Italië en de sancties. Avanti! Naai Aksoem! Aksoem nog niet gevallen KIJKER is KQjftEn uj (LOECK Welke sancties worden bestudeerd. Abessiniërs „vangen" Italiaansche tanks. AMBULANCE NAAR ABESSINIE. SUEZ-KANAAL BLIJFT OPEN. PERSONEEL LANDBOUWCRISISBUREAU. MET P.E.N. GOUDVOORRAAD DER NEDER LANDSCHE BANK. Weer onthullingen te Oss. Wat de Italiaansche soldaat van Aardrijkskunde weet. Het symbolische gedenkteeken te Adoea. Woensdag 9 October 1935. 79ste Jaargang. No. 9825 Postrekening No. 23330 SGHAGER URAN Int. Telef. No. 20 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Vrijdags. Bij inzending tot 'a morgens 8 uur, worden Advertentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst Uitgave der N.V. v.h. P. Trapman Co., Schagen. 8 PAGINA'S. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN* TIëN van 1 tot 5 regels f0.85, Iedere regel meer 15 cent (bewijsno* inbegrepen Groote letters worden naar plaatsruimte berekend, Men verwacht voor vandaag geen hoofde lijke stemming over het rapport van de commissie van zes. Tusschen den zoo belangrijken, en aan bijeenkom sten van den Volkenbondsraad zoo rijken dag van Maandag, en den met spanning tegemoet gezienen dag van heden, waarop de zestiende Volkenbonds vergadering weer zal bijeenkomen, was de dag van gister een adempauze, een rustdag waarop alleen veronderstellingen over hetgeen de dag van Woens dag brengen zou, in grooten omvang de ronde deden. De sancties, waartoe besloten wordt, zou den in theorie natuurlijk voor alle leden van den Volkenbond gelden, aldus de Geneef- sche corr. van het Hsbl. Maar gegeven de stemming van voorzichtigheid, die te Ge- nève bestaat, en den wensch alle kansen op botsingen in Europa zooveel mogelijk te vermijden, acht men het niet priori onmo gelijk, dat zekere landen, aanvankelijk al thans, van de toepassing der sancties wor den vrijgesteld. Dit zou b.v. het geval kunnen zijn met 'Zwitserland, dat bij zijn intrede in den Vol kenbond reserves heeft gemaakt ten aanzien van militaire sancties, waaraan het in zijn [positie van neutrale mogendheid geen deel wenscht te nemen en welks neutraliteit ook deze uitzondering zou kunnen wettigen en met landen, voor welke het stopzetten van hun handel op Italië een zoodanige schade zou veroorzaken, dat ze die bezwaarlijk zou den kunnen dragen, zooals b.v. Turkije. Het D.N.B. meldt uit Rome: De draagwijdte van de joijgste nota van Aloisi aan 'den Volkenbond, waarin de afkeuring wordt te ken nen gegeven omtrent den thans door Genève inge slagen weg, wordt in politieke kringen alhier sterk onderstreept. Al gaat men hier ook nog niet zoo ver, de nota, als een aanwijzing te beschouwen van een spoedige uittreding van Italië uit den Volkenbond, aarzelt men toch niet haar als een laatste ernstige waarschuwing aan te merken. Men verklaart, dat de kwestie van Italië's uittreden uit den Bond niet door Italië zelf, doch door Genève wordt bepaald. Het toepassen van oeconomische sancties heeft nog niet automatisch, gelijk reeds eerder gezegd, de uittreding uit den bond tengevolge. Deze hangt veeleer af van den geest van de tegen Italië gerichte maatregelen. De openbare meening volgt met groote bevreemding de handelingen van den Volkenbond, die men hier niet anders dan als een sterk partijdige, anti-fascis tische houding kan uitleggen. Vanzelfsprekend acht men het, dat de Geneefsche „vredesmethoden" zonder uitwerking moeten blijven. Italië zal met geener lei voorstellen voor den dag komen. De Italiaansche opvatting is duidelijk, en afdoende in het groote memorandum neergelegd. Met nadruk wijst men hier nog eens de beschul diging