Plaatselijk Nieuws.
Buziau gehuldigd
Het Gele Gevaar!
VARIA.
CORRESPONDENTIE.
Een arbeider uit Schagen wordt meegedeeld, dat
zijn ingezonden stuk niet kan worden opgenomen.
Als burgemeester Cornelissen u niet naar behooren
te woord staat, of ontvangt, kunt u zich tot de
haeren wethouders Schoorl of Orsel wenden. De
laatste is o.i. den aangewezen man en zeer zeker
ook bereid om de rechten van den arbeider te ver
dedigen.
DE RED.
VESTIGING LOTERIJKANTOOR TE SCHAGEN.
Het bekende loterij kantoor van den heer N. M.
Oud te Alkmaar, hoofdagent van Lotisico, heeft een
filiaal gevestigd te Schagen, ten huize van den
heer C. Molenaar, Molenstraat.
Inwoners van Schagen en omgeving, die graag
de honderdduizend willen winnen, behoeven dus
niet langer de moeizame reis naar Alkmaar te on
dernemen, maar kunnen terecht bij het Schager
filiaal van den heer Oud.
Winfer'ezing van het Instituut voor
Arbeiders-Ontwikkeling
Het Instituut voor Arbeidersontwikkeling hield
Woensdagavond een winterlezing in Cérès.
Om pl.rn. 8 uur heette de voorzitter de aanwezigen
(ongeveer 40) hartelijk welkom, in het bijzonder den
spreker van dezen avond, den heer P. Danz en de
vertegenwoordigers van de pers.
.Spreker gaf meteen het woord aan den heer P.
Danz, hoofdbestuurslid van den Metaalbewerkersbond,
die sprak over het onderwerp: „Het Gele Gevaar".
r ;jfr Wat is het gele gevaar?
Met het gele gevaar wordt bedoeld de ontwikkeling
in het verre Oosten en wel in het bijzonder die in
Japan en China. Maar eigenlijk omvat het gele ge
vaar de ontwikkeling van de geheele Aziatische be
volking, die onder zoo geheel verschillende verhou
dingen leeft dan de bewoners van de andere wereld-
deelen. Opvallend groot is het zielenaantal van Azië,
n.1. 900 millioen. Hiervan heeft China circa 450 mil-
lioen, dus de helft bewoners en Japan 70 mil
lioen. China en Japan zijn zelfstandige souvereine
landen; China is republiek geworden, staat echter
sterk onder den invloed van de groote mogendheden.
Japan echter is nog steeds een keizerrijk en probeert
door sterke militaire en economische ontwikkeling in
Europeeschen geest invloed uit te oefenen. Met dat
al is Japan de belangrijkste factor van het gele ge
vaar. Het land is geworden tot d e groote concur
rent van Europa en Amerika.
Ter staving van deze bewering de volgende cijfers.
Zoo werden tijdens den wereldoorlog in Japan ge
bouwd 14.073 fabrieken, die werk gaven aan 272.606
arbeiders, terwijl 5.488 fabrieken werden uitgebreid.
Op 31 Dec. 1929 werkten in de fabrieken 110.000 ar
beiders meer dan op 31 Dec. 1928.
Japan is arm aan ijzererts; niettegenstaande dat,
kon zich een uitgebreide ijzer- en staal-industrie ont
wikkelen. Daarvoor was men dus op invoer van
grondstoffen aangewezen, wat direct Japan's buiten
gewone belangstelling jegens Mandsjoerije, dat rijk
aan ertsen Is, verklaart.
Japan kon een gevaarlijke concurrent worden, ook
in ons land werden telkens meer artikelen ingevoerd,
voor steeds lagere prijzen. Verbaasd staat men, wan
neer men de prijzen hoort van de Japansche vulpen
nen, rijwielen, speelgoed, enz. Koffieserviezen staan
geprijsd voor f0.75, horloges f 15.— het kg.!! Dit zijn
dan natuurlijk wereldmarktprijzen.
Dat Japan expansie zoekt in den vorm van afzet
gebieden voor z'n waren en gebieden voor z'n be
volkingsoverschot, vindt z'n ooi-zaak in de groote be
volkingsaanwas. In 1932 bedroeg die aanwas b.v.
