Onderzoek
^RUISENDE
mW «JEUGD
Kantongerecht te Alkmaar.
naar de gevreesde -
voetziekte van tarwe
(oogvlekkenziekte).
Op uitnoodiging van de Afd. Waard- en Groet van
de Holl. Maatschappij voor Landbouw, hield de Rijks-
landbouwconsulent en Directeur van de Rijksland-
houwwinterschool te Schagen, Ir. J. E. Muntinga, een
lezing met lichtbeelden over dit belangwekkende on
derwerp.
Zooals Jjekond zal zijn, hebben de tarwevelden de
laatste 25 a 30 jaar te lijden van „vallers" of „kreu
pele tarwe", een verschijnsel, dat optreedt in alle
landen van West-Europa en Amerika, met een op
liet onze gelijkende klimaat. Tengevolge van dit ver
schijnsel loopen zoowel kwaliteit als opbrengst be
langrijk achteruit.
In verschillende landen, vooral Duitschland en
Amerika, houdt men zich bezig mot het moeilijke
vraagstuk van de bestrijding dezer door schimmels
verooi-zaakte voetziekte.
In dit verhand zullen ongetwijfeld de resultaten
van de voorloopige en verder te verwachten onder
zoekingen door Ir. J. E. Muntinga, zoowel nationaal
als internationaal de aandacht van de vakkundigen
trekken.
Dank zij de steun en buitengewone medewerking
van alle leden der Afd. Waard- en Groet, verkreeg
Ir. Muntinga een groote hoeveelheid materiaal, dat
door hem statistisch is verwerkt en waaruit reeds
vele waardevolle conclusies kunnen worden getrok
ken.
Men mag zich echter niet ontveinzen, dat een
direct bestrijdingsmiddel van de voetziekte nog
niet is ontdekt. Maar de kennis van de omstandig
heden, die gunstig of ongunstig zijn voor de ontwik
keling der schimmels, leiden tot een i n d i r e c t e
bestrijding, die reeds belangrijke resultaten kan ge
ven.
In den aanvang van zijn lezing geeft Ir. Muntinga
dan een uiteenzetting van wat door deskundigen on
der „voetziekte" wordt verstaan.
Voetziekte is een verzamelbeg r i p
voor een drietal ziekten:
lo. de „tarwehalmdooder", die op zandgronden voor
komt, doch niet in dit onderzoek werd betrokken;
2o. d.c „oogvlekkenziekte", die vnl. op kleigronden
voorkomt en waar ook de landbouwers van
„Waard én Groot" enkele jaren geleden zoo mee
te kampen liadden;
3o. de „scherpe oogvlekkenziekte", die eerst kort ge
leden is ontdekt door Dr. Oort uit Wageningen
en waar nog slechts weinig over bekend is.
Ter voorkoming van verwarring wijst spr. nog op
het voorkomen van 2 andere schimmelziekten, die
echter niet speciaal woekeren in de „voet", d.i. de
wortels en onderste stengeldeel.
I)e last door deze beide schimmels, de fusarium,
herkenbaar aan strepen, terwijl ze ook legering ver
oorzaakt., en de bruinerandenschimmel,
die wel iels- van voctziektc weg heeft, is echter vrij
onbeduidend.
Verder is nog een bekende vijand, de graan
halm w c s p, die een eitje legt in voorjaar of voor
zomer. vlak onder de aar. De larve die zich ontwik
kelt, vernielt liet merg tot beneden toe, waardoor
de halm zijn kracht verliest en legert. Dit is dus
geen ziekte.
Na deze inleiding bepaalt spr. zich tot de oog
vlekkenziekte. Bij het onderzoek bleek deze
ziekte reeds vroeg te herkennen aan bruinachtige
vlekken, de zgn. „oogvlekken", die hun naam danken
aan den typischen vorm.
De besmetting vindt reeds vroeg
plaats, waarschijnlijk al in den herfst en is geheel
afhankelijk van de omstandigheden, waaronder de
jonge plant opgroeit. Hierbij spelen een groot aantal
factoren een rol, waarbij die van dc temperatuur
waarschijnlijk doorslag-gevend is.
