Plaatselijk Nieuws. Buziau gehuldigd Het Gele Gevaar! VARIA. CORRESPONDENTIE. Een arbeider uit Schagen wordt meegedeeld, dat zijn ingezonden stuk niet kan worden opgenomen. Als burgemeester Cornelissen u niet naar behooren te woord staat, of ontvangt, kunt u zich tot de haeren wethouders Schoorl of Orsel wenden. De laatste is o.i. den aangewezen man en zeer zeker ook bereid om de rechten van den arbeider te ver dedigen. DE RED. VESTIGING LOTERIJKANTOOR TE SCHAGEN. Het bekende loterij kantoor van den heer N. M. Oud te Alkmaar, hoofdagent van Lotisico, heeft een filiaal gevestigd te Schagen, ten huize van den heer C. Molenaar, Molenstraat. Inwoners van Schagen en omgeving, die graag de honderdduizend willen winnen, behoeven dus niet langer de moeizame reis naar Alkmaar te on dernemen, maar kunnen terecht bij het Schager filiaal van den heer Oud. Winfer'ezing van het Instituut voor Arbeiders-Ontwikkeling Het Instituut voor Arbeidersontwikkeling hield Woensdagavond een winterlezing in Cérès. Om pl.rn. 8 uur heette de voorzitter de aanwezigen (ongeveer 40) hartelijk welkom, in het bijzonder den spreker van dezen avond, den heer P. Danz en de vertegenwoordigers van de pers. .Spreker gaf meteen het woord aan den heer P. Danz, hoofdbestuurslid van den Metaalbewerkersbond, die sprak over het onderwerp: „Het Gele Gevaar". r ;jfr Wat is het gele gevaar? Met het gele gevaar wordt bedoeld de ontwikkeling in het verre Oosten en wel in het bijzonder die in Japan en China. Maar eigenlijk omvat het gele ge vaar de ontwikkeling van de geheele Aziatische be volking, die onder zoo geheel verschillende verhou dingen leeft dan de bewoners van de andere wereld- deelen. Opvallend groot is het zielenaantal van Azië, n.1. 900 millioen. Hiervan heeft China circa 450 mil- lioen, dus de helft bewoners en Japan 70 mil lioen. China en Japan zijn zelfstandige souvereine landen; China is republiek geworden, staat echter sterk onder den invloed van de groote mogendheden. Japan echter is nog steeds een keizerrijk en probeert door sterke militaire en economische ontwikkeling in Europeeschen geest invloed uit te oefenen. Met dat al is Japan de belangrijkste factor van het gele ge vaar. Het land is geworden tot d e groote concur rent van Europa en Amerika. Ter staving van deze bewering de volgende cijfers. Zoo werden tijdens den wereldoorlog in Japan ge bouwd 14.073 fabrieken, die werk gaven aan 272.606 arbeiders, terwijl 5.488 fabrieken werden uitgebreid. Op 31 Dec. 1929 werkten in de fabrieken 110.000 ar beiders meer dan op 31 Dec. 1928. Japan is arm aan ijzererts; niettegenstaande dat, kon zich een uitgebreide ijzer- en staal-industrie ont wikkelen. Daarvoor was men dus op invoer van grondstoffen aangewezen, wat direct Japan's buiten gewone belangstelling jegens Mandsjoerije, dat rijk aan ertsen Is, verklaart. Japan kon een gevaarlijke concurrent worden, ook in ons land werden telkens meer artikelen ingevoerd, voor steeds lagere prijzen. Verbaasd staat men, wan neer men de prijzen hoort van de Japansche vulpen nen, rijwielen, speelgoed, enz. Koffieserviezen staan geprijsd voor f0.75, horloges f 15.— het kg.!! Dit zijn dan natuurlijk wereldmarktprijzen. Dat Japan expansie zoekt in den vorm van afzet gebieden voor z'n waren en gebieden voor z'n be volkingsoverschot, vindt z'n ooi-zaak in de groote be volkingsaanwas. In 1932 bedroeg die aanwas b.v. 1.007.868 zielen. In China ontwikkelde de industrie zich belangrijk langzamer. Dit kwam doordat de invloed van buiten af, steeds zooveel mogelijk werd geweerd. Maar nu begint er daar ook gang achter te komen. Daar is n.1. een 10-jaren plan ontworpen, dat ten doel heeft bin nen 10 jaar het land tot een moderne industriestaat te bombardeeren. Nog minder ver is dc industrie in Britsch- en Ned.