1.007.868 zielen.
In China ontwikkelde de industrie zich belangrijk
langzamer. Dit kwam doordat de invloed van buiten
af, steeds zooveel mogelijk werd geweerd. Maar nu
begint er daar ook gang achter te komen. Daar is n.1.
een 10-jaren plan ontworpen, dat ten doel heeft bin
nen 10 jaar het land tot een moderne industriestaat
te bombardeeren.
Nog minder ver is dc industrie in Britsch- en Ned.-
Indië, deze landen zijn nog overwegend agrarisch.
Maar, vooral in Britsch-Indië begint de groot-industrie
op te komen, speciaal het textielbedrijf. In Ned.-Indiö
nemen de machine-industrie en scheepsbouw steeds
groot ere vormen aan.
Wat de loonen betreft, die zijn in Japan zeer laag.
Gewoonlijk verdient de arbeider van 37 cent per uur,
dus niet meer dan f 1.per dag. Men werkt er
minstens 60 uur per week. Kinder- en vrouwenarbeid
is een gewoon verschijnsel. Men ziet: op het gebied
van sociale wetgeving is men wel heel erg ten ach
ter. Nog slechter zijn de arbeidsvooovaarden in China,
waar de werktijd geheel ongelimiteerd is. Wat zegt
men ervan, dat in de zijdespinnerijen te Shanghai
14% uur gewerkt wordt? Bij een werktijd van 10 uur
per dag verdient een Chineesch arbeider gemiddeld
f 3.— tot f 4.50 per week.
Do arbeidswetgeving staat dus nog op zeer laag
peil; daarbij komt nog, dat men niet het volledig
recht van vereeniging cn vergadering kent. In Britsch-
en Ned.-Indië bleken de loonen In 1931 voor geschool
<le arbeiders f 1.— tot f2.50 per dag te zijn, bij een
werktijd van S—10 uren. Een vrije da^ kwam meestal
niet voor. Sociale wetgeving, arbeidsinspectie, werlc-
loozcnzorg, onderwijs en dergelijke social' instellin
gen hebben daar alzoo niets te beteekenen.
In Japan begint de vakbeweging te groeien. Einde
1931 wa3 7% van alle arbeiders georganiseerd. De
'metaalindustrie telde toen 74 organisaties met 100.000
ieden. In China daarentegen liep in 1928 het aantal
georganiseerde arbeiders terug. In 1929 bepaalde men
dat een vakvereeniging eenvoudig niet zal worden
erkend door de regeering, wanneer zij niet geregi
s tree rel is
Britsch-Indië telde in 1927 160 vakorganisaties met
300.000 leden, daar was in 1920 een vakverbond ge
sticht naar Engelsch model. De vakbeweging ln N.-
lndiö is alleen nog slechts van belang voor het over
heidspersoneel.
Uit een en ander blijkt duidelijk, hoe de ontwikke
ling van de Oost-Aziatische volkeren zeer sterk de
wereldhuishouding zal gaan beïnvloeden. Zouden
China en Japan zich op economisch gebied aan
sluiten cn die mogelijkheid is niet uitgesloten, dan
zouden zij een blok vormen van bijna 500 millioen
mensehen, die een groot gevaar kunnen opleveren
voor de Europeesche en Amerikaansche beschaving,
liet gele gevaar is daarom geen denkbeeldig gevaar.
Slechts de ontwakende proletarische gevoelens en
klasse-inzicht van de Aziaten zal een rem kunnen
zijn. Laten we bedenken, dat organisatie, kennis en
machtsvorming zoowel in Azië als in Europa een
groote catastropho kunnen verhinderen. Laten we
onze beweging versterken en verdiepen; het gaat
om ons aller welzijnt
En hiermede was spr. aan het einde van z'n le
zing gekomen, die, al was zij betrekkelijk dor, door
het vele cijfermatei iaal, toch kon boeien en daar
om met warm applaus beloond werd.
De poenale sanctie.
De heer Speur vroeg een omschrijving te geven
van de poenale sanctie in Ned -Indië.
