Hoogheemraadschap Noorholl. Noorderkwartier Een vlucht met den dood. Het zoeken naar Kingsford Smith. Drie lynch-gevallen in de Vereenigde Staten. De gestrande reddingboot „Drente". Predikant veroordeeld. Algemeene Vergadering In het Gemeenlandshuis te Alkmaar werd Woens dag 13 November 1935 de algemeene vergadering van het Bestuur van het Hoogheemraadschap Noordhol lands Noorderkwartier gehouden. Voorzitter de heer C. Wijdenes Spaans, dijkgraaf; secretaris de heer J. W. Broersma; penningmeester de heer P. W. Groot; ingenieur de heer P. Tj. Pop pens. De Voorzitter opent met woorden van welkom de vergadering en deelt mede, dat moest spr. in de vo rige vergadering mededeelen, dat de hoofdingeland Jb. Pijper wegens ongesteldheid afwezig was, na dien deze ongesteldheid zoo zeer is toegenomen, dat de heer Pijper zijn gezin en de maatschappij is ont vallen. Zoowel schriftelijk als door tegenwoordig te zijn bij de begrafenisplechtigheid is dezerzijds deel neming betoond met dit verscheiden, terwijl in een rede herdacht is de samenwerking en toewijding, die wij met en van den overledene hebben kunnen con- stateeren. Spr. betreurt het veel te vroeg heengaan van den heer Pijper en dankt hem voor hetgeen hij hier heeft helpen tot stand brengen. Van den heer Barendregt was bericht van verhin dering ingekomen. De notulen der vorige vergadering worden onveran derd vastgesteld. Medegedeeld wordt dat Ged. Staten hun goedkeu ring hechtten aan diverse besluiten. Per 9 November kwam een schrijven van de hee- ren C. P. Hartog, C. Kramer Glijnis, P. Blaauboer en Joh. de Veer, waarin zij voorstellen om te beslui ten de salarissen van Dijkgraaf, Hoogheemraden en Ambtenaren zoodanig te verlagen of te verhoogen dat zij in overeenstemming zijn met de rijkssalaris- scn, zulks om te voorkomen dat ieder jaar bij de behandeling van de begrooting over de salarisregc- ling wordt gediscusieerd. Naar aanleiding van de begrooting 1936 stellen zij voor alle salarissen met 5 pet. te verlagen en het presentiegeld voor de hoofd ingelanden en hoofdingeland-plaatsvervangers te be palen op f 12.50. De Voorzitter deelt mede dat, dit schrijven vóór de behandeling van de begrooting 1936 aan de orde zal worden gesteld. Overneming wegen enz. Een groot aantal agendapunten, voorstellen die be trekking hebben op overneming van wegen of weg gedeelten, of op andere wijze verbetering van den bestaanden toestand beoogen, woiHen tot hamer stukken. Zoo wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen een voorstel tot: verwerving van den eigendom van den Oosterdijk van Drechterland en van een gedeelte van den Noorderdijk van Drechterland, tocbehoorende aan de gemeente Enkhuizen; besloten tot het aangaan eener overeenkomst met de banne Andijk, waarbij dit waterschap verkoopt 'alle rechten, die het op een gedeelte van den Noor derdijk van Drechterland kan doen gelden; ten laste van het Hoogheemraadschap te-brengen -het onderhoud van den Hoeverweg in de gemeenten Alkmaar en Egmondbinnen en tot verkrijging (ge deeltelijk) van den eigendom van dien weg; idem het onderhoud van dbn Ilper- en den Purmer- lander rijweg in de gemeente Ilpendam en tot ver krijging van den eigendom der in die wegen gelegen bruggen en andere kunstwerken; idem het onderhoud van den Dorpsweg en den Landweg in de gemeente Middelie en tot verkrij ging van den eigendom dier wegen; idem onderhoud van den weg op den Valkkooger- dijk in de gemeente Sint Maarten; idem het onderhoud van den Nieuwe weg in de gemeente Oude Niedorp en tot verkrijging van den eigendom van dien weg; idem het onderhoud van den weg op den Ouden Westfrieschen dijk in de gemeente Schagen; idem het onderhoud van het Zaandammerpad in de gemeente Assendelft en tot verkrijging van den eigendom der in dien weg gelegen bruggen