Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw. RUISENDE «FEUGD Verschillende rapporten. De heer dr. L'. T. C. Scheij bracht rapport uit van de Noord-Hollandsche Melkcommissie. In het rapport wees spr. er o.m. op, dat er ver schillende melkcursussen waren opgericht en wel 6 van den L.T.B. en 13 van de Holl. Mij. van Land bouw. Aan de examens namen deel 96 jongens en 6 meis jes. waarvan 75 jongens en 4 meisjes slaagden. Dit jaar werd een cursus voor Voormelkers gehou den, waaraan door 8 leerlingen werd deelgenomen, die allen slaagden. Voor dezen cursus werd f 84 door de regeering beschikbaar gesteld. Daarna volgden eenige mededeelingen van den heer Jm. Blaauboer over de Werktuigencommissie. Deze zeide, dat er dit jaar goed geslaagde proeven waren genomen met een nieuwe hakselmachine voor mais. Het werk der commissie werd buitengewoon ge- waardeeren, aldus had spr. geconstateerd. De heer ir. G. J. Lienesch bracht vervolgens rapport uit van de Bietenalcohol-Commissie, waaruit wij vermelden, dat de regeeringscommissie zich reeds enkele malen in verbinding had gesteld met de commissie uit de Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw, Den laatsten tijd zijn er geen pers- mededeelingen gedaan over dit vraagstuk, omdat het in studie is bij de regeering en het niet wenscheajk is op de mededeelingen der regeering vooruit te loo- pen. De commissie is nog steeds van meening, dat dit object de volle aandacht verdient van den landbouw in het geheele land. De Secretaris deed vervolgens mededeelingen over de Kanalen- en de Wegencommissie, welke mededee lingen evenwel geen nieuwe perspectieven openden en betrekking hadden op verrichtte werkzaamheden. De ingezette campagne om voor wegen verbeterin gen een uitkeering te verkrijgen uit het Wegenfonds, is uiteindelijk op niets uitgeloopen, zegt het rapport. Dit werd zeer betreurd. Het Landbonwtentoonstellingswezen, Het bestuur acht het gewenscht bovenstaand on derwerp eens te bespreken en de vraag te stellen of het aanbeveling verdient om een commissie te be noemen, die een onderzoek instelt naar de verbete ring van het Landbouw Tentoonstellingswezen in deze provincie, en daarna een advies geeft voor een plan, dat tot verbetering kan leiden. Door het houden van verschillende tentoonstellin gen in de verschillende bevolkingscentra in onze Provincie, is de oplossing niet gemakkelijk, omdat men in de verschillende plaatsen het houden van tentoonstellingen in een ander licht ziet, als wel het organiseeren van een goed georganiseerde tentoon stelling, die voor de Provincie een goede propagan distische waarde heeft. Toch is het Bestuur van oordeel, dat deze vraag 'alle aandacht waard is en het hoopt, dat de discus sie dezer vergadering er toe mag leiden om een goed onderzoek in te stellen door een daarvoor te benoe men Commissie, samengesteld uit deskundigen van de verschillende takken van land, tuinbouw en vee teelt. Een der aanwezigen vroeg, of het de bedoeling was, de verschillende tentoonstellingen af te schaf fen, om er één groote tentoonstelling voor in de plaats te stellen? De heer Nobel antwoordde, dat dit niet de bedoe ling was; bovendien was het niet de taak der com missie hiernaar te streven. De heer Stapel vond het wenschelijk een jaarlijk- sche tentoonstelling te hebben in Noord-Holland op veefokgebied. Hierover zou toch de commissie zich dienen te oriënteeren. Spr. was echter van meening, dat de eindbeslissing toch bij de veefokkers lag. Die tentoonstelling zou kunnen worden uitgebreid met een expositie van landbouwwerktuigen, zaaiza den enz., daar had spr. natuurlijk niets op tegen. De heer ir. de Vries merkte op, dat Noord-Holland bij de andere provincies ten achter kwam. Daarom achtte spr. het zeer gewenscht, dat er één tentoon stelling kwam, waarop alle producten werden gepre senteerd, welke uitkwamen boven het gemiddelde peil. De instelling van een commissie, als door het bestuur voorgesteld, achtte spr. zeer noodzakelijk, omdat er in Noord-Holland vier fokvee-dagen waren. Een versnippering, welke spr. niet goed