Arroodissements-Rechtbank
1P «Peugd
ruisende
te Alkmaar.
Ingezonden stukken.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van 16 October.
Castricum.
DE CASTRICUMER SLAGKOOI IN HOOGER
BEROEP.
De oudé tuinder Dirk Wokke te Castricum had
voor den kantonrechter gecompareerd, omdat hij
een bij de wet verboden slagnet zou hébben gebezigd
en was deswege veroordeeld tot f 5 boete of 3 dagen.
Dirk liet zich echter niet zoo heel gauw kisten, ver
meende dat hij slechts een treknet had gebruikt en.
dus niet schuldig was, weshalve, hij wilde hangen
aan den hoogeren juridischen galg en in appel kwam
daarbij krachtig gesteund door mr. A. Prins als
raadsman en verdediger. Dirk kwam er nu rond
voor uit, dat hij behalve schadelijk gedierte, ook wel
eens een fasantje had gevangen, maar appellant be-
schouwdo dit fraaie dier ook als schadelijk.
Mr. Prins informeerde ook en passant eens naar
een aan zijn cliënt toebehoorend jachtgeweer, waar
voor zijn cliënt niet had terecht gestaan, maar dat
nooit boven water was gekomen.
De officier was van meening dat het materjaal
voor Dirk strafbaar is en was tevens zoo vrij om
niet alleen bevestiging van het vonnis te vorderen,
maar ook opvoering van de straf tot f 20 boete of
10 dagen.
Mr. Prins kwam met kracht op tegen deze zijns
inziens geheel ongemotiveerde strafverhooging, die
hem zeer ongerechtigd voorkwam.
Voorts bestreed pleiter zoowel de opvatting van
den kantonrechter, zoowel als van den officier en
concludeerde na een uitvoerig betoog ontslag van
rechtsvervolging, subsidiair vrijspraak.
'Alkmaar.
EEN AANRIJDING OP DEN HEILOOëR
STRAATWEG.
De' thans 18-jarige monteur Herman M. te Alk
maar, veroordeeld tot f 7.50 boete subs. 1 week
tuchtschool, naar aanleiding van het feit dat hij op
11 Febr. van dit jaar mnder behoorlijk teeken van
richting verandering den straatweg te Alkmaar na-
hij. de Bleekerslaan was overgestoken, waarbij een
aanrijding plaats had met een met groote snelheid
naderenden door Dr. Versteeg, arts te Alkmaar be
stuurde auto. Het verweer van den verdachte was in
eerste, instantie, dat de geneesheer had gereden met
onverantwoordelijke snelheid.
Aangezien evenwel het verkeer van rechts hier
voorrang had, werd dit verweer ook door den offi
cier niet geaccepteerd en bevestiging van het vonnis
gerequireord. De dokter gaf echter zelf toe dat hij
de daar geldende maximum snelheid wel een weinig
.kon hebben overtreden'. Dr. Verstecgh zag tevens de
finitief af van het instellen van een civiele vprde-
ring ad. f 28 wegens beschadiging van zijn wagen.
(Ook de fietsrijder en de fiets waren beschadigd!).
De jeugdige appellant kreeg echter bij den officier
geen schijn van kans en werd bevestiging gevorderd
Aan het vonnis, met wijziging van de straf en wel
f 7.50 boete -of 7 dagen hechtenis inplaats van tucht
school'.
Helder.
ONVOLDOENDE UITGEWEKEN.
De taxichauffeur Gerard E. te Helder had op 24
Januari aldaar, op den hoek Sluijsdijk- en Schagen
et raaf volgens meening van den ambtenaar een aan
rijding veroorzaakt met een ander 4-wielig motorrij
tuig (een autobus) bestuurd door Ch. L. v. d. Poel,
omdat hij niet voldoende had uitgeweken en was
alstoen veroordeeld tot f 40 boete of 10 dagen; Veroor
deelde kwam in appèl, doch er kwamen geen nieu
we bijzonderheden naar voren en werd bévestiging
gerequireerd.
Wieringen.
ROEKELOOS TEGEN EEN HANDKAR AANGE
REDEN.