en an dere kunstwerken idem het onderhoud van den weg Egmond aan den HoefEgmond aan Zee (Egmonderstraatweg en Voorstraat) in de gemeenten Egmondbinnen en Eg mond aan Zee en tot verkrijging van den eigendom van dien weg; tot aankoop van grond van diverse eigenaren voor de verbreeding van den Bovenweg in de gemeenten Oudorp en Koedijk; tot verkoop van het z.g. „Toepad tot den Nesse- dijk" aan Corn. de Vries Jzn. te Onderdijk; tot het aangaan eener overeenkomst met het Rijk (Zuiderzeewerken) in zake ruiling van grond bij de Oterlekersluis nabij Medemblik; tot aankoop van een te dempen gedeelte berni- sloot van de gemeente Middelie ten behoeve van de verbetering van den Dorpsweg in die gemeente; tot verkoop aan de Diaconie der Ned. Hervormde gemeente te Uitdam van een strook grond, gelegen langs den Waterlandschen zeedijk aldaar; tot verkoop aan den Staat (Posterijen, Telegrafie en Telefonie) van een «tukje grond, deel uitmakende van den van de N.V. H.IJ.S.M. aan te koopen grond te Egmond aan den Hoef; tot het aangaan eener overeenkomst met de ge meente Hensbroek in zake ruiling van grond. De salarisregeling. Vervolgens komt aan de orde de brief van de hee- ren Hartog c.s. over de salarisregeling. De heer Hartog licht toe, dat de voorstellers van oordeel zijn, dat het goed is verband te leggen tus- schen de salarissen van het rijkspersoneel en de le den van dit college en het personeel van dit water schap. Dan zal ook niet steeds de salarisregeling ter sprake behoeven te komen. De Voorzitter zegt dat het voorstel dus een uit vloeisel is van het voornemen van den Minister om een salarisverlaging van 5 toe te passen. Hoe goed de bedoeling van de voorstellers ook is, het komt spr. toch voor, dat zij verschillende dingen over 't hoofd hebben gezien: Spr. doet uitkomen, dat de toestand bij het rijk zoo is, dat wilde men aanvankelijk vol staan met het wegnemen van excessen, noodzakelijk moest worden overgegaan tot een algemeene salaris verlaging. In een radioréde is gisteravond tot uiting gekomen de verklaring van Minister Oud, dat deze salarisverlaging voor de regeering een pijnlijke nood zakelijkheid is, en uit het, Kameroverzicht blijkt wel, dat aan deze verlaging niet is te ontkomen. Uit dat alles spreekt een toon van: het gebeurt niet omdat wij het willen, maar omdat wij moeten. Spr. herinnert er aan hoe het gevolg is geweest dat 200 gemeentebesturen zijn aangeschreven ook tot salarisverlaging over te gaan en hij verwacht dat ook de provincies wel een aanschrijving van den Mi nister hebben ontvangen. Of echter algemeene verla ging doorgang zal hebben, is op 't. oogenblik nog een vraag. Het komt spr. voor dat deze zaak door de voorstellers te vroeg aanhangig is gemaakt. Als het noodig blijkt, dat salarisverlaging bij de waterschap pen worde toegepast, zal ook het Hoogheemraadschap zich daaraan niet onttrekken. De voorstellers hebben echter hun conclusie wat al te vroeg getrokken. Spr. heeft getracht te weten te komen of het voornemen van den Minister voor andere waterschappen ook reeds aanleiding is geweest, tot salarisverlaging over te gaan, maar zulks is hem nog niet gebleken. Bovendien hebben de voorstellers geen aandacht geschonken aan de Ambtenarenwet, waarbij is be paald dat geen wijzigingen in bezoldiging enz., mo gen plaats vinden, voordat de ambtenarenorganisaties zijn gehoord. En waar de brief van de vooretellers op 9 November inkwam, heeft het, Dag. Bestuur de or ganisaties niet kunnen hooren. Practisch is het dus onmogelijk iets te doen en spr. vraagt dan ook of de hecren het kunnen goedvinden, deze zaak in handen van het Dag. Bestuur te stellen, opdat het voorge schreven overleg kan plaats vinden en de zaak daarna in de algemeene vergadering kan worden gebracht. De heer De Veer wijst er op, dat het