achtte. Ech ter, er moet een oplossing worden gevonden, welke allen bevredigt. De heer Koster, secretaris van de Rundveefokver- eeniging, zeide dat Noord-Holland, wat betreft de rundveefokkerij mede aan den spits ging. Aan een gecentraliseerd optrekken waren zoo meende spr. zeer vele bezwaren verbonden. In Noord-Holland toch beconcurreeren de verschillende fokveedagen elkaar en spr. betreurde dit ten zeerste. Toch zal het niet gemakkelijk zijn, practisch de zaak op te lossen. Of het gewenscht is in betrekkelijk korten tijd een uitspraak van een commissie te krijgen, betwijfelde spreker. Voor het komende jaar zullen wij vermoedelijk weer een fokveedag krijgen; of dat echter ieder jaar het geval zal zijn, gelooft spr. niet. De heer Govers concludeerde, dat er iets diende te komen, wat anders was dan tegenwoordig. Van groot belang zou het zijn, wanneer men in Noord-Holiand eens tot éénheid kan worden gekomen. En daarom achtte spr. de instelling eener commissie van groot belang. De Voorzitter stelde voor, dit punt terug te wijzen naar het bestuur, opdat het bestuur nog eens overleg kan plegen met vertegenwoordigers van verschillen- de instanties. De heer Lienesch verklaarde zich hier tegen, en wenschte de zaak te zien aangepakt door een com missie. Dan alleen zou er iets goeds van terecht kun nen komen, meende spr. De Voorzitter meende, dat het dan het. beste was, dat de afgevaardigden der verschillende organisaties de commissies vormden. De heer de Vries vreesde, dat de commissie veel te groot zou worden en achtte het wenschelijker een kleine werkcommissie in het leven te roepen. De heer Koster meende, dat alleen de vraag er ligt, of het Landbouw-tentoonstellingswezen verbetering behoeft? Zoo ja, dan is een kleine studiecommissie voldoende en behoeven daarin niet de vertegenwoop. digers van alle organisaties zitting te hebben. Besloten werd tenslotte aan het bestuur de 6amea« stelling van een commissie over te laten. De vergadering werd daarna om kwart voor één tot half twee geschorst. DE MIDDAGVERGADERING. De C.L.O. controle op mengvoeders, In de middagvergadering kreeg de heer dr. J. Gras. huis uit Arnhem, gelegenheid een inleiding te hou den over: „De C.L.O. controle op mengvoeders en hot belang van een goede minerale voorziening van onze huisdieren." Spr. zeide, dat elk dier een speciale voeding moest hebben, dus zou elke voeding individueel geregeld moeten zijn. Alle dieren die tot een bepaald ras be» hooren, zullen echter een speciale stof moeten hel> ben. Het gedijen \an het ras hangt geheel af van de bodemgesteldheid. Wat de koeien betreft, konden dieren van een klei» grond 20 jaar geleden niet goed naar zandgrond wor. den overgeplaatst. In de laatste jaren is dit veran derd, dank zij het feit, dat mineralen in het voedsel en in den grond zijn gebracht. Met de paarden en van kens is het al precies zoo gesteld. Van teer zijn, kan men eigenlijk bij een ras niet spreken, wanneer voldoende eiwit en vitaminen ia het voedsel worden gebracht, zal er van teer zijn niet kunnen worden gesproken. Men dient dus precies te weten, wat de dieren te kort komen. Geïmporteerde dieren zijn moeilijk hier te foltken, omdat met de voeding te veel proeven zouden moe ten worden genomen. Alleen kruising zal de weg zijn» om tot een betrekkelijk goed ras te geraken. Bij verplaatsing van het ras, moet dus de voeding aangepast worden aan dat ras. Wanneer we een dier willen houden, waarvan we meer melk of meer vet wenschen te hebben, dan die nen we toevoeging van mineralen niet te verwaar» loozen. Iets, wat in den laatsten tijd niet. is gebeurd. Daardoor zien we meer afwijkingen bij de dieren, dan vroeger het geval was. Een tekort aan minera len heeft invloed op de constitutie van het dier en ook op het nageslacht. De sterfte van de jonge dieren na de geboorte is in hoofdzaak te wijten aan een tekort aan mineralen in het voedsel van het moederdier. Tijdens de dracli- tigheid vooral moeten veel mineralen worden toege diend. Hierdoor worden o.a. de meikziekten voorko men. Ook andere ziekten kunnen door mineralen