Stilte voer den storm aan let Iront
Cultiveering
Nieuwe regeering iu
Oostenrijk.
van gronden
Aksoem voor Bezetting gespaard
Zaterdag 19 October 1935.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9832
MUTATIES BIJ DE CRISISDIENSTEN.
TUMULT IN DEN RAAD VAN
CULEMBORG.
Geen monopolie van de
Ned. Heidemaatschappij
Belangen der aannemers
Langs het Noorderfront wor=
den de posities versterkt
(Van .de V.P.B.-correspondent, Sven Olafson.)
Telegrafisch via Asmara en Rome.
AAN HET FRONT, lS^Oct. 1935.
Op het oogenblik leven wij hier in een toestand van
afwachting en voorbereiding. Er gaat., voor zot)ver
dit van hier uit te beoordeelen is, weinig van belang
om. Af en toe worden, wij opgeschrikt door wat
schoten, die plotseling kraken, beantwoord door het
nijdiger geknetter van de Italiaansche mitrailleurs.
Pan blijkt het, dat enkele tirailleurs van de overzijde
een overrompeling op kleine schaal op touw hadden
gezet, die natuurlijk eindigt met hun terugtocht, on
der achterlating van een énkelen doode of gewonde.
Neen, dit zijn nog niet de groote gevechten, waar
op ieder zich had geprepareerd. Men maakt zich hier
dan ook nog geen groote voorstellingen van de tot
dusver herhaalde overwinningen, al is men met deze
resultaten natuurlijk zeer tevreden, vooral omdat zij
ten koste van zoo geringe verliezen zijn behaald. Ik
heb een luitenant van de genie lachend hooren be
weren, dat er „meer banden van de auto's waren
gesneuveld, dan soldaten."
Wil het oppercommando de buitenland-
sche correspondenten weg hebben?
Uw correspondent mag geenszins klagen over' de
behandeling, die hem hier ten deel valt integen
deel. Iedereen is de hoffelijkheid zelf en alle inlich
tingen, die niet mogelijkheid te verstrekken zijn, wor
den hem met de meeste bereidwilligheid verschaft.
Toch krijgt men af en. toe den indruk; dat de jour
nalisten" worden beschouwd als niet in het kader be-
hoorende. Deze indruk werd versterktdoor het feit.,
hetwelk ik u mededeelde, dat wij vóór de overgave
van Aksoem- achterwaarts '.werden gedirigeerd.
Dit brengt uw correspondent in verband met de
uitlatingen van .een kapitein, met wien hij op vriend-
schappelijken voet is geraakt en die hem ook wel eens
over dingen praat, dic^niet direct den dienst raken.
Deze dan zeide hem, bij geruchte te hebben gehoord,
dat er aan het zuidelijke front sprake van zoü zijn,
de buitenlandsche journalisten niet tot het eigen
lijke gevechtsterrein toe te laten. Wat hiervan de
reden zou kunnen zijn, kon of wilde hij uw correspon
dent niet vertellen.
Het is niet te hopen, dat deze maatregel ook tot
het noordelijke front, zal worden uitgestrekt: Ik kan
geen enkelen grond zien voor het nemen van een der-
gelijken stap, daar geen enkel buitenlandsch journa
list hiér buiten zijn 'boeltje gaat. Wel is het een open
geheiih, dat er enkelen onder zijn, die zich niet be
paald als persona grata kunnen beschouwen. Dit is
«Venwel-over het algemeen meer te' wijten aan hun
nationaliteit, dan aan hun optreden.
Het Italiaansche leger versterkt zijn
posities.
Zooals ik reeds in den aanvang zeide, gaat er hier
weinig om. De hoofdzaak is op het oogenblik de ver
sterking der verschillende linies en de verzekering
der verbindingen met het achterland. Generaal De
Bono heeft er den nadruk op gelégd, dat hieraan on
ophoudelijk de meeste zorg zal worden besteed.