hier betreft een formeele kwestie. De algemeene vergadering kan niet eerst de organisaties hooren en wanneer nu de algemeene vergadering eerst haar wensch kenbaar maakt, kan het- Dag. Bestuur, gehoord de uitspraak van de algemoene vergadering, de organisaties gaan hooren. Gedeeltelijk is het juist dat het voorstel ver band houdt met het voornemen van de regeering en het, voorstel komt ook overeen met de 5 maar spr. wijst op de herziening van de salarissen door de pro vincie op het pensioenverhaal en de korting op de salarissen van burgemeesters, secretarissen en ont vangers en'de voorstellers willen nu in principe een uitspraak dat de salarissen bij dit waterschap meer overeen zullen stemmen rnet de rijkssalarissen. De grondsalarissen zijn vergeleken met die bij de Pro vincie, aan den flinken kant en waar de Voorzitter reeds eerder gewezen heeft op de kleine bezetting en de kern van het ambtenarencorps, zoo meent spr. dat dit reeds voldoende tot uitdrukking komt doordat de salarissen bij het Hoogheemraadschap hooger zijn. Door den Minister is gezegd, dat de lagere besturen zullen moeten volgen en om nu de kans te ontloopen dat op een sterkere wijze zal worden ingegrepen van hoogerhand, meent spr., dat het verstandig zal zijn nu reeds voor aanpassing te zorgen. Spr. geeft toe, dat het lijkt dat het voorstel voorbarig is, maar bij hetgeen den voorstellers reeds bekend was, waren voldoende motieven aanwezig om het voorstel te doen. Spr. vindt 't niet erg gelukkig gekozen, te wijzen op het verschil van den toestand bij rijk of hoogheem raadschap, want, dan zouden de salarissen dus ver band moeten houden met de omstandigheden waarin de organen zouden verkeeren. Spr. noemt als voor beeld hoe hij dan als administrateur van den Vleesch- keuringsdienst op 't oogenblik weinig of geen salaris zou moeten ontvangen. Voor spr. is er geen aanlei ding het voorstel terug te nemen. De Voorzitter wijst er op dat het voorstel practisch niet uitvoerbaar is en ten aanzien van de begrooting 1936 is de algemeene vergadering, nu de organisaties niet zijn gehoord, niet gerechtigd tot verlaging van de salarissen te besluiten. Spr. geeft daarom in over weging het voorstel terug te nemen en herhaalt, dat voor 't Hoogheemraadschap niet de pijnlijke noodzake lijkheid bestaal om tot salarisverlaging over te gaan, zooals dat bij het Rijk wel het geval is. Door den heer De Veer wordt nu gesproken over de regeling zooals die bij rijk en provincie bestaat,, maar de re geling bij rijk en provincie is niet altijd gelijk en aan welke regeling zouden wij ons dan moeten houden. Bovendien, waar aan de waterschappen al zoo wei nig ruimte wordt gelaten tot zelfstandig handelen en ook de salarisregeling aan de goedkeuring van God. Staten is onderworpen, raadt. spr. aan de sala risregeling in opzet toch zelf in handen te houden. Het Bestuur heeft wel degelijk besproken of er reden tot ingrijpen was, maar waar zij de gevolgen nog niet konden overzien, oordeelden zij het voorloopig te moeten aanzien. De heer P. Blaauboer vraagt of dus de algemeene vergadering niets anders heeft te-doen dan zich neer te leggen bij hetgeen het Dag. Bestuur in de begroo ting voorstelt. De Voorzitter zegt dat dit allerminst het geval is. De algemeene vergadering kan toch het Dag. Be stuur vragen aandacht aan deze zaak te schenken en de organisaties te hooren. De algemeene vergadering is geenszins uitgesloten en het Dag. Bestuur is niet onbereid de organisaties te hooren. De heer De Veer wijst er op dat als de meerder heid van de vergadering zich schaart aan de zijde van de voorstellersj het gevolg zal zijn, dat deze begrooting niet kan worden goedgekeurd. De Voorzitter weerspreekt dit, de zaak is toch ze ker niet zoo belangrijk, dat de uit te voeren werken daarvoor moeten worden