Ontsmetting van het zaaizaad helpt niet, daar de
besmetting vanuit den bodem plaats heeft, als het
zaad ontkiemd is.
Hoe lager de temperatuur, hoe minder levensvat
baarheid hebben de sporen der schimmels.
De conclusie is dan ook, dat de wintertarwe
h e t b e s t 1 a a t g e z a a i d kan worden,
althans in géén geval eerder dan half October.
Overtuigend bleek dit resultaat uit de gegevens,
die aanwezen, dat bij zaaien in begin October 90
werd aangetast, - terwijl dit langzaam afneemt en
eind November nog slechts 30 werd besmet.
Mogelijk ook tengevolge van den invloed der tem
peratuur werd zomertarwe vrijwel niet of weinig aan
getast.
Spr. raadt dan ook aan pl.m. 1/5 van de beschik
bare oppervlakte met zomertarwe te bezaaien, hetgeen
tevens een betere werkverdeeling in de hand werkt.
Verder bleek uit de onderzoekingen dat de zware
Feuilleton.
door
MARGARET PEDDLER.
4.
liet jonge meisje naast hem vormde een vol
maakte tegenstelling mot hem. Ze was slank, met
een nog geheel onontwikkeld figuurtje,, bezat don
kerblauwe oogen en haar dat het beste met de stra
len der zon vergeleken kon worden; ze was even
blond als haar broer donker. Iemand had eens van
Yonctia gezegd dat ze tè mooi was om een gelukkig
leven te kunnen hebben Haar jonge bekoorlijkheid
scheen haar vader evenwel weinig voldoening te
geven, want hij keek haar zelden of nooit aan. Ze
herinnerde hem te pijnlijk aan Monica, op wie ze
sprekend geleek., en wier leven voor haar bestaan
had moeten ten onder gaan.
Toen broer en zuster dan ook dicht hij waren
gekomen, wendde Guy zich zooals gewoonlijk tot
Piers, inplaats van tot Venetia.
„Ik zou me in geen geval haasten als ik jou
was", zei hij sarcastisch. „Misschien is het je niet
opgevallen, dat we allemaal op jullie stonden te
wachten?"
Piers wierp zijn hoofd in den nek en er kwam
een kille uitdrukking in zijn oogen.
„Er bestond geen bepaald motief op ons te wach
ten, is het wel?" vroeg hij.
gronden iets meer kans geven op besmetting dan de
lichtere.
Een opmerkelijk verschil tusschen de winterras-
sen (Carstens, Emma, Wilhelmina, Juliana) was
niet te constat eeren. Wel wordt door velen de Car
stens geprezen als de minst vatbare, maar de cijfers
rechtvaardigen deze méening geenszins. Goede resul
taten van één of ander ras staan dan ook niet in
verband met de voetziekte, maar met één der vele
andere factoren, die voor het- welslagen der oogst
aansprakelijk zijn.
Aan de hand van mooie overzichtelijke statistieken
laat Ir. Muntinga zien, welk een grooten invloed de
„voorvrucht" Jiecft.
Zooals te begrijpen is, is zaaien op een besmet tar
weveld uit den boozc.
Maar uit de onderzoekingen bleek, dat de oog
vlekkenziekte ook voorkomt op tal van andere gewas
sen, zooals gerst, erwten en bloembollen en deze dien
tengevolge uiterst slechte voorvruchten zijn.
De conclusies van het onderzoek der voorvruchten
luiden samengevat:
lo. Hoe meer tarwe in de voorvrucht
hoe meer besmetting.
2o. Verder zijn te kenmerken als:
o n g u n s t ig: spinazie, maanzaad, bollen, gerst;
matig: boon en, mosterd;
gu n sti g: bieten, karwij, kool, aardappelen, kla
ver, haver.
Opgemerkt zij, dat deze kenmerken alleen de
voetziekte betreffen. Voor een goede
vruchtopvolging spreken nog zoovele andere facto
ren mee.
Zoo mogelijk moet de tarwe echter tot 1/4 of 1/5
worden beperkt, in welke richting men wel kan gaan,
door de verbetering der steunvcrdeeling (bieten).