Men is dan ook inderdaad al zoo ver, dat de.
transport-colonnes kunnen doordringen tot de voor
ste .linies, zij het dan ook; dat het laatste deel van
den weg nog verre van gebaand ik. Er wordt in alle
opzichten veel gevergd van de auto's. De meeste
vrachtwagens, die ik in dezen sector aan het front
heb opgemerkt, zijn van Amerikaansch fabrikaat. Zij
houden zich uitsteken^. Naar ik verneem, heeft men
in Asmara een reusachtig depot aangelegd van aller
lei onderdeelen, waarvan mén zich ruimschoots heeft
voorzien. In dat opzicht maakt men zich hier dan ook
niet bevreesd voor de gevolgen van de door den Vol
kenhond aangekondigde blokkade of welken an
deren naam men daaraan dan ook mag geven.
Iedereen ziet 'met verlangen uit naar het bevel om
verder op te rukken. Het-versterken der huidige po*
sities is echter een hoogst noodzakelijke maatregel,
daar het sucfces van den vorderen opmarsch daar
van in hooge mate afhangt.
Aksoem wordt ontzien.
Het treft uw correspondent, dat van Italiaansche
zijde al het mogelijke wordt gedaan om de gevoelens
der Abessijnsche bevolking .tc ontzien. Zoo .heeft
men Aksoem niet direct betrokken in dit verster
kingsplan. Men heeft zich vergenoegd'met een be-
DE HEER BUCKMANN TREEDT AF ALS
REGEERINGSCOMMISSARIS VOOR HET ZUIVEL.
Naar wij vernémen heeft de heer L. Bück-
mann, regeeringscommissaris voor de Zuivel,
tegen 1 December a.s. eervol ontslag uit die
functie gevraagd en verkregen; hij zal even
wél met een bepaalde omschreven taak in
den Crisisarbeid werkzaam blijven. Zijn ar
beid als regeeringscommissaris voor de Zuivel
zal worden overgenomen door. den regeerings-
comrpissaris voor den akkerbouw en de vee
houderij, ir. S. L. Louwes.
Voorts heeft de voorzitter van het collége van re-
geeringscommisfarissen, mr. dr. A. A. van Rhijn, in
verband met het feit, dat- hij kort geleden het ambt
van feecr.etaris-generaal van twee departementen, n.I.
van landbouw en visscherij en van handel, nijverheid
en scheepvaart, op zich genomeji heeft, den minister
van landbouw en visscherij verzocht hem van het re
geeringscommissariaat voor de visscherij, pluimvee'
houderij en de turf te ontheffen, opdat hij zich uitslui
tend aan zijn taak als. secretaris-generaal, der beide
departementen, en als voorzitter van het college van
regeeringscommissarissen 'zal kunnen geven.
De minister heeft den heer van Rhijn verzocht hem
te adviseeren, op welke wijze in de vrijkomende plaat
sen zal kunnen worden Voorzien^
trekkelijk groot aantal troepen rond de plaats samen
te trekken. Practis.ch gesproken heeft het eigenlijke
bezit van de stad dan ook geen strategische waarde
voor het leger. Het gaat er natuurlijk alleen om',
zich zekerheid te verschaffen dat van 'die zijde geen
gevaar meer kan dreigen.
Met dit doel zijn dan ook verschillende batterijen
houwitsers bij Aksoem in stelling gebracht, die ik
heb mogen bezoeken. Men houdt er rekening mede,
dat de Abessijnen te ceniger tijd een tegenaanval
zouden hunnen ondernemen. Deze zou echter' m.i.
niet de minste kans van slagen hebben.
Op jiöog bevel moet het heilige karakter van de
stad Aksoem heilig dan voor de Abessijnen
worden geëerbiedigd, voor zoover dit vereenigbaar
is met den goeden gang van de 'militaire operaties.
Naar men hier wil, zou niemand minder dan Mus
solini zelf hiertoe bevel hebben gegeven.
AIS één man achter den Duce.
Als dit zoo. is, behoef ik mij er niet over te ver
wonderen, dat zijn bevelen letterlijk worden nageko
men. De minste wenk 'van den' Duce is een bevel
voor deze soldaten. Uw correspondent waagt het te
betwijfelen, of wel ooit een leger een zoo treffend
blijk van eensgezindheid heeft gegeven, als dit, het
welk optrekt tegen' Abessynië.
