte. Als de graan akkers in vollen groei staan, wordt er voor de veelal daarnaast liggende koolakkers een luwte geschapen, met gevolg, dat het met de draaihartigheid erger Is dan ooit te voren. Men vervalt dus van kwaad tot erger. DAADWERKELIJKE WISSELBOUW. 1 Een daadwerkelijke wisselbouw zou hierin veran dering kunnen brengen en tevens de draaihartigheid tegengaan. Wat er met een „daadwerkelijke wissel bouw" bedoeld wordt? Een jaarlijksche verandering van cultuur, zoodat om de vier jaren op hetzelfde stuk land het zelfde product wordt verbouwd. Dat ïs wisselbouw. Maar liet. „daadwerkelijke" daarvan wil zeggen, dat niet in de tegenwoordige samenstelling van het Ambacht, van akkertje van deze en akkertje van gene, deze wisselbouw wordt, toegepast, zoodat men toch geen verbetering zou krijgen, maar dat de pol der in vier gedeelten werd verdeeld, waarbij dan werd vastgesteld, dat in een bepaalde zóne geen kool verbouwd mag worden in een zeker jaar en zoo vervolgens in alle vier zones. Daardoor zou zeer zeker een verbetering verkregen worden. Deze z.g. vakkeivbouw brengt echter dc noodzakelijkheid met zich van een flinke verkaveling van den grond. De weg dwars door het Geestmerambacht. ook een onderdeel van het plan. zou voor dc verkaveling van den grond en voor de waarde van den grond van groot belang kunnen zijn. Zooals wij in liet Zatcrdagnumimer reeds betoog den. kan de grond, benoodigd voor de aan den nieu wen weg te stichten bedrijven, verkregen worden door aankoop, maar ook door ruilverkaveling. In het kader van het plan is ruilverkaveling wel het beste, omdat dan meteen de verkaveling van het overige deel van den polder ook ter hand kan wor den genomen. Het nut en het voordeel van de ver kaveling hebben wii reeds geschetst ten opzichte van de betere benutting van de arbeidskracht. Er is eclifer nog een voordeel. Als, tengevolge van de ruilverkaveling, hef mo gelijk is. dat de tuinder dicht bij of op zijn bedrijf woont, stiïert daardoor de waarde van den grond, niet dien verstande, dat dc opbrengst, door de meer intensieve bewerking van den grond, grooter zou zijn. DE MAGERE GROND AAN DE ZOMER- SLOOT. „De magere gronden aan de Zomersloot" is een gezegde, dat zoo moet worden opgevat, dat het land aan de Zomersloot te ver van de huizen der be- bouwers ligt. otn die bewerking te ondergaan welke de landerijen krijgen, dicht bij de huizen gelegen. Ir. Hazeloop bevestigde, dat de gronden aan de Zo mersloot eerder onder de betere gronden behoorden, maar dat de benaming „mager" was ontstaan door hetgeen wii hierboven schetsten. Een treffend bewijs van het. verschil in verkoop waarde is wel. dat in normale, of laten we zeggen hoogeoniuncluurtijden bet. land bii de huizen f4000 per H.A. opbracht en het, land aan de Zomersloot f 1600, terwijl de kwaliteit van den grond de/zelfde was. Alleen door het feit. dat de opbrengst door het veraf liggen van bet land ongr- ':g werd beïnvloed, werd dit verschil gemaakt. Niet alleen dus. dat, een weg dwars door het Geestmerambacht nut zou afwerpen als werkver schaffingsobject. was hii ook rendabel door de stij ging van de gebruikswaarde van den grond, onge acht nog bet belang als verkeersweg, dat ook niet weg te cijferen is. liet aanleggen van een weg door het Geestmer ambacht kan dan ook zeer zeker als een productief werk worden beschouwd. Wij hebben nu met eigen oogeri het „magere land" aan de Zomersloot gezien. Wat de kwaliteit van dat land betreft, laten wii het oordeel gaarne over aan meer bevoegden, zooals de heer Iïazeloop, die het onder de betere soorten rangschikt.. FRUITTEELT. Wel hebben wii ons oordeel kunnen vellen over de hoogte van het land in verband met het derde gedeelte van het plan. de stichting van fruitbedrij- ven langs den weg. Volgens verschillende deskundigen zou de grond in het Ambacht over het