Een excursie door het
Charles
R ex 5385
De tangendijker Groentenveilingen.
Ethel M. Dell.
De mogelijkheden van het
plan Zeeman.
Men schrijft uit tien Langcndijk:
Op uitnoodiging van de commissie tot voorberei
ding en propageering van het plan-Zeeman hebben
wij een rondvaart meegemaakt door den polder het
Geestmeram'bacht, om een indruk te krijgen van
de toestand van de te velde staande gewassen en
van de plaats waar de in dit plan genoemde weg
ongeveer zou moeten komen te liggen.
Zaterdagmiddag om 1 uur begon de tocht vanaf
Koedijk per motorboot van wethouder Hart, die te
vens de leiding van dezen tocht op zich nam. In de
motorboot waren o.m. aanwezig de heer ir. Haze-
loop, Rijkstuinbouwconsulcnt, zijn assistent ir. Bar-
tcls, de heer W. van de Vall, lid van Prov. Staten
en van den Alkmaarschen Gemeenteraad. Verschil
lende Kamerleden en Gedeputeerden hadden bericht
van verhindering gezonden.
Nadat een foto van het gezelschap was genomen,
tuften wij het Ambacht in. Het had. met het prach
tige weer. dat den tocht begunstigde, een pleizïer-
vaart kunnen zijn, als het doel niet was geweest zich
met eigen oogen van den droevigen toestand te
ovcruigen, waarin de veldvruchten, welke den be
woners van den polder een bestaan moeten verschaf
fen, verkeeren.
TE MIDDEN VAN DE KOOLVELDEN
De indruk, welke men hiervan krijgt is allesbe
halve gunstig. 1-Iet rapport over den toestand uit
gebracht door de excursie van den Nederlandschcn
Tuindersbond, dat wij in het nummer van Zaterdag
j.1. opnamen, zegt niets te veel. Wii zagen akkers,
die voor het grootste gedeelte waren vernietigd door
de luizen, die. in gezelschap van een flinke hoeveel
heid aardvlooien, de excursisten .bezochten", zoodat
men wel kon zeggen, „onder het ongedierte weg te
zitten."
Maar niet alleen de luizenplaag heeft verwoestin
gen aangericht, ook de draaihartigheid heeft heel
wat slachtoffers gemaakt. Vele koolstronken, welke
eigenlijk al een flink kooltje moesten dragen, wa
ren bezet met vier of vijf roosjes, welke nooit tot
een kool zullen uitgroeien. De galmug heeft ook dit
jaar zijn vernietigend werk gedaan!
DE BESTRIJDING VAN DE GALMUG
Aan de bestrijding van deze galmug wordt alles en
alles gedaan, maar tot heden zonder succes. Dc
draaihartigheid wordt eer erger dan minder. Zooals
het oorspronkelijke plan van den heer Zeeman was,
wilde hij de draaihartigheid bestrijden door een
middel toe te passen, dat wel als een paardenmid
del mocht worden beschouwd, n.1. om gedurende een
zeker aantal jaren heelemaal geen kool in het am
bacht te verbouwen, waardoor de galmug gedoemd
zou zijn te sterven. Dit zou wel „het" middel zijn,
maar vele moeilijkheden kleven er aan. Er is ook
nog een ander middel, dat tenslotte het beoogde doel
zou kunnen hebben. Er zijn producten, zooals graan,
welke de galmug niet de vereischte levensbehoeften
geeft en waarin dit beestje niet kan leven. Door de
slechte tijdsomstandigheden en saneering van tuin
bouwbedrijven. heeft men al verschillende graan
akkers in liet Ambacht. Nu wil echter het geval, dat
inplaats van een bestrijding der draaihartigheid te
zijn, deze akkers de draaihartigheid bevorderen! De
galmug gedijt, het best in de luwte. Als de graan
akkers in vollen groei staan, wordt er voor de veelal
daarnaast liggende koolakkers een luwte geschapen,
met gevolg, dat het met de draaihartigheid erger Is
dan ooit te voren. Men vervalt dus van kwaad tot
erger.
DAADWERKELIJKE WISSELBOUW.
1 Een daadwerkelijke wisselbouw zou hierin veran
dering kunnen brengen en tevens de draaihartigheid
tegengaan. Wat er met een „daadwerkelijke wissel
bouw" bedoeld wordt? Een jaarlijksche verandering
van cultuur, zoodat om de vier jaren op hetzelfde
stuk land het zelfde product wordt verbouwd. Dat ïs
wisselbouw.