Van den hoogste tot den laagste is men overtuigd
van het goede recht van Italië om dit land de Euro-
oees'che beschaving te brengen door bemiddeling
van Italië. En dit geheele Italiaansche streven wordt
gedragen door den naam van den Duce. Nooit kan
een naam grooter wonderkracht hebben uitgeoefend
op een volk, dan die van Mussolini uitgezonderd-
misschien in zijn tijd Napoleon.
Men beschouwt het dan ook als een groote eer, dat
zijn beide zooijs aan dit front staan.
(Copyright V.P.B.)
(Nadruk verboden).
HEFTIGE TOONEELEN SPEELDEN ZICH AF,
....DIE EENSLOTTE TOT SCHORSING VAN
DE VERGADERING LEIDDEN.
In de Donderdagavond gehouden raadsvergadè-
ring. hebben zich wederom heftige tooneelen afge
speeld.
Toen het bleek, dat de wethouder van sociale
zaken, de heer Wammes, achter den rug van den
burgemeester om, contact heeft gehad met een
groep grondeigenaren en met besturen van bouw
vak-organisaties, werd hem door den heer Collè
■het verwijt gemaakt, dat hij vroeger bij de behan
deling van het plan-De Kok, aan diezelfde orga
nisaties lak heeft.gehad, waarop de wethouder in
zijn verweer beloofde, dat hij zich ook in de' toe
komst tegen het plan-Dé Kok met hand en tand
zal verzetten, omdat hij geen wetsverkrachter wil
zijn.-
De voorzitter protesteerde tegen de handelwijze
van den wethouder en diens verregaande uitdruk-
kingèh.
Op een verzoek van een zangvereeniging, om 't
volgende jaar een concours met kermesse d'ètè te
mogen houden, was een motie van orde ingediend
door de raadsleden Peek, Middelhoven en Wijsen-
De instelling van den cultuurtechnischen
dienst.
Naar aanleiding van de instelling van den cul
tuurtechnischen dienst heeft een verslaggever van
het A.N.P. in Den Haag aan ii. F; P. Mesu, directeur
van dezen dienst, en secretaris der centrale cultuur
technische adviescommissie, inlichtingen verzocht,
Ir. Mesu herinnerde aan het in 1926 verschenen
verslag van het onderzoek, ingesteld door de com
missie, belast met de beantwoording van de vraag,
of in de diensten van het Rijksbureau voor de ont
watering zonder groote bezwaren op andere wijze
'zou kunnen worden voorzien.
Het belang van de ontwatering zou er zeer mee
'zijn .gediend,, indien het mogelijk ware, één centraal
orgaan in hét leven, te roepen, dat leiding gaf op 't
gebied van cultiveering van gronden en kon zor
gen voor een geleidelijk op de markt brengen van
klaargemaakten grond.
Doel en samenstelling der adviescom-
missie.
In dezen geest nu is.de instelling geschied van
een- centraal cultuur-technische adviescommissie en
een cultuurtechnischen dienst. Hiermede wordt be
oogd, de cultuurtechnische belangen, ressorteeren-
de bij dé directie van den landbouw, onder één lei
ding te brengen. Vroeger waren deze belangen ver-
deeld over drie colleges.
De centrale cultuurtechnische adviescommissie
vervolgde ir. Mesu, bestaat uit zeven ledeij.
Aan den dienst zijn toegevoegd enkele ambtenaren,
'Toeger werkzaam bij het Rijksbureau voor ontwa
king.
Door deze concentratie hoopt de regeering, te kun
nen besparen, zonder dat de cultuurtechnische belan
den in gevaar worden gebracht.
Op het gebied van de ontwatering is het de bedoe
ling dat slechts adviseerend wordt opgetreden. In
verband met den toestand van 's Landsfinanciën
kan cle dienst niet langer ontwatcringswerken sub-
pidieerem
beek, strekkende, dat verzoek niet te doen behan
delen.
Het raadslid Collè bestempelde dit als muilkorf-
politiek én verklaarde, dat.geen honderd muilkorf-
oekases in staat zullen zijn, de democratie in den
raad het zwijgen op te leggen.
Het raadslid Spithoven riep toen uit, dat het
blok van zeven de stem van het volk tracht te
smoren, hegeen niet zal gelukken, of het moet al
beschikken over de legioenen van Mussolini, die de
mitrailleurs er voor kunnen zetten.