De heer Danz antwoordde, dat onder de poenale
sanctie wordt verstaan een overeenkomst, waarbij
een arbeider wordt verplicht voor een bepaalden
tijd (meestal 3 jaar) bij een onderneming in dienst
te blijven. De werkgever heeft natuurlijk ook ver
plichtingen; hij betaalt de reiskosten van den werk
nemer, vaak een Javaan, naar de onderneming cn
omgekeerd, geeft een betrekkelijk niet slecht loon
cn zorgt voor geneeskundige behandeling, heeft
daartoe soms zelf ziekenhuizen, zorgt bovendien
ook voor huisvesting, waarvan we intusschen niet
te groote verwachtingen moeten hebben.
Als de arbeiders er eenmaal zijn, kunnen ze zich
vaak niet aanpassen, krijgen soms ook heimwee en
willen weg. Ze worden dan echter gedwongen in
het bedrijf te blijven.
De poenale sanctie evenwel is verdwijnende, te
meer ook, daar Amerika weigerde tabak in Ned. In
dië te koopen en als argument opgaf deze vrijheids-
berooving, al werd dat dan niet uit mensclilievend
oogpunt gedaan.
De poenale sanctie is dan ook onmenschelijk te
noemen. Gevallen doen zich ook voor dat de onont
wikkelde inlan.ders zich laten lijmen door de ronse
laars cn dus op een middelecuwsche manier ge
slachtofferd worden.
De Ghandi-beweging.
Dc heer J. J. Bakker informeerde of we in de
Ghandi-beweging het begin van een arbeidsbeweging
moeten zien.
De Ghandi-beweging wil terug naar den ouden
tijd, aldus de heer Danz. Men wil aan de Engelsche
overheersching een einde maken en grijpt dit mid
del aan. Maar we kunnen de klok niet terugzet
ten; we moeten de ontwikkeling niet tegenhouden,
maar probeeren om haar te beheerschen, wat we nu
niet doen en wat niet door een kleine groep moet
geschieden.
De voorzitter sloot daarop de bijeenkomst, dankte
den heer Danz, stelde nog eens vast, dat onze ont
wikkeling de doorslag moet geven en wees op de
lezing, die de heer De Boer uit Den Haag over 14
dagen zal houden over „Coöperatie", waarmee deze
leerzame avond weer tot het verleden behoorde.
Gisteravond was het de tweede revue-avond van
„Met Vlag en Wimpel", een avond die weer tot
een groot succes is geworden en die in een bijzon
der teeken stond, omdat dit de huldigingsavond
voor Buziau zou zijn.
Reeds te zeven uur heerschte er op de Markt een
gezellige drukte. Het was merkbaar dat er iets bij
zondei s aan de hand was en toen weldra in de
verte de muziek weerklonk, toen was al spoedig te
begrijpen wat die buitengewone belangstelling be-
teekende. Vooral hotel „De Gouden Engel" van den
heer J K. Boontjes was het centrum van de druk
te en ook Schagen's Harmonie posteerde zich hier
dra, teneinde Buziau, die hier logeerde, een sere
nade te brengen.
In het cafe, voor het raam staande, luisterde de
beroemde artist naar de hem geboden muziek, zeer
apprecieerende de vriendelijke attentie van onze
Harmonie.
De Voorzitter van de kapel, de heer Starreveld,
kwam namens zijn vereeniging den heer Buziau
feliciteeren, waarop deze op zijn beurt hartelijk
dank zegde voor deze sympathieke geste en den
muzikanten uitnoodigde voor zijn rekening iets te
komen gebruiken. liet spreekt vanzelf dat aan dit
verzoek gaarne gevolg werd gegeven en nadat alle
leden met een hartelijken handdruk den jubilaris
nog persoonlijk hadden gefeliciteerd, zat men weldra
gezellig in het café van den heer Boontjes. Voordat
de heer Buziau naar Theater Royal ging, dankte hij
nogmaals hartelijk voor de hem gebrachte serenade.
In Theater Royal.
Het vervolg van deze eenvoudige, maar harte
lijk gemeende huldiging vond dan plaats in het
gebouw, waar we reeds zoovele ja<ren hebben ge
noten en onbedaarlijk gelachen om de geestige op
merkingen. om de mimiek, het vernuft enz. van den
jubilaris.