stop gezet. De heer Lakenman had gehoopt dat het Dag. Be stuur zelf met een voorstel tot salarisverlaging ware gekomen, reeds in 't voorjaar, want het hoogheem raadschap is in een weeldetijd opgericht en de sa larissen daarop gebaseerd. Spr. is het, met den heer De Veer eens dat de begrooting dus feitelijk niet behandeld kan worden en hij verklaart, dat hij zich niet kan vereenigen met de in de begrooting genoem de salarissen. De Voorzitter verklaart, dat als het noodig is, een aparte algemeene vergadering kan worden belegd, maai* dat is toch niet zoo noodzakelijk. Voor de voorstellers geldt toch niet de zoofdzaak wanneer de verlaging wordt toegepast, doch als zij maar wordt toegepast. Of dat nu 1 Juni of 1 Januari 1936 gebeurt, maakt weinig uit. De heer Kramer Glijnis verklaart zich bereid de zaak aan het Bestuur over te laten en naar bevind van zaken te doen handelen. De heer Hartog gevoelt dan meer voor het voor stel van den Voorzitter. De heer Blaauboer vraagt wat er op tegen is het gevoelen van de vergadering uit te lokken. De Voorzitter wijst er op dat het voorstel immers toch niet uitvoerbaar is. De heer Blaauboer beaamt dit, maar wil even goed het gevoelen van de algemeene vergadering weten. Den heer Sluis komt het voor dat de minder goe de ontvangst van het voorstel te wijten is aan het te laat indienen van het voorstel. Was dat vroeger gebeurd, dan zou het Dag. Bestuur gelegenheid heb ben gehad de organisaties te hooren. Wel acht spr. het gewenscht het Dag. Bestuur te verzoeken de organisaties te hooren en in een eerstvolgende niet te laat te beleggen vergadering met een voorstel te komen. De heer De Veer zegt dat het voorstel is gedaan naar aanleiding van de begrooting 1936 en om deze zaak nu weer een half jaar onderweg te doen zijn, daar kan spr. zich niet mee vereenigen. De Voorzitter wijst er op dat de zaak niet door hem wordt verschoven, behandeling is niet mogelijk, omdat aan de voorschriften van de Ambtenarenwet moet worden voldaan. De heer De Veer merkt op dat de datum 1 Juni toch niet door hem is genoemd. Spr. stelt er prijs op dat de begrooting 1936 wordt behandeld en zal met belangstelling wachten op welken datum de vergadering dan zal worden bijeengeroepen. De Voorzitter verwacht toch niet dat het den wensch van de algemeene vergadering zal zijn al leen voor de salarisregeling een afzonderlijke ver gadering te beleggen, dan zou het voordeel van een salarisregeling wegvallen door de kosten, verbonden aan het houden eener vergadering. PILOOT KRIJGT IN DE LUCHT EEN HARTAANVAL. Bakersiield: De drie passagiers, die met Captain Donald Buckman in een passa giersvliegtuig op weg waren naar Bakers- field in Californië, hebben een verschrikkelij- ken tooht gehad. Hoog in de lucht kreeg de piloot plotseling een hartaanval. Hij vocht dapper tegen de beroerte en vloog met inspan ning van heel zijn wilskracht honderd mijl ver een ontzettende race met den dood. Toen hij zijn passagiers veilig op den grond had gezet, stierf hij na eenige minuten. Melrose vermist doch teruggevonden. Singapore: Melrose, de jeugdige Australi sche vlieger, die deelnam aan het zoeken naar Kings ford Smith, is, na eenigen tijd vermist te zijn geweest, ■weer gevonden aan de kust van Siam, waar hij een noodlanding had moeten makèn. De vliegtuigen, die na het zoeken te Singapore te ruggekeerd zijn, hebben de hoop vrijwel opgegeven, dat Kingsford Smith zal worden gevonden, tenzij hij op een afgelegen plek in het oerwoud is geland. New York: Uit Columbus in den staat Texas wordt gemeld, dat ongeveer 700 personen, waaronder vele vrouwen, op de brug over de Colorado-rivier een transport gevangenen overvielen en den escorteeren den manschappen twee 16-jarige negerjongens wisten te ontrukken, die beschuldigd werden van moord op een