Frans R., een 22:jarige chauffeur uit NieuWer-
'Amstel zou op 19 Febr. op den Beursdijk te Wierin
gen tegen een handkar, bestuurd door zekeren Hen
drik Koning, zijn aangereden en was -ter zake dit
feit door den kantonrechter te Helder veroordeeld.
VSn dit veroordeelend vonnis kwam Frans in hooger
beroep, voorloopig echter zonder resultaat, aange
zien de Officier bevestiging van het vonnis f 25 boe
te of 10 dagen requireerde.
Feuilleton.
in
door
MARGARET PEDDLER.
HOOFDSTUK VI.
Tusschenspel.
Dokter Brodie had den familieleden van zijn pa-
'tient dringend verzocht eerst laat in den middag
ïiaar „Welherby Grange'-' te willen komen.
Phil had hun komst een beetje zenuwachtig afge
wacht. De Wetherby's kregen namelijk zelden of
nooit bezoek op „The Grange", hetgeen te wijten
was aan' het feit dat wanneer Guy in Engeland ver
toefde hij op een woedende, onhebbelijke manier
elke vriendelijke tegemoetkoming van buren te niet
wist tc doen, terwijl anderen zich allerminst tot dit
gezin aangetrokken voelden en den mond vol hadden
.van de schandelijke, vrije opvoeding der kinderen.
Moeders hielden haar dochters zooveel als doen
lijk was uit de buurt van Piers' onmiskenbare uiter
lijke attracties, en evenmin hadden ze er ooit over
gedacht Phil, óf Venetia, met haar opvallende schoon
Jieid op de lijst van invitaties te laten voorkomen.
Het- viel dus niet te verwonderen dat de Wether
by's cenigszins in de war raakten met het oog op
hot bezoek van Terry's familie. Weliswaar waren
deze eerst kort geleden in de nabijheid van het stad-
jo komen wonen, doch het liet natuurlijk geenerlei
twijfel, of de noodige praatjes waren reeds tot hen
Enkhuizen.
NACHTELIJKE ROOFVISSCHERS UIT HOORN.
Een tweetal visschers uit de gemeente Hoorn,. Jan
Last en Anth. Selie stonden tci'echt naar aanleiding
van het feit, hen tenlastegelegd, dat zij in den
nacht van 28 op 29 Juni in het door den palingvis-
scher K. ,v. Slooten gepachte vischwater in casu de
haven met gebruikmaking van geaasd- hoekwant,
aan niemand toebehoorende paling hadden bemach-,
tigd. Vischrecht hadden deze verdachten op het wa
ter niet.
In deze zaak, waarin de twee verdachten ontken
den, werden 4 getuigen a charge gehoord. De pach
ter koeèterde alreeds de verdenking dat er. werd ge
stroopt en was hij er met een neef in een motorboot
op uitgetrokkA, om eventueele. stroopers zoo moge
lijk op heeterdaad te betrappen. Het geluk was hen
gunstig en werden verdachten dan ook a flagrand
delit gesnapt. Toen de stroopers dit bemerkten, gin
gen zij er full speed vandoor met achterlating van
het hoekwant, dat door van Slooten en neef gedeelte
lijk werd opgehaald en naar de politie gebracht. De
verdachten werden later aangetroffen in een vlet en
weid he.t nog uitstaande hoekwant opgehaald door
hoofdagent Ubels.
Gevorderd werd tegen baas Jan L. f 75 boete subs,
50 dagen en contra Anthoon da knecht f 50 boete of
25 dagen.
Heerhugowaard.
IN DEN NACHT OP EEN LANDELIJKEN RIJWEG
MET EEN ZWAAR INVALIDE TAXI-WAGEN.
De 31-jarige Taxi-chauffeur Karei Lambertus Sch.,
uit Heiloo verscheen in de middagzitting als ver
dachte, naar aanleiding van de voor hem niet' wei-
njg verzwarende omstandigheid,dat hij te Heergo-
waard in den nacht van 26 op 27 Mei met een door
hem bestuurde auto, waarvan hij wist dat de verlich
ting en de handrem defect waren, op den Midden
weg een slagersknecht, genaamd Gerrit de Graaf,
die met een rijwiel aan de hand geheel rechts van
den weg wandelde, zoodanig had aangereden, dat
genoemde de Graaf een lichte hersenschudding be
kwam, alsmede een zware snijwond op het hoofd én
nog verschillende huidverwondingen, zoodat de
Glaaf gedurende drie weken niet in staat was zijn
slagersbezigheden waar te nemen.