Als de pauze is aangebroken verschijnt hef plaat
selijk huldigingscomité, bestaande uit de heeren
Mr. Dr. J. A. E. Buiskool, J. Cornelissen, Dr. H. U.
Nanninga, C. D. Schmalz en J. Schenk, benevens de
jubilaris en het revuegezelschap op het tooneel, en
neemt de heer Mr. Dr. Buiskool het woord.
Spr. wijst er op hoe het ons tot bijzondere dank
baarheid stemt dat ondanks het ongeval, dat de
heer Buziau is overkomen, in dit jubileumjaar de
heer Buziau met zijn revue toch weer in Schagen
kon komen, in Schagen dat het zeer op prijs stelt,
dat hem als eenigste plaats in de noordelijke helft
van Noordholland de eer te beurt valt, de revue's
van Buziau opgevoerd te krijgen. Deze gelegenheid
hebben wij dankbaar aanvaard om onzen dank te
betuigen voor de vreugde en het genot dat Uw op
treden ons reeds jaren heeft verschaft. Terecht wordt
U, geachte jubilaris genoemd de grootste komiek
van ons land, ja zelfs van Europa en spr. doet uit
komen dat ook vanavond op zoo voortreffelijke wijze
tot uiting is gekomen, dat de kunst van den heer
Buziau niet alleen bestaat in het doen lachen van
het publiek, doch ook dat hij zeer ernstig kan zijn.
Het is zeker een zeer groote verdienste dat U, mijn
heer Buziau ons Noordhollanders op zoo hartelijke
wijze uit den plooi weet te krijgen, vooral waar U in
Uw hart zelf een ernstig mensch bent.
De heer Mr. Dr. Buiskool deelt dan verder mede,
dat het huldigingscomité den dank van het publiek
niet alleen wilde vertolken, door woorden van groo
te erkentelijkheid, doch dat het dien dank en erken
telijkheid ook tot uitdrukking wilde doen komen
door 2 stoffelijke blijken, ten eerste door een mand
bloemen in de Schager kleuren en ten tweede door
een luxe kist sigaren, in welke kist is aangebracht
het wapen van Schagen. Spr. verzoekt den jubilaris
deze beide geschenken te willen aanvaarden als
blijken van oprechte dankbaarheid en respect voor
de kunst, ons zoovele jaren geschonken en bij het
nemen van een rookertje uit dezen kist te willen te
rugdenken aan dezen avond. Spr. verbindt daaraan
den wensch dat de heer Buziau nog vele jaren tot
vreugde van dit gewest in Schagen met zijn revue's
zal optreden. (Daverend applaus).
Vervolgens biedt de heer Mr. Dr. Buiskool namens
de directie van het Theater Royal een étui met le
peltjes, eveneens van het Schager wapen voorzien,
aan, een bloemstuk van de familie J. I<. Boontjes en
een bloemstuk van de Schager Courant en betrekt
in deze huldiging ook Mevrouw Buziau, die hoewel
een goede bekende in Schagen vanavond helaas
verhinderd was hier aanwezig te zijn.
De heer Buziau deelde mede, dat het hem moeilijk
viel voor deze spontane hulde zijn dank te betuigen.
Hij dankte den heer Burgemeester voor de eer, die
deze hem aandeed, door deel te willen uitmaken van
het huldigingscomité, hij dankte den woordvoerder,
de directie van het Theater, de directie van de
Schager Courant, kortom, zoo wendde spr. zich tot
het publiek, ik dank u allen zeer, zeer hartelijk. Ik
ben nu al zooveel jaren in Schagen geweest, ik kom
graag in Schagen, want ik mag de Noordhollanders
dol graag. Ik dank het geheele Noordhollandsche
publiqk en hoop en wensch dat het mij gegeven moge
zijn nog vele jaren voor u op te treden.
Dat het publiek met dezen laatsten wensch in
stemde, bewees wel de wijze waarop spontaan van
uit de zaal opklonk het „lang zal hij leven!"
Tweede Kamer.
Gien Staatscommissie voor
grondwetsherziening,
Een „cri-de-coeur" van Dr. Colijn.