af, omtrent aanvallen op de burgerbevolking in Abessinië. Vinei, de Italiaansche gezant, is verzacht heen te gaan wegens misbruik der gastvrijheid. Het bericht, dat na Adoea en Ardigrat ook de heilige stad Aksoem in handen der Italia nen is, is nog steeds niet bevestigd. In Rome wist men tenminste van de verovering nog niets af. Ook het Italiaansche blad de „Tribuna" constateert alleen, dat de Italianen naar Ak soem oprukken. Italiaansche vlieger-waarne mers hadden sterke Abessynische troepencon tingenten gesignaleerd, die opmarcheerden naar het Noorden. De troepen hadden blijk baar bevel ontvangen te trachten de aan het front van Adoea—Adigrat verloren stellingen te heroveren. Vinei moet Addis Abeba verlaten. Reuter seint uit Genève: De regeering van Ethiopië heeft den Italiaanschen gezant te Addis Abeba verzocht het grondgebied van Abessinië onmiddellijk te verlaten. Deze maatregel wordt gemotiveerd met de verkla ring, dat de gezant, niettegenstaande zijn gegeven woord, gebruik maakte van den radiopost .van de le gatie. De legatie was het middelpunt van spionnage en in triges tegen het koninkrijk Ethiopië. In dpe nota- waarin de AÖessinische regeering in secretaris-generaal van den Volkenbond mededeelt, dat zij genoopt is geweest den Italiaanschen gezant en het geheele personeel van de legatie te verzoeken, het Abessinische gebied te verlaten, wordt aan het slot nog de verzekering gegeven, dat de Abessinische re geering alle maatregelen zal nemen voor een hoffe lijke behandeling en voor de bescherming van de Ita liaansche ambtenaren tijdens hun vertrek uit Abes sinië. Zaakgelastigde van Abessinië te Rome zal paspoort vragen. Addis Abeba: De regeering van Abessinië heeft haar zaakgelastigde te Rome gelast, zijn paspoort aan te vragen. De toestand te Adoea, zooals de Ita liaansche bladen het melden. De speciale correspondenten der Italiaansche bla den aan het Noordelijke front in Oost-Afrika seinen aan hun bladen, dat in Adoea, ondanks de militaire sfeer, het burgerlijke leven weer zijn gewonen gang gaat. De inboorlingen zijn in grooten getale terug gekeerd en hebben van de Italiaansche troepen le vensmiddelen en medicamenten gekregen. De bevol king verdringt zich bij de commando-posten, waar de koloniale ambtenaren, die de troepen volgen, voorbe reidingen treffen voor een eerste regeling van bet civiele leven. Men heeft reeds een aanvang gemaakt met bevolkingstelling. De krijgsgevangenen aldus de correspondent verder betreuren het geenszins, dat zij in Italiaansche handen zijn gevallen. Zij ver tellen, dat de groote vliegtuigen en de aanvalswagens en soldaten van Mussolini ontzetting gewekt hebben onder de Abessijnsche hoofden, die de inboorlingen hadden opgeruid tot een anti-Italiaanschen kruis tocht. Uiteraard geven de correspondenten ook uitvoerige beschrijvingen van oorlogsepisodes, waarin de moed van de Italiaansche arbeiders en soldaten naar vo ren wordt gebracht. Zoo wordt als bijzonder staal van Italiaansche krijgsgeestdrift verteld, dat een aan tal arbeiders, die watertransporten tot bij het front vervoerden, eenmaal in de frontlinie aangekomen, onmiddellijk deelnamen aan den strijd en er zelfs in slaagden vijf Abessijnen gevangen te nemen. De acitiviteit der Italiaansche vliegtuigen. De Italiaansche vliegtuigen gaan, volgens berichten uit Addis Abeba, door met het maken van verken ningsvluchten, waarbij o.a. boven de plaatsen Dire- dawa en Harrar pamfletten werden uitgeworpen. Ook maken sommige berichten melding van het feit, dat de Italiaansche vliegtuigen de Abessijnsche troe pen die zij tegenkomen bestoken en trachten hen te