Toen de motie met 7 'tegen 6 stemmen was. aan
genomen, riep de heer Collè: „Leve het stemvee!"
Nog erger werd het tumult, toen bleek, dat een
zelfde motie van orde door de drie reeds genoemde
raadsleden was ingediend tegen het behandelen
van een motie-Collè c.s., betreffende afkeuring van
hetbeleid der beide wethouders, inzake het niet
meer verstrekken van gemeentelijke publicaties en
berichten aan de Lekbode.
De heer Collè beriep zich op het recht van elk
raadslid op interpellatie, maar als de wethouders,
tegen wie het gaat, bij die interpelatie als kwajon
gens loopen gaan en dan in een volgende vergade
ring met een motie van orde er den domper op
zetten, dan verkrachten de wethouders de .wet.
De voorzitter, die' bij den steeds grooter worden
den stroom van onparlementaire uitdrukkingen den
hamer met kracht hanteerde, gaf toe, dat de han
delwijze der wethouders in dezen niet juist is, om
dat hierdoor aan het recht op het uiten-van vrije
meening wordt tekort gedaan. Het was hem dan
ook tegengevallen, dat deze motie is aangenomen.
Toen .wethouder Wammes verklaarde, dat hij for
meel en wettelijk heeft gehandeld, brak de orkaan
los, zoodat de voorzitter de vergadering schorste.
Na een kwartier werd de openbare vergadering
heropend en waren de gemoederen zoodanig ge
kalmeerd, dat een zakelijke afhandeling van de
agenda mogelijk was.
Minister Fey uit de regeering getreden. -
Schuschnigg blijft bondskanselier.
Officieel wordt uit Weenen medegedeeld
dat Bondskanselier dr. Schuschnigg Donder
dagmiddag den brondspresident, Miklas, een
voorstel heeft gedaan, om alle leden van zijn
regeering volgens artikel 82 van de grondwet
van 1934 ontslag te verleenen. Tegelijkertijd
bood de bondskanselier den bondspresident
volgens artikel 86 van de grondwet van 1934
zijn ontslag aan.
De bondspresident gaf gevolg aan het voorstel met
betrekking tot het ontslag der regeeringsledep, maat
nam geen acte van het verzoek van den bondskan
selier om ontheffing uit zijn functie. Hij verzocht
bondskanselier dr. Schuschnigg hem zonder verwijl
voorstellen te doen betreffende de nieuwe samen
stelling van.de regeering.
Bondskanselier dr» Séhuschnigg heeft deze op
dracht ten uitvoer gelegd en zijn voorstellen inge
diend. die door den bondspresident werden goedge
keurd.
Dienstengevolge zal in het kabinet bondskanselier
Steun van de regeering.
Dit beteekent echter niét, dat de regeering uitvoe
ring van ontwaterings- en in het algemeen van cul
tuurtechnische werken niet meer zou steunen. Zoo
als- bekend is, worden zeer vele cultuurtechnische
werken in \verkverschaffing uitgevoerd, waarvoor
de regeering gewoonlijk een zeer ho.oge percentage in
de arbeidsloonen geeft en soms zelfs nog voor een deel
dér overige kosten subsidie verleent. Er zijn dan ook
nooit zoovele cultuurtechnische werken uitgevoerd als
juist in de.laatste jaren. Vele cultuurtechnische wer
ken, zooals normaliseering van bekert en waterleidin
gen: ontginningen, e'nz., zijn uiterst geschikt als werk-
verschaffingsobjèct, omdat machinale uitvoering hiér
van meestal niet mogelijk is, zoodat .uitvoering met
de schop niet „een stap terug" beteekent. Daarbij
komt, dat, hoewel ook grondwerk geleerd moet wor
den, deze werken uitnemend geschikt zijn voor te
werkstelling van ongeschoolden, die ha eenige oefe
ning en met góeden wil tot een behoorlijke ai'beids-
praestatie kunnen komen.
Er is voorts samenwerking Verkregen tusschen den
ingestelden cultuurtechnischen dienst en de Rijks-
werkverschaffingen, doordat de directeur van den
dienst tevens landbouwkundig adviseur voor werk
verschaffing en steunverleènifig hij het departement
van sociale zaken is. Deze samenkoppeling is zeer
gelukkig.
