De luizenplaag aan den Langendijk
Oplir, de goudstad
der Pharao's
Wapenkoningen
der wereld
Zaterdag 16 November 1935.
SCHAGER COURANT.
Zesde Blad. No. 9852
Gemeenschappelijk adres aan
den Minister.
ITALIË KOOPT 18.000 ARABISCHE
KAMEELEN.
GEEN LEVENSMIDDELENKAARTEN
IN DUITSCHLAND.
Zo v erkou den
Aan de bronnen van de
„Werka Worka".
DE STRIJD TEGEN DE BEROEPS
MISDAAD IN PRUISEN.
Een verzoek om tuinders in hun eigen
bedrijf te werk te stellen.
De Commissie, samengesteld uit de gecombineer
de vergadering van de Besturen der Gemeenten
Noordscharwoude, Zuidscharwoude, Oudkarspel, Br.
op Langendijk, St. Pancras en Koedijk, benevens uit
de Besturen van de Tuinbouwvereenigingen, geves
tigd in die Gemeenten, heeft het volgende adres aan
den Ministerraad gericht:
„Na alle moeilijkheden, waarmede de tuinbouw in
genoemde gemeenten in de laatste jaren te kampen
heeft gehad, is dit bedrijf in dit jaar getroffen door
een bijzonderen ramp. Door een ongekend sterk op
treden van de bladluizenplaag is n.1. de teelt van de
bewaarkool (het hoofdproduct in deze streek) bij
zeer vele tuinbouwers geheel en bij anderen grooten-
deels mislukt.
De gevolgen hiervan zijn, indien de Regeering niet
te hulp zou komen, niet te overzien. Immers, door
deze ramp zijn de meeste tuinders, die in den loop
der crisisjaren reeds zoo zwaar getroffen zijn en geen
reserves meer bezitten om de gevolgen van deze
ramp nog te kunnen dragen, thans van inkomsten
geheel verstoken. Zij zullen geen of zeer weinig pro
ducten hebben te verkoopen en bovendien zouden zij
ook nog verstoken blijven van tuinbouwsteun, in
dien deze volgens hetzelfde systeem zou worden toe
gepast als in vorige jaren. Immers, voor zoover geen
K.G.-producten worden geleverd, omdat men ze niet
heeft, zal geen toeslag per K.G. ontvangen kunnen
worden en voor zoover men nog een kleine hoeveel
heid heeft, zal deze steun eveneens uitblijven, omdat
er alle kans is, dat dit weinige den richtprijs wel zal
opbrengen.
Het is ondergeteekenden bekend, dat door de Pro
vinciale Noord-Hollandsche Tuinbouworganisaties ac
tie wordt gevoerd, waarbij den Minister van Land
bouw zal worden gevraagd om dit jaar bij wijze van
uitzondering een systeem van uitkeering toe te pas
sen, waardoor de bedrijven in de betrokken streken
voor den totalen ondergang worden behoed, wat bij
zeer velen ongetwijfeld het geval zal zijn, indien
niet een bijzondere steunverleening zou worden toe
gepast.
Ons geheel aansluitende bij deze actie, verzoeken
wij Uwen Raad hieraan' een gewillig oor te leenen
en vertrouwen wij ook, dat, waar hier het bestaan
van geheele gebieden op het spel staat, deze steun
ook inderdaad zal worden gegeven.
Dit vertrouwen op de hulpvaardigheid van de Re-
geering geeft ondergeteekenden echter de vrijheid
om in verband met het vorenstaande op haar nog
een ander beroep te doen, n.1. op onmiddellijke steun
verleening in een anderen vorm: een socialen steun.
Het laat zich aanzien dat, indien bovengenoemde
bijzondere bedrijfssteun wordt toegestaan, dit niet
eerder mogelijk zal zijn dan na een zeker tijdsver
loop, omdat het seizoen hier eerst in het voorjaar af
loopt. De nood in zeer vele gezinnen is echter zoo
groot, dat ondergeteekenden zich met angst afvra
gen hoe de menschen, verstoken als zij zijn van eeni-
ge inkomsten, hier den winter zullen doorkomen.