algemeen te laag zijn voor den verbouw van fruit. Het land aan de Zomersloot is echter heel wat hooger dan verschillende booro- gaarden welke wij op den tocht hebben gezien en waarin vele hoornen rijke vruchten droegen, al heeft de storm van het begin van de vorige week danig huisgehouden. Tenslotte is echter, als het misschien beter is dat de waterstand lager is, de mogelijkheid* van onder bemaling nog aanwezig. Wel een bezwaar lijkt het voor het stichten van boomgaarden, dat het land doorsneden wordt door zoovele ziïslooten. Met de tegenwoordige versnippering van het land zal het niet wel mogelijk zijn. boomgaarden aan te leggen. Hiervoor is echter wel iets te vinden. De slooten kunnen gedempt worden en daardoor net zulke groo- te pcrceelen worden gevormd, als noodig is. Waarmee die slooten gedempt moeten worden? Een der excursisten zag hierin een mogelijkheid om tot oplossing te komen met. het probleem van het „stadsvuil" van verschillende steden. Dat zijn echter dingen van later zorg. Het is niet de bedoeling van de commissie om te zeggen: Hier wilien we den weg hebben en zoo en zoo willen wij het uitgevoerd zien. Het doel is, dat het. plan nader onderzocht wordt door een studie-commissie van vooraanstaande man nen op allerlei gebied. EEN ZAAK VOOR DE PROVINCIE. Volgens onze meening is de Provincie het aange wezen lichaam om de mogelijkheden van het drie ledig plan te onderzoeken en indien de mogelijkheid blijkt, het uit te voeren. Het bestaan van duizenden gezinnen is er mee gemoeid. De kurk. waarop de bevolking van de kool streek drijft, het Geestmerambacht, moet in staat worden gehouden ,zijn bewerkers een bestaan op te leveren. Ten eerste door bestrijding van het grootste kwaad, de draaihartigheid. De grond moet weer volledige oogsten kunnen opleveren. Ten tweede door den aanleg van een weg dwars door den polder, waardoor de gebruikswaarde van den grond grooter wordt, een werkvcrschaffingsob? ject wordt geschapen, dat groot nut zal afwerpen voor de gemeenschap en mogelijkheden schept tot de stichting van bedrijven aan dien weg. Ten derde een cultuur-verandering. Tengevolge van de steeds toenemende zelfvoorziening van onze grootste afnemers van de hier geteelde groenten- soorten, wordt de afzet z.eer bemoeilijkt. Het blijkt echter uit de invoercijfers, dat een groote hoeveel heid fruit, vooral appelen en peren wordt inge voerd. Dus kan de teelt van appelen en peren in ons land nog worden uitgebreid. In bevoegde krin gen acht men dit nog zeer wel mogelijk. Daarom zou de invoering van fruitcultuur in het Geestmer ambacht loonend kunnen zijn. Met belangstelling zien wij het verdere verloop van het plan tegemoet, dat voor de Langedijker tuin bouwstreek van zeer groote waarde kan zijn. Nogmaals, wij zien er vooral een taak in voor het provinciaal bestuur, dat het eenige lichaam, is, dat een en ander volledig kan doen onderzoeken. Zes millioen meer steun voor den tuinbouw - Wat zeer noodzake lijk is - Uitkeering tot 100 pet., van de richtprijzen. - Vooral zij, die goed geteeld hebben, kunnen er van profiteeren. - Lage prijzen voor aardappels. - Nog vrij belang rijke aanvoeren. - Roode, gele en witte kool zeer bevredigende prijs. Alleen van de laatste soort goede aanvoer. - Lage prijs voor bloem kool. - Belangrijke aanvoer van uien. - Zeer lage prijs voor alle sorteeringen - Geringe aanvoer van peen en bieten. - Te lage prijs. Voor mooie slaboonen goede prij* zen. - Aanvoeren verminderen. - Afwisselende, slechte prijs voor tomaten, - Druiven laag. Bijna als een donderslag uit helderen hemel, zoo onverwacht kwam hier do tijding, dat de regeering, gezien den buitengewoon ernstigen toestand, waarin de tuinbouw verkeert, besloten had extra 6 millioen voor den tuinbouw beschikbaar te stellen, zoodat nu voor 1935 12 millioen zal worden uitgekeerd. Het is nu de