Een hepen
schat.
De Picnic.
Iets over Rubber.
De waard vond dat natuurlijk prachtig!
Zijn eigendom werd dus verbeterd, en hij
hoefde er niets voor te betalen!!
Nog diezelfde dag kwamen er werklieden
om aan het tuinhuisje te beginnen. De
waard vond het wel eigenaardig, dat van
de vroege ochtend tot de late avond altijd
één van de vreemdelingen erbij stond, ter
wijl de werklieden aan het werk waren, j
Doch hij zei niets, want wat ging het hem
aan. In ieder geval ging 't werk daardoor
vlugger, en twee weken later konden de
twee gasten in het tuinhuisje intrekken.
Sedertdien maakten de twee gasten geen
wandelingen meer. Zij bleven de gehele
dag in het huisje, en ze hielden het ook
Hoe een Frans offi'sier
zijn vermogen begroef.
Na ruim een eeuw
vonden zijn erven
het weer.
naverteld door
Elsa van der Echt.
vendien nog ons goede geld in Uw oude
tuinhuisje gestoken hebben. Maar daar
hadden wij een goede reden voor. In de
tijd van Napoleon was onze overgrootva
der officier. Hij werd door den vijand ge
vangen genomen, doch wist te ontvluchten.
Zo kwam hij in Uw stadje, waar'hij een
onderkomen zocht in Uw tuinhuisje. Hij
had zijn hele vermogen in een kistje bij
zich, en daar hij niet in het stadje kon blij
ven, doch het zware kistje niet mee wilde
nemen, begroef hij het onder de vloer. Zijn
zoon was ook officier en is niet te weten
kunnen komen, waar het vermogen geble
ven was, daar zijn vadgr stierf, voordat hij
het hem kon vertellen. Wij hebben echter
een aanwijzing gevonden, waardoor het
ons mogelijk is geweest, om de schat te
vinden. Daar wij de rechtmatige erfgena
men zijn, behoort het kistje met inhoud
ons, temeer daar U heel wat aan ons ver
diend hebt door Uw gepeperde rekeningen
en de vernieuwing van Uw tuinhuisje."
Je kunt begrijpen, dat de waard zich
niet weinig ergerde. Zo dichtbij had een
schat gelegen, en hij had het niet geweten!
Maar nu was er niets meer aan te doen,
en het was toch waar dat hij heel wat aan
de twee gasten verdiend had!
VOOR DIERENLIEFHEBBERS.
Wat je doen en laten moet.
Wanneer je konijnen hebt, moet je er
voor zorgen dat zij niet gestoord worden
tussen tien uur 's morgens en vier uur
's middags. Want dan moeten zij slapen,
zie je. Daarom moet je ze maar twee maal
per dag voeren, vóór tien uur en na vier
uur.
En als je een papegaai hebt, moet je
hem elke dag uit zijn kooi laten, om eens
de kampr rond te vliegen, of over de tafel
te lopen. Papegaaien hebben net zo goed
zin in wat afwisseling als mensen. Als het
niet mag van moeder, geef ze dan tenmin
ste een stukje hout waar ze mee kunnen
spelen, maar zorg ervoor, dat het hout
zacht en een beetje verrot is, anders doen
zij zich pijn aan de splinters.
Zie je, wanneer papegaaien geen afwis
seling hebben, worden ze treurig, en ze ver-
EEN PUZZLE,
door F. S.
Ik heb pas een brief van mijn neefje
Piet gekregen. Dat had hij me beloofd,
want hij zou me kiekjes sturen.
Ik heb deze zomer bij hem gelogeerd in
Limburg. Mijn oom en tante wonen op 'n
groot buiten, waarvan mijn oom „rentmees
ter" is. Ik weet niet precies wat het is en
wat je moet doen, maar ik wil het later
ook worden, want ik zou graag op zo'n fijn
buiten willen wonen.
Ik heb er een reuze fijne vacantie ge
had! Piet en ik hebben veel gespeeld in de
bossen en op de zolder van het kasteel.
F.n een Zondag, toen oom vrij had, heb
ben we gepicnict. Fijn!
Piet had op zijn verjaardag een kiektoe-
stel gekregen. En toen hebben we natuur
lijk veel gekiekt. Een kiekje, dat we op
die picnic genomen hebben, laat ik jullie
hier zien.
Het was een reuze mooie dag, en er wa
ren heel wat mensen op de been. Gerda,
dat is mijn oudste nichtje, heeft het geno
men; het kiekje bedoel ik. Piet en ik wa
ren net aan het zwemmen in de rivier. We
wisten helemaal niet dat we gekiekt wer
den!
Die mensen, die daar zo lekker zitten te
eten zijn mijn oom en mijn tante, Rie, ook
een nichtje van me, en Karei, mijn jongste
neefje. Die mocht niet zwemmen, want hij
had een wond aan zijn been.