Aan eenige beteekenende vqorziening hierin is
niet te denken, omdat de algemeene verarming haar
stempel tevens gedrukt heeft op de gemeenten, wier
fondsen ten eenenmale onvoldoende mogen worden
geacht, om in zoo'n algemeenen nood bij wijze 'van
armenzorg te voorzien, afgezien nog van het depri-
meerende van een dergelijken steun voor de tuinders,
die als zelfstandige ondernemers door harden en
langen arbeid getracht hebben zich staande te hou
den. Een oogenblik zou nog gedacht kunnen worden
aan het opnemen van hen in de werkverschaffing,
maar de mogelijkheid hiertoe is er slechts* indien het
bedrijf door hen wordt verlaten, terwijl die gedachte
onmiddellijk moet worden prijsgegeven als men
denkt aan de consequenties hiervan voor het econo
misch leven en ook voor de publieke kas. Dan im-
18 GOUDEN PONDEN PER STUK.
SUEZ. De Italianen hebben met de regeering
van den Hedsjas een overeenkomst over den aan
koop van 18.000 kameelen voor Oost-Afrika afge
sloten. Voor iederen kameel zal 18 pond sterling in
goud betaald worden, hoewel de normale prijs
slechts 5 pond in papier bedraagt. De Arabieren
hadden oorspronkelijk dertig gouden ponden ge-
eischt. Weliswaar heerscht onder de Arabieren
groote verbittering tegen de Italianen, maar zij wil
den deze gelegenheid niet voorbij laten gaan,temeer
daar het bezoek van pelgrims dit jaar geringer zal
zijn dan gewoonlijk. De kameelhandelaren wen-
schen de verschepingen zoo onopvallend mogelijk
te doen plaatsvinden, zoodat zij in de afgelegen
haven Yenbo inplaats van in Djidda aan boord
van de Italiaansche schepen worden gebracht. In
Suez zelf wordt met koortsachtigen haast petrole
um voor Itaiiaansch Oost-Afrika verladen. De So-
cony Vacuum Ltd., heeft met den trein van Alexan
drië naar Suez 36 kisten keresine verstuurd, die
naar Erythrea zullen worden getransporteerd. In
de haven liggen voortdurend twee of drie tank
schepen, die op lading wachten. Honderden vracht
auto's, die uit Suez te Cairo aankomen, welden
naar Erythrea verscheept. De gedeeltelijke ver
zending over den landweg bespaart den belang
hebbenden de betaling van de kanaalpremies.
mers zouden deze menschen, wat het laatste be
treft, het leger der werkloozen vergrooten en geheel
voor rekening komen van de gemeenschap en zou
tegelijk het grootste deel van het tuinbouwbedrijf,
waarvan in deze streken het geheele economisch le
ven afhangt, ineen storten.
Het is om al deze redenen, dat wij er bij
Uwen Raad op aandringen zij het dan als
tijdelijke maatregel een voorziening te
treffen, waarbij de tuinders, die daarvoor in
aanmerking komen, in eigen bedrijf te werk
worden gesteld, door middel van een bij
drage, te bepalen naar belang der omstan
digheden (bedrijfsgrootte, gezinsgrootte etc.)
van iederen tuinder afzonderlijk. Hierdoor
wordt bevorderd dat zij hun bedrijf in stand
kunnen houden en dat zij voor onderhoud
van het gezin eenig geld ontvangen, maar
ongetwijfeld óók dat de uitgaven voor de pu
blieke kassen zeer veel lager kunnen
worden gehouden dan wanneer zoovele zelf
standigen hnn bedrijf zouden moeten prijsge
ven en als gevolg daarvan tot de gesteunde
werkloozen zonden overgaan.