worden bestreden. Spr. noemde o.a. spijsverterings- stoornissen. Vooral het toevoegen van natrium aan het voedsel is zeer doelmatig. Wij hebben er echter ook vooral voor te zorgen, dat de voeding economisch blijft. Er wordt thans een mi neraal-mengsel in den handel gebracht, 't welk f5 per 100 kilo kost. Dat is zeker wel zeer goedkoop, zei de spr. De heer Grashuis toonde daarna met tal van voor beelden aan, dat de bodemplant zeer nauw verband hield met het gedijen van de dieren. Indien de bodem te weinig bevat aan ijzer en koper, dan moet dit aan het andere voedsel worden toegevoegd. De jonge die ren zouden anders spoedig aan bloedarmoede gaan lijden. Spr. vertelde voorts, dat elk dier zijn speciale voeding vraagt en gaf ook hiervan een aantal voor beelden. Dit is nu een deel van de controle welke de C.L O. beoogt. De C.L.O. controle beoogt namelijk drie dingen, en wel de eigenlijke controle, die hiervoren is aange geven; 2e de voorlichting en 3e de propaganda. Spr. wijdde voorts uit over het werk van de C.L.O. en zeide, dat controle en voorlichting dringend nood zakelijk waren. De kosten der contröle bedragen maximaal V/& cent per 100 Kg. mengvoedsel; elke vereeniging be taalt echter minimum f 80 per jaar en f 1500 maxi mum. Door de C.L.O. worden ook monsters genomen, waaruit analyses worden getrokken. De kosten hier- voor bedragen f 30 per jaar. Men kan zich op eiken tijd van het jaar aansluiten en men kan dan dadelijk gebruik maken van den voorlichtingsdienst in een zoo ruim mogelijken zin. Wat nu de contröle van de C.L.O. betreft, deze wijst zich vanzelf in de prak tijk en daarom wilde spr. er niets meer van zeggen. Over de propaganda sprekende, zeide de heer Grashuis, dat de C.L.O. de menschen beschermen wilde tegen oneerlijke praktijken, en gaf tot slot daarvan nog eenige voorbeelden (Applaus). Hierna bestond gelegenheid tot het stellen van vra- De Najaarsvergadering, welke slechts matig was bezocht, doch een geanimeerd verloop had. In de groote zaal van het „Gulden Vlies" te Alk maar had gister de najaarsvergadering plaats van de Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Holland s Noorderkwartier. Onder de niet zeer talrijke aanwezigen merkten wij o.m. op, den burgemeester van Alkmaar, jhr. F. van Kinschot, die door den voorzitter, den heer P. Bürmann speciaal werd welkom geheeten en wiens aanwezigheid door het bestuur zeer werd op prijs gesteld. In zijn openingswoord schetste de Voorzitter den algemeenen toestand van landbouw en veehouderij. Spr. wees daarbij op het waarnemen van stemmen, die pleiten tot terugkeer naar vrijer handelsverkeer, hetgeen vooral ook voor den landbouw ten zeerste zou zijn toe te juichen. Spr. wekt voorts de land bouworganisaties op te zorgen dat bij de regeering met gelijkluidende adviezen hare belangen worden bepleit, terwijl men ook verdeeldheid onder de boe- ben voorkomt. Notulen. De Secretaris, de heer G. Nobel, las daarop de no tulen voor van de vorige, te Schagen gehouden ver gadering, welke zonder op- of aanmerkingen werden goedgekeurd. Mededeelingen. Van de mededeelingen, welke hierop volgen, noe men wij de ondervolgende: Getracht is om den heer Muntjewerf te behouden voor het werk van de Rijkslandbouwwinterschool te Schagen, wat tot onze spijt niet is gelukt Het Be stuur vindt dit jammer, omdat het van meening is, dat het 't meest doelmatig zou zijn voor den land bouw dat de Consulenten meer hulp krijgen. Van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw kwam een verzoek in 'om medewerking voor een cursus voor Zaakvoerders van Coöperatieve Aankoop- vereenigingen in Noord-IIolland te Hoorn, door een subsidie van f 25.beschikbaar te stellen en een vertegenwoordiger in de Commissie van Toezicht te benoemen. Het Bestuur besloot dit verzoek in te willigen en de f 25.