Hoewel de cijfers dienaangaande geen overtuigend
beeld geven, is de indruk van Ir. Muntinga
wèl, dat in het algemeen de hoeveelheid
zaaizaad te groot is en dat de rijen niet te
dicht, maar "op pl.m. 25 c.M. moeten staan.
Als hoeveelheden geeft hij aan voor 1ste helft Oc
tober pl.m. lOOkg.; 2e helft October pl.m. 120 kg.; 1ste
helft November pl.m. 140 kg.; 2de helft Nov. pl.m.
160 kg.
(Voor de „Carstens" verhoudingsgewijze minder.)
Verder lijkt ook ondiep zaaien gewenscht.
Zitting van Vrijdag jl.
Bergen.
HIJ MAG ZIJN VERKEERSCATHEGISMUS NOG
WEL EENS NASNUFFELEN.
De heer R. D., 'n automobilist, die er rare ver-
keersmanieren op na schijnt te houden, was de bocht
bij den Winderingen Hoek, te Bergen, op 5 Juli met
groote snelheid en nota bene nog wel links omge
slagen, met welke roekelooze manoeuvre hij gevaar
had geloopen zich zelf en ook anderen het hoekje
om te helpen, want het is daar een druk punt, hoe
wel de weg breed genoeg is om behoorlijk de ver
keersregelen in acht te nemen. De chauffeur Ham
was terecht zeer verontwaardigd over dat onverant
woordelijk gedoe en werkte als correct weggebrui
ker er toe mede, dat genoemde heer D. heden tot f 10
boete of 8 dagen werd veroordeeld.
Akersloot.
DE VERSTROOIDE AUTODIEF.
Een Amsterdamsche monteur, Louis H., die onder
passend geleide uit de Amsterdamsche petoet werd
aangevoerd, was op 6 Augustus in zijn „luxe auto"
te Akersloot aangehouden door Rijks- en gemeente
politie, waarbij bleek dat maneer geen nummerbewïjs
kon toonon. Dit verzuim had echter gelukkige ge
volgen, want er kwam nu aan het licht, dat genoemde
monteur de auto gegapt had. Hij stond nu terecht
ter zake het niet vertoonde nummerbewijs en be
weerde het wel te hebben bezeten, maar hij had het
op zijn snoepritje met den achterover gedrukten
wagen, thuis laten liggen. Waar hij overigens een
beleefd iongmensch was, werd hij ook netjes behan
deld, en de straf niet hooger gesteld dan f 3 boete of
3 dagen.
WEER EENIGE SIERTELERS IN GEBREKE.
Op 6 zaakjes 5 diverse controleurs!
Een aantal bollentelers, die de Sierteelt Centrale en
het lang niet algomecne bollcnsaneeringsplan straal
hadden genegeerd, stonden dezen morgen weer voor
hun rechter Voor het half dozijn zaakjes contra na
genoeg vlak bij elkaar wonende bollen- of bloemte-
lers, werden 5 verschillende controleurs, opzichters
of districtsleiders, en hoe deze heeren meer zijn ge
titeld, als getuige opgeroepen!
In de eerste plaats verschenen dan de heeren Gebr.
Jan en Piet K., uit Limmen, die zonder vergunning
'n ongelukkig tulpenbollenkraampje van pl.m. ander
halve are zonder vergunning hadden geteeld. Con
troleur D. Dekker had deze bollen opgemeten.
De ambtenaar was zeer ontstemd over deze tegen-
De blikken van vader en zoon kruisten zich als
zwaarden. Het leek alsof er een zwijgend© strijd
tusschen hen gevoerd werd, een strijd welke te wij
ten viel aan een zeker gevoel van haat.
„Er bestaat geen bepaald motief, waarom we dat
wèl zouden moeten doen", zei Guy kortaf. „En daar
om had je de noodzakelijkheid kunnen ondervan
gen. Het is al lunchtijd, en zooals je bekend zal
wezen, geef ik er de voorkeur aan op tijd te eten".
„Laten de dieren dus naar binnen gaan om ge
voederd te worden", zei Piers glimlachend. Zonder
verder een woord te zeggen liep hij door, gevolg
door Budge en Venetia. Groot en volmaakt gebouwd
bewoog hij zich met een zekere nonchalante aanma
tiging, een houding die naar gelang der omstandig
heden aantrekkelijk of brutaal genoemd kon wor
den. Op het oogenblik domineerde het laatste echter.