Ik vind het een leuk kiekje. Maar nu
begrijp je zeker nog niet, hoe het een
puzzle geworden is hè?
Dat zat zo: ik had het op mijn kamer la
ten liggen. En mijn jongste zusje, Nelleke,
is er toen wat rond gaan scharrelen, mét
ccn schaar. Ja, dat is verschrikkelijk, maar
ze is op het ogenblik alles met scharen
aan het kapot knippen. Ze is ook nog
maar heel klein, en ze begrijpt niet, dat
het erg is, wanneer je alles maar kapot
knipt. Moeder sluit nu alle scharen goed
weg, maar Nelleke heeft er toch een te
pakken kunnen krijgen. En toen heeft ze
dat kiekje óók kapot geknipt. Ik was na
tuurlijk erg boos, want ik had het aan mijn
vriendje Vic willen laten zien.
Moeder zei:
„Maak er een puzzle van. Dan hoeft hij
nog een beetje moeite om het te zien te
krijgen!" Dat heb ik toen gedaan. En zó
werd het kiekje een puzzle. Ik ben be
nieuwd of jullie er nèt zo lang over zullen
doen om het te leggen als Vic!
Dit dier, een Okapi, houdt zo'n beetje liet
midden tussen een giraffe en een hort. Het
is zo groot als een gewoon paard. Deze
Okapi werd in de Congo dat gebied in
midden-Afrika, weet je wel? gevangen,
en door den Belgischen koning aan den
Engelsen kroonprins, de prins van Wales
gegeven, een tijdje geleden. Omdat hij in
de Congo werd gevangen, heet hij ook
Congo.
Je ziet Congo hier bij aankomst in de
I ondense dierentuin.
In een Vlaams stadje namen twee he
ren hun intrek in een heel oude en vieze
herberg, waar anders nooit iemand kwam.
De twee gasten maakten helemaal geen
aanmerking op de lelijke kamers en op 't
slechte eten, en de verwondering van den
waard steeg nog ten top toen zij niet al
leen zonder iets te zeggen de erg hoge re
keningen betaalden, doch niet eens aan
stalten maakten om naar een andere en
betere herberg te zoeken. De twee zonder
linge gasten beviel het in tegendeel heel
goed bij hem, want ze bleven wekenlang
Ze leefden heel regelmatig, 'en het enige
bijzondere dat ze deden was, dat ze grote
wandelingen maakten.
Alle mensen in het stadje verwonderden
zich mèt den waard over die „rare" men
sen, zoals ze zeiden. Meestal waren de
vreemdelingen in het stadje voor zaken
gekomen.
Maar déze mensen? Ze zagen er rijk uit,
wat móesten ze hier, en waarom bleven ze
zolang in die slechte herberg?
„Het zijn spionnen", zei de een.
„Nee hoor, het zijn ontsnapte gevange
nen", zei een ander.
Sommigen waren zelfs zó ongerust, dat
zij naar den burgemeester gingen en zei
den, dat die twee heren niet te vertrou-
won waren. Maar de burgemeester zei, dat
hun papieren helemaal in orde waren, en
er dus niets op hen aan te merken was.
Zo ging er een maand voorbij. Op een
morgen riepen de twee den waard bij hen
en zeiden tot hem:
„Het bevalt ons hier zo goed, dat we
graag nog wat langer willen blijven. Maar
een hotelkamer vinden we niet prettig; we
voelen ons er niet in thuis. Daarom willen
we graag in het kleine tuinhuisje wonen,
dat achter in Uw tuin staat."
„Maar heren!" antwoordde de waard.
„Dat is toch niet bewoonbaar! Het is zó
oud. Al zeker honderd jaar, nee, veel lan
ger. Een dezer dagen had ik het willen op
ruimen."
„O, dat is niets erg. Een paar duizend
francs om het te verbeteren, willen we
graag betalen. Dus laat U het op onze kos-
San maar bewoonbaar maken."
liezen de glans, die er over hun veren
ligt. Is dat niet eigenaardig?
Een hond moet ook twee maal per dag
eten krijgen, behalve wanneer hij weinig
eet. Dan moet je hem drie keer te eten ge
ven, Zijn eerste maaltijd krijgt hij wanneer
jij ontbijt, en het moet lichte kost zijn:
hondebrood of geweekt brood. Zijn hoofd
maaltijd moet hij om vijf of zes uur heb
ben, en die moet dan bestaan uit rijst of
gort met wat vlees en wat hondebrood er
doorheen.
Je moet hem niet altijd hetzelfde geven,
dat is net zo min goed, als het voor jou
goed is!
