De meer dan zonderlinge lotgevallen van Bertus Slipstiefel. VARIA* Kabouter*Avonturen. Stan en Pol bij de hinderen. Getrouwelijk beschreven en naverteld door SIROLF. (Nadruk verboden alle reqhten voorbehouden). Uzoudt waarschijnlijk nooit van Uw leven van mijn vriend Bertus Slipstiefel vernomen hebben, als hem niet iets was overkomen. Want Bertus is een man, die zich niet op den voorgrond dringt. Ten minste, dat was hij. Nu werkt zijn aanwezig heid in ieder gezelschap zoo opval lend, dat hij zich, ondanks zich zelve, pal op den voorgrond plaatst. En dan vragen de men- schen* elkaar fluisterend: Heb jij soms gelezen, dat, er eentje uit Meerenberg ontsnapt is? Het is overigens iets om den spot mee te drijven. Dat zal men zoo dadelijk wel begrijpen. Van de week kwam ik hem tegen. Nu was Bertus tot voor kort een slank, ja, zeg maar gerust, een mager per soon, zoo wat men noemt een wandelende kapstok. Maar toen ik hem van de week zag, moest ik me de oogen uitwrijven. Was het Bertus nu, of was het hem niet? Ik zag een pafferig dik man, met een bleek, opgeblazen, pafferig- dik gezicht met hangwangen, die maar voortdurend bepaald idioot glimlachte, in een soort van ver starde grijns. Weifelend bleef ik staan. Ten slotte kon ik me niet inhouden, ik stapte op hem toe en zei: Hoor eens, Bertus Slipstiefel, ben je het nou, of ben je het niét? Draai er nu maar niet om heen, en als je het niet bent, zeg het dan eerlijk! Tot mijn groote verbazing zag ik, dat er een diep-droevige blik in zijn oogen lag, terwijl zijn mond maar idioot bleef glim lachen, terwijl hij siste: Ssjfffggg- ksssjjmssst! Hoor eens, hernam ik want ik heb er een hekel aan, dat men den spot met mij drijft Je moet met mij geen gebbetjes uithalen! Als dit soms een grapje moet voorstellen, dan pas ik ervoor. Voor dergelijke malligheid ben ik nu toch te oud geworden! Je moest je schamen. Bertus glimlachte nog maar steeds met een zoo intens 'stomme grijns, terwijl zijn oogen hoe lan ger hoe droeviger stonden, dat ik begon te begrijpen, dat hier iets niet klopte. Bertus haalde een bloc-note uit zijn zak en krabbel de er snel 'met een potloodje wat Qp. Ik kan niet praten, maar ik móet lachen, kom mee naar dat café daar, dan zal ik je alles ver tellen!, las ik. Ik wist niet, wat ik ervan den ken moest. Misschien was hij wel uit een vliegmachine gevallen en was nu van de schrik zijn spraak kwijt. Enfin, ik ging dus met hem mee en toen we in het café zaten vertelde hij me de heele geschie denis, op bloc-note-papiertjes. De zaak zat zoo. Zijn vrouw had verleden jaar een film gezien. Over hoenderfok kerijen en zoo. Daar was ook de kunstmoeder vertoond, het met petroleum gestookte apparaat dat de eieren uitbroedt. Dat had zijn vrouw zoo aardig gevonden, dat ze niet had gerust, voor ze van een buurman, die kippen hield, een broedei had gekregen. Van een oude olielamp had ze in de keuken een kunstmoeder gefabriceerd en het ongelooflijke was gebeurd., na een paar weken, waarin ze als een kloek over haar oude petrole umlamp had gewaakt en 't huis meermalen in gevaar had ver keerd, geheel in vlammen op te gaan, was er werkelijk een kui kentje in haar keukentje, op het derde bovenhuis geboren! Als ze de honderdduizend op» een heel lot had getrokken, had ze niet geluk kiger kunnen zijn. Ze timmerde zelf een hekje van een oude kist met kippengaas ervoor en abon neerde zich op het weekblad: „De amateur-hoenderhouder". Ze gaf het kuiken zoovéél kuikenfokvoer, dat het dier groeide als kool en in een paar maanden tijd tot een welgeschapen jong hoen uitdijde. Nu