Maar liet. „daadwerkelijke" daarvan wil zeggen,
dat niet in de tegenwoordige samenstelling van het
Ambacht, van akkertje van deze en akkertje van
gene, deze wisselbouw wordt, toegepast, zoodat men
toch geen verbetering zou krijgen, maar dat de pol
der in vier gedeelten werd verdeeld, waarbij dan
werd vastgesteld, dat in een bepaalde zóne geen
kool verbouwd mag worden in een zeker jaar en
zoo vervolgens in alle vier zones. Daardoor zou zeer
zeker een verbetering verkregen worden. Deze z.g.
vakkeivbouw brengt echter dc noodzakelijkheid met
zich van een flinke verkaveling van den grond.
De weg dwars door het Geestmerambacht. ook een
onderdeel van het plan. zou voor dc verkaveling van
den grond en voor de waarde van den grond van
groot belang kunnen zijn.
Zooals wij in liet Zatcrdagnumimer reeds betoog
den. kan de grond, benoodigd voor de aan den nieu
wen weg te stichten bedrijven, verkregen worden
door aankoop, maar ook door ruilverkaveling. In
het kader van het plan is ruilverkaveling wel het
beste, omdat dan meteen de verkaveling van het
overige deel van den polder ook ter hand kan wor
den genomen. Het nut en het voordeel van de ver
kaveling hebben wii reeds geschetst ten opzichte
van de betere benutting van de arbeidskracht. Er is
eclifer nog een voordeel.
Als, tengevolge van de ruilverkaveling, hef mo
gelijk is. dat de tuinder dicht bij of op zijn bedrijf
woont, stiïert daardoor de waarde van den grond,
niet dien verstande, dat dc opbrengst, door de meer
intensieve bewerking van den grond, grooter zou
zijn.
DE MAGERE GROND AAN DE ZOMER-
SLOOT.
„De magere gronden aan de Zomersloot" is een
gezegde, dat zoo moet worden opgevat, dat het land
aan de Zomersloot te ver van de huizen der be-
bouwers ligt. otn die bewerking te ondergaan welke
de landerijen krijgen, dicht bij de huizen gelegen.
Ir. Hazeloop bevestigde, dat de gronden aan de Zo
mersloot eerder onder de betere gronden behoorden,
maar dat de benaming „mager" was ontstaan door
hetgeen wii hierboven schetsten.
Een treffend bewijs van het. verschil in verkoop
waarde is wel. dat in normale, of laten we zeggen
hoogeoniuncluurtijden bet. land bii de huizen f4000
per H.A. opbracht en het, land aan de Zomersloot
f 1600, terwijl de kwaliteit van den grond de/zelfde
was. Alleen door het feit. dat de opbrengst door het
veraf liggen van bet land ongr- ':g werd beïnvloed,
werd dit verschil gemaakt.
Niet alleen dus. dat, een weg dwars door het
Geestmerambacht nut zou afwerpen als werkver
schaffingsobject. was hii ook rendabel door de stij
ging van de gebruikswaarde van den grond, onge
acht nog bet belang als verkeersweg, dat ook niet
weg te cijferen is.
liet aanleggen van een weg door het Geestmer
ambacht kan dan ook zeer zeker als een productief
werk worden beschouwd.
Wij hebben nu met eigen oogeri het „magere land"
aan de Zomersloot gezien. Wat de kwaliteit van dat
land betreft, laten wii het oordeel gaarne over aan
meer bevoegden, zooals de heer Iïazeloop, die het
onder de betere soorten rangschikt..
FRUITTEELT.
Wel hebben wii ons oordeel kunnen vellen over
de hoogte van het land in verband met het derde
gedeelte van het plan. de stichting van fruitbedrij-
ven langs den weg.
Volgens verschillende deskundigen zou de grond
in het Ambacht over het algemeen te laag zijn voor
den verbouw van fruit. Het land aan de Zomersloot
is echter heel wat hooger dan verschillende booro-
gaarden welke wij op den tocht hebben gezien en
waarin vele hoornen rijke vruchten droegen, al heeft
de storm van het begin van de vorige week danig
huisgehouden.
Tenslotte is echter, als het misschien beter is dat
de waterstand lager is, de mogelijkheid* van onder
bemaling nog aanwezig. Wel een bezwaar lijkt het
voor het stichten van boomgaarden, dat het land
doorsneden wordt door zoovele ziïslooten. Met de
tegenwoordige versnippering van het land zal het
niet wel mogelijk zijn. boomgaarden aan te leggen.