bedoeling den richtprijs tot de volle 100 pet. uit te betalen en binnen zeer korten tijd over te gaan tot een belangrijke voorschot-uitkeering voor producten, waarvan de oogst en de geldelijke opbrengst prac- f3ch kan worden overzien. Dit laatste zal hier aan Langendijk bijzonder welkom zijn, want de achter stand is bij tal van tuinders bijzonder groot en velen zijn reeds lang niet meer in staat, aan hun verplich tingen te voldoen. Aan deze soort van steun zal echter voor velen een bijsmaakje zijn, daar een uitkeering tot 100 pet. van den richtprijs weinig effect sorteert, als men maar weinig heeft geteeld. Om het product aardappelen als voorbeeld te nemen. Wie als gevolg van het sterke optreden der onderzeeërs-kwaal maar een halve of nog mindere oogst heeft gehad, schiet met een uitkeering tot 100 pet. van den richtprijs al weinig op, aangezien deze op een zoodanig bedrag is bepaald, dat bij volle uitkeering nog nauwelijks een matige ondernemerswinst is verzekerd. Hetzelfde zal ook het geval zijn met, de verschil lende koolsoorten, die door draaihartigheid, vallers en luizenplaag misschien 30 pet. van een normalen oogst leveren. In ieder geval, een groot deel van de bouwers kan er nu op rekenen, binnenkort iets in 't laatje to krijgen met het vooruitzicht, dat er later nog wat komt. Het zal hun leven weer wat opfleuren en aan sommige verplichtingen zal kunnen worden voldaan. Hoop doet nu weer leven. Aan de veilingen kwamen ook deze week nog vrij groote aanvoeren van aardappelen. De Schotsche muizen worden schaarscher. zoodat het vooral de bei de soorten van Eigenheimers zijn, die den hoofdaan- voer uitmaakten. De vraag is echter niet groot, van een eenigszins opgewekten handel is geen sprake, zoodat voor dit product bijzonder lage prijzen wor den besteed. Verschillende bouwers kijken dan ook de kat nog even uil, den boom, en slaan de aardappe len op in de hoop op gunstiger tijden. Voor Schotsche muizen van middelbare grootte werd f2.30f2.60 be steed, grove brachten f 1.90—2.10 op. Drielingen wa ren nog lager in prijs en golden van f 1.60f 1.70, soms nog minder. Duken brachten iets meer op dan de laatste weken, n.1. f 1.60—f 1.80, echter nog een zeer lage prijs. Blauwe Eigenheimers brachten f 1.60— f2.10 op, al naar kwaliteit en sorteering, witte Eigen heimers fl.70f2.10. Blauwe aardappelen werden, voor f2.60 verkocht. Bevelanders waren al heel wei nig in trek: ze golden dan ook maar fl.20f 1.60< Voor Souvenir Werd f 1.40f 1.50 betaald. Voor de verschillende koolsoorten was flinke vraag. De aanvoer was echter slechts matig, gevolg van de ongunstige teelt. De prijzen waren alzoo bevredi gend. Voor roode kool van 3 tot 4 pond wercl van f 4.50f5 besteed, sommige partijen werden zelfs met f5.50 betaald; grootere boven 2 lïilo, brachten f3.30 f3.80 op, afhankelijk van de kwaliteit. De aanvoer bedroeg 15 spoorwagens. Gele kool wordt bijna uitsluitend aan de veiling van de L.G.C. aangevoerd en dan nog in betrekkelijk kleine hoeveelheden. De sorteering van 3 tot 4 pond was het meest gezocht; ze bracht f4f4.60 op. Die van 5 pond en zwaardere werden verkocht voor f3.40 f3.S0. Witte kool kwam er heel wat aan beide vei" lingen. Gelukkig, dat er uit zouterskringen belang-, rijke vraag komt. Er wordt tegenwoordig heel wat in gemaakt. De kleine, die nu het minst in trek is, wer den voor f 1.10f 1.50 verkocht, al naar gelang van kwaliteit. Grootere, bijna uitsluitend voor den in maak bestemd, brachten f2f2.40 op. Sommige mooie partijen brachten het tot f2.70. De aanvoer bedroeg 30 spoorwagens. Bloemkool kwam ook alleen aan de Broeker vei ling. Er komt zeer weinig mooie kool, aangetast als zij meestal is door de luizen. De goede prijzen, die een tijd lang zijn besteed, komen dan ook niet meer voor. Voor eerste kwaliteit werd van f2.50f6 be steed, tweede soort bracht f 