— subsidie toe te zeggen en als vertegenwoor diger aan te wijzen den heer P. Bürmann. Bij het bestuur is een verzoek ingekomen om te overwegen of de oprichting van een stroocartonfabriek aanbeveling verdient. Het hiervoor ingestelde onderzoek heeft er toe ge leid om te concludeeren, gezien den zeer slechten toe stand in de cartonindustrie, dat men er niet aan be hoeft te denken om hiervoor plannen te maken. Verlaging contributie. In verband met het voorstel op de vorige leden vergadering aangenomen, om de contributie van de Oud-Leerlingen der Rijkslandbouwwinterschool te Schagen te verlagen tot op f7.50, werd besloten te onderzoeken of het ook aanbeveling verdient dat ook verlaging van contributie wordt voorgesteld voor an dere groepen van personen ol leden. Dit onderzoek heeft het volgende resultaat opge leverd: Bij de begrooting van 1935, welke geopend wordt met een batig saldo van f419.26, wordt aange nomen dat er op het einde van het jaar 1935 geen ba tig saldo zal zijn. Laat ons aannemen, dat er enkele meevallertjes zijn en er toch een batig saldo is van f 100.—. Voor de nieuwe bcgrooting, waarbij 11 leden f2.50 minder zullen betalen als leden van de Vereeniging van O. L. der R.L.W.S. te Schagen, worden de ont vangsten verminderd met f27.50. Het is nu maar de vraag hoeveel nieuwe leden de vereeniging door de verlaagde contributie krijgt, om deze mindere ont vangst aan te vullen en naar het bestuur vertrouwt de ontvangsten te verhoogen. Aangezien voor huishoudelijke kosten f900.moet worden begroot, en voor verschillende proefnemingen slechts bescheiden bedragen beschikbaar zijn, kan het bestuur niet komen met een voorstel tot verlaging van de contributie voor andere personen of groepen, dan waartoe de vorige vergadering besloot. Regeling voor de melksteunbeperking. De Secretaris voegt aan deze mededeelingen een bij zondere toe, over de regeling der melksteunbeperking. Persoonlijke vriendschap met zijne Excellentie den Minister van Landbouw en Visscherij, heeft er toe geleid, dat spr. ten aanzien van de melksteunbeper king overleg met den Minister heeft gepleegd over vereenvoudiging van dc regeling. De moeilijkheden die deze regeling bij de uitvoering met zich medebrengt, hebben bij spr. de overtuiging gevestigd, dat de uitvoering hopeloos moet vastloo- pcn. 30. „Maak je nergens ongerust over, liefste", zei hij tenslotte tot Phil. „Ik denk dat ik dat zaakje wel in het reine kan brengen. Je moet het rustig aan mij overlaten." En Phil voelde zich ineens weer kalmer, hoewel het niet viel te loochenen, dat ze begreep hoe het heel moeilijk voor hem zou wezen een dergelijk iets van Elspeth gedaan te krijgen. Ze hadden „Lahg- moor" nu bereikt en Phil gaf te kennen zoo gauw mogelijk naar „The Grange" terug te moeten kee- ren, daar er dien dag nog heel wat te doen viel. Toen ze het breede grintpad opliep kwam Tomkins haar tegemoet, en zei fluisterend dat er een heer was gekomen die haar wilde spreken: „Mijnheer Maclean" en hij wachtte in de speelkamer." Terry? Voor een kort oogenblik had Phil het gevoel alsof haar hart ophield met kloppen. Alles om haar heen begon te draaien ,en slechts met groote krachtsinspanning gelukte het haar staande te blijven. En toen trok de nevel om haar heen ge leidelijk op, en ze staarde Tomkins met groote, ver wijtende oogen aan. „Heb ik niet goed gehandeld door dien heer in de speelkamer te laten?" vroeg hij verbaasd. „Hij vroeg het zelf." Natuurlijk dat zou de Terry, dien ze gekend en Spr. stelt zich daarbij op het volgende standpunt: Bij de uitvoering van de te nemen maatregelen voor de melksteunbeperking dient in de eerste plaats te worden overwogen of deze maatregelen practisch zijn uit te voeren. Het standpunt van de Zuivelorganisa- ties om mede te werken op voorwaarde dat allen ge lijk medewerken is billijk. Daarbij komt dan direct de vraag aan de orde, kan de medewerking van allen gelijkelijk worden ver kregen. Het antwoord daarop te geven lijkt spr. niet moeilijk. Gezien de zeer uiteenloopende toestanden in den landbouw, zal het ongetwijfeld eenige jaren duren, om dat te bereiken en zullen zulke ingrijpen de maatregelen moeten worden genomen, dat 6pr. overtuigd is dat deze maatregelen niet moeten door gaan. Het kost niet alleen zeer veel geld, doch het eindresultaat moet beslist teleurstellend zijn. Het