Gisterenmiddag heeft de Tweede Kamer de beraad
slagingen over de Rijksbegroofi.ng 1936 voortgezet.
De heer de Geer (c.h.) acht het wenschelijk dat
het de regeering mogelijk is een blad, dat gevaar
opisyei't voor de samenleving, voor zekeren tijd te
verbieden*
De heer AJbarda beantwoordend, noeint spr. het
Plan van den Arbeid een luchtkasteel. Het heeft
spreker verheugd, dat het Plan aan het geheele Ne-
derlandsche volk is aangeboden, waardoor blijk
baar tijdelijk do klasse-strijd is opzij gezet. Hij ziet
met voldoening de groei van deze schoone plant,
maar gaat toch de bodem niet omwoelen om den
grond ervan na te sporen.
De heer De Visser (c p.) beklaagt er zich over
dat hij en zijn fractiegenoot niet in Indië worden
toegelaten, terwijl zij zich toch slechts als Kamer
leden van de daar heerschende toestanden op de
hoogte willen stellen, terwijl een Duitsch georiën
teerd fascist als ir. Müssert met groote onderschei
ding door het koloniaal bestuur wordt behandeld.
Spreker dient moties in ten gunste van een hef
fing ineens op vertnogenbezit, met vrijstelling van
vermogens beneden f500.00 (groote vroolijkheid) en
vraagt regeeringsmaatregelen tegen fascistische or
ganisaties.
De moties worden niet voldoende ondersteund.
De heer Bierema (lib.) zegt, dat de sociaal-demo
craten niet het monopolie moeten opeischen van den
stoot te hebben gegeven tot de sociale wetgeving.
Spreker heeft voor den arbeid der S.D. in dit op
zicht waardeering.
Tegenover socialisatie, waartoe het Plan van den
Arbeid zou leiden, staan de liberalen afkeerig Na
tuurlijk valt te praten over crisiswerkverruiming,
maar zonder aanpassing, als door de regeering ge
wild, is dat niet mogelijk.
Het doet spreker groot genoegen, dat de regeering
van de verhooging der omzetbelasting wil afzien.
De kosten moeten over de heele linie naar omlaag.
Spr. vindt het ingrijpen van de regeering veel te slap
en hoopt dat zij haar doel mét meer kracht zal na
streven.
De heer Sneevliet (r.s.) zegt dat het Plan van den
•Arbeid niets met socialisme gemeen heeft. Het gaat
uit van de handhaving van het -kapitalisme. Spr.
heeft het daarna over de huis- en hofcommunisten,
die op 24 October opzaten en pootjes gaven.
De heer ter Laan (s.d.) dient een motie in, waar
bij de regeering verzocht wordt om af te zien van
haar voornemen om op de salarieering van het
jeugdige personeel een aanzienlijke verlaging toe te
passen.
De heer Aalberse (s.d.) meent dat de moeilijkheden
om tot een parlementair kabinet te komen niet te
wijten zijn aan de evenredige vertegenwoordiging,
die hij niet graag uit de wet zou missen, maar in
de overheersching van het Staatkundig-principieele
door het economische.
De heer Joekes (v.d.) meent dat de voorgenomen
grondwetsherziening, hoewel van beperkten om
vang, toch voorbereiding door een commissie ver-
eischt.
Hij zou het zeer op prijs stellen te weten welke
omvang de particuliere wapenindustrie hier te lande
heeft. Het heeft spr. verwonderd dat Dr. Colijn heeft
verklaard de evenredige vertegenwoordiging diep te
verfoeien. Spr. zal niet nagaan of dat woord op zijn
plaats was.
De Voorzitter van den Ministerraad, Dr. Colijn In
terrumpeerend: „Een cri de coeur".
De heer Joekes: Maar het heeft zijn uitwerking in
het land.
De heer Teulings (r.k.) bepleit vrijgezellenbelas
ting.
Dr. Colijn, voorzitter van den Ministerraad daarna
het woord verkrijgend, zegt dat hij moeilijk kan dis
cussieeren met menschen die de tegenwoordige maat
schappij willen vervangen door een volgens de be
ginselen van Stalin, Trotzki of anderen.