Hiervoor is echter wel iets te vinden. De slooten
kunnen gedempt worden en daardoor net zulke groo-
te pcrceelen worden gevormd, als noodig is.
Waarmee die slooten gedempt moeten worden?
Een der excursisten zag hierin een mogelijkheid
om tot oplossing te komen met. het probleem van
het „stadsvuil" van verschillende steden. Dat zijn
echter dingen van later zorg.
Het is niet de bedoeling van de commissie om te
zeggen: Hier wilien we den weg hebben en zoo en
zoo willen wij het uitgevoerd zien.
Het doel is, dat het. plan nader onderzocht wordt
door een studie-commissie van vooraanstaande man
nen op allerlei gebied.
EEN ZAAK VOOR DE PROVINCIE.
Volgens onze meening is de Provincie het aange
wezen lichaam om de mogelijkheden van het drie
ledig plan te onderzoeken en indien de mogelijkheid
blijkt, het uit te voeren.
Het bestaan van duizenden gezinnen is er mee
gemoeid. De kurk. waarop de bevolking van de kool
streek drijft, het Geestmerambacht, moet in staat
worden gehouden ,zijn bewerkers een bestaan op te
leveren.
Ten eerste door bestrijding van het grootste kwaad,
de draaihartigheid. De grond moet weer volledige
oogsten kunnen opleveren.
Ten tweede door den aanleg van een weg dwars
door den polder, waardoor de gebruikswaarde van
den grond grooter wordt, een werkvcrschaffingsob?
ject wordt geschapen, dat groot nut zal afwerpen
voor de gemeenschap en mogelijkheden schept tot
de stichting van bedrijven aan dien weg.
Ten derde een cultuur-verandering. Tengevolge
van de steeds toenemende zelfvoorziening van onze
grootste afnemers van de hier geteelde groenten-
soorten, wordt de afzet z.eer bemoeilijkt. Het blijkt
echter uit de invoercijfers, dat een groote hoeveel
heid fruit, vooral appelen en peren wordt inge
voerd. Dus kan de teelt van appelen en peren in
ons land nog worden uitgebreid. In bevoegde krin
gen acht men dit nog zeer wel mogelijk. Daarom
zou de invoering van fruitcultuur in het Geestmer
ambacht loonend kunnen zijn.
Met belangstelling zien wij het verdere verloop
van het plan tegemoet, dat voor de Langedijker tuin
bouwstreek van zeer groote waarde kan zijn.
Nogmaals, wij zien er vooral een taak in voor het
provinciaal bestuur, dat het eenige lichaam, is, dat
een en ander volledig kan doen onderzoeken.
Zes millioen meer steun voor den
tuinbouw - Wat zeer noodzake
lijk is - Uitkeering tot 100 pet., van
de richtprijzen. - Vooral zij, die
goed geteeld hebben, kunnen er
van profiteeren. - Lage prijzen
voor aardappels. - Nog vrij belang
rijke aanvoeren. - Roode, gele en
witte kool zeer bevredigende prijs.
Alleen van de laatste soort goede
aanvoer. - Lage prijs voor bloem
kool. - Belangrijke aanvoer van
uien. - Zeer lage prijs voor alle
sorteeringen - Geringe aanvoer
van peen en bieten. - Te lage prijs.
Voor mooie slaboonen goede prij*
zen. - Aanvoeren verminderen. -
Afwisselende, slechte prijs voor
tomaten, - Druiven laag.
Bijna als een donderslag uit helderen hemel, zoo
onverwacht kwam hier do tijding, dat de regeering,
gezien den buitengewoon ernstigen toestand, waarin
de tuinbouw verkeert, besloten had extra 6 millioen
voor den tuinbouw beschikbaar te stellen, zoodat nu
voor 1935 12 millioen zal worden uitgekeerd. Het is
nu de bedoeling den richtprijs tot de volle 100 pet. uit
te betalen en binnen zeer korten tijd over te gaan tot
een belangrijke voorschot-uitkeering voor producten,
waarvan de oogst en de geldelijke opbrengst prac-
f3ch kan worden overzien. Dit laatste zal hier aan
Langendijk bijzonder welkom zijn, want de achter
stand is bij tal van tuinders bijzonder groot en velen
zijn reeds lang niet meer in staat, aan hun verplich
tingen te voldoen. Aan deze soort van steun zal echter
voor velen een bijsmaakje zijn, daar een uitkeering
tot 100 pet. van den richtprijs weinig effect sorteert,
als men maar weinig heeft geteeld. Om het product
aardappelen als voorbeeld te nemen. Wie als gevolg
van het sterke optreden der onderzeeërs-kwaal maar
een halve of nog mindere oogst heeft gehad, schiet
met een uitkeering tot 100 pet. van den richtprijs al
weinig op, aangezien deze op een zoodanig bedrag is
bepaald, dat bij volle uitkeering nog nauwelijks een
matige ondernemerswinst is verzekerd.