is niet te overzien wat er gebeuren moet om alle vee houders, die buiten het verbond van de zuivelfabrie ken staan, allen in een goed verband op te nemen, waardoor de toestand billijk en goed wordt beheerscht.. Dit geldt niet alleen voor de zelfkazers, maar meer nog voor de consumpticmelkers. Zal men het in orde krijgen, dan zullen de consumptiemelkers de melk moeten leveren op centrale punten, er zullen melk- centrales moeten worden gesticht op sommige plaat sen, terwijl door zelfkazers ook ingrijpende maatre gelen moeten worden genomen om het goed te rege len. Dit alles is veel te ingrijpend en te kostbaar. Wanneer het na jaren arbeiden mogelijk zou zijn om de regeling te organiseeren, dan zal de uitvoe ring van deze regeling jaarlijks millioenen guldens aan controlekosten en zooveel administratie voor de boeren, de fabrieken, de melkinrichtingen, de melkslijters en de andere groepen geven, dat zij veel te omslachtig zijn en zeker toch zal vastloopen, om maar te zwijgen van den tegenzin, die deze maat regelen algemeen zullen wekken. Deze mislukking moet voorkomen worden, zoowel in het belang van de Regeering als van de veehou ders. De oplossing moet gezocht worden om het „te veel" op practische wijze weg te werken, wat mij zon der veel kosten mogelijk lijkt. Het systeem van heffingen en toeslagen om steun te verleenen. aan de veehouders, kunnen en moeten wij niet missen. Eveneens zal een systematische teeltregeling wel niet kunnen worden gemist om geleidelijk regelend op te treden. Daarboven kan ten aanzien van bepaal de bedrijven, waar veel te veel melk geproduceerd wordt, met behulp van groote hoeveelheden kracht voer ook eene beperkende regeling worden getroffen. Vaststaat voor spr., dat er veel vereenvoudigd kan en moet worden en de melksteunbeperking, zooals die was ontworpen, verdwijnen moet. Het lijkt spr. niet juist dat hij nu verdere spreekt over de eenvoudige en doeltreffende maatregelen, die volgens hem in deze zijn te nemen en door hem aan den Minister kenbaar gemajkt. omdat dit vooruit- loopen zou zijn over de onderhandelingen. Spr. is over het overleg zeer tevreden en zeer dank baar en stelt vertrouwen in den Minister, die reeds goede stappen deed in de goede richting en adviseert hier nu alleen: „Werkt allen mede om eenvoudige/ en uitvoerbare middelen te krijgen voor de toe komst!" Op deze mededeeling volgde een krachtig applaus. De heer Stapel had met genoegen geluisterd naar het betoog van den heer Nobel, doch betreurde, dat de heer Nobel geen nadere mededeelingen kon doen. We kunnen er nog over spreken, meende de heer Stapel, omdat er nog geen besluit is van den minis ter en er nu nog wat gedaan kan worden. Want er moet iets gebeuren, meende spr. De heer Nobel antwoordde, dat in het stadium waarin de zaak thans verkeerde, geen nadere mede deelingen moesten worden gedaan. We dienen thans het besluit van den Minister af te wachten. Mededeelingen van consulenten. De Zuivel-, Landbouw-, Tuinbouw- en Veeteelt consulenten deden daarop eenige mededeelingen. De Zuivelconsulent meende, dat het beter was zijn mededeelingen op te schorten tot de a.s. voorjaars vergadering. De Landbouwconsulent wees er op, dat de melk productie beter was dan ooit te voren, zulks voorna melijk door een goede, doelmatige voeding. De voorjaarsvergadering. Als plaats, waar de a.s. voorjaarsvergadering zal worden gehouden, werd Hoorn aangewezen. Verkiezing onder-voorzitter. Hierop volgde de verkiezing van een onder-voor zitter wegens aftreding van den heer P. Stapel Czn. Gekozen werd de heer Joh. de Veer uit Schagen. bemind had, gedaan hebben. Terry, die... toch eens ook van haar had gehouden. Aan de „speelkamer" waren zooveel herinneringen verbonden. Herinnerin gen van blijdschap en uitbundig gelach... herinnerin gen aan den dag toen ze daar afscheid van elkander namen. Weer hoorde ze Terry op wanhopigen toon zeggen: „Laten we hier in deze kamer, waar we zoo gelukkig zijn geweest, afscheid van elkander nemen" (Tomkins stond haar nog steeds vragend aan te kij ken en ze haastte zich hem te