De 20-jarige heer de Graaf werd na het ongeval
door den plaatselijken geneesheer, den arts Dr. C.
Spiering medisch behandeld en werd door hem ge
noemde accidenten ernstig lichamelijk letsel genoemd
Door luitenant van Hulst, dé bekende deskundige
pp motorgebied was de auto nagezien en. waren de
hierboven gereleveerde érnstige gebreken aan den
wagon van verdachte' geconstateerd.
De verdachte Werd als raadsman en verdediger
geassisteerd door mr. C. H. de Groot, een strafplei
ter die in deze materie, zijn sporen reeds ruim
schoots heeft verdiend.
In deze zaak had de Officier 7 getuigen a charge
en 2 deskundigen gedagvaard.
De deskundige luitenant van Hulstnoemde de
slechte verlichting de oorzaak, dat het uitzicht
voor den bestuurder onvoldoende, was. met gevolg
de thans behandelde aanrijding.
De verdachte, wiens groote lampen niet werkten
beweerde geweldig gehinderd te zijn door de sohiin-
werper van een 'achterligger.
De. slagersknecht, de \yeinig begeerenswaardïgen
held van dit nachtelijk auto-drama, gaf verslag van
zijn onaangenaam avontuur op den Middenweg. Hij
liep in .gezelschap van zijn collega K. Buter. Bei
den liepen met de fiets aan de hand en eischten
dus. nogal wat plaats op. den rijweg op. Bovendien
bevond zich op Buter's fiets nog een groote slagers-
mand. Getuige-de Graaf merkte echter op. dat Buter
op een paadje langs den riiwpg en de weg ter plaat
se breed genoég was Van de aanrijding zelf wist
de Graaf niet veel te vertellen. Hij was direct be
wusteloos. Zijn fiets was voorzien van een reflec
tor, die niets presteerde. Er zat bordpapier achter,
vermoedelijk om de flikkering te vecboogen.
De slagersknecht Leèndert Christiaan Biskanter
uit de Magdalenenstraat was dien nacht ook van
de partij en had met eenige vrienden. Quax en
Berkhout van verdachte voor 2 gulden een auto
gehuurd om Heerhugowaard te bezoeken, ten einde
eens lustig kermis te kunnen vieren. Zij waren bij
de aanrijding al op den terugtocht. Het licht van
den wagen had al eens geweigerd en was door ver
dachte gerepareerd. Getuige verklaarde ook dat
achter hun wagen een auto reéd met' sterk licht.
Getuige Biskanter vermeende dat de voetgangers
2Vz meter van den kant liepen. Ook de varkenskil-
ler Ouax verklaarde iets dergelijks. Het licht van
de 2 guldens-auto was niet in orde.
De expediteur J. Baars te Heerhugowaard had op
zijn erf staande gezien een oude Ch'evrolèt met één
koplamp op en deze wagen had hij den volgenden
morgen bij het Raadhuis teruggezien.
De getuige KI. Stammes reed met den achterlig
ger met de verblindende schijnwerper. Hij kon den
auto van verdachte niet passeeren. omdat déze zig
doorgedrongen. Verder bestond dan ook tegelijk de
mogelijkheid dat ze hem liefst zoo gauw mogelijk
bij hen vandaan zouden halen.
Phil betrapte zich er op, dat een zeker gevoel van
verdriet zich bij die gedachte van haar n%ester
maakte. Het bleek haar echter al heel gauw, dat
de Mathesons een paar alleraardigste, spontane men-
schen waren, even natuurlijk alë de Wetherby's zel
ve, en ze vloeiden over van dankbaarheid voor alles
wat voor Terjy gedaan was.