blank meisje. De menigte trok naar het huis van den vader van het vermoorde meisje, lynchten de negers en knoopte hen op aan een boom. In hun doodsangs1 beschuldigden de jongens een derdon ne ger van den moord, waarop de menigte op zoek naar den neger ging. Ook uit Ripley in West Virginia wordt een lynch- geval gemeld. De menigte sloeg een blanken arbei der dood, overgoot het lijk met benzine en stak het in brand. Goedgevonden wordt de zaak in handen van het Dag. Bestuur te stellen. De begrooting 1936. Van de gelegenheid tot het houden van algemeene beschouwingen wordt allereerst gebruik gemaakt door den heer C. Ham, die thans in de gelegenheid is geweest om gedurende 2 jaren het werken door het Hoogheemraadschap te aanschouwen. Spr. her innert eraan hoe bij de verkiezingen de indruk werd verkregen als was er iets bij het Hoogheemraad schap dat niet gezond was, de oppositie noemde het een te luxieuze instelling enz. Spr. uit echter zijn bewondering over het technisch gedeelte van dit waterschap, keurig is dat gedeelte in orde, het tech nisch personeel bezit groote bekwaamheid en ook met het administratief personeel is dat het geval. Spr. waarschuwt daarom toch vooral voorzichtig te wezen met het behandelen van loonkwesties, zoo als straks heeft plaats gehad. Vooral het loonpeil voor het lagere personeel is van dien aard, dat niet zon der schade verlaging zou plaats vinden. Over sala rissen van f 5000 a f 6000 spreekt hij niet. Maar in de maatschappij zijn er duizenden die veel hoogere sa larissen genieten als de bekwame ingenieurs en ad ministrateurs hier, duizenden die nooit zelf iets uitge dacht of verricht hebben. Doch naast het technisch gedeelte en de administratie staat de huishouding. En spr. meent dat de bestuurskoslen van dit water schap te hoog zijn. Als de kosten per H.A. worden vergeleken met de bestuurskosten van Drechterland, dan zijn de kosten voor Drechterland lager en spr. oordeelt dat ze juist voor een groot lichaam als het Hoogheemraadschap lager behoorden te zijn. Spr. con cludeert. dat de huishouding veel te hoog is opge zet en spr. acht het gewenscht, dat Dijkgraaf en Hoogheemraden in de eerste plaats zelf de uiterste soberheid toepassen. Spr. acht het College van Dijkgraaf en Hoogheem raden niet van nul en geenèr waarde, maar in de eer ste plaats moeten wij ons verlaten op den technischen en administratieven dienst. In dit verband acht spr. de vergoeding voor de hoogheemraden te hoog opge zet, terwijl ook de vergoedingen voor de hoofdingelan den, hoewel niet overdadig, voor verlaging in aanmer king komen. Spr. weet wel dat deze verminderingen van uitgaven uiteindelijk weinig effect zullen hebben wat de belasting betreft, maai deze zaak moet uit een moreel oogpunt worden bezien. De Voorzitter antwoordt, dat bij de oprichting van het Hoogheemraadschap de vergoeding van de Hoofdingelanden is bepaald op f 15. Als spr. dat be drag vergelijkt met vergoedingen die andere water schappen gaven, is dat bedrag eerder aan den la gen kant. Wat overigens de vergelijking met Drech terland betreft, zonder cijfers is het moeilijk na te gaan, maar spr. kan nu reeds wijzen op het feit, dat Drechterland voor verkiezingen niets behoeft uit te geven, want die geschieden door de bannes; om slag wordt door Drechterland niet geind, doch ook door de bannes en van gebouwd wordt door Drech terland niet geheven. De heer C. de Boer vindt het niet passend dat de Dijkgraaf straks gewezen heeft op het verschil van den toestand, waarin rijk en hoogheemraadschap zich bevinden. Wij zijn altijd in staat om de begroo ting sluitend te krijgen door de heffing van lasten. Ook nu weer wordt in het voorwoord van de begroo ting gewezen op de te verwachten verlaging van staat A, maar spr. had gehoopt dat nu het Dag. Be stuur eens