verspreiden. In verband met de activiteit van de vliegtuigen gaat men te Addis Abeba door met het nemen van maatregelen tegen aanvallen uit de lucht. Gisteren heeft men des avonds volledige duisternis gelast voor de geheele stad. Auto's, die door de straten reden, mochten ook geen lichten aan hebben. Boven Diredawa heeft men gisteravond een onbe kend vliegtuig gesignaleerd, dat zoeklichten liet schijnen over de stad. Te Addis Abeba heeft men den val van Aksoem niet bevestigd, hoewel men toegegeven heeft, dat twee Italiaansche afdeelingen de stad omsingelen. Italiaansche tanks in kuilen „gevangen1'. Het A.N.P. meldt uit Addis Abeba: Berichten uit Adoea melden, dat de Abessyniërs kuilen hebben gegraven, welke zij met takken en aarde verborgen om er de Italiaansche tanks in te laten vallen en aldus onschadelijk te maken. Dergelijke kuilen zijn de inlanders gewoon te ma ken bij de jacht op groot wild. Naar verluidt, zijn inderdaad vier tanks in de kuilen vastgeraakt. De bemanning zou door de Abessynische soldaten zijn omgebracht. Te Addis Abeba is men begonnen op de heuvels buiten de stad onderkomens te graven om de be volking bij een luchtbombardement te kunnen ber gen. PRINSES JULIANA STELT DUIZEND GULDEN TER BESCHIKKING. H. K. H. Prinses Juliana, voorzitster van het .Nederlandsche Roode Kruis, heeft f 1000. ter beschikking gesteld voor de eventueele uit zending van een Nederlandsche ambulance naar Abessinië. Quaestie van sluiting is in vergadering der maatschappij wel overwogen. Reuter seint uit Parijs: Terwijl algemeen was aangenomen dat in de maandelijksche vergadering van aandeelhouders van de Suez-Kanaal-Maatschap- pij de quaestie' van de sluiting van het kanaal niet was besproken, meent de „Intransigeant" te weten dat zij wel in de vergadering behandeld, maar in ie der geval terstond van de hand gewezen is. Men was van meening, dat noch de FranschEgyp tische overeenkomsten van 5 Januari 1856 noch het verdrag van Konstantinopel van 1888 een sluiting van het kanaal toelaten. Tevens is in de zitting het denk beeld om het passage-tarief te verdriedubbelen, ver worpen. Naar het „Alg. Hsbl." verneemt, is mr. H. A. J. M. Kusters, fungeerend secretaris aan het. College van (agrarische) Regeeringscommisarissen en feite lijk leider van het Landbouwcrisisbureau van het departement van Landbouw en Visscherii, voor on- bepaalden tijd met ziekteverlof gegaan. Voorts vernamen wij, dat tot juridische ambtena ren bij genoemd bureau zijn aangewezen de heeren mrs. Van Lidt de Jeude. Besier, Von Schwarzenberg und Hohenlandsberg en Beelaerts vanBlokland. Burgemeesters van Alkmaar, Bussum en Hilversum willen uiteenzetting geven van de naasting van gemeentelijke elee- triciteitsbedrijven in Noordholland. De burgemeesters van Alkmaar, Bussum en Hilversum hebben de fracties van de staten van Noord-Holland verzocht een mondelinge uiteenzetting te mogen geven van hun stand* punt ter zake van cle naasting van het ge meentelijk electriciteitsbedrijf door het Pro vinciaal Electriciteitsbedrijf van Noord-Hol land. Een belangrijke stijging. Het goud ver moedelijk uit Frankrijk afkomstig. De nieuwe weekstaat van de Nederlandsche Bank geeft een belangrijke stijging van den goudvoorraad te zien en wel met f 20 millioen Vermoed wordt, aldus het Alg. Hsbl." dat het goud! uit Frankrijk afkomstig is, hoewel de stand van den wisselkoers voor een normalen invoer van goud geen aanleiding gaf. De veronderstelling ligt voor: de hand, dat de Nederlandsche Bank op bijzondere wijze, bijv. door de aflossing van credieten de be schikking over francs heeftg elcregen, waarmede zij de goudaankoopen