„Die aap van een jongen moet een beetje onder
den duim worden gehouden", merkte Guy op, ter
wijl hij met Phil do achterhoede vormde.
„En wiens taak zou dat wezen?" vroeg ze vol
maakt rustig. Hij nam haar met een eigenaardigen
glimlach om dc lippen op. Het was vreemd, doch
hij scheen nimmer beleedigd te raken over harde
dingen, welke Phil vaak zei.
„Ilc veronderstel, dat het mijn taak is", gaf hij
toe. „Het spijt me ontzettend, Phil, maar ik kan dat
niet klaar spelen. Ilc vermoed dat het leven hem
zelf wel leeren zal, precies zooals we dat allen op
onze beurt moeten ondervinden." Dit laatste werd
er op cynischen, bitteren toon aan toegevoegd.
Hij zweeg daarna, en Phil volgde hem zonder ver
der een woord te zeggen naar het smalle, kronke
lende pad, hetwelk naar Wetherby Grange voerde.
Haar gedachten hadden een andere wending ge
nomen en ze merkte dat er een vaag gevoel van angst
over haar was gekomen door Guy's laatste antwoord,
pij zou dus weer weggaan, en ofschoon hij nim
mer een vader genoemd had kunnen worden op wien
men onder alle omstandigheden kon vertrouwen en
rekenen, viel het toch niet te ontkennen dat hij een
(Bestrijding van kraaien dan door menie.)
Bij het onderzoek naar de grondbewerking in 1934
en liet verband met de oogvlekkenziekte, bleken ook
nog eenige verrassende dingen.
Goede losse structuur, niet dieper dan
15—18 c.M., bleek de kansen op besmetting te vermin
deren.
Werd de structuur echter al te los, dan werd
het optreden der ziekte sterk bevorderd, evenals door
de aanwezigheid van kluiten.
Ook de bemesting is in het onderzoek betrok
ken, wahrbij bleek, dat het geen aanbeveling verdient
de gewassen te zwaar te laten worden.
Bij de „lichte" gewassen kwam geen enkel geval
voor van matige of ernstige aantasting, bij de nor
male en zware echter in meerdere mate.
Schrale tarwe bleek altijd mee te vallen. In het
algemeen is het gebruik van stikstof niet
aan te bevelen.
Voor vroeg gezaaide tarwe op lichtere gronden zal
een bemesting van 300 kg. kalizout 40 te probeeren
zijn, om de stevigheid van het stroo, dus het weer
standsvermogen te verbeteren. Bovendien verbetert
het de korrel kwaliteit en is goedkoop.
Hiermede hebben wij een globaal overzicht gegeven
van hetgeen door Ir. J. E. Muntinga is behandeld.
Voor andere afdeelingen van de Holl. Maatschappij
voor Landbouw mag dit echter een aansporing zijn,
zich eens met Ir. Muntinga in verbinding te stellen,
teneinde hun eigen ervaringen met zijn onderzoek te
vergelijken.
Het na de lezing gehouden „vragenuurtje" gaf ook
nog gelegenheid om verschillende punten nader on
der het oog te zien.
Daarbij kreeg de spr. o.a. gelegenheid nog eens te
wijzen op het groote belang van lucht en licht, als
verdelgers der schimmels.'
Naar aanleiding hiervan zal in het komende jaar
op verschillende proefvelden een nader onderzoek
worden gedaan naar de wijze van zaaien en de
dichtheid in verband tot de oogvlekkenziekte, waar
bij speciaal zal worden gelet op den invloèd van
licht en lucht. Deze is reeds onmiskenbaar, daar bijv.
de randen der velden minder aangetast worden dan
het midden.
Met belangstelling wordt dan ook uitdien naar
de resultaten van dit verdere onderzoek.
werking en leidelijk verzet en waarschuwde dit bol-
lenteelende broederpaar zonder vergunning, dat het
plan wordt gemaakt in 't vervolg de bollensanee-
ring, door de helft plus 1 leden ('n overweldigende
meerderheid dus!) aangenomen, krachtdadig te be
schermen en door te zetten, door alle geplante bol
len onverbiddelijk op te rooien en in beslag te ne
men, terwijl in casu werd gevorderd tegen beide
broeders te zamen f55 boete of 40 dagen hechtenis.