met een voorstel was gekomen. Spr. ver zocht den Dijkgraaf deze zaak niet sleepende te hou den. De Voorzitter vindt dit een nogal krasse uitdruk king en deelt mede hoe herhaalde malen bij het gouvernement op een beslissing is aangedrongen. Spr. begrijpt ook niet hoe men het wijzen op het verschil van den toestand van rijk en hoogheem raadschap niet passend kan noemen, want met na druk wijst spr. er op dat het hoogheemraadschap zijn lastenhefflng niet handhaaft, doch dat de las ten voortdurend worden verlaagd, en het percenta ge in den loop der jaren van 7.35 tot 3.40 is terug gebracht. Hierna wordt overgegaan tot artikelsgewijze be handeling. De heer Lakenman stelt voor het salaris van den Dijkgraaf van f 5400 op f 5000 terug te brengen. De Voorzitter zegt dat over de salarissen van Dijk graaf, Hoogheemraden en de presentiegelden van Hoofdingelanden en Hoofdingelanden-plaatsvervan gers 'de vergadering direct kan beslissen, maar het is altijd de gewoonte geweest om de salarissen in onderling verband met elkaar te behandelen. Met die gewoonte kan natuurlijk worden gebroken, maar is het niet beter, alle salarissen samen te bespreken. De heer Lakenman stapt dan van dit punt af. Met de slooping thans begonnen, Egmond aan Zee: Gistermorgen is een be gin gemaakt met het sloopen van de sleepboot „Drente". Frans Rijsdijk van Hendrik Ido Ambacht is met negen man personeel het werk begonnen. Zonder te- genspoed hoopt hij binnen korten tijd de „Drente" te doen verdwijnen. Wegens opruiing tot twee weken gevan- genisstraf veroordeeld. Leeuwarden, 13 November. In de zitting van Woensdag stond voor de rechtbank te Leeuwarden, terecht ds. J. W. B. Cohen, predikant te Dokkum, wien ten laste was gelegd opruiing, door, op een voor het publiek vrij toegankelijke plaats, een daar verzameld talrijk publiek toe te spreken met een redevoering, waarvan de algemeene strekking was dienstweigering en propaganda tegen den oorlog, gepleegd te Dokkum in den avond van 7 Augustus 1935. Volgens een getuige a charge bij de behandeling dezer zaak moet ds. Cohen tot zijn toehoorders heb ben gezegd, dat zij in geval van oorlog of mobili satie niet naar de kazerne moesten gaan, niet moesten opkomen en geen belasting moesten be talen. Een inspecteur van politie had letterlijk ge noteerd: „Broeders breekt de kazernes af, ik weet dat ik mij aan wetsovetreding schuldig maak, want ik rui op". De officier van Justitie had zes weken gevange nisstraf geëischt. Gister veroordeelde de rechtbank ds. Cohen tot twee weken gevangenisstraf. DE MOORD OP DEN DUITSCHEN FINANCIER GEBHARDT. N e vv Y ork: De 40-jarige Duitsche financier dr« Fritz Gebhardt, voormalig medewerker van wijlen dr« Fritz I-Iaber, die do synthetische stikstof heeft uitge vonden, is Dinsdag in een hotel te New York door zijn secretaresse Vera Strelz vermoord. In den loop van den nacht is zij door de politie verhoord. Na aanvankelijk elke verklaring te hebben geweigerd, bleek tenslotte uit het verhoor, dat haar mededeeling dat zij met Gebhardt verloofd was, niet juist was. Als hulpsecretaresse verrichtte zij nu en dan werk in dienst der firma. I-Iet meisje is de doch ter van een in Duitsche kringen te New York bekend musicus. De heer Lakenman heeft gehoord dat het druk werk altijd door dezelfde firma wordt geleverd. Spr, vraagt dit ook aan anderen op te dragen of aanbe steding te houden. De Voorzitter zegt dat reeds meerdere malen ge ïnsinueerd is dat 't drukwerk door één firma wordt geleverd en reeds meerdere malen heeft spr. dit weersproken. Wél wordt begrooting en waterschaps- blad door denzclfde geleverd, maar spr. meent dat het toch niet aangaat dit werk te verdeelen. Het overige drukwerk wordt wel verdeeld, wat de com missie, die de rekeningen heeft nagezien, ook wel' is gebleken. De