- Indië, deze landen zijn nog overwegend agrarisch. Maar, vooral in Britsch-Indië begint de groot-industrie op te komen, speciaal het textielbedrijf. In Ned.-Indiö nemen de machine-industrie en scheepsbouw steeds groot ere vormen aan. Wat de loonen betreft, die zijn in Japan zeer laag. Gewoonlijk verdient de arbeider van 37 cent per uur, dus niet meer dan f 1.per dag. Men werkt er minstens 60 uur per week. Kinder- en vrouwenarbeid is een gewoon verschijnsel. Men ziet: op het gebied van sociale wetgeving is men wel heel erg ten ach ter. Nog slechter zijn de arbeidsvooovaarden in China, waar de werktijd geheel ongelimiteerd is. Wat zegt men ervan, dat in de zijdespinnerijen te Shanghai 14% uur gewerkt wordt? Bij een werktijd van 10 uur per dag verdient een Chineesch arbeider gemiddeld f 3.— tot f 4.50 per week. Do arbeidswetgeving staat dus nog op zeer laag peil; daarbij komt nog, dat men niet het volledig recht van vereeniging cn vergadering kent. In Britsch- en Ned.-Indië bleken de loonen In 1931 voor geschool <le arbeiders f 1.— tot f2.50 per dag te zijn, bij een werktijd van S—10 uren. Een vrije da^ kwam meestal niet voor. Sociale wetgeving, arbeidsinspectie, werlc- loozcnzorg, onderwijs en dergelijke social' instellin gen hebben daar alzoo niets te beteekenen. In Japan begint de vakbeweging te groeien. Einde 1931 wa3 7% van alle arbeiders georganiseerd. De 'metaalindustrie telde toen 74 organisaties met 100.000 ieden. In China daarentegen liep in 1928 het aantal georganiseerde arbeiders terug. In 1929 bepaalde men dat een vakvereeniging eenvoudig niet zal worden erkend door de regeering, wanneer zij niet geregi s tree rel is Britsch-Indië telde in 1927 160 vakorganisaties met 300.000 leden, daar was in 1920 een vakverbond ge sticht naar Engelsch model. De vakbeweging ln N.- lndiö is alleen nog slechts van belang voor het over heidspersoneel. Uit een en ander blijkt duidelijk, hoe de ontwikke ling van de Oost-Aziatische volkeren zeer sterk de wereldhuishouding zal gaan beïnvloeden. Zouden China en Japan zich op economisch gebied aan sluiten cn die mogelijkheid is niet uitgesloten, dan zouden zij een blok vormen van bijna 500 millioen mensehen, die een groot gevaar kunnen opleveren voor de Europeesche en Amerikaansche beschaving, liet gele gevaar is daarom geen denkbeeldig gevaar. Slechts de ontwakende proletarische gevoelens en klasse-inzicht van de Aziaten zal een rem kunnen zijn. Laten we bedenken, dat organisatie, kennis en machtsvorming zoowel in Azië als in Europa een groote catastropho kunnen verhinderen. Laten we onze beweging versterken en verdiepen; het gaat om ons aller welzijnt En hiermede was spr. aan het einde van z'n le zing gekomen, die, al was zij betrekkelijk dor, door het vele cijfermatei iaal, toch kon boeien en daar om met warm applaus beloond werd. De poenale sanctie. De heer Speur vroeg een omschrijving te geven van de poenale sanctie in Ned -Indië. De heer Danz antwoordde, dat onder de poenale sanctie wordt verstaan een overeenkomst, waarbij een arbeider wordt verplicht voor een bepaalden tijd (meestal 3 jaar) bij een onderneming in dienst te blijven. De werkgever heeft natuurlijk