Verder was het een verrassing te ontdekken, dat
mevrouw Matheson aanzienlijk ouder was dan haar
echtgenoot, ofschoon zij gelijk Phil later opmerkte,
allerminst dien indruk wekte.
En in dit opzicht had ze ook volkomen gelijk. Nel
Matheson was één en veertig, precies elf. jaar oudei
dan haar echtgenoot, doch een groote liefde en ge
zond-verstand hadden er voor gezorgd, dat die bree-
de kloof tusschcii hen overbrugd werd.
Hij aanbad haar nog op precies dezelfde wijze als
toen hij als jongen van twintig jaar tot over zijn
ooren verliefd op haar was geworden. Vijf jaar lang
had ze standvastig geweigerd met hem te trouwen op
grond van het groote leeftijdsverschil, maar ténslotte'
was het hem gelukt haar bezwaren te overwinnen.
En dit alles vertelde ze op een grappige, aantrek
kelijke manier, nadat ze een kort bezoek bij Terry
had afgelegd hij mocht nog niet lang achter el
kaar praten en zij en haar echtgenoot door tante
Jem en de verzamelde Wetherby's op thee werden
onthaald.
„Daarom moet ik er dus voor zorgen zoo lang mo
gelijk jong te blijven", zei ze met een lieven glim
lach. „Mannen worden in den tegen woord igen tijd
zooveel vlugger oud dan een vrouw, en als ik er
goed uit blijf zien, heb ik kans dat Dick me den
een of anderen dag zal inhalen. En dan zullen de
menschen niet langer zeggen: „Oh, is het niet- af
schuwelijk! Ze is.jaren ouder dan haar echtgenoot.
Niettemin schijnen ze heel gelukkig met elkander
te wezen." Ze lachte hartelijk. „Het is eigenlijk
schandelijk van, ons, nietwaar? Maar we-zijn werke
lijk volmaakt gelukkig met elkander. Het schijnt nu
zag over den Middenweg reed. Opeens hoorde hij
een klap, remde en zag op den rijweg een man
liggen. Hij srrong uit den auto en heeft werk van
den dokter gemaakt. Den chauffeur had hij een
standje gemaakt om zoo dronken op den weg te
komen.
Dat ziet er niet zoo mooi uit, zei de president tot
verdachte.
Waaruit maakte U op, vroeg de Officier, dat ver
dachte dronken was?
Door het slordige rijden, antwoordde getuige.
De Officier vond dit alléén' geen voldoende aan
wijzing voor dronkenschap.
Getuige bleef hardnekkig volhouden, dat verdach
te dronken was. Hij kon. dat uit alles merken.
Verdachte zeide, slechts één glaasje bier te heb
ben gebruikt! -Hij was absoluut niet onbekwaam!-
De monteur L. H. Hoogland had'omstreeks kwart
over twee een auto zien rijden, waarvan het licht
ongeregeld brandde Achter dien auto reed een auto
'met volle lichten. De aanrijding had deze getuige
niet gezien ook Hoogland verklaarde dat dit de
schuld was van Stammes, die kwajongensachtig
reed. Ten slotte werd nog gehoord de slager Kasper
Buter. 'n 17-jarige slagerskepcht. die met slachtoffer
in den bewusten nacht wandelde met een slagers-
mand op zijn fiets. Hij liep naast het beharde weg
gedeelte. Hij had allés van de aanrijding gezien.
Hij had er geen erg in of verdachte onder den in
vloed verkeerde.
Verdachte merkte nog op. dat, hij niet dronken
maar bar zenuwachtig was. als gevolg van het on
geluk dat hij verschrikkelijk vond.
Requisitoir. De heer Officier, het gebeurde nog
eens in onderdeelen reconstrueerende. kwam tot
de conslusie, dat in casu was toegebracht zwaar
lichamelijk letsel. Als voornaamste factor van het
ongeluk releveerde de Officier wel het defecte licht.
Dat de inzittenden dit defect met hadden opge
merkt, was vermoedelijk wel te wijten aan de hoe
veelheden bier,, die door de heeren naar binnen
waren gewerkt.
