aan kleine boeren
Raad Anna Paulowna.
Vergadering van den Raad op Vrijdag 29 November
1935, des avonds half acht.
Voorzitter de heer G. J. Lovink, burgemeester, secre
taris de heer C. Keijzer.
Alle leden zijn aanwezig.
De Voorzitter opent met oen hijzonder woord van
welkom de vergadering en deelt mede, dat hij ver
lof had tot 6 December, maar dat hij zich zoo gezond
en sterk gevoeld, dat hij zijn functie weer vervult.
Spr. dankt den hoeren en de ingezetenen voor de
vele bewijzen van belangstelling en vriendschap en
richt een bijzonder woord van dank tot de beide wet
houders en dan in 't bijzonder tot den waarncmen-
den burgemeester, den heer Keuris, die zich zeer veel
moeite heeft getroost tijdens spr.'s ongesteldheid.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Mededeeling wordt gedaan van de ingekomen stuk
ken. Daaronder was een afschrift van een brief, die
door de Vereeniging van Burgemeesters en Secreta
rissen in het voormalig kanton Schagen was gezon
den aan het Algemeen Afd. Ziekenfonds der Afd. Alk
maar en Omstr. De Vereenigiing handhaaft haar
reeds eerder aan de gemeenten verstrekt advies.
Dr. Olreo deelt inmiddels reeds mede, dat te Anna
Paulowna een crisisregeling is ingevoerd.
De heer Keuris deelt mede, dat dit hem officieus
hekend was, maar hij wist niet of hij dat vorig maal
in het openbaar mocht me'dedeelen. Wel heeft spr.
toen medegedeeld, dat door Ziekenzorg iets was ge
daan.
De heer Van der Ploeg constateert dus dat de bei
de fondsen in Anna Paulowna de premie hebben ver
laagd en spr. vraagt of nu van het gemeentebestuur
een voorstel is te verwachten omtrent het dragen van
een gedeelte der premie ten behoeve van crisis-slacht
offers.
De Voorzitter zegt, dat toch niet geheel voldaan is
aan den wensch van de Vereeniging en waar deze
zaak dus nog hangende is, dient de gemeente het
resultaat af te wachten. Spr. verheugt er zich over
dat Dr. Olree ook in de gewenschte richting is ge
gaan, maar het is niet de bedoeling van de Ver
eeniging dat de dokter dit uit eigen zak betaalt. En
dat gebeurt hier toch wel.
Ged. Staten hebben verzocht maatregelen te ne
men voor de aansluiting dezer gemeente aan den
Destructor te Schagcn.
Op een vraag aan de Commissie van uitvoering in
den Keuringsdienst van vee en vleesch te Barsinger-
horn om' de voorwaarden te mogen vernemen, is be
richt ontvangen, dat hieromtrent een onderzoek wordt
ingesteld. Het resultaat van het onderzoek zal eerst
aan Ged. Staten kenbaar worden gemaakt, alvorens
mededeeling wordt gedaan aan de gemeentebestu
ren.
De heer Kuiken blijkt nogal tevreden te zijn over
<ie vergoedingen die door den plaatselijken nood-
slachter worden uitbetaald, doch hem werdt er op
gewezen dat het hier niet betreft de noodslachtingen,
doch de destructie van de afgekeurde dieren.
B. en W. stelden voor geen gebruik te maken van de
bevoegdheid om te bepalen, dat motorrijtuigen en
bakfietsen in de kommen der gemeente zonder de
vereischte verlichting op een weg mogen stilstaan.
Het belang van de veiligheid van het geheelc ver
keer mag niet worden opgeofferd aan het geringe
.voordeel van enkele personen.
Zonder discussie wordt aldus besloten.
De Afd. Schagen van het Nederi. On derwij zersge-
nootscshap richtte een adres om mede te werken tot
het in het leven roepen van eene organisatie, die de
tandheelkundige verzorging van de leerlingen der
lagere school zal behartigen.
B. en W. gevoelden wel voor deze zaak en hadden
zich gewend tot Den Helder met de vraag of be
doelde verzorging bij den schoolartsendienst zou kun
nen worden ondergebracht.
Geantwoord werd dat men te Den Helder over deze
vraag niet eensgezind was, want eenerzijds werd be
pleit tot deze verzorging over te gaan, anderzijds
achtte men het niet gewenscht de finantïeele lasten
der betrokken ouders te verzwaren. Dr. Grunwald,
zoowel als de hoofden der scholen waren voor de
tandheelkundige verzorging en de oudercommissies
zullen circulaires doen uitreiken aan de ouders van
schoolgaande kinderen.
Afgewacht zal dus worden hoe groot de belang
stelling zal zijn.
De heer Dekker acht het ook onmogelijk om de
kosten op de ouders der kinderen te verhalen, ook
niet bij een progressieve regeling. Spr. acht het ook
onjuist dat de circulaire via de oudercommissies
door B. en W. is uitgereikt, voordat de Raad deze
zaak heeft behandeld.