ook ver plichtingen; hij betaalt de reiskosten van den werk nemer, vaak een Javaan, naar de onderneming cn omgekeerd, geeft een betrekkelijk niet slecht loon cn zorgt voor geneeskundige behandeling, heeft daartoe soms zelf ziekenhuizen, zorgt bovendien ook voor huisvesting, waarvan we intusschen niet te groote verwachtingen moeten hebben. Als de arbeiders er eenmaal zijn, kunnen ze zich vaak niet aanpassen, krijgen soms ook heimwee en willen weg. Ze worden dan echter gedwongen in het bedrijf te blijven. De poenale sanctie evenwel is verdwijnende, te meer ook, daar Amerika weigerde tabak in Ned. In dië te koopen en als argument opgaf deze vrijheids- berooving, al werd dat dan niet uit mensclilievend oogpunt gedaan. De poenale sanctie is dan ook onmenschelijk te noemen. Gevallen doen zich ook voor dat de onont wikkelde inlan.ders zich laten lijmen door de ronse laars cn dus op een middelecuwsche manier ge slachtofferd worden. De Ghandi-beweging. Dc heer J. J. Bakker informeerde of we in de Ghandi-beweging het begin van een arbeidsbeweging moeten zien. De Ghandi-beweging wil terug naar den ouden tijd, aldus de heer Danz. Men wil aan de Engelsche overheersching een einde maken en grijpt dit mid del aan. Maar we kunnen de klok niet terugzet ten; we moeten de ontwikkeling niet tegenhouden, maar probeeren om haar te beheerschen, wat we nu niet doen en wat niet door een kleine groep moet geschieden. De voorzitter sloot daarop de bijeenkomst, dankte den heer Danz, stelde nog eens vast, dat onze ont wikkeling de doorslag moet geven en wees op de lezing, die de heer De Boer uit Den Haag over 14 dagen zal houden over „Coöperatie", waarmee deze leerzame avond weer tot het verleden behoorde. Gisteravond was het de tweede revue-avond van „Met Vlag en Wimpel", een avond die weer tot een groot succes is geworden en die in een bijzon der teeken stond, omdat dit de huldigingsavond voor Buziau zou zijn. Reeds te zeven uur heerschte er op de Markt een gezellige drukte. Het was merkbaar dat er iets bij zondei s aan de hand was en toen weldra in de verte de muziek weerklonk, toen was al spoedig te begrijpen wat die buitengewone belangstelling be- teekende. Vooral hotel „De Gouden Engel" van den heer J K. Boontjes was het centrum van de druk te en ook Schagen's Harmonie posteerde zich hier dra, teneinde Buziau, die hier logeerde, een sere nade te brengen. In het cafe, voor het raam staande, luisterde de beroemde artist naar de hem geboden muziek, zeer apprecieerende de vriendelijke attentie van onze Harmonie. De Voorzitter van de kapel, de heer Starreveld, kwam namens zijn vereeniging den heer Buziau feliciteeren, waarop deze op zijn beurt hartelijk dank zegde voor deze sympathieke geste en den muzikanten uitnoodigde voor zijn rekening iets te komen gebruiken. liet spreekt vanzelf dat aan dit verzoek gaarne gevolg werd gegeven en nadat alle leden met een hartelijken handdruk den jubilaris nog persoonlijk hadden gefeliciteerd, zat men weldra gezellig in het café van den heer Boontjes. Voordat de heer Buziau naar Theater Royal ging, dankte hij nogmaals hartelijk voor de hem gebrachte serenade. In Theater Royal. Het vervolg van deze eenvoudige, maar harte lijk gemeende huldiging vond dan plaats in het gebouw, waar we reeds zoovele ja<ren hebben ge noten en onbedaarlijk gelachen om de geestige op merkingen. om de mimiek, het vernuft enz. van den jubilaris. Als de pauze is aangebroken verschijnt hef plaat selijk huldigingscomité, bestaande