Ook met den heer Vervoorn is het moeilijk praten.
Voor die is er eerst landbouw, daarna een heelen
tijd niets en clan industrie. Discussies met dezulken
zijn tot onvruchtbaarheid gedoemd.
De heer Westerman klaagde dat het Kabinet kop
pig was. Dit verwondert spr., daar hij altijd meende,
dat de heer Westerman juist een Kabinet met rugge-
graat wenschte en daarentegen een parlement dat
zoo nu en dan bijeenkomt om in de handen te klap
pen. (Gelach).
Het verheugt spr., dat 's heeren Westermans ge
dachten zich in de goede richting ontwikkelen.
De regeering wil niet overgaan tot erkenning van
Rusland.
De heer Visser (c.p.): Andere koloniale rijken heb
ben dit wel gedaan.
Minister Colijn: Die hebben er dan ook displezier
genoeg van beleefd (gelach).
De heer Teulings wil opheldering inzake devalu
atie. Spr. heeft al gezegd: „Wij doen het toch niet"
Wat wil men meer voor opheldering? (gelach).
Spr.'s uitlating over de evenredige verte
genwoordiging was een cri de coeur. Een mi
nister is nu eenmaal geen wassen beeld uit
Madame Tussaud's te Londen. Een parle
ment moet een goede weerspiegeling zijn van
de stroomingen in het volk, ja. Maar een
parlement moet ook zoo zijn samengesteld,
dat een regeering ermee kan samenwerken.
Beide elementen moeten tot hun recht ko
men. Anders moet men de mogelijkheid aan
vaarden van een Kamer van honderd leden
met honderd verschillende denkbeelden. Zoo
ver is het niet. Maar wel moet men een Ka
mer zoo laten samenstellen, dat het voor
een regeering doenlijk is, ermee samen te
werken. In dit licht moet men spr.'s uitla
ting bezien.
De minister van Finantiën. de heer Oud, zegt, dat
wij wel moeten aanpassen, maar dat sociale over
wegingen zich er tegen verzetten dat wij dadelijk
naar een lager niveau gaan.
Spreker betwist den heer Albarda, dat het Plan
van den Arbeid de oplossing zou brengen van de
crisis. Dat devaluatie zou helpen, ontkent hij even
eens. Voor vrijgezellenbelasting gevoelt spreker wei
nig, omdat tal van hen kostwinner zijn.
De algemeene beraadslagingen worden gesloten.
VALT DEN MAAN
UIT ELKAAR?
Een Engelsch asiranoom
stelt een nieuwe maan-
theorie op.
LONDEN, 12 Nov. 1935. (V.P.B.)
De Engelsche astronoom
James Jeans heeft in
Londen zijn nieuwe maan
theorie uiteengezet.
De maan heeft sinds de aller
oudste tijden in de mythologie en
ook in het wetenschappelijk on
derzoek der menschheid een groo
te rol gespeeld. Daarbij zijn dik
wijls merkwaardige, fantastische
dingen beweerd, die niet zonder
meer met 't beeld van onzen trou
wen nachtelijken begeleider in
overeenstemming waren te bren
gen. Het is nog niet uit te ma
ken, of de nieuwe maantheorie
van den vooraanstaanden Engel-
schen astronoom James Jeans tot
de meer fantastische dan wel tot
de exact wetenschappelijke maan-
hypothesen behoort. Interessant
is deze theorie in ieder geval,
want zij voorspelt niets meer of
minder dan „het spoedige einde
van de maan", waarbij echter
met „spoedig" een tijdsduur ge
meend is, die slechts voor den
astronoom kort is, dus tienduizen
den of honderdduizenden jaren.
Op welke feiten James Jeans
zijn nieuwe leer eigenlijk grondt,
valt uit de iet of wat sensationeel
opgemaakte courantenberichten
nog niet goed op te maken. Zeker
is intusschen, dat de Engelsche
onderzoeker een streng noodzake
lijke ontwikkeling van de maan
voorspelt, die vroeger of later tot
zijn ondergang moet leiden. Hij
rekent op een deeling van de
maan, dus een kosmisch uitel-
kaarvallen van onzen trouwen
trawant. Hij rekent zelfs op een
verdere versplintering van de
maandeelen, die men zich moet
denken als de versplintering van
een vroegere, dicht bij de aarde
liggende planeet, die door onbeken
de kosmische invloeden in de
welbekende planetoïden uiteen
viel.