kon financieren. Tegelijkertijd heeft een inkrimping van de crediet* verleening plaats gehad en het eindresultaat is, dat' ret gouddekkingspercentage van ca. 62*4 pet, tot 66y4 pet. is gestegen. Opnieuw tal van bijzonderheden aan het licht gekomen. De gemeentepolitie te Oss heeft de laatste weken weer eenige beruchte misdadigers, die in verband met de bekende onthullingen over de gedragingen van het „milieu" werden gearresteerd, aan een lang- durig verhoor onderworpen. Daarbij kwamen weer tal van bijzonderheden aan het licht, die hun mede plichtigheid bewezen aan zeer vele misdrijven, dio in den.loop der laatste jaren niet alleen te Oss en omgeving, maar ook in andere deelen van Noord- Brabant werden gepleegd en die tot nu toe nog niet werden opgehelderd, dan wel, waarvan de politie onkundig was gebleven door de zwijgzaamheid van de slachtoffers, die bevreesd waren voor represailles van de betrokkenen. In verband met den stand van het onderzoek en arrestaties, die dezer dagen nog moeten worden ver richt, konden ons nog geen mededeelingen omtrent de resultaten van de nasporingen worden gedaan, maar wel kon ons worden medegedeeld, dat liet onderzoek geleid heeft tot de onthulling van meer dan honderd misdrijven, gevallen van straatroof en overvallen met geweldpleging. Uit de onthullingen is gebleken, dat de beruchtste Ossche misdadigers hebben samengewerkt met tal- looze ongure elementen uit de grootste Brabantsche steden en daarbij met een brutaliteit zijn opgetreden, die in een woord grenzeloos is. In de komende dagen kunnen verscheidene arres taties worden verwacht. door SVEN OLAFSON. Na Adoea en Ardigrat is dus ook de heilige stad Aksoem in handen van de Italianen gevallen. Volgens de laatste geruchten zou het bericht van den val van Aksoem echter heelemaal nog niet bevestigd zijn. - Sven Olafson vertelt inmiddels in het volgende van de op- marseh daarheen. Aan het front, 8 Oct. 1935. Adoea ligt achter ons. Avanti, avanti! Wij zijn op weg naar Aksoem. Aksoem, de heilige stad der Abes sijnen, waar gewoonlijk de keizers van Abessynië werden gekroond. Wij verwachten er dan ook hefti- gen tegenstand. (Dis is dus inmiddels gebleken wei nig succes te hebben gehad (Red. Sch. Crt.) De Abes sijnen zullen er ongetwijfeld alles op zetten, om dit pelgrimsoord niet in handen van de Italianen te la ten vallen. Wanneer ik echter om mij heen zie en de geestdrift aanschouw van de uitgelezen troepen, die nog in den roes verkeeren van de verovering van Adoea, moet ik demeening deelen van de officie ren, die niet ophouden mij te verzekeren, dat het Ras Seyoem niet zal gelukken om zich staande te hou den tegen deze vloedgolf van menschen en machines. Volgens de berichten van onze verkenners tracht Ras Seyoem, teruggeslagen uit Adoea, stellingen te betrekken tusschen Makale en Aksoem. Tusschen deze beide plaatsen bevindt zich een breede toegangs weg naar het binnenland, die hij wil trachten te versperren. Niet onwaarschijnlijk is hij er ook van op de hoogte, dat er versterkingen voor hem aanruk ken, die reeds door de Italiaansche vliegmachines aan het hoofdkwartier zijn gesignaleerd. De alge- meene indruk is evenwel, dat deze niet tijdig genoeg ter plaatse zullen kunnen zijn om nog een rol te spelen. STOFWOLKEN EN MUSKIETEN. Ik bewonder den Italiaanschen soldaat, die met zijn modelbepakking langs de primitieve Afrikaan- sche paden in een dichte stofwolk op het doel afgaat, dat voor hem ligt: Aksoem. De geografische kennis van deze brave kerels laat wel wat te wenschen over Ze redeneeren ongeveer zoo: „Eerst Adoea, dan Ak soem en nog een paar kleine