uit de heeren Mr. Dr. J. A. E. Buiskool, J. Cornelissen, Dr. H. U. Nanninga, C. D. Schmalz en J. Schenk, benevens de jubilaris en het revuegezelschap op het tooneel, en neemt de heer Mr. Dr. Buiskool het woord. Spr. wijst er op hoe het ons tot bijzondere dank baarheid stemt dat ondanks het ongeval, dat de heer Buziau is overkomen, in dit jubileumjaar de heer Buziau met zijn revue toch weer in Schagen kon komen, in Schagen dat het zeer op prijs stelt, dat hem als eenigste plaats in de noordelijke helft van Noordholland de eer te beurt valt, de revue's van Buziau opgevoerd te krijgen. Deze gelegenheid hebben wij dankbaar aanvaard om onzen dank te betuigen voor de vreugde en het genot dat Uw op treden ons reeds jaren heeft verschaft. Terecht wordt U, geachte jubilaris genoemd de grootste komiek van ons land, ja zelfs van Europa en spr. doet uit komen dat ook vanavond op zoo voortreffelijke wijze tot uiting is gekomen, dat de kunst van den heer Buziau niet alleen bestaat in het doen lachen van het publiek, doch ook dat hij zeer ernstig kan zijn. Het is zeker een zeer groote verdienste dat U, mijn heer Buziau ons Noordhollanders op zoo hartelijke wijze uit den plooi weet te krijgen, vooral waar U in Uw hart zelf een ernstig mensch bent. De heer Mr. Dr. Buiskool deelt dan verder mede, dat het huldigingscomité den dank van het publiek niet alleen wilde vertolken, door woorden van groo te erkentelijkheid, doch dat het dien dank en erken telijkheid ook tot uitdrukking wilde doen komen door 2 stoffelijke blijken, ten eerste door een mand bloemen in de Schager kleuren en ten tweede door een luxe kist sigaren, in welke kist is aangebracht het wapen van Schagen. Spr. verzoekt den jubilaris deze beide geschenken te willen aanvaarden als blijken van oprechte dankbaarheid en respect voor de kunst, ons zoovele jaren geschonken en bij het nemen van een rookertje uit dezen kist te willen te rugdenken aan dezen avond. Spr. verbindt daaraan den wensch dat de heer Buziau nog vele jaren tot vreugde van dit gewest in Schagen met zijn revue's zal optreden. (Daverend applaus). Vervolgens biedt de heer Mr. Dr. Buiskool namens de directie van het Theater Royal een étui met le peltjes, eveneens van het Schager wapen voorzien, aan, een bloemstuk van de familie J. I<. Boontjes en een bloemstuk van de Schager Courant en betrekt in deze huldiging ook Mevrouw Buziau, die hoewel een goede bekende in Schagen vanavond helaas verhinderd was hier aanwezig te zijn. De heer Buziau deelde mede, dat het hem moeilijk viel voor deze spontane hulde zijn dank te betuigen. Hij dankte den heer Burgemeester voor de eer, die deze hem aandeed, door deel te willen uitmaken van het huldigingscomité, hij dankte den woordvoerder, de directie van het Theater, de directie van de Schager Courant, kortom, zoo wendde spr. zich tot het publiek, ik dank u allen zeer, zeer hartelijk. Ik ben nu al zooveel jaren in Schagen geweest, ik kom graag in Schagen, want ik mag de Noordhollanders dol graag. Ik dank het geheele Noordhollandsche publiqk en hoop en wensch dat het mij gegeven moge zijn nog vele jaren voor u op te treden. Dat het publiek met dezen laatsten wensch in stemde, bewees wel de wijze waarop spontaan van uit de zaal opklonk het „lang zal hij leven!" Tweede Kamer. Gien Staatscommissie voor grondwetsherziening, Een „cri-de-coeur" van Dr. Colijn. Gisterenmiddag heeft de Tweede Kamer de beraad slagingen over de Rijksbegroofi.ng 1936 voortgezet. De