was Bertus Slipstiefel iemand, die wel van een malsch kippen boutje hield en hij stak het dus niet onder stoelen of banken, dat hij de kip zou slachten alshij niet gauw aan de leg ging. Want daar was het toch om begonnen. Zijn vrouw had een kip willen hebben, die eiken dag voor het eitje bij 't ontbijt zorgde. Toen zijn vrouw dat hoorde, barstte ze uit in een huilbui en ze bedreigde Bertus met de vreeselijkste dingen, als hij de kip maar aan dorst te raken .Maar Bertus is een koppig man. Hij con troleerde de kip eiken dag, maar vond geen ei. Een keer betrapte hij zijn vrouw zelfs op een poging tot fraude. Hij kwam namelijk net de keuken in, toen ze een ei uit het zakje van den melkboer haal de en stiekum in het kippenhok wilde leggen, om Bertus den vol genden dag wijs te maken, dat de kip dat gelegd had! Ze was een voudig dol op dit stomme dier en vertroetelde het vergenoegd prutte lende en kakelende dier op allerlei manieren. Ook al door gebrek aan beweging werd die kip zoo vet als modder, en het water liep Ber tus in zijn mond, als hij naar het dier in zijn keuken keek. En op een middag, toen hij wat vroeger dan gewoonlijk naar huis kwam, en zijn vrouw niet thuis was, toen was het gebeurd. In vol komen gemoedsrust had hij het dier, dat toch al zoowat van vet zucht stikte, rustig den nek om gedraaid. Toen zijn vrouw thuis kwam, zat hij het dier te plukken! Een beschrijving van de smart- scène die toen volgde, zal ik ach terwege laten. Kort gezegd, dien avond kreeg Bertus Slipstiefel geen middageten. Dat was wat an ders dan een vetgemest kippetje! En van de kip kreeg hij ook niets. Voor straf. Bevend van woede en smart pakte zijn vrouw het lijk van de half-geplukte kip in een doos en bracht de droeve vracht naar haar zuster, die pas ziek was geweest en wel iets verster kends kon gebruiken! Maar den volgenden dag begon de straf pas goed. Toen Bertus in een gewoonte-gebaar bij het ont waken zijn complete stel tanden en kiezen een stuk of twee-en- dertig geloof ik uit het glas naast zijn bed wilde visschen.. vond hij wel het glas, maar zijn gebit was verdwenen! Hij sputter de en sprak vochtig en siste en blies belletjes als een baby, maar hij kon geen verstaanbaar woord uitbrengen. En zijn vrouw wei gerde een woord te zeggen of een vinger uit te steken om zijn. verlo ren gebit te zoeken. Trouwens, zij had het zelf verduisterd. Rammelend van de honger, om dat hij zonder gebit niets eten kon en gisteravond ook al niets gege ten had, ging hij naar zijn werk zaamheden. 's Avonds begon de papkuur. Want hij kon alleen maar vloeibaar eten nuttigen. Zijn vrouw at een heerlijke karbo nade met gebakken aardappel tjes en een heele schaal nooten toe waarop Bertus juist zoo gek was en hij kreeg twee diepe borden griesmeelpap met bruine suiker! Omdat hij eruit zag als een idioot met zijn ingevallen tan- delooze mond, ging hij ten einde raad naar een oude vriend, die ook een kunstgebit had. Ja, die vriend wilde hem wel helpen. Die had nog een stukje gebit van vroeger, met alleen vier voortan den van de bovenkaak. Hoewel de verhemelplaat niet paste, stak Bertus het ding toch In zijn mond, om ten minste wat te hebben. Al leen moest hij nu voortdurend grijnzen, met zijn valsche tanden over zijn onderlip, omdat het ge bit anders niet bleef zitten en hij doodsbenauwd was het gebit an ders in te slikken. Maar eten kon hij er niet mee. Hij bleef op het pap-dieet. Hij deed niets dan gries meel en lammetjespap en melk slurpen en werd zoo vet en paf ferig als ik-weet-niet-hoe. De middagmaaltijd was een kwelling