plaatsjes, dan Harrar en dan Addis Abeba en dan is het afgeloopen". Ik laat het maar zoo. Zoolang de menschen optimistisch zijn, blijft de moed er in. Om mij heen is het gedreun van een troepenmacht op marsch, het gedreun en gerommel van het ge schut en de tanlts,die als korte dikke grauwe rupsen voorthobbelen. Deze kleine tanks hebben reeds bij de verovering van Adoea getoond, wat zij vermogen. Achter de infanterie-linies, die des morgens tot den beslissenden aanval overging, volgden deze kleine, venijnige monsters, elk bewapend met twee machine geweren. Met groote snelheid bewogen zij zich over het terrein, dat zij zonder de minste moeite schoon veegden. Hoe zouden de Abessijnen hen ook hebben kunnen tegenhouden? TERUGBLIK OP ADOEA Stof en gedreun van marcheerende voeten om mij heen, Boven ons de Afrikaansche hemel, wolkeloos, van waaruit de onbarmhartige zon ons haar ste kende stralen toezendt, zoodat het zweet met straal tjes van onder onze tropenhelm uitvloeit en zich ka nalen graaft door het stof, dat op onze wangen kleeft: In weet niet, waar ik de voorkeur aan moet geven: aan dit stof, of aan de muskieten, die ons in Adoea zoo hebben belaagd, dat het vuur der Abes sijnsche troepen daarbij vergeleken slechts een klei nigheid geleek. Ons kort verblijf in Adeoa heeft ons belet, om er meer dan een vluchtigen indruk van mede te ne men. Trouwens, veel is er voor een Europeaan niet aan te zien. De huizen zijn meest tegen de glooiing van een heuvel gebouwd. In weerwil van het feit, dat Adoea thans op aller lippen is en men in alle landen der aarde zijn lotgevallen van de laatste da gen heeft gevolgd, heeft het weinig weg van een „hoofdstad" wat het toch is, namelijk van de provincie Tigre. Het bestaat uit een wirwar van kromme, steile straatjes. De huisjes veeleer hut ten hebben steenen muren en stroodaken; soms ook zijn ze gedekt met ruwe leiplaten. Er zijn op vallend veel kapelletjes en kerken. Bovenop den berg staat de kathedraal, die schijnbaar niet te lij den heeft gehad van het Italiaansche vuur. VOORWAARTS OP NAAR AKSOEM! Hoe zeker de Italianen van hun zaak waren, hoe overtuigd zij er van waren, dat zij Adoea zouden in nemen, bleek mij wel het beste, toen ik getuige was van het oprichten van het gedenkteeken. dat men reeds bij voorbaat had medegevoerd. Do titel „ge denkteeken" is overigens rijkelijk weidsch; het is zeer eenvoudig van uitvoering en draagt niets meer dan twee data: 1 Maart 1S96 en 6 October 1935. Doch ondanks zijn eenvoud symboliseert het den vasten wil, dat de Italianen getoond hebben om zich t.e wreken over de nederlaag van 1896. Het is zaak. om goed de oogen te openen en zoo veel mogelijk indrukken in zich on te nemen en te verwerken. Van Italiaansche zijde komt men niet veel te weten, ondanks de hoffelijkheid, waarmede uw correspondent overigens wordt behandeld. Daarover heb ik in het minst niet te klagen. In de rustpoozen klamp ik zoo dezen en genen mindere wel aan, om mijn licht op te steken. De Italiaansche soldaat is mededeelzaam maar hij weet niets. De Italiaansche officier weet wél wat maar hij is niet mededeelzaam, ondanks zijn hoffelijkheid. Veertig kilometer zijn wij nu zoowat in Abessynic doorgedrongen. Het is niet veel, als men de kaart bekijkt. En het is nog het gemakkelijkste gedeelte geweest. Maar dank zij de aanvankelijke successen behaald ten koste van geringe verliezen, zit de moed. er in bij de troepen. De zon steekt en het stof stuift. De mannen mar- cheeren en zingen liedjes, die ik niet versta. Avanti! Ewiva il Duce! Aksum a noi! (Aksoem aan ons!)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 1