heer de Geer (c.h.) acht het wenschelijk dat het de regeering mogelijk is een blad, dat gevaar opisyei't voor de samenleving, voor zekeren tijd te verbieden* De heer AJbarda beantwoordend, noeint spr. het Plan van den Arbeid een luchtkasteel. Het heeft spreker verheugd, dat het Plan aan het geheele Ne- derlandsche volk is aangeboden, waardoor blijk baar tijdelijk do klasse-strijd is opzij gezet. Hij ziet met voldoening de groei van deze schoone plant, maar gaat toch de bodem niet omwoelen om den grond ervan na te sporen. De heer De Visser (c p.) beklaagt er zich over dat hij en zijn fractiegenoot niet in Indië worden toegelaten, terwijl zij zich toch slechts als Kamer leden van de daar heerschende toestanden op de hoogte willen stellen, terwijl een Duitsch georiën teerd fascist als ir. Müssert met groote onderschei ding door het koloniaal bestuur wordt behandeld. Spreker dient moties in ten gunste van een hef fing ineens op vertnogenbezit, met vrijstelling van vermogens beneden f500.00 (groote vroolijkheid) en vraagt regeeringsmaatregelen tegen fascistische or ganisaties. De moties worden niet voldoende ondersteund. De heer Bierema (lib.) zegt, dat de sociaal-demo craten niet het monopolie moeten opeischen van den stoot te hebben gegeven tot de sociale wetgeving. Spreker heeft voor den arbeid der S.D. in dit op zicht waardeering. Tegenover socialisatie, waartoe het Plan van den Arbeid zou leiden, staan de liberalen afkeerig Na tuurlijk valt te praten over crisiswerkverruiming, maar zonder aanpassing, als door de regeering ge wild, is dat niet mogelijk. Het doet spreker groot genoegen, dat de regeering van de verhooging der omzetbelasting wil afzien. De kosten moeten over de heele linie naar omlaag. Spr. vindt het ingrijpen van de regeering veel te slap en hoopt dat zij haar doel mét meer kracht zal na streven. De heer Sneevliet (r.s.) zegt dat het Plan van den •Arbeid niets met socialisme gemeen heeft. Het gaat uit van de handhaving van het -kapitalisme. Spr. heeft het daarna over de huis- en hofcommunisten, die op 24 October opzaten en pootjes gaven. De heer ter Laan (s.d.) dient een motie in, waar bij de regeering verzocht wordt om af te zien van haar voornemen om op de salarieering van het jeugdige personeel een aanzienlijke verlaging toe te passen. De heer Aalberse (s.d.) meent dat de moeilijkheden om tot een parlementair kabinet te komen niet te wijten zijn aan de evenredige vertegenwoordiging, die hij niet graag uit de wet zou missen, maar in de overheersching van het Staatkundig-principieele door het economische. De heer Joekes (v.d.) meent dat de voorgenomen grondwetsherziening, hoewel van beperkten om vang, toch voorbereiding door een commissie ver- eischt. Hij zou het zeer op prijs stellen te weten welke omvang de particuliere wapenindustrie hier te lande heeft. Het heeft spr. verwonderd dat Dr. Colijn heeft verklaard de evenredige vertegenwoordiging diep te verfoeien. Spr. zal niet nagaan of dat woord op zijn plaats was. De Voorzitter van den Ministerraad, Dr. Colijn In terrumpeerend: „Een cri de coeur". De heer Joekes: Maar het heeft zijn uitwerking in het land. De heer Teulings (r.k.) bepleit vrijgezellenbelas ting. Dr. Colijn, voorzitter van den Ministerraad daarna het woord verkrijgend, zegt dat hij moeilijk kan dis cussieeren met menschen die de tegenwoordige maat schappij willen vervangen door een volgens de be ginselen van Stalin, Trotzki of anderen. Ook met den heer Vervoorn is het