Hetzelfde zal ook het geval zijn met, de verschil
lende koolsoorten, die door draaihartigheid, vallers
en luizenplaag misschien 30 pet. van een normalen
oogst leveren. In ieder geval, een groot deel van de
bouwers kan er nu op rekenen, binnenkort iets in 't
laatje to krijgen met het vooruitzicht, dat er later
nog wat komt. Het zal hun leven weer wat opfleuren
en aan sommige verplichtingen zal kunnen worden
voldaan. Hoop doet nu weer leven.
Aan de veilingen kwamen ook deze week nog vrij
groote aanvoeren van aardappelen. De Schotsche
muizen worden schaarscher. zoodat het vooral de bei
de soorten van Eigenheimers zijn, die den hoofdaan-
voer uitmaakten. De vraag is echter niet groot, van
een eenigszins opgewekten handel is geen sprake,
zoodat voor dit product bijzonder lage prijzen wor
den besteed. Verschillende bouwers kijken dan ook
de kat nog even uil, den boom, en slaan de aardappe
len op in de hoop op gunstiger tijden. Voor Schotsche
muizen van middelbare grootte werd f2.30f2.60 be
steed, grove brachten f 1.90—2.10 op. Drielingen wa
ren nog lager in prijs en golden van f 1.60f 1.70, soms
nog minder. Duken brachten iets meer op dan de
laatste weken, n.1. f 1.60—f 1.80, echter nog een zeer
lage prijs. Blauwe Eigenheimers brachten f 1.60—
f2.10 op, al naar kwaliteit en sorteering, witte Eigen
heimers fl.70f2.10. Blauwe aardappelen werden,
voor f2.60 verkocht. Bevelanders waren al heel wei
nig in trek: ze golden dan ook maar fl.20f 1.60<
Voor Souvenir Werd f 1.40f 1.50 betaald.
Voor de verschillende koolsoorten was flinke vraag.
De aanvoer was echter slechts matig, gevolg van de
ongunstige teelt. De prijzen waren alzoo bevredi
gend. Voor roode kool van 3 tot 4 pond wercl van
f 4.50f5 besteed, sommige partijen werden zelfs met
f5.50 betaald; grootere boven 2 lïilo, brachten f3.30
f3.80 op, afhankelijk van de kwaliteit. De aanvoer
bedroeg 15 spoorwagens.
Gele kool wordt bijna uitsluitend aan de veiling
van de L.G.C. aangevoerd en dan nog in betrekkelijk
kleine hoeveelheden. De sorteering van 3 tot 4 pond
was het meest gezocht; ze bracht f4f4.60 op. Die
van 5 pond en zwaardere werden verkocht voor f3.40
f3.S0. Witte kool kwam er heel wat aan beide vei"
lingen. Gelukkig, dat er uit zouterskringen belang-,
rijke vraag komt. Er wordt tegenwoordig heel wat in
gemaakt. De kleine, die nu het minst in trek is, wer
den voor f 1.10f 1.50 verkocht, al naar gelang van
kwaliteit. Grootere, bijna uitsluitend voor den in
maak bestemd, brachten f2f2.40 op. Sommige
mooie partijen brachten het tot f2.70. De aanvoer
bedroeg 30 spoorwagens.
Bloemkool kwam ook alleen aan de Broeker vei
ling. Er komt zeer weinig mooie kool, aangetast als
zij meestal is door de luizen. De goede prijzen, die
een tijd lang zijn besteed, komen dan ook niet meer
voor. Voor eerste kwaliteit werd van f2.50f6 be
steed, tweede soort bracht f 1.50 op.
Wat do uien betreft, bijna uitsluitend gele aange»
voerd. De weinige zilvernep bracht f3.70 op. Gele
uien worden in vrij groote hoeveelheden geveild,
doch de priizen zijn voor de verschillende sorteerin
gen laag. De drielingen brengen 60—80 cent op. De
middelgroots werden voor f2.10f2.60 verkocht, gro
ve voor fl.80 tot ruim f2. Nep brengt f2.20—f2.70
op. Aanvoer 13 spoorwagens.