verzekeren dat hij heel goed had gedaan dien heer in de speelkamer te laten). En nu was Terry terug gekomen... En wacht te in de speelkamer op haar. Een van de geestver schijningen van het verleden, achter wie ze de deur had gesloten... Een deur die ze nimmer meer had willen openen. Doch nu werd ze er wel toe gedwon gen... want hij wachtte op haar. Even later stond ze voor de deur van de speel kamer, en het was haar een raadsel hoe ze er eigen lijk gekomen was. Ze kon zich niet voorstellen dat haar becnen sterk genoeg waren geweest om haar daarheen te kunnen dragen... Vaag onderscheidde ze voetstappen achter die deur... bekende, geliefde voetstappen. Oh, hoe is het toch mogelijk dat men zekere voetstappen uit hon derden andere kan herkennen? Phil's hand legde zich op den knop van de deur, hield er zich krampachtig aan vast, omdat hetzelf de duizelige gevoel van kort tevoren over haar was gekomen. Daarna haalde ze even heel diep adem en ging naar binnen. HOOFDSTUK XXIII. Het gouden Kali. Toen Phil binnentrad, keerde de man die bij het raam van de speelkamer had staan te wachten, zich met een ruk om en kwam op haar toe. Daarna be- heerschte hij zich echter en bleef op enkele passen van haar verwijderd staan. Gedurende een oogenblik, dat Phil een eindeloos heid toeleek, staarden ze elkander aan... gescheiden door een klein stuk van het verschoten karpet... en een hééle wereld. Haar blikken hingen aan zijn gelaat. Ja, het was nog dezelfde Terry... Terry met zijn blauwe oogen en donkere wenkbrauwen, Terry met zijn vollen, hartstochtelijken mond, die haar zoo dikwijls gekust had. Hij was echter magerder geworden, ja dat was zoo, want zijn wangen waren indertijd voller geweest. Er kwam een prop in haar keel en een mist voor haar oogen. „Terry", bracht ze schor uit. Hij hoorde wat ze zei en hierdoor leek een zekere spanning ineens verbroken te zijn. Hij ging vlak voor haar staan en zag haar in de oogen. „Is het waar?" vroeg hij kortaf. Ze ging onwille keurig achteruit. „Wét?" vroeg ze stamelend. „Is het waar dat je verloofd bent met iemand die Wing heet?" Die vraag kwam meedoogcnloos en deed aan een hamerslag denken. Zonder zich er van bewust te wezen, klemde ze haar handen stijf tezamen en daarna zei ze: „Ja, 't is waar." De blauwe oogen zagen haar met een ongeloovige uitdrukking aan. „Het kan niet waar zijn", barstte hij los. „Ik ge loof het niet, want je bent van mij." Vermoeid schudde ze met haar hoofdje. Ze kon op dat oogenblik geen woorden vinden. „Je bent van mij. En je behoort niemand anders toe", vervolgde hij op schorren toon. „Je weet dat evengoed als ik. Oh, lieveling, kleine liefste..." Geen ander had haar ooit zoo genoemd... niemand anders dan Terry. En door die enkele liefkoozende woorden kwam het gansche verleden terug, leek zich als een golf over haar uit te storten. Die bevende, aangebeden stem ging regelrecht naar haar hart, en onwillekeurig strekte ze haar armei# naar hem uit. Het volgende oogenblik had hij haar tegen zich aangetrokken en bedekte haar oogen, wangen en mond met hartstochtelijke kussen. „Lieveling... Mijn. eigen liefste." En weer voelde ze zijn woeste kussen op haar lip pen. Ze drukte zich tegen hém aan en gaf hem zijn liefkoozingen met dezelfde passie terug. „Oh, Terry, Terry", kreunde ze. En toen vielen haar oogen ineens op een ring aan haar linkerhand, waarop juist het zonlicht speelde, en de herinnering keerde terug aan Timothy, aan den man, wiens ring ze droeg en met wien ze be loofd had te trouwen. Terry voelde die plotselinge verandering in haar, en zag dat ze zich uit zijn armen wilde bevrijden. Het volgende moment was .dat gebeurd; ze keek hem met groote verdrietige oogen aan. „Terry, we zijn krankzinnig... krankzinnig,"..» bracht ze uit. „We... hebben... Timothy vergeten." „Je kunt hem blijven vergeten, want ik ben terug gekomen. Hij is nu niets meer voor je," zei Terry gebiedend. „Kom hier, in mijn armen, daar hoor je, kleine liefste." Wordt vervolgd. door MARGARET PEDDLER. T Feuilleton

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 6