geworden. Zijn vrouw bleef onver murwbaar en terwijl hij pap slurp te, knaagde zij behagelijk op aan zienlijke kluiven vleesch, op ko nijnenboutjes, op hard gebakken spek, op gebakken vischjes en al lerlei andere stevige kost. Hij moest dat nu maar eens goed on dervinden, had ze gezegd, hij zou zes weken lang zijn gebit missen, zes weken lang pap slurpen, zes weken lang in de rouw zijn over de vermoorde kip! Dierenbeul die hij was! Toen ik dat had gehoord van mijn vriend Bertus Slipstiefel, heb ik hem troostend op de mollige papschouder geklopt en ben stil heengegaan. Hij riep nog: „Sssss- jjjfffgrmmmsssst!" Doch daar ver stond ik natuurlijk niets van. Hoe wel ik het wel begreep. Hij wilde dat ik de vertering betaalde. Maar dat snapte ik pas, toen ik goed en wel op straat stond. Nu ja, en voor zoo'n kleinigheid kun je toch niet terug gaan?! Toe Keesie, geef pappie nou lief den hamer terug. (.Lunuon Newnes)- JAM IN TURKIJE. Turkije is het ware land van alle zoetigheden. Vooral van de jam. Het bereiden van jam is een der voornaamste kundigheden der Turksche vrouw, het is het talent, dat zij zich het eerste eigen maakt Maar ze heeft de jamberelding ook bijna dagelijks voor oogen; het bereiden van jam is het voor naamste conversatie-onderwerp harer geslachtsgenooten. Men zal niet zeggen, dat Zuleike of hoe de besproken dame heet, een mooie japon aan had of met een modieus hoofddeksel pronkte, maar wel dat haar laatste abrikozen, of aardbeidenjam, minder goed, gAed of heelemaal niet goed uitgevallen was. De voornaamste pretjes zijn het meehelpen bij buren, kennissen of bloedverwanten om jam te berei den; de meest voorkomende ver snapering, het verorberen van de jamproef, is voor de Tuksche jam bereidster, wat bij de Limburg- sche boerin het proefje van het varken is. Van de meeste vruchten wordt jam gestookt en daar iedere vruchtensoort haar tijd van rijp heid heeft, is de jamkokerij een gedurig terugkomend vermaak. Men kan zeggen, dat er in een be hoorlijk Turksch gezin twee da ger per week aan besteed worden. Zooals gezegd, is het een werk, dat meer als aangename bezig heid dan als een onaangename last beschouwd wordt. Het wordt verricht met zekere plechtigheid. Voorzitster is de oudste dame in huis, wat meestal een grootmoeder is. Deze dirigeert de werkzaamhe den van den stoel af, die voor haar in het midden van het vertrek is gezet. Ze heeft het recept in haar hoofd. Het is een oud familiere cept, dat mondeling van moeder op dochter is overgegaan. Voor iedere vruchtensoort heeft ze haar recept, en wat de jaren haar ook doen vergeten, het beproefde re cept der voorzaten is onvergete lijk in haar hersens gegrift. Ieder luistert met eerbied naar haar kommando's en een betrek kelijke en plechtige stilte wordt in acht genomen zoolang men aan het koken is. Is de jam evenwel klaar, dan gaan de tongen los en wordt er lustig gepraat in afwachting dat de zoetigheid koud wordt. Als ze koud is, begint de ver deeling. De Turksche huisvrouw is gul en gastvrij; voor eigen ge bruik schept ze ruim een derde uit. Dit komt terecht in groote potten van ruw aardewerk. Het tweede gedeelte wordt ge schept in fraaie porseleinen 'pot jes; het eene meer, het andere minder mooi versierd. Deze kruik jes zijn de proefjes, die naar de buren, vrienden en verwanten ge zonden worden. Het overblijvende wordt voor zichtig in fijne, kunstig versierde potjes gelepeld. Deze zijn voor de gasten. Iedere gast, die den drem pel overschrijdt, krijgt dadelijk 'n blad voorgezet met een onaange broken potje jam, een lepel en eenige