1.50 op. Wat do uien betreft, bijna uitsluitend gele aange» voerd. De weinige zilvernep bracht f3.70 op. Gele uien worden in vrij groote hoeveelheden geveild, doch de priizen zijn voor de verschillende sorteerin gen laag. De drielingen brengen 60—80 cent op. De middelgroots werden voor f2.10f2.60 verkocht, gro ve voor fl.80 tot ruim f2. Nep brengt f2.20—f2.70 op. Aanvoer 13 spoorwagens. De aanvoer van wortels is nog niet groot; toch zijn de prijzen laag, nl. 60 cent tot f 1.70. al naar kwa liteit en grootte. Voor mooie bieten werd f2f3 be taald, de groote brachten f 1.10—f 1.90 op. Do aanvoer van slaboonen begint sterk te vermin deren. Er komen niet veel mooie boonen. Deze bren gen nog een goede prijs op, nl. van f8 tot f10, uit zonderingen tot ruim f12. Het meeste worclt echter voor f5f7 verkocht en voor sommige afwijkende partijen wordt f4 betaald. De prijzen van de tomaten waren iets minder slecht dan de vorige week. Voor A-kwaliteit kon nu in 't midden der week tot ruim f7 en voor B tot f8 worden bedongen. C bracht toen f6.20 en CC f3.50 op. Op 't eind der week zakten de prijzen weer met on geveer f2 in. Druiven, waarvan de aanvoer gering blijft, brach ten lage prijzen op, nl. ongeveer f 18 per 100 Kg. door 66. HOOFDSTUK IX. LARPENT. Zullen we een heel, heel diepen kuil voor u gra ven om in te liggen?" vroeg Eileen, terwijl zij haar .érnstige oogjes opsloeg. „En u dan dicht dekken totdat alleen uw hoofd eruit komt, en u geen kou kunt vatten", voegde de Ideine Molly er aan toe. „Betty oot gave! Betty oot gave!" riep de jongste, „tot tanny Toy's ooft!" „Dat is een prachtig idee", zei Toby gelaten. Ze zat met het hoofd in de hand in het gouden ïicht der ondergaande zon, die haar laatste stralen over de baai wierp,-terwijl de drie kinderen in haar nabijheid speelden. Ze zag er vermoeid uit, haar blauwe oogen staar- iden in de verte en brandden van onvergoten tranen en alle kldur was uit haar fijn gezichtje verdwenen. Ze zat heel stil en scheen alle veerkracht der jeugd te hebben verloren. Eens of tweemaal ontsnapte haar een zucht, die veel van een snik had. Bctty's schel stemmetje schrikte haar wakker uit haar droom. „Betty moe is, tanny Toy. Betty tomt titten." Ze wendde zich om en nam het kind op haar schoot, terwijl zij het liefkoosde en allerlei vriende lijke,, lieve woordjes toevoegde. Bettj; legde haar FEUILLETON I bolletje tegen haar aan en viel in slaap. Eileen en Molly zwoegden in den herfstzonneschijn aan haar zelfopgelegde taak en Toby verzonk weer in gepeins. Misschien werd ze ook dommelig, want 't was dien dag warm en ze had sedert geruimen tijd niet goed geslapen, toen een schaduw haar plotseling deed be seffen dat er iemand aankwam, dien zij niet had hoo- ren naderen. Ze durfde niet opstaan, daar ze bang was het slapende kind te zullen wakker maken, maar ze sloeg verschrikt de oogen op, alle bloed was uit haar lippen geweken en ze sprak geen woord. Een man in een blauw zeemanscostuum stond voor haar, keek haar met zijn blauw-grijze oogen aan en trachtte te doen, of hij haar beweging niet opmerkte. Dat gelukte hem echter niet. „Je behoeft niet bang te zijn", zei hij. „Dat ben ik niet!" Ze glimlachte als vanouds tegen hem. „Ik verwachtte u op dit oogenblik niet, dat is alles! Ga zitten, kapitein en spreek, want daarvoor is u toch gekomen?" Dat was blijkbaar zoo. Hij ging naast haar in 't zand zitten Maar plotseling, uit macht der ge woonte, staarde hij in de verte, en zei geen woord. Toby hield dat enkele oogenblikken uit, maar be gon toen: „Waarom rookt u niet? Ik doe met u mee." Werktuigelijk stak hij de hand in den zak en nam er zijn sigarettenkoker uit. En terwijl hij dat deed, keek hij naar het blonde kind in de armen van het meisje. „Je hebt dus weer je oude werk opgevat!" Toby knikte. „Ja, dat is Jake's werk. Ik wacht op de