De aanvoer van wortels is nog niet groot; toch
zijn de prijzen laag, nl. 60 cent tot f 1.70. al naar kwa
liteit en grootte. Voor mooie bieten werd f2f3 be
taald, de groote brachten f 1.10—f 1.90 op.
Do aanvoer van slaboonen begint sterk te vermin
deren. Er komen niet veel mooie boonen. Deze bren
gen nog een goede prijs op, nl. van f8 tot f10, uit
zonderingen tot ruim f12. Het meeste worclt echter
voor f5f7 verkocht en voor sommige afwijkende
partijen wordt f4 betaald.
De prijzen van de tomaten waren iets minder
slecht dan de vorige week. Voor A-kwaliteit kon nu
in 't midden der week tot ruim f7 en voor B tot f8
worden bedongen. C bracht toen f6.20 en CC f3.50 op.
Op 't eind der week zakten de prijzen weer met on
geveer f2 in.
Druiven, waarvan de aanvoer gering blijft, brach
ten lage prijzen op, nl. ongeveer f 18 per 100 Kg.
door
66.
HOOFDSTUK IX.
LARPENT.
Zullen we een heel, heel diepen kuil voor u gra
ven om in te liggen?" vroeg Eileen, terwijl zij haar
.érnstige oogjes opsloeg.
„En u dan dicht dekken totdat alleen uw hoofd
eruit komt, en u geen kou kunt vatten", voegde de
Ideine Molly er aan toe.
„Betty oot gave! Betty oot gave!" riep de jongste,
„tot tanny Toy's ooft!"
„Dat is een prachtig idee", zei Toby gelaten.
Ze zat met het hoofd in de hand in het gouden
ïicht der ondergaande zon, die haar laatste stralen
over de baai wierp,-terwijl de drie kinderen in haar
nabijheid speelden.
Ze zag er vermoeid uit, haar blauwe oogen staar-
iden in de verte en brandden van onvergoten tranen
en alle kldur was uit haar fijn gezichtje verdwenen.
Ze zat heel stil en scheen alle veerkracht der jeugd
te hebben verloren. Eens of tweemaal ontsnapte haar
een zucht, die veel van een snik had.
Bctty's schel stemmetje schrikte haar wakker uit
haar droom.
„Betty moe is, tanny Toy. Betty tomt titten."
Ze wendde zich om en nam het kind op haar
schoot, terwijl zij het liefkoosde en allerlei vriende
lijke,, lieve woordjes toevoegde. Bettj; legde haar
FEUILLETON I
bolletje tegen haar aan en viel in slaap.
Eileen en Molly zwoegden in den herfstzonneschijn
aan haar zelfopgelegde taak en Toby verzonk weer
in gepeins.
Misschien werd ze ook dommelig, want 't was dien
dag warm en ze had sedert geruimen tijd niet goed
geslapen, toen een schaduw haar plotseling deed be
seffen dat er iemand aankwam, dien zij niet had hoo-
ren naderen. Ze durfde niet opstaan, daar ze bang
was het slapende kind te zullen wakker maken,
maar ze sloeg verschrikt de oogen op, alle bloed was
uit haar lippen geweken en ze sprak geen woord.
Een man in een blauw zeemanscostuum stond voor
haar, keek haar met zijn blauw-grijze oogen aan en
trachtte te doen, of hij haar beweging niet opmerkte.
Dat gelukte hem echter niet.
„Je behoeft niet bang te zijn", zei hij.
„Dat ben ik niet!" Ze glimlachte als vanouds tegen
hem. „Ik verwachtte u op dit oogenblik niet, dat is
alles! Ga zitten, kapitein en spreek, want daarvoor
is u toch gekomen?"
Dat was blijkbaar zoo. Hij ging naast haar in 't
zand zitten Maar plotseling, uit macht der ge
woonte, staarde hij in de verte, en zei geen woord.
Toby hield dat enkele oogenblikken uit, maar be
gon toen: „Waarom rookt u niet? Ik doe met u mee."
Werktuigelijk stak hij de hand in den zak en nam
er zijn sigarettenkoker uit. En terwijl hij dat deed,
keek hij naar het blonde kind in de armen van het
meisje.
„Je hebt dus weer je oude werk opgevat!"
Toby knikte. „Ja, dat is Jake's werk. Ik wacht op
de echtscheiding."
Hij keek eenigszins verwonderd, i^aar geen spier
van zijn gelaat vertrok. „Daar zal je nog wel een
beetje op kunnen wachten!"