Hoe de nieuwe dienst zich in de toekomst zal ont
wikkelen, verklaarde ir. Mesu, is niet te zeggen,
daar men vooral in deze tijden niet of slechts weinig
kan vooruitzien. Er is evenwel op cultuurtechnisch
gebied in ons land, wat verbetering van afwatering
en van tertiaire wegen, ruilverkaveling, ontginning,
enz, betreft, heel veel te doen. Ook de inrichting van
waterschappen en de verdeeJing van de lasten over
de belanghebbenden laat in talrijke gevallen nog.
veel te wenschen over, zoodat ook-op dit gebied nog
Daar vele cultuurtechnische werken waterschaps
aangelegenheden betreffen, zal bij de voorbereiding
en uitvoering ervan overeenstemming moeten wor
den verkregen met rijks- en provincialen Waterstaat
Omdat de taak van den dienst in hoofdzaak ad
viseerend is, ligt het in dé bedoeling, bij de voorbe
reiding en uitvoering, van cultuurtechnische werken
samen te werken met ingenieursbureaux, de Ned.
Heidemaatschappij, de Grintmij. en andere lichamen
welke op dit gebied werkzaam zijn.
De positie der Ned. Heidemaatschappij.
Hiermede kwam ir. Mesu op de critiek, in dé jaar
vergadering van de Heidemaatschappij en in eenige
bladen geoefend op de instelling van den cultuur
technischen dienst en op de wijze waarop hij tot
stand is gekomen.
Het secretariaat van de centrale commissie voor
ruilverkaveling en vap de commissie van advies in-
dr. Schuschnigg de portefeuilles der bondskanselarij
van het ministerie van landsverdediging en van on
derwijs op zich nemen.
In de nieuwe re?
geering zien we
den prinsvan
Starhemberg ais
vice'-kanselier op?
treden. In de re?
geering keert niet
meer terug ma-
ioor Fey, l'andslei-
der van de Heim-
wehr.
Naar aanleiding
van dit laatste
vreesde men het
uitbreken van on
lusten te Weenenr
waarom de open
bare gebouwen
onder kachtigc be
waking zijn ge
steld.
Temeer nog,
waar de reorga
nisatie van het
kabinet voor een
deel in verband
moet worden gebracht met tegenstelling in .de Heim-
wehr. Reeds zouden vrachtauto's met Heimvvehr-
mannen uit Neder-Oostenrijk naar Weenen onder
weg zijn.
Proclamatie van Starhemberg,
Donderdagavond werd per radio een proclamatie
van vice-kanselier Starhemberg verspreid.
Daarin wordt allereerst verklaard, dat tot, het nieu
we'vereehigde weer-organisatie de I-Ieimatschutz, de.
Ostmaerkische Sturmscharen, de Chr. Duitsehe tur
ners, de Vrijheidsbond en de Burgenlandische Lan-
desschutzen zullen b'ehooren..
In de eerstkomende dagen zullen hierover nadere
bijzonderheden volgen. Tot zoo lang blijft de toestand
nog ongewijzigd.
In zij"n oproep zegt hij verder: Ik ben vast gesloten
de beteekenis van de Oostenrijksche Heinïatschutz in
het politieke leven van Oostenrijk te handhaven en
het bewijs te leveren dat hij de hem gestelde taak
waardig is en ik zal zoo noodig streng optreden tegen
degenen die zijn discipline in gevaar- brepgen en even
tueel tot de ontbinding van bepaalde groepen over
gaan. De door de groepen te volgen politieke richt
lijnen bepaal ik zelf. evenals het tempo waarmee wij
ons doel, den Christelijken corporatieyen staat, nade
ren. Ik ken mijn doel en weet ook, hoe het bereikt
moet worden. Ongedisciplineerde, kleinzielige en an
dere soorten van ongewenschte elementen gelieven
den Heimatschutz zoo spoedig mogelijk te verlaten en
mij de moeite te sparen hen er uit te moeten gooien."
In Weenen is het volkomen rustig. Alle in Weenen
en ook in het buitenland verspreide geruchten óver
concentratie van de I-Ieimwehr aan de grens en over
alarmeering van de Weensche Heimwehr, worden ter
bevoegde plaatse als onjuist beschouwd.