Gelukkig echter voor deze wezenloos kijkende on
geluksvogels, liep de kantonrechter minder hard
van stal en werd de boete teruggebracht op 2 maal 10
gulden subs. 2 maal 8 dagen.
De jonge tuinder H. Korthoven te Heiloo had ge
zondigd met 'n bollenkraam vroege tulpen en vol
gens onze geachte ambtenaar der Sierteelt Centrale
wel 69 gulden schade berokkend, 'n Onvergeeflijke
fout, als men in aanmerking neemt de groote uitga
ven die de Sier Centrale zich getroost om de bol-
lenteelers te gerieven, want ook hier was weer 'n
andere controleur, de heer C. Kuiper, de opmeter en
verbalisant.
Reuzeboeten, mede uit een oogpunt van algemeene
preventie zullen deze onwillige bollentelers tot rede
moeten brengen en dus werd nu gevorderd f25 boe
te of 10 dagen.
Vonnis iets minder preventief: f10 boete of 8
dagen.
Hierop was aan de beurt de chauffeur Piet Lief-
tink te Egmoad Binnen, die er in de duinen 'n bol
lenteelt op na had gehouden, als bijverdienste. De
Sierteelt Centrale-opzichter v. d. Pol had deze bollen
ontdekt, opgemeten en proces-verbaal opgemaakt.
Volgens Piet waren de meeste van deze bollen niec
zijn eigendom, maar van zekeren Houtenbos, die wèl
lid was van de Centrale. Hij kwam er dus met 4
gulden boete of 2 dagen nog niet zoo onvoordeelig
af.
De tuinder Dirk Rijkes uit Oudkarspel heeft een
sierteelt, speciaal ten behoeve van zijn bloemenlie-
vende en leergierige 9 kleuters. De vorige maal had
men hem al te grazen genomen over dit liefhebberij
tuintje en was hij tot slechts f 1 boete of 1 dag ver
oordeeld, maar nu was de ambtenaar woest, omdat
Dirk. deze zachte waarschuwing niet voldoende had
gewaardeerd en werd thans 30 gulden boete of 20
dagen gevorderd tegen den huisvader die 11 gezins
leden heeft te onderhouden. De kantonrechter zelf
schrok er dan ook van en zal er 'n week voor nemen
om zijn vonnis eens ernstig te overwegen.
In deze zaak was de controleur Kalverdijk de op-
meter en verbalisant.
WEER IETS NIEUWS OP SIERTEELGEBIED.
De tuinder Nic. K. te Castricum was door den
districtsleider opzichter, controleur, Ouwerkerk uit
N. Amstel bevonden in het bezit van een trekkas,
waarin een partij late Darwins. Hier betrof het niet
de bollensaneering, maar de kweek van tulpen zon
der vergunning en in strijd met het ministerieele
ondervinding van bijna vijftig jaar van het leven
had en de wereld dus moest kennen. Terwijl zij,
Piers, Budge en Venetia nog zoo verschrikkelijk
jong waren en zelfs het feit dat Piers, die twee jaar
ouder was dan zij een en twintig was geworden, deed
hem in dat opzicht niet in haar achting stijgen.
Ze deden met zijn allen aan een stel blinde jon-
gehonden denken, vond ze. En Guy liet het kalm
aan „het leven" over om hun de oogen te openen.
Gewoonlijk nam ze een vrij toegevende houding
tegenover haar vader aan, alsof ze hem diep in haar
hart toch nooit „au sérieux" kon nemen, en dus de
noodige verontschuldigingen voor hem vond. Er was
een zekere beminnelijke kant aan zijn karakter welke
hij Mar meer dan aan de anderen getoond had. En
ook was het meermalen voorgekomen dat ze een
glimpje waarnam van zijn bijna ondragelijke een
zaamheid en teleurstelling, waardoor hij geworden
was, zooals hij thans was. In deze oogonbliltken even
wel was het niet te loochenen, dat een zeker ge
voel van verzet en afkeer zich van haar meester
maakte. Hij had zijn kinderen in alle mogelijke op
zichten teleurgesteld," en om die reden zouden zij wel
licht de noodige ellende moeten doormaken wan
neer ze eenmaal in het volle leven stonden.