Zoowel door de verklaring vap den deskundige
als die van de getuigen Baars en Hoogland was
wel komen vast te staan, dat met onvoldoende ver
lichting was gereden, evenals vast is komen te
staan, dat de reflector van den aangereden- slager
een prul was, wat helaas maar al te dikwerf voor
komt. Dat verdachte dronken zou zijn geweest.wil
de Officier niet zoo voetstoots aannemen. 2oo
iets is niet zoo gemakkelijk té constateerem zooaJs
de Oficier door voorbeelden nader aantoonde. De
Officier wilde 2ich -alleen op het standpunt stellen,
dat het ongeluk hoofdzakelijk verband hield met
de slechte verlichting. Een -en ander tegen elkaar
opwegende, kwam dé Officier tot de conclusie, dat
de aanrijding in nórïnaie omstandigheden voorko
men had kunnen worden en requireerde de Offi
cier, aannemende dat hier grove 'schuld had be
staan, al had verdachte overigens behoorlijk, zijn
plicht gedaan.
De Officier nam ook aan dat^ de verdhehfe het
nachtelijk vrachtje op een koopje, niet voor zijn ge
noegen had -vervoerd en een en ander in aanmer
king genomen, vorderde de Officier.f 80, boete of
40 dagen.
Verdediging. Mr. de Groot releveerde bij den.
aanvang van zijn pleidooi, dat hij reeds te voren,
met zijn cliënt kennis had gemaakt. Hij had eeni
ge jaren te voren verdediger geassisteerd in een te
Amersfoort bekomen panne.'Deze dienst'wilde ver
dediger nu gaarne vergelden. Vóórts stelde pleiter
in het licht, dat verdachte veel belangstelling had
getoond, in het slachtoffer. Niet alleen had Mi de
Graaf meermalen bezocht, maar ook zijn fiets her
steld en zijn eigen hoed afgestaan ter vervanging
van het vernielde hoofddeksel van zijn slachtoffer.
Wat de motiveering van de dagvaarding betrof, de
ze noemde pleiter slap. Pleiter wees op de tegen
strijdigheid in de getuigenverklaringen met betrek
king tot de onvoldoende verlichting. Nader trachtte
pleiter aan te toonen, door een technische uiteen
zetting. dat verdachte alles, wat noodig was. had
gdaan om zijn licht behoorlijk te voorzien. Het was
duidelijk dat verdachte in hét, verblindende licht
van Stammes niet kon opmerken, dat zijn licht niet,
brandde. Pleiter bracht nog in het midden dat ver
dachte is een arme drommel, die thans van den
steun moet leven en sprak zijn verontwaardiging
uit over het aplomb, waarmede getuige Stammes
hem van dronkenschap besohuldigde.
Mr. de Groot vermeende dat de schuld van ver
dachte was beperkt tot een'zoodanig minimum, dat
vrijspraak moest volgen. Zoo de Rechtbank zulks
niet wilde aannemen, verzocht pleiter in. casu de
meest' mogelijke clementie.
Uitspraak in alle zaken a.a Dinsdag.
Aan de Redactie van de Schager Courant.
Naar aanleiding van het in Uw blad van 9 Oct. f.1,
opgenomen stukje onder het hoofd „N.S.B.-vergade
ringen" zouden wij gaarne de volgende opmerkingen
geplaatst zien.
Bedoeld schrijven spreekt over .tCursussen" en
„Lezingen", waarmede de plattelanders in de ko
mende -wintermaanden hun meer gewone arbeid
met ..geestelijke arbeid" zouden gaan combineeren,
waarmede alsdan ook zij hun kennis zouden kun
nen verrijken.
Na deze beschouwing worden de komende N.S.B.-
vergaderingen in de aandacht der lezers aanbevo
len en wil men,het aldus doen voorkomen dat ook
deze vergaderingen met cursussen en lezingen on
één lijn zijn te stellen en als ..geestelijken arbeid"
moeten worden gezien.
Nu is het een niet te loochenen feit. dat 'ook hot
verbreiden van des duivels geest onder de geeste
lijke'arbeid moet worden geraneschikt.