De openbare gebouwen werden onder versterkte be
waking gésteld.
Het 25ste kabinet sedert 1918,
Omtrent de motieven der kabinets.verandé-
ring wordt nog' vernomen, dat deze naar aan
leiding van de Donderdag ter.eere van .Mi
nister Fey gehöhden demonstratie, zeer be
spoedigd is. Fey verklaarde tegenover persver
tegenwoordigers dat hij door de gebeurtenis
sen verrast -was. Een verandering van den po-
litieken koers zal niet plaats vinden.'
Het nieuwe kabinet is het vijf en 'twintigste
sedert .de omwenteling in 1918.
zake ontginning- van woeste gronden berustte, fceide
hij, bij de Ned. Heidemaatschappij. Dit leidde tot min
of meer eigenaardige verhoudingen. De secretaris
van de centrale commissie voor ruilverkaveling, dit
is de directeur der Ned. Heidemaatschappij, gaf als
uitvoerder van de besluiten dezer commissie, dus als
werkgever, opdracht tot' uitvoering van werken aan
de Ned. Heidemaatschappij, dus aan zichzelf. En als
secretaris der centrale commissie moest hij toezicht
op de uitvoering, dus op zichzelf, ditoefencn. Ilct
spreekt vanzelf, aldus ir. Mesu, dat deze Organisatie
vorm in beginsel onjuist moet worden genoemd.
De gevolgen bleven dan ook niet uit. Men
vond het en natuurlijke zaak, dat, wanneer
ergens tot ruilverkaveling was besloten, de
uitvoering van de werken aan de Ned. Hei
demaatschappij werd opgedragen. De secre
taris der centrale commissie, directeur der
Ned. Heidemaatschappij, heeft nooit onder
zocht, of misschien andere maatschappijen of
ingenieursbureaux of particülieren bereid
waren, onder billijker, voorwaarden, dus met
geringer kosten voor de eigenaren, dq werk
zaamheden uit te voeren.
Belangen van aannemers
Dezelfde onjuiste opvatting van het bestuur der
Heidemaatschappij komt tot uiting in de, door
haar voorzitter geoefep'de critiek op de bezwaren
van den AannemersboWO, hierin bestaande, dat de
Heidemaatschappij zich te veel op het gebied van
den aannemer zou bewegen en den particulieren
ondernemer op deze wijze het brood uit den mond
zou nemen. De particuliere ondernemer wil zeer
gaarne onder dezelfde voorwaarden als de Heide
maatschappij de werken in régie uitvoeren. De
Heidemaatschappij Voert aan, dat zij geen winst
beoogt en de uitvoering belangeloos op zich neemt.
Maar indien een andere ontginningsmaatschappij
of een ingenieursbureau of een .particuier onderne
mer het werk even goed en goedkooper kan doen,
verdient deze de voorkeur, al behaalt" hij wellicht
nog eenige winst. Want alleen in dit geval wordt
de ware efficiency bevorderd.
Het bestuur der Heidemaatschappij, verklaarde
ir. Mesu nog, behoorde het standpunt, volgens het
welk een zoo goed en billijk mogelijke uitvoering
van de cultuurtechnische werken hoofdzaak, en de
vraag, wie ze uitvoert, bijzaak is, zelfs toe te jui
chen. Nu dit blijkbaar niet het geval is, is. het
juist gezien van de regeering, dat zij de uitvoering
van de ruilverkavelingswet en het toezicht op de
uitvoering van de werken gescheiden houdt van de
Ned. Heidemaatschappij. Er is nu in dit verband
critiek geoefend op het beleid der regeering, maar
het is wel merkwaardig, .dat bij voorbeeld de cen
trale landbouworganisaties, welke als vertegen
woordigsters van de landbouwbelangen toch wel
in de eerste plaats hiertoe aangewezen waren,
geen woord van protest tegen deze scheiding tus
schen ruilverkaveling en .Heidemaatschappij en
ook niet tegen de vérdere concentratie van de cul
tuurtechnische belangen in één rijksdienst hebben
lateii hooren.
MAJOOR FEY.