En weer kwam er iets van angst over haar, terwijl
ze aan de toekomst dacht. Ze was bang bang
en voelde zich verlaten als een kind, dat een groot,
donker bosch voor zich ziet liggen waar het door
heen moet. Oh, waarom ging Guy toch weer weg?
Het was thans voor het eerst dat alles in haar in
verzet kwam tegen zijn langdurige afwezigheid. Vroe
ger had ze het de gewoonste zaak van de wereld
gevonden, dat hij hen vrijwel altijd alleen liet. Doch
nu was ze angstig bij de gedacht dat hij weer ver
trekken zou angstig voor de toekomst!
Ze werd uit haar gepeins opgeschrikt door de
stem van haar vader, die vriendelijk en als terloops
vroeg of ze honger had gekregen van den kano-wed
strijd.
hloemlstenhesiuit. De heer 'Nic. R. was al eens doo*
zijn broeder gewaarschuwd dat hij met die bloemen-'
kweekerij voorzichtig moest zijn en terecht, aange
zien hij thans tot f20 boete of 11 dagen werd veroor
deeld. Ook nu vonnis a.s. week.
Dan kregen we nog als hekkesluiter van deze
Sierteeltcategorie de heer G. Berghuis, tuinder te
Uitgeest, welke heer er in was gevlogen met Chrisan-
ten en asters. Hij had zich nu ten spoedigste voor
zien van een vergunning en deze voorzorg, hoewei
feitelijk mosterd na den maaltijd, was toch oorzaak,
dat de straf werd beperkt tot f3 boete'of- 3 dagen.
Broek op Langend ij k. k
OOK VANDEN VAN DE SIERTEELT.
Deze strafactie had slechts 'n zijdelingscM betrekt
king op de beroemde Sierteelt en betrof 'n paar
Broek op Langedijkers, Simon Schoen en Piet Glas,
waarvan Simon eenden- en Piet Chrisanten- en Dah-
lia's-teeler was. Nu waren deze heterogene teeltpro
ducten op 30 Aug. met elkaar in contact gekomen en
zou 'n eend meta 7 jongen van Simon wel 500 chri-
santenplanten van Piet hebben vernield. De veld
wachter Nieuwenhuis had dit vcndalisme geconsta
teerd en tevens de brutale moeder-eend met het bek-
merk P. als identiteitsbewijs, in de nabijheid gezien
en vergeefs trachten op te vangen.
Thans stonden de beide Brockers voor den kan
tonrechter, probeerde Simon wat spijkers op laag wa
ter te zoeken door te beweren, dat hem ten laste was
gelegd „eenden", terwijl het maar een eend zou zijn
en volksgenoot Plet beweerde 50 gulden schade te
hebben geleden, maar zich te willen bepalen tot een
vordering van 5 gulden ter waarschuwing. De kan
tonrechter vond echter geen vrijheid zonder nader
bewijs deze schadevergoeding toe te kennen, zoodat
Piet er naast greep en had de Staat de primeur, want
Simon werd veroordeeld tot 5 gulden boete of 5
dager..
Egmond aan Zee.
NOG 'N LATE BRAMENKLANT.
Mej. Cornelia Stam te Egmond a. Zee had nog
eens wat grondstoffen voor de bramennegotie willen
znpken. Maar ook in deze branche raakt het vet van
den ketel. Het eenigste wat er te plukken valt, is een
bonnetje voor loopen over verboden grond, 'n z.g«
padovertreding: 1 gulden of 1 dag.
Castricum.
DAT DOEN WE NOG EENS OVER.
Piet I/hte, een verpleger te Castricum, zou volgens
oordeel va^i den verbalisant op een verboden weg
hebben .gefieist. Waar echter de verpleger een ge
heel andere meening was toegedaan, zal volgende
week de verbalisant worden gehoord.
Met een dergelijk watertje kwam Jonkheer E. van
Panhuys, 'n Haagsche student, voor den dokter. Hier
had de Limmer veldwachter v. d. Sanden het feit
geconstateerd. A.s. week dus reprise.