glaasjes water. Heeft hij zooveel hem goeddunkt van de versnapering gebruikt, dan wordt hem koffie met koekjes en zoetig heid aangeboden. Ieder bezoeker, al zijn er tien of twintig tegelijk, krijgt een blad met een potje. Nooit dient een potje voor twee be zoekers of voor een volgende. Maar deelt een Turksche huis vrouw haar jam voor een groot deel uit; zij kan van haar kant rekenen op proefjes, die haar voorraad vergrooten, haar verhe melte streelen en haar stof leve ren voor conversatie. EEN EIGENAARDIGE VEREENIGING. Bond van Suikerzieken. De beroemde Engelsche schrij ver H. G. Wells onderhield zich eens met zijn vriend dr. Lawren- ce, geneesheer aan de sulkerzie- kenafdeeling van een Londensch ziekenhuis. Zij kwamen tot de slotsom, dat er een geheime solida riteit bestaat tusschen menschen, die aan dezelfde kwaal lijden. Waarom meende Wells, zou men de suikerzieken niet in georgani seerd verband kunnen brengen? Tezamen zouden zij een prijsver laging van de insuline kunnen be werkstelligen. Rijkspatienten, die hun inspuitnaalden slechts een keer gebruikten, zouden die aan de armen kunnen afstaan, welke laatste uit overwegingen van spaarzaamheid de kwelling der stompe naalden moeten onder gaan. Dr. Lawrence was het met Wells eens. Daarna zette deze zich aan zijn schrijftafel en er vloeide een open brief uit zijn pen, die aan de „Times" verzonden werd. Een berg van ingezonden stukken was het resultaat, maar tevens stroomden de giften van suikerzieken binnen. De vereeniging werd gesticht en in Januari j.1. verscheen het eer ste nummer van het driemaanden lijkseh tijdschrift voor suikerzie ken. Iedere uitgever zou er ten zeerste op gesteld zijn 't periodiek voor zijn rekening te mogen ne men, want de bekendste namen uit heel Engeland prijken op het titelblad; Groot-Brittannië's voor naamste persoonlijkheden zijn bij de vereeniging aangesloten. Voor zitter der Unie is H. G. Wells. Begin October is het vierde num mer van dit tijdschrift in het licht gekomen. Het bevat nieuwig heden van allerlei aard, dieëten en adviezen. Tot de beroemdste sui kerzieken behoorden: Edison, East man, Joffre en Clemenceau. Do bond telt op het oogenblik vijfdui zend leden. WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat een fabrikant in Tsjecho- Slowakije een scheermesje voor veiligheidsscheermes van glas heeft vervaardigd? dat dit mesje scherper is dan een van staal en bovendien we kenlang scherp blijft? dat het mesje er als een gla zen wafeltje uitziet en buigzaam is? dat zijn methode om het glas te harden geheim is en dat de mesjes goedkooper zullen zijn' dan stalen? 61. Het rook hier heerlijk, Stan en Pol gingen zitten bij een tafeltje vlak naast het buffet. E;en dienster zette af en toe een schoteltje met lekkers neer en van deze gelegenheid maakten beiden ge bruik om er dan vlug wat af te snoepen. De juf frouw keek erg verbaasd toen ze zag dat alle klontjes suiker die bij een kopje koffie hoorden, ver dwenen waren. 62. Aan een tafeltje zat een oud heertje en een moeder met haar zoontje. Het heertje had juist een slok genomen van zijn glas bier en net toen hij rondkeek, verwisselde Stan zijn glas met dat van het jongetje, waarin karnemelk was. 63. Toen het jongetje een slok uit zijn glas wilde nemen, bemerkte hij dat het bier was. „Kijk eens moer, mijn glas melk is bier geworden!" De moeder nam het glas, keek er in een proefde eens, ja het was bier. Hier kwajongen, ik zal je leeren bier te drinken, en klets! kreeg de jongen een draai om zijn oor en.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 19