In Fransche kringen hebben de
mededeelingen van den Engel-
schen astronoom bijzonder veel op
zien gebaard, hoewel men zich
met recht zeer terughoudend
toont. De leider van de Parijsche
sterrewacht verklaarde aan een
Fransch journalist, dat astrono
men de gewoonte hebben voor ge
beurtenissen, die eerst over hon
derdduizenden jaren zullen plaats
vinden, het woord spoedig te ge
bruiken. Zoolang niet vaststaat,
dat de Engelsche collega door ma
thematische berekeningen over
gevarenzones in de toekomstige
baan van de maan tot zijn con
clusies is gekomen, en zoolang
deze berekeningen niet onderzocht
zijn, is ook bij deze nieuwe hypo
these de grootste voorzichtigheid
op haar plaats.
Interessant is nog, dat deze
nieuwe hypothese eigenlijk reeds
in de Middeleeuwen is opgesteld.
Een Iersche heilige, Malachius, die
in de twaalfde eeuw leefde en een
vriend van Bernhard van Clair-
veaux was, heeft een werk achter
gelaten, waarin de verdeeling van
de maan in twee stukken reeds
werd voorspeld. Het idee van een
versplintering van de maan is dus
reeds oeroud. Of deze theorie
zich Intusschen wetenschappelijk
laat verklaren, moet, zooals bij
zoovele andere oude hypothesen,
in het midden gelaten worden.
HET ESCURIAAL.
De naam van dit vermaarde
Spaansche slot en klooster is ei
genlijk die van het in de nabij
heid van Madrid gelegen vlek,
waar dat trotsche gebouw, door
koning Philips n, ten gevolge zij
ner daartoe uitgebrachte belofte,
na de behaalde overwinning in
1557 op de Fransche krijgsmacht
bij St. Quentin, is gesticht en aan
St. Laurentius toegewijd, op wiens
gedenkdag de bedoelde veldslag
was geleverd.
Dat prachtige, gebouw vormt
een vierkant, waarvan elke zijde
250 schreden lang is. Het bestaat
uit 17 afdeelingen, 22 groote voor
hoven en binnenplaatsen, telt
36000 vensters, 14000 deuren en be
zit een seminarium, alsmede
voortreffelijke schilderstukken.
Het omvat verder nog een me
nigte gebouwen, hoven en tuinen,
welke alle met een groote weelde
Ingericht zijn. In de fraai, naar
het model der St. Pieterskerk te
Rome, gebouwde hoofdkerk, die 24
altaren en 8 orgels bevat, is onder
het hoogaltaar een kapel, in wier
gewelf de Spaansche vorsten be
graven liggen. Men daalt er in af
langs ruim 58 marmeren trappen,
terwijl de deur van verguld brons
uitermate kunstig is bewerkt. De
koepel is eveneens van brons, en
de vloer uit jaspis en marmer ver
vaardigd. Het prachtig versierde
oratorium bezit een groot, geheel
met diamanten en andere edel
gesteenten getooid kruisbeeld. In
het midden van dit kostbare ge
welf staat een groot massief gou
den kandelaar en langs de mu
ren bevinden zich, in rijk versier
de nissen, zwart marmeren lijk
kisten met de stoffelijke overblijf
selen van gestorven Spaansche
koningen en koninginnen gevuld.
Het ontwerp tot deze grootsche
stichting is reeds onder Karei V
gemaakt, terwijl zijn opvolgers
Philips n, m en IV het ten uit
voer deden brengen, waartoe,,
naar men zegt, 5 millioen dukaten
besteed zijn. Gedurende de regee
ring van Philips n is op zijn bevel
de beroemde Bilbliotheek van het
Escuriaal aangelegd, die door zijn
zoon, Philips III, merkbaar is uit
gebreid, en een grooten schat, voor
namelijk van Arabische hand
schriften, bevat.