Nu hoop ik maar, dat je wat ik hierbo
ven gezegd heb, ook zult doen. Want als
je echt van je dieren houdt, wil je doen
wat voor hun het beste is, en wat hier
boven staat is het beste, daar kun je van
op aan!
Overschoenen op een feest aangetrokken!
door F. S.
Als je op een regendag j'e overschoenen
aantrekt, vóór je naar school gaat, en je
misschien wel erg moppert omdat je die
nare, vervelende dingen aanmoet van
moedei*, dan denk je er zéker niet aan, dat
die overschoenen iets moois zijn.
Hoogstens vind je ze misschien nuttig,
omdat ze ervoor zorgen dat je geen natte
voeten krijgt.
Ik geloof, dat het daarom voor jullie
bést eens aardig is, om te weten, dat het
eerste paar overschoenen, dat ooit gedra
gen werd, alleen maar voor de mooiigheid
werd aangetrokken!
Daar kijk je vreemd van op liè?!
Het was een edelman, de Maurepas ge
heten, die naar een receptie aan het Hof
moest gaan. Hij had die overschoenen ge
kregen van Fresneau, een Frans ingenieur.
Het had Fresneau heel wat moeite ge
kost om genoeg van die „elastieke melk"
te verzamelen, voordal hij er een paar
schoenen van kon maken. Fresneau was de
eerste, die op het idee kwam om zo iets
van caoutchouc of rubber, zoals wij zeggen,
te maken.
Doch hij heeft de rubber niet ontdekt.
Dat was een andere Fransman, de la Con-
damine, die oen reis maakte naar Zuid-
Amerika.
Hij schreef op 11 Juli 1743 in zijn dag
boek:
„In de bossen van Quito vloeit een soort
van hars, dat cahuchu genoemd wordt. Als
het vers is, kan het de vorm aannemen,
die men 't maar geven wil. Regen dringt
er niet in door."
Twee jaar later kwam de la Condaniine
terug in Frankrijk, en hij bracht wat van
het „cahuchu" mee, en liet lvet op de Aca
demie in Parijs zien. De leden van de Aca
demie bekeken de nieuwigheid, maar ze
kwamen niet op de gedachte, het ergens
voor te gebruiken, zoals Fresneau deed.
Maar een heleboel mensen hebben ook
naar een stomende ketel gekeken, lang
voordat James Watt, doordat hij stoom uit
een ketel zag komen, op de gedachte kwam
om een stoommachine te maken! Maar
Fresneau wilde meer weten van die „ca
huchu". Hij tekende de vrucht en het blad,
die de la Condamine had meegebracht van
zijn reis, na, en nam die tekeningen mee
toen hij een reis naar Guyana maakte.
Daar roeide hij de rivieren op en sloot
vriendschap met de inboorlingen.
Hij liet hen zijn tekeningen zien en
vroeg, of zij hem de bomen, waar die
vruchten en bladeren aan groeiden, ook
konden wijzen.
Er leven er maar drie
op de hele wereld.
EEN GESCHENK AAN DEN PRINS
VAN WALES.
Een Okapi.
Ja, dat is een eigenaardig beest, dat je
hier ziet hè?! Op de hele wereld zijn er
maar drie dieren van dit soort, en ze le
ven allemaal in gevangenschap.
zelf schoon. En wanneer de maaltijden ge
bracht werden, nam de jongste der twee
het eten bij de deur aan. Zelfs de waard
moest zijn geld buiten in ontvangst nemen
wanneer hij door nieuwsgierigheid ge
dreven de wekelijkse rekening kwam
aanbieden.
Deze levenswijze vonden de bewoners
van het stadje natuurlijk ook weer „raar",
en alle tongen kwamen in beweging. Toen
men bovendien mérkte, dat de vreemde
lingen 's nachts het licht lieten branden,
waren de mensen er vast van overtuigd,
dat het valse munters waren. Maar ook dit
bleek niet juist te zijn, want toen zij weer
hun rekening betaald hadden, werd het
geld eens goed onderzocht, doch er werd
niets bijzonders aan ontdekt. Het geld was
echt!
Zo verliepen weer een paar maanden,
lot op een dag een auto voor de herberg
stilhield, en de vreemden, tot grote verba
zing van den waard, met bagage en al in
stapten, na natuurlijk de rekening betaald
te hebben.
Tevergeefs onderzocht de waard elk
plekje in het tuinhuisje, "om opheldering
te vinden voor het „rare" gedrag van de
twee gasten.
Alles was in de beste orde achtergela
ten, en iets bijzonders kon de man niet
vinden.
Doch een paar dagen later kwam er een
brief voor den waard van den oudste der
twee heren.
„U zult er wel verwonderd over zijn ge
weest", zo las hij, „dat wij geen aanmer
king gemaakt hebben over de hoge prij
zen en de slechte kamers en even slechte
verzorging in Uw herberg, en dat wij bo-