Wij mogen er Uwe Excellentie nog op wijzen dat
de nood zoo acuut is dat leniging hiervan dringend
geboden is, redenen waarom wij eerbiedig verzoeken
in deze spoedig te willen beslissen.
Uiteraard moesten wij ons in de toelichting be
perken, redenen waarom wij het op hoogen prijs
zouden stellen indien de Bewindsman, aan wien
de afdoening van dit adres wordt verzocht ons een
onderhoud zou willen toestaan.
Uwe Excellenties gelieven onze bijzondere hoog
achting te willen aanvaarden.
w.g. Namens alle tuinbouwvereenigingen:
S. de Boer
Voorzitter van de Tuinbouwvereen.
„De Toekomst" te Zuidscharwoude.
J. Ootjers,
Bestuurslid van de Tuinbouwver-
eeniging „Tuinbouwbelang", Voor
zitter van den „Noordermarkt-
bond" te Noordscharwoude.
De Burgemeester van Zuidschar
woude en Noordscharwoude, Voor
zitter der Commissie:
Van Spengler.
De Burgemeester van Oudkarspel,
A. J. Wijnveldt.
De Burgemeester van Broek op
Langendijk,
P. Slot
De Burgemeester van St. Pancras,
J. Kroonenburg.
De Burgemeester van Koedijk,
Ninaber.
De Secretaris der Commissie,
Post
Aardappelen kunnen dikwijls een merkwaar
dige vorm hebben, maar de hierboven afge
beelde is wel een zeldzame speling van de
natuur.
BERLIJN. Van 11 tot 17 November werd in de
stad Goslar, in Midden-Duitschland, de „Rijsboe-
rendag" gehouden. De eerste dagen waren gewijd
aan niet-openbare vergaderingen van de verschil
lende commissies. Hierbij heeft een hooggeplaatst
ambtenaar van het Duitsche ministerie van levens
middelenvoorziening, die tevens een der leidende
persoonlijkheden in het landbouwbedrijf, het
„Rijksvoedingsbureau", is, nadrukkelijk verklaard,
dat de invoering van levensmiddelenkaarten niet in
de bedoeling ligt. Natuurlijk ziet men in leidende
kringen zeer goed in, dat bij den oogenblikkelijken
schaarschen voorraad van eetbare vetten geen spra
ke kan zijn van een werkelijk billijke verdeeling
daarvan naar verhouding van het aantal kinderen
in een gezin.Wanneer men desniettegenstaande niet
overgaat tot de invoering van levensmiddelenkaar
ten, dan is dit een bewijs, dat men in die leidende
kringen van meening is, dat deze schaarschte,
vooral wat betreft boter en varkensreuzel, slechts
van voorbij gaanden aard zal zijn, zoodat b.v. een
vetkaart overbodig zal blijken.
Bij die gelegenheid is de schaarschte aan boter
en vleesch nadrukke.lijk aangeduid als een „grond
stoffen-kwestie", wijl de voorhanden deviezen in de
eerste plaats moeten dienen voor de aanschaffing
van grondstoffen, ten einde toeneming der werk
loosheid in den loop van den voor den deur staan-
den winter zooveel mogelijk tegen te gaan. Het kan
volstrekt geen verwondering baren dat, zoolang de
Duitsche deviezen-balans er zoo weinig gunstig
voor staat, telkens voor korten termijn compromis
sen moeten worden getroffen tusschen de belangen
van het Duitsche Landbouw- en Voedingsministerie
aan den eenen, en het Duitsche ministerie van
Economische Zaken aan den anderen kant en dat
nu eens de invoer van vetten, een andermaal de in
voer van een andere grondstof moet worden be
perkt.
©Misschien nog wel koorts ookl
Aspirin is de onovertroffen bestrijder van verkoudheid.
Na Uw verkoudheid zult U met zo velen zeggen:
ZO N ASPIRIENTJE HELPT TOCH MAAR
Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbulsjes v. 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes v. 2 tabl. a 10 cfi.