echtscheiding." Hij keek eenigszins verwonderd, i^aar geen spier van zijn gelaat vertrok. „Daar zal je nog wel een beetje op kunnen wachten!" Toby zag hem uitdagend aan, wat in tegenspraak was met de vermoeide uitdrukking in haar oogen. „Kwam u dan daar niet over spreken?" vroeg ze 'n oogenblik later. „Neen", en Larpent's stem klonk zonderling teer cn week. „Ik kom je een boodschap brengen." „Een boodschap!" Toby schrikte en keek hem aan. „Van wie?" Larpent keek haar aan. „Van Rozclle Daubini, ant woordde hij. „Ah!" Toby trilde en antwoordde, terwijl ze zicli afwendde. „Die begeer ik niet te hooren!" „Maar ik moet die overbrengen", ging Larpent voort. „En je moet luisteren! Maar je behoeft niet beangst te zijn, dat brengt niet de minste verande ring voor je. Daarvoor is de tijd voorbij." Hij zweeg en Toby boog zich weer over Betty. En toen hij weer begon te spreken, staarde hij weer in de veste, naar den verren horizon. Hij scheen aan gedaan, al stond zijn gezicht ook somber. „Het zal je wel hebben verwonderd mij met haar te Parijs te zien. Maar ik ging naar Rozelle, omdat ze stervende was en lang geleden mijn vrouw." Toby steunde, maar hief 't gelaat niet op en Lar pent ging bedaard verder. „Ze deed verkeerd, liep weg terwijl ok op zee was. Ze was te jong om te worden alleen gelaten. En later te laat werd een kind geboren. Ze vertelde mij den nacht van haar sterven, dat de kind mijn kind was." „Goede God!" riep Toby uit. En op denzelfden toon ging hij voort: „Ik heb nooit iets van het bestaan van dat kind geweten. Wanneer ik dat geweten had, was alles misschien anders gegaan. Maar nu is het te laat. Ze droeg mij op dat kind te zoeken en het onder mijn bescherming te nemen. Ik beloofde haar mijn best te zullen doen, en als ik haar had gevonden, had ik haar slechts één ding te zeggen: „Dat Rozelle iederen dag had gebe den, dat haar kind haar vergiffenis mocht schenken." Zij zwee# en er hetjrschte een lange, pijnlijke stilte. De vloed kwam op en kleine golfjes sloegen zachtjes op het strand. Zee en hemel schenen samen te smelten door het wazige licht. De man keek er naar, zonder te zien. Toby's oogen stonden vol tranen. Hij keerde zich eindelijk om en keek haar aan en legde toen, diep geroerd, door wat hij zag, eenigs zins aarzelend zijn hand op haar arm. „Ik verlang niets van je", zei hij, „maar ik vraag je alleen wel te willen gelooven, dat ik meer zou hebben gedaan als ik alles geweten had." Ze keek hem aan en slikte haar tranen in. ,,'t Is 't 't is toch eigenlijk heel grappig!" zei ze met iets opgewekts in haar stem. „Het spijt me zoo, Kapitein Larpent!" „Wat spijt je?" ,,'t Spijt me zoo voor u. Ilc ben u al zoo dikwijls op den hals geschoven en u had er zoo 't land aan!" „Dat is 't tragische van het geval!" Ze droogde haar tranen en trachtte te glimlachen. „Ik ben wel benieuwd, of u 't niet heel vervelend vond om me dat te vertellen." Hij legde onwillekeurig de hand op haar arm. „Maar ik moest het je toch zeggen. Je moest het toch weten!" Hij aarzelfde een oogenblik en ging toen blijkbaar met moeite voort: „Ik moest je mijn hulp aanbieden." „Dank u", fluisterde Toby. „Dat is heel lief van van u." Ze snikte weer, maar trachtte zich te be- heerschen. „En wat wilt u doen?" die vraag scheen hem te doen schrikken. En Toby ging dadelijk zakelijk voort: „Ja, u zult toch zeker niet hier of daar met mij in een hutje willen gaan wonen? Ik geloof ook niet, dat we dat een van beiden prettig zouden vinden." „Daar is nu geen kwestie meer van", merkte Lar pent kalm op: „Je hoort bij je man en niet bij mij." Toby beet zich op de lippen. „Dan heb ik geen thuis meer, want toen ik hem verliet was dat voor altijd." „Waarom ben je van hem weggegaan?" vroeg lar pent. Toby gaf geen antwoord, maar perste de lippen op elkaar. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 6