Toby zag hem uitdagend aan, wat in tegenspraak
was met de vermoeide uitdrukking in haar oogen.
„Kwam u dan daar niet over spreken?" vroeg ze 'n
oogenblik later.
„Neen", en Larpent's stem klonk zonderling teer
cn week. „Ik kom je een boodschap brengen."
„Een boodschap!" Toby schrikte en keek hem aan.
„Van wie?"
Larpent keek haar aan. „Van Rozclle Daubini, ant
woordde hij.
„Ah!" Toby trilde en antwoordde, terwijl ze zicli
afwendde. „Die begeer ik niet te hooren!"
„Maar ik moet die overbrengen", ging Larpent
voort. „En je moet luisteren! Maar je behoeft niet
beangst te zijn, dat brengt niet de minste verande
ring voor je. Daarvoor is de tijd voorbij."
Hij zweeg en Toby boog zich weer over Betty. En
toen hij weer begon te spreken, staarde hij weer in
de veste, naar den verren horizon. Hij scheen aan
gedaan, al stond zijn gezicht ook somber.
„Het zal je wel hebben verwonderd mij met haar
te Parijs te zien. Maar ik ging naar Rozelle,
omdat ze stervende was en lang geleden mijn
vrouw."
Toby steunde, maar hief 't gelaat niet op en Lar
pent ging bedaard verder. „Ze deed verkeerd, liep
weg terwijl ok op zee was. Ze was te jong om te
worden alleen gelaten. En later te laat werd een
kind geboren. Ze vertelde mij den nacht van haar
sterven, dat de kind mijn kind was."
„Goede God!" riep Toby uit.
En op denzelfden toon ging hij voort: „Ik heb
nooit iets van het bestaan van dat kind geweten.
Wanneer ik dat geweten had, was alles misschien
anders gegaan. Maar nu is het te laat.
Ze droeg mij op dat kind te zoeken en het onder
mijn bescherming te nemen.
Ik beloofde haar mijn best te zullen doen, en als
ik haar had gevonden, had ik haar slechts één
ding te zeggen: „Dat Rozelle iederen dag had gebe
den, dat haar kind haar vergiffenis mocht schenken."
Zij zwee# en er hetjrschte een lange, pijnlijke
stilte. De vloed kwam op en kleine golfjes sloegen
zachtjes op het strand. Zee en hemel schenen samen
te smelten door het wazige licht.
De man keek er naar, zonder te zien.
Toby's oogen stonden vol tranen.
Hij keerde zich eindelijk om en keek haar aan en
legde toen, diep geroerd, door wat hij zag, eenigs
zins aarzelend zijn hand op haar arm.
„Ik verlang niets van je", zei hij, „maar ik vraag
je alleen wel te willen gelooven, dat ik meer zou
hebben gedaan als ik alles geweten had."
Ze keek hem aan en slikte haar tranen in.
,,'t Is 't 't is toch eigenlijk heel grappig!" zei ze
met iets opgewekts in haar stem. „Het spijt me zoo,
Kapitein Larpent!"
„Wat spijt je?"
,,'t Spijt me zoo voor u. Ilc ben u al zoo dikwijls op
den hals geschoven en u had er zoo 't land aan!"
„Dat is 't tragische van het geval!"
Ze droogde haar tranen en trachtte te glimlachen.
„Ik ben wel benieuwd, of u 't niet heel vervelend
vond om me dat te vertellen."
Hij legde onwillekeurig de hand op haar arm.
„Maar ik moest het je toch zeggen. Je moest het toch
weten!" Hij aarzelfde een oogenblik en ging toen
blijkbaar met moeite voort: „Ik moest je mijn
hulp aanbieden."
„Dank u", fluisterde Toby. „Dat is heel lief van
van u." Ze snikte weer, maar trachtte zich te be-
heerschen. „En wat wilt u doen?" die vraag scheen
hem te doen schrikken.
En Toby ging dadelijk zakelijk voort:
„Ja, u zult toch zeker niet hier of daar met mij in
een hutje willen gaan wonen? Ik geloof ook niet,
dat we dat een van beiden prettig zouden vinden."
„Daar is nu geen kwestie meer van", merkte Lar
pent kalm op: „Je hoort bij je man en niet bij mij."
Toby beet zich op de lippen. „Dan heb ik geen
thuis meer, want toen ik hem verliet was dat
voor altijd."
„Waarom ben je van hem weggegaan?" vroeg lar
pent.
Toby gaf geen antwoord, maar perste de lippen
op elkaar. Wordt vervolgd.