DE FAMILIE DU PONT, BEHOORT TOT DE
GROOTSTE GELDMAGNATEN
VAN AMERIKA.
„De „Du Pont-fabrieken" zijn in staat
op ieder tijdstip ieder gewenscht quan-
tum springstof te leveren". (Uit een
brief van G. P. Du Pont aan den Pre
sident van de Vereenigde Staten.
Ongeveer veertig jaar geleden bevatte een hoofd
artikel van één der toonaangevende Amerikaansche
couranten bovenvermelde zin, aangehaald uit een
schrijven van den toenmaligen directeur van de
Dupont-fabriek. Dezer dagen schreef dezelfde cou
rant in haar kolommen: „Niet Ford, niet Rocke-
feller en ook niet Morgan zijn de rijkste mannen
van Amerika, doch de familie Du Pont. In de 40 ja
ren, die tusschen deze beide uitlatingen liggen is
heel veel gebeurd. De kleine kruitfabriek van Du
Pont is getransformeerd in een machtig wapen
concern, dat zijn vertakkingen in de geheele we-
reid heeft, In dezelfde veertig jaar is de Du Pont
dynastie op de troon van de wereldheerschappij
gestegen.
De geschiedenis van de Du Ponts dateert uit de
woelige dagen van de Fransche revolutie. Toen
maals vluchtte Samuel Du Pont, die behoorde tot
de medewerkers van de beroemde Fransche che
micus Lavoisier, naar Amerika. Zijn geniale mees
ter stierf onder de guillotine.
In het begin van de negentiende eeuw stichtte
Du Pont in het Amerikaansche stadje Wilmington
een kleine kruitfabriek. Niemand, en de oude Du
Pont allerminst, kon toenmaals vermoeden, dat dit
fabriekje de grondslag zou wezen voor het mach
tige concern, dat een eeuw later zulk een voor
aanstaande plaats in de wereld zou innemen.
Toen Du Pont in 1817 stierf, nam zijn zoon de
leiding van de kruitfabriek over. Hij bewees een
waardig opvolger van zijn vader te zijn. De jonge
Du Pont vereenigde in zich een grondige vakkennis
met een buitengewoon groote activiteit. De Ameri
kaansche burgeroorlog kwam en de fundamenten
voor de latere wereldheerschappij werden gelegd.
Toch kwam de groote bloei der zaken pas in het
begin van deze eeuw.
Pierre Samuel Du Pont junior telde achtentwin
tig jaar toen de Vereenigde Staten Spanje den
oorlog verklaarden. Met één blik overzag de jonge
zakenman de situatie en de groote winstmogelijk
heden die deze oorlog hem kon bieden. Toen
schreef hij dan ook de zelfbewuste brief aan den
President, waarin hij verklaarde, dat hij in staat
was, ieder quantum springstof te leveren.
Van zijn aanbod werd een dankbaar gebruik ge
maakt en het gevolg was, dat eenige honderddui
zenden dollars in de zakken van de Wilmington-
sche fabrikant vloeiden. Al ras werd de fabriek om
gezet in een naamlooze vennootschap en de nieuwe
maatschappij begon het terrein harer werkzaamhe
den uit te breiden, tot over de grenzen van de
Vereenigde Staten.
Bij het uitbreken van den wereldoorlog werkten
op de fabriek te Wilmington ongeveer vijfduizend
man, doch een jaar later was het getal der arbei
ders gestegen tot twintigduizend. Sindsdien ging
het in duizelingwekkend tempo voorwaarts en al
spoedig was het getal van honderdduizend bereikt.
Steeds weer werden nieuwe fabrieken bijgebouwd.
Ondanks de groote kosten werd in 1916 den aan
deelhouders een dividend van 63 procent uitbetaald.