Zuidscharwoude.
SLECHT BELOONDE BARMHARTIGHEID.
De caféhouder Gerrit O. te Zuidscharwoude had
op een bakfiets 50 kg. kersen vervoerd, zonder aan
gesloten te zijn bij de Groenten- en Fruitcentrale.
De knaap had daar ook niets mee te maken, aange
zien hij als invaller dienst deed voor den echten fruit
koopman. 2 gulden boete of 2 dagen was het loon
voor dezen barmhartigen Samaritaan,
Egmond a. Zee.
GEEN VRIJERIJTJES ACHTER HET BORDJE
ARTIKEL 461 WETB. V. STRAFRECHT.
Een Egmondzeesche kloris, Jan Zw., had een slipt
pertje gemaakt op verboden duinterrein, welk amo-
reus avontuur hem heden berekend werd tegen bra
menzoekerstarief, 1 gulden of 1 dag, -
Castricum. _v
'N VERDACHT ZAAKJE. - -
Een Zaan&che drukkersknecht, M. J. van *fc
V. werd 's avonds te Castricum op het kampeerter
rein in de duinen aangetroffen en deswege geverbali
seerd. De ambtenaar trok zijn neus op en vertrouwde
dit nachtelijk uitstapje niet, rede waarom hij f8 boe
te of 8 dagen vorderde. Vonnis 50 korting.
Uitgeest
HET LIEP NIET MEE.
De bankwerker Hendr. K. uit IJmuiden had geen
geld voor 'n acte en het dus maar geriskeerd te Uit
geest met 2 hengels te gaan visschen. Maar hij had
pech met dit waagstuk, kreeg f2 boete of 2 dagen en
schoot er zijn hengeltjes hij in.
Alkmaar.
SCHOLIEREN MOET MEN OOK NIET MIN
ACHTEN.
De scholier G. C. D., zoon van den schoolopziener
te Alkmaar, had geen richting aangegeven, komen
de van Varnebroek richting standbeeld van „Truitje"
en compareerde thans als verdachte. Hij wist echter
de ambtenaar en kantonrechter te overtuigen, dat
dit manuaal ter plaatse overbodig was en deswege
van rechtsvervolging ontslagen.
HOOFDSTUK IL
Het oordeel der jeugd.
Er was een vertrek in het groote huis, hetwelk
door de Wetherby's altijd „de speelkamer" werd ge
noemd, en dat deze titel reeds gekregen had terwijl
ze nog maar heel klein waren. Oorspronkelijk was
die kamer bij „The Grange" gebouwd, toen een der
voorouders, die artistieke neigingen scheen te heb
ben, het noodig achtte in het bezit te zijn van een
atelier. Na diens dood was de kamer geruimen tijd
voor het opbergen van rommel gebruikt geworden,
doch toen de kinderen van Guy grooter werden had
den ze er de noodige zorg aan bésteed en er een
alleraardigst vertrek van gemaakt.
De meubelen waren grootendeels op verschillen
de tijdstippen van andere gedeelten van het groote,
oude huis weggehaald, en gordijnen en kleeden, die
daar niet meer te gebruiken waren geweest, hadden
in „de speelkamer" hun entrée gedaan. In den
éénen hoek stond een ouderwetsche piano, een groo
te, hooge schildersezel vulde den anderen, en een
divan waarop zich een geweldige menigte kussens
bevond, en die geflankeerd werd door eenige leun
stoelen, nam de voornaamste plaats in beslag.
Aan den muur waren verschillende teekeningen
opgehangen, sommige daarvan in crayon, andere
weer gekleurd, en het viel niet te ontkennen dat ze
iets origineels hadden.
Op een middag zaten de vier Wetherbys in deze
kamer bij elkander en bespraken het nieuws, dat
Phil dien morgen van haar vader had vernomen:
namelijk de tijding dat hij van plan was zoo gauw
mogelijk weer naar het vasteland te vertrekken.
„Heeft hij zich verwaardigd je te vertellen wan
neer hij zou afreizen?" vroeg Piers grimmig.
Ze knikte.
Wordt vervolgd.