moeilijk praten. Voor die is er eerst landbouw, daarna een heelen tijd niets en clan industrie. Discussies met dezulken zijn tot onvruchtbaarheid gedoemd. De heer Westerman klaagde dat het Kabinet kop pig was. Dit verwondert spr., daar hij altijd meende, dat de heer Westerman juist een Kabinet met rugge- graat wenschte en daarentegen een parlement dat zoo nu en dan bijeenkomt om in de handen te klap pen. (Gelach). Het verheugt spr., dat 's heeren Westermans ge dachten zich in de goede richting ontwikkelen. De regeering wil niet overgaan tot erkenning van Rusland. De heer Visser (c.p.): Andere koloniale rijken heb ben dit wel gedaan. Minister Colijn: Die hebben er dan ook displezier genoeg van beleefd (gelach). De heer Teulings wil opheldering inzake devalu atie. Spr. heeft al gezegd: „Wij doen het toch niet" Wat wil men meer voor opheldering? (gelach). Spr.'s uitlating over de evenredige verte genwoordiging was een cri de coeur. Een mi nister is nu eenmaal geen wassen beeld uit Madame Tussaud's te Londen. Een parle ment moet een goede weerspiegeling zijn van de stroomingen in het volk, ja. Maar een parlement moet ook zoo zijn samengesteld, dat een regeering ermee kan samenwerken. Beide elementen moeten tot hun recht ko men. Anders moet men de mogelijkheid aan vaarden van een Kamer van honderd leden met honderd verschillende denkbeelden. Zoo ver is het niet. Maar wel moet men een Ka mer zoo laten samenstellen, dat het voor een regeering doenlijk is, ermee samen te werken. In dit licht moet men spr.'s uitla ting bezien. De minister van Finantiën. de heer Oud, zegt, dat wij wel moeten aanpassen, maar dat sociale over wegingen zich er tegen verzetten dat wij dadelijk naar een lager niveau gaan. Spreker betwist den heer Albarda, dat het Plan van den Arbeid de oplossing zou brengen van de crisis. Dat devaluatie zou helpen, ontkent hij even eens. Voor vrijgezellenbelasting gevoelt spreker wei nig, omdat tal van hen kostwinner zijn. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. VALT DEN MAAN UIT ELKAAR? Een Engelsch asiranoom stelt een nieuwe maan- theorie op. LONDEN, 12 Nov. 1935. (V.P.B.) De Engelsche astronoom James Jeans heeft in Londen zijn nieuwe maan theorie uiteengezet. De maan heeft sinds de aller oudste tijden in de mythologie en ook in het wetenschappelijk on derzoek der menschheid een groo te rol gespeeld. Daarbij zijn dik wijls merkwaardige, fantastische dingen beweerd, die niet zonder meer met 't beeld van onzen trou wen nachtelijken begeleider in overeenstemming waren te bren gen. Het is nog niet uit te ma ken, of de nieuwe maantheorie van den vooraanstaanden Engel- schen astronoom James Jeans tot de meer fantastische dan wel tot de exact wetenschappelijke maan- hypothesen behoort. Interessant is deze theorie in ieder geval, want zij voorspelt niets meer of minder dan „het spoedige einde van de maan", waarbij echter met „spoedig" een tijdsduur ge meend is, die slechts voor den astronoom kort is, dus tienduizen den of honderdduizenden jaren. Op welke feiten James Jeans zijn nieuwe leer eigenlijk grondt, valt uit de iet of wat sensationeel opgemaakte courantenberichten nog niet goed op te maken. Zeker is intusschen, dat de Engelsche onderzoeker een streng noodzake lijke ontwikkeling van de maan voorspelt, die vroeger of later tot zijn ondergang moet leiden. Hij rekent op een deeling van de maan, dus een kosmisch uitel- kaarvallen van onzen trouwen trawant. Hij rekent zelfs op een verdere