Wij. felle tegenvoeters van de Natiopaal-Socialis-
ten, bestrijden deze geesf, belichien haar onhoud
baarheid, wijzen on de noodwendige gevolgen, wel
ke thans in de spanning van dezen tiidzoo duide-.
lijk door de bloedige feiten worden bevestigd.
Bij deze bestrijding, onzerzijds in het openbaar,
is steeds de volle gelegenheid om tegenover- deze
onze inzichten, andere te stellen. Zoo ook geldt dit
voor de N.S.B.
Zoo handelende maken onze vergaderingen, bij
eenkomsten. lezingen, veeleer aanspraak on cursus-
gen. On deze wijze immers wordt door uitwisseling
van gedachten het begrip cursus eenigszins bena
derd.
De N.S.B. heeft échter tot nu. elk openlijk debat
geschuwd en ontweken. De door haar propagandis
ten ten beste gegeven oraties kunnen de toets der
critiek niet doorstaan. Men weet dit. vandaar, dai
men zijn toevlucht neemt tot het svsteom van vra
gen stellen en openlijke gedachten wisseling kort
weg weigert.
Speculccrende oo de wanhoop yan een ten onder-;
gaande plattelandsbevolking, welke door een niets
ontziendelaster over andersdenkende en mooie
beloften, binnen eigen rijen moeten worden gehaald
Deze vorm van nlatte nropaganda ligt zoo ver af
van cursus of -lezing, dat het doën voorkomen als
of niet minder dan bedrog en misleiding moet
worden gezien.
Echter, indien het de organisatoren ernst is. op
deze weg een rechtsom te maken, zal men ons
steeds bereid vinden in de komende maanden van
onze inzichten blijk te geven, ook op de „cursussen"
van de N.S.B.
Indien hier dus niet van misleiding, doch van
een gewijzigde tactiek moet worden, gesproken,
zien wij in de komende maanden de vergadering
van de N.S.B. aangekondigd met vrij debat.
U. Mijnheer de Redacteur, dankend voor de
plaatsruimte.
A. VELTROP, Deemster.
Wie kocht oorlogsmateriaal
van Amerika?
GRONDSTOFFEN VOOH AMMUNITIE
NAAR ENGELAND. JAPAN IS DE
GROOTSTE AFNEMER.
N e w-Y o r k. Volgens de nieuwste statistiek
van het departement van Handel in Washington
heeft Grool-Brittannië in de laatste acht maanden
veel meer grondstoffen gekocht voor de vervaardi
ging van ammunitie en ander oorlogsmateriaal, clan
Italië. De beste afnemer blijft evénwel Japan. Men
moet échter bij de studie van de ciifers van het
departement van Handel in het oog houden, dat
het hier betreft grondstoffen, die wel is waar kun
nen worden gebezigd voor het fabriceeren van am
munitie, doch die ook voor andere doeleinden kun
nen dienen. Men kan dus niet onvoorwaardelijk
aannemen, dat zu voor oorlogsdoeleinden worden
gebezigd. Tóch is het interessant te vernemen, 'dat
Engeland en Italië samen ongeveer een vierde van
de geheele Amprikaanscbe kon'er-nroductie hebban
afgenomx: van deze hoeveelheid ging ongeveer 60
I ngiar Engeland .en 40 naar Italië. Voor de aan
gekochte katoen geldt ongeveer dezelfde verhouding
i Staal, tin en vlas gingen in groote hoeveelheden
i naar Ttalië. Engeland kocht 1208 vrachtauto's. Ita-
lië daarentegen slechts 328. Janan h^eft in hetzelf-
I de 'tijdsverloop in de Vereenigde Staten aange-
I kocht bijna 350 mjllioen pond katoen, 8S9.000 ton
ijzer en staal en 23.000 ton tin.
eenmaal niet ander te kunnen zijn."
Dick Matheson, een groote, breedgeschouderde man
met dik, bruin haar, wendde zich tot, Jemina.
„Als men haar op die manier hoort praten, zou
men werkelijk denken dat ze volwassen was, juf
frouw Glenville, maar in werkelijkheid is ze nog
een heel klein meisje, en ik geloof niet dat ze ooit
op zal groeien."