De geheele Staat Delaware scheen in één groot
wapenarsenaal veranderd te zijn. Dag en nacht
dreunden in de Du Pont fabrieken de machines.
Ieder kanonschot, dat in Europa gelost werd, droeg
er toe bij de rijkdom van de familie Du Pooit Ie
vergrooten
Fantastische bedragen werden in dien tijd door
de Du Pont fabrieken verdiend. De winst geduren
de 1917 werd op twee milliard dollar geraamd! En
steeds weer werd het arbeidsterrein uitgebreid.
Nieuwe maatschappijen verrezen, dochteronderne
mingen, andere maatschappijen werden in 't con
cern opgenomen, zoodat Du Pont in enkele jaren
de controle over de geheele Amerikaansche wapen
industrie uitoefende.
Ook in de na-oorlogsche jaren breidden de za
ken zich steeds meer uit. Nieuwe fabrieken wer
den weer gesticht, thans voor de vervaardiging van
giftige gassen.
Het kasteel van de familie Du Pont bevindt zich
te New Castle. In dit prachtige slot, dat reeds van
verren afstand te zien is, woont de machtigste
man van Amerika met zijn beide zonen.Hier wor
den de nieuwe plannen bedacht en nieuwe veld
tochten naar rijkdom op papier gezet
Zou dit met fantastische legenden omweven
oord in Ethiopië liggen?
Nu de heilige stad Aksoem eenmaal goed
en wel onder Itaiiaansch bestuur is gekomen,
houden de archeologen en historici zich op
nieuw druk bezig met de kwestie, welke
reeds zoovele malen het voorwerp van on
derzoekingen is geweest, of namelijk de
goudstad Ophir in Ethiopië is gelegen en de
geleerden wachten met spanning af of de Ita
lianen er misschien in slagen, deze stad te
ontdekken, waaromheen zooveel fantastische
sagen zijn geweven en die als de bron wordt
beschouwd van de 'fabelachtige rijkdommen
der Egyptische koningen.
Dat zich in den Abessynischen bodem goud be
vindt, wordt algemeen aangenomen, aldus een be
richt van United Press uit Rome. Men meent zelfs
in zoo ruime mate, dat de Italiaansche schatkist,
die tengevolge van den oorlog volkomen is uitgeput,
daarmede weder zou kunnen worden gevuld.
Niet zonder reden is de aantrekkingskracht van
het donkere, geheimzinnige Afrika gelegen in het"
feit, dat hier enorme schatten verborgen moeten
liggen. Uit eenige dezer mysterische schatkamers
zouden de vorsten van het machtige Egypte het goud
voor hun rijk bestikte gewaden, voor hun schitte
rende sieraden en voor hun van zuiver goud vervaar
digde rijtuigen hebben betrokken.
Praal en pracht, attributen van hun macht, wa
ren immers hun grootste zorg en duizenden en nog
eens duizenden slaven waren gedwongen, zich in het
zweet te werken, om de schatten van den Afrikaan-
schen bodem aan de oppervlakte te brengen. De
pompeuse praal gaf dezen heerschers zelfs het recht
den titel „koning der koningen" en „vorst der aarde"
te voeren.
Wat vroeger als legende gold, schijnt blijkens de
onderzoekingen der moderne wetenschap toch wer
kelijkheid te zijn geweest. In de H. Schrift reeds
wordt verhaald, dat de onschatbare rijkdom dei-
Egyptische monarchen afkomstig was uit Ophir, een
stad, waarvan geen spoor is overgebleven.
Om deze stad te ontdekken kan men slechts ge
bruik maken van de beschrijving, zooals die in den
Bijbel wordt gegeven, volgens welke Ophir in het
gebied van de Nijlbronnen in het Ethiopische hoog
gebergte derhalve, zou hebben gelegen.