heer Haremaker dringt er op aan .dat getracht wordt een billijker contract te sluiten voor de huur; van een automobiel. Spr. vindt ll1/^ cent per K M, aan den hoogen kant en deelt mede, dat bij een, ander waterschap een soepeler regeling bestaat. De Voorzitter deelt mede, dat de aanbieding van den heer Visser goeclkooper was dan die van de Nassau-garage en hoe tot een hoog aantal K.M, wordt gekomen en daardoor tol een lager tarief, omdat spr. de automobiel ook gebruikt voor den Anna Paulownapolder en privé. De heer P. Blaauboer vraagt of centrale verwar ming met het stoken van olie niet duurder is dan stoken met brandstof. De heer Ringers wijst er op dat het stoken met! olie, hoewel iets duurder, toch andere voordeelen biedt en vooral voor een gebouw als dit acht spr. hefi stoken met olie gewenscht. Bij de behandeling van bijlage G., de uit te voe ren werken, wijst de heer P. Blaauboer op het feit! dat de voorgestelde verbetering van den Westfrie schen dijk, vanaf Waardpolderbrug tot de water- machine, lengte 300 meter, naar spr.'s berekening zal kosten f 3400. Spr. wijst er op dat dit gedeelte oen doodloopend eind is, doordat de provincie een brug heeft gemaakt, waarop 2 auto's elkaar niet kun nen passeeren. De Voorzitter geeft toe, dat,het verkeer er nief zoo druk is, als verder op, maar waar het hier een klein gedeelte betreft, is geoordeeld, dat het verbe terd behoorde te worden teneinde het behoorlijk bij het overige gedeelte te doen aansluiten. De heer Blaauboer beaamt dat het geheel mooier wordt, maar is 't niet te duur, vraagt spr. De heer Ir. Poppens merkt op dat de verbetering eenvoudiger zal zijn dan het overige gedeelte, en de kosten niet boven de f 2000 zullen komen. De begrooting wordt vervolgens onveranderd vast gesteld. Aan de orde wordt gesteld het opmaken van aan bevelingen voor de benoeming v.an twee hoogheem raden wegens periodieke aftreding op 1 Januari '36 van de heeren C. Oostman Gerlings en H. Koster Kz.- De Voorzitter deelt mede, dat de heer C. Oostman Gerlings verklaard heeft, in verband met zijn leef tijd, niet meer voor herbenoeming in aanmerking te komen. De heer P. Blaauboer verzoekt om zulks voortaan op de agenda te willen vermelden, opdat de verga dering met dergelijke feiten op de hoogte is. De Voorzitter zal met dién wensch rekening hou den. Voor de vacature Oostman Gerlings wordt, na ge houden stemmingen de volgende aanbeveling samen gesteld: 1. H. Klaver, 2. P. Tromp, 3. J. B. van Kampen. Voor de vacature H. K. Koster zal de aanbeveling luiden: 1. H. Koster Kz., 2. G. van der Sluijs; 3. P. J. Waiboer. Tot leden van de commissie van onderzoek van de rekening over 1935 werden aangewezen de heeren; Klaver, Barendregt, Best en Van der Sluijs, tot plaatsvervangende leden de heeren De Boer, Laken man en Tromp. Alvorens tot sluiting van de vergadering over te gaan, richt de Voorzitter zich tot, den heer Oostman Gerlings, die dus naar alle waarschijnlijkheid voor de laatste maal een algemeene vergadering heeft hij- gewoond. Spr. wijst er op hoe de heer Oostman Ger lings langzamerhand is geworden een echte water- schapman; hoe hij ook vanaf de oprichting van het Hoogheemraadschap bij ons is geweest en dat dit af scheid dan ook wel iets pijnlijks inhoudt. En toch als we omkijken, zien we ook naar het mooie en spr. noemt dan de vriendschap die gegeven en ver worven is, de dankbaarheid dat de heer Oostman Gerlings in staat is geweest tot zijn zeventigste jaar uit te dienen. Spr. hoopt dat de heer Oostman Ger lings vanuit zijn huis de waterschapszaken met be langstelling zal blijven volgen. Spr. dankt voor de vriendschap in al die jaren ondervonden. Wij heve len ons zegt spr. ten zeerste verder die vriendschap aan. Instemming. Hierna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 7