Tante Jem glimlachte. Ze had de Mathesons al
dadelijk in haar hart gesloten, en ze begreep vol
komen wat Dick bedoelde. Zelfs in haar uiterlijk
leek Nell met haar goudbruin haar en heldèrgrijze
oog'en nog een heel jong meisje. Daarbij bezat ze'
het voorrecht van een prachtige teint.
„Sommige menschen blijven altijd kinderen",
merkte Jemina op. „En dat is voor de overige men
schen een groote zegen.
Voordat de Mathesons vertrokken, sprak Nell nog
maals haar grooten dank uit.
„Ik weet waarlijk niet hoe U voldoepde te bedan
ken, juffrouw. Wetherby," zei ze% terwijl ze zich tot
Phil wendde. „Of een van de anderen", voegde ze
er aan toe, tante Jem, Piers en Budge aanziende.
Het was duidelijk merkbaar hoeveel ze van Terry
hield; „U moet namelijk weten dat .Terry met uit
zondering van mijn echtgenoot alles is wat ik bezit
op de wereld."
„Ik beloof U dat er uitstekend voor hem gezorgd
zal worden, totdat de dokter zegt dat hij vervoerd
mag worden", verzekerde Jemina haar. „Ik vrees dat
U hem dus zoolang bij ons zult moeten laten", voegde
ze er glimlachend aan toe. „Komt U hem evenwel
zoo dikwijls opzoeken als U maar wilt."
„En als hij weer heelemaal in orde is, dan zien
wij U ook bij ons, nietwaar?" vroeg Nell. „We heb
ben hier geen kennissen. Bovendien moeten we sa
men hard werken, en ik veronderstel dat de bewoners
van Torrenby dergelijke menschen niet noodig heb
ben."
Jemina antwoordde haar op dezelfde eenvoudige*
eerlijke manier.
„Natuurlijk zullen we graag komen. Ik leg echter
nimmer bepaalde visites af en moet U dus-geen plech
tig afgeven van kaartjes enz. van ons verwachten.
Maar we vinden het heerlijk vriendschap te kurmen
sluiten."
Den volgenden dag gaf dokter nadat hij zijn pa
tiënt onderzocht had toestemming een uurtje bene
den te zitten, maar beval hem zich kalm te houden
Die waarschuwing bjeek volmaakt overbodig te* zijn,
want tot zijn groote verbazing ontdekte Terry zelf
al gauw, dat het een enorme krachtsinspanning voor
hem was leunende op Phil's arm'de trappen af te
gaan. En toen ze hem dan ook goed en wel in een
leunstoel' in de „speelkamer" hadden geinstalleerd,
was hij maar al te blij daar te kunnen blijven zit
ten.
„Ik voel me „geweldig zwak" bekende-hij met een
zekeren afkeer, welke elke man" tegen physieke on-
geschiktheid heeft. Phil zat voor het open raam en.
glimlachte geamuseerd.
„Had U... had je dan gedacht dat het anders zou
wezen?" informeerde ze. „Je kunt toah moeilijk ver
wachten den dag nadat je bijna verdronken was,
zóó sterk te zijn als een Samson of Goliath."
„Dat is zoo", gaf hij toe. „Ik heb echter maar een.
maand vacantie, en het lijkt me zulk een tijdver
spillen toe in een leunstoel stil te moeten zitten.' We
hadden intusschcn zulke prettige dingen kunnen"
doen."
Hij sprak die laatste woorden uit alsof het de na
tuurlijkste zaak van de wereld was, dat ze samen
„zulke prettige dingen hadden kunnen doen" en 't
viel dan ook niet te ontkennen, dat een eigenaardige
ongekende emotie zich van het meisje meester maak-
te.
„Om te beginnen kunnen we met elkander praten"
stelde ze verlegen voor. „We zullen heel wat te be--
handelen hebben, omdat We elkander nog maar
zoo weinig kennen."
„Kennen we elkaar zoo weinig?" vroeg hij, terwijl
hij haar strak aanzag. „Ik geloof dat ik alles van je
weet wat noodig is."
Wordt vervolgd.