versplintering van de maandeelen, die men zich moet denken als de versplintering van een vroegere, dicht bij de aarde liggende planeet, die door onbeken de kosmische invloeden in de welbekende planetoïden uiteen viel. In Fransche kringen hebben de mededeelingen van den Engel- schen astronoom bijzonder veel op zien gebaard, hoewel men zich met recht zeer terughoudend toont. De leider van de Parijsche sterrewacht verklaarde aan een Fransch journalist, dat astrono men de gewoonte hebben voor ge beurtenissen, die eerst over hon derdduizenden jaren zullen plaats vinden, het woord spoedig te ge bruiken. Zoolang niet vaststaat, dat de Engelsche collega door ma thematische berekeningen over gevarenzones in de toekomstige baan van de maan tot zijn con clusies is gekomen, en zoolang deze berekeningen niet onderzocht zijn, is ook bij deze nieuwe hypo these de grootste voorzichtigheid op haar plaats. Interessant is nog, dat deze nieuwe hypothese eigenlijk reeds in de Middeleeuwen is opgesteld. Een Iersche heilige, Malachius, die in de twaalfde eeuw leefde en een vriend van Bernhard van Clair- veaux was, heeft een werk achter gelaten, waarin de verdeeling van de maan in twee stukken reeds werd voorspeld. Het idee van een versplintering van de maan is dus reeds oeroud. Of deze theorie zich Intusschen wetenschappelijk laat verklaren, moet, zooals bij zoovele andere oude hypothesen, in het midden gelaten worden. HET ESCURIAAL. De naam van dit vermaarde Spaansche slot en klooster is ei genlijk die van het in de nabij heid van Madrid gelegen vlek, waar dat trotsche gebouw, door koning Philips n, ten gevolge zij ner daartoe uitgebrachte belofte, na de behaalde overwinning in 1557 op de Fransche krijgsmacht bij St. Quentin, is gesticht en aan St. Laurentius toegewijd, op wiens gedenkdag de bedoelde veldslag was geleverd. Dat prachtige, gebouw vormt een vierkant, waarvan elke zijde 250 schreden lang is. Het bestaat uit 17 afdeelingen, 22 groote voor hoven en binnenplaatsen, telt 36000 vensters, 14000 deuren en be zit een seminarium, alsmede voortreffelijke schilderstukken. Het omvat verder nog een me nigte gebouwen, hoven en tuinen, welke alle met een groote weelde Ingericht zijn. In de fraai, naar het model der St. Pieterskerk te Rome, gebouwde hoofdkerk, die 24 altaren en 8 orgels bevat, is onder het hoogaltaar een kapel, in wier gewelf de Spaansche vorsten be graven liggen. Men daalt er in af langs ruim 58 marmeren trappen, terwijl de deur van verguld brons uitermate kunstig is bewerkt. De koepel is eveneens van brons, en de vloer uit jaspis en marmer ver vaardigd. Het prachtig versierde oratorium bezit een groot, geheel met diamanten en andere edel gesteenten getooid kruisbeeld. In het midden van dit kostbare ge welf staat een groot massief gou den kandelaar en langs de mu ren bevinden zich, in rijk versier de nissen, zwart marmeren lijk kisten met de stoffelijke overblijf selen van gestorven Spaansche koningen en koninginnen gevuld. Het ontwerp tot deze grootsche stichting is reeds onder Karei V gemaakt, terwijl zijn opvolgers Philips n, m en IV het ten uit voer deden brengen, waartoe,, naar men zegt, 5 millioen dukaten besteed zijn. Gedurende de regee ring van Philips n is op zijn bevel de beroemde Bilbliotheek van het Escuriaal aangelegd, die door zijn zoon, Philips III, merkbaar is uit gebreid, en een grooten schat, voor namelijk van Arabische hand schriften, bevat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 2