Niettegenstaande de in breede kringen heerschen-
de meening, dat de Bijbel te dezen o'pzichte wegens
zijn nauwkeurige detail-beschrijving als de eenige
leidraad kan worden beschouwd, plaatst zich een
groot aantal moderne archeologen op het standpunt,
dat de legendarische stad in Arabic of in Indië moet
hebben gelegen. Oude kronieken daarentegen spre
ken weer van zekere goud- en platinavondsten in het
Westelijk deel van het Abessynische keizerrijk, in
het gebied nabij de Soedaneesche grens, daar, waai
de bronnen van de „Werka Worka" ontspringen,
welke woorden in het Amhariscli „Gouden Stroom"
beteekenen. Verder heeft men interessante papyrus
rollen gevonden, waaruit blijkt, dat de oude pha-
raos hun goud uit dit gebied lieten aanbrengen.
Tenslotte heeft men er nog oude grafmonumenten
ontdekt en toen men den inboorlingen uit het bron-
gebied van de „Werka Worka" de vraag stelde, wat
voor graven dit waren, antwoordden ze op fluiste
renden toon en'bpvend van angst: „Dit zijn de kerk
hoven der slaven, die destijds door de Egyptenaren
hierheen zijn getransporteerd en hier zijn gestor
ven". De Abessyniërs koesteren namelijk nog steeds
het bijgeloof, dat booze geesten binnen deze graven
rondwaren.
Tot het tijdstip, waarop de Italianen het land bin
nendrongen, slenterden armzalige Abessynische sla
ven en ondervoede mannen, vrouwen en kinderen
langs de zanderige oevers van de „Werka Worka"
rond en haalden uit de modderige massa het goud te
voorschijn voor den Ras, die over deze streek re
geerde. Ondanks de buitengewoon primitieve exploi
tatie-methoden zouden deze slaven jaarlijks niet
minder dan acht duizend onsen zuiver goud hebben
gedolven.
Thans meenen de Italianen, dat zij, wanneer een
maal alle gebieden, waar goud wordt gevonden, zul
len zijn veroyerd, met hun moderne arbeidsmetho-
den de goudproductie nog aanzienlijk zullen kunnen
opvoeren.
BERLIJN. Nadat de criminaliteit tijdelijk
eenigszins was verminderd na het einde van de
inflatie in Duitschland, was zij in het jaar 1930J
weder gestegen tot een onrustbarende hoogte. In
het jaar 1932 was zij in zoodanige mate toegeno
men, dat zij al het voorgaande in de schaduw stel
de. Toen de nationaal-socialistische beweging aan
de macht kwam zag zij zich dan ook voor het moei
lijke vraagstuk gesteld, paal en perk te stellen aan
de werkzaamheid der misdadige elementen, d.w.z.
vooral van diegenen, vai! wie niet kon worden aan
genomen, dat zij ooit weder als ordelijke burgers
in de maatschappij zouden terugkeeren. Men be
gon met het ontbinden van vereenigingen, die,
onder een onschuldig masker, niets anders dan
misdadigers verborgen. De crimineele politie kreeg
het recht om, onder bepaalde omstandigheden, be
roepsmisdadigers voorloopig op te bergen. Voorts
werd haar de bevoegdheid toegekend om gevaarlij
ke misdadigers in het belang der openbare veilig
heid zekeren dwang op te leggen. Zoo kon hun ver
boden worden, hun woonplaats te verlaten zonder
toestemming van de politie, des nachts buiten hun
woning te vertoeven, bepaalde gebouwen binnen te
treden, zich in nader aangeduide wijken of plaatsen
te bevinden, gebruik te maken van auto's enz.
De aan de statistiek getoetste uitslag bewijst,
da men met deze maatregelen op den goeden weg
is. De strijd zal overigens worden voortgezet door
de tot standkoming van het nieuwe wetboek voor
strafrecht en de instelling van de crimineele rijks
politie. Het Derde Rijk streeft krachtig het doel na,
den beroepsmisdadigers eens en vooral de uitoefe-
1 ning van hun duister bedrijf onmogelijk te maken.