De Voorzitter acht dit laatste juist goed, feitelijk
had men reeds moeten kunnen zeggen hoe groot
de belangstelling was. Spr. heeft meer vertrouwen
in het particulier initiatief. Men moet deze zaak
aanwakkeren, in plaats van vooruit te zeggen dat 't
niet kan.
De heer Dekker merkt op, dat straks ook zal wor
den voorgesteld een onderwijzer te ontslaan. Graag
zou spr. zien, dat deze leerkracht werd gehandhaafd,
op kosten van de gemeente of van de ouders., maar
we weten dat het nu eenmaal niet kan. Zóó is het
ook met deze zaak, de kosten kunnen niet door de
ouders worden gedragen.
De heer Op 't Veld denkt, dat als de belangstelling
voldoende is, de kosten wel zullen meevallen.
De heer Hooimeijer juicht het streven van harte
toe, Spr. zou het niet goed vinden, als het weer
werd een overheidszorg, het is hier de zorg die de
ouders dienen te dragen. Wat de kosten betreft, spr.
merkt hier op, dat dan een keer minder ijs moet
worden gekocht.
Meerdere leden weerspreken deze laatste opmer
king, mcnschen die deze kosten voor tandverzor-
ging niet kunnen betalen, besteden ook geen geld
voor ijs.
Wat is oud-gereformeerd.
Van L. Duijner is een verzoek ingekomen om ge
bruik van een lokaal der openbare lagere school 11
voor godsdienstonderwijs in Oud-Gereformecrdo rich
ting. B. en W. stellen voor op het verzoek gunstig
te beschikken.
De Voorzitter juist dit advies van B. en W. toe,
maar spr. zou toch wel eens willen weten, wat oud
gereformeerd is, is dat christelijk gereformeerd of
oud-hervormd.
Medegedeeld wordt, dat het hier een groepje van
8 9 personen betreft, die naar de oud-gereformeer
de kerk te Den Helder gaan en het hier dus betreft
een erkend kerkgenootschap.
De heer Hooimeijer acht het gewenscht dat waar
het hier een groep betreft, die niet staatsgevaarlijk
is, het verzoek wordt ingewilligd Spr. licht dan ver
der toe, dat oud-gereformeerden in de richting van
de groep-Kersten gaan.
De Voorzitter wijst er op, dat het dan toch tegen
standers zijn van de openbare school, ze iiooren daar
niet, maar in de bijzondere school.
De heer Hooimeijer: Het zijn burgers van den
Ned. Staat, van de gemeente Anna Paulowna en
hebben, zoolang ze niet staatsgevaarlijk zijn, de
zelfde rechten als andere groepen.
De Voorzitter: Juist, maar omdat ze aan den an
deren kant hehooren, verwondert mij het verzoek.
De heer Cornelissen vraagt, hoe ver het gebruik
van de openbare school strekt
De Voorzitter: Net zoo ver als wij willen, maar B.
en W. zullen een royale houding aannemen, voor
verlichting en verwarming zal fl per avond betaald
dienen te worden.
De heer Kuiken: De openbare school is toch over
al voor te gebruiken, die is overal dienstbaar voor.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom-
sgit het voorstel van B. en W. besloten^
Voorts mag een lokaal van school I gebruikt wor
den voor het houden van een kookcursus door de
commissie tot voorlichting van eenvoudige voeding
en idem voor het Instituut voor arbeidersontwik
keling.
Ontslag aan onderwijzer.
In verband met de afname van het aantal leerlin
gen stellen B. en W. voor om de betrekking van on
derwijzer aan schooi III op te heffen met ingang
van 1 Januari a.s. en met ingang van dien datum
aan den heer J. J. Zaadnoordijk eervol ontslag te
verleenen. Het spijt B. en W. zeer, de heer Zaad
noordijk is een zeer verdienstelijk onderwijzer, maar
wij mogen en kunnen hem niet houden. Het is, zegt
Voorzitter, ontzettend jammer voor de school, want
het aantal leerlingen mag dan niet groot zijn, het
onderwijs moet gegeven worden over 7 leerjaren.
Conform het voorstel van B. en W. wordt zonder
discussie besloten.
Het verzoek van R. Janssen, om tegemoetkoming
in de reiskosten voor bezoek zijner kinderen van de
o. L school I wordt ingewilligd, terwijl op diverse
aanslagen in de hondenbelasting ontheffing wordt
verleend, dan wel dat ze oninbaar worden verklaard.
Besloten wordt tot aanvulling en wijziging van het
Reglement van het Burgerlijk Armbestuur.
O, arme B.S.O.,
Ze plukken jullie zóó,
Dat weldra is er geen man,
Met een pakkie van honderd an!
Aan de orde komt dan het verzoek van Ged. Sta
ten om het gevoelen te mogen vernemen omtrent het
voornemen tot verlaging met 5 van de jaarwedden
van den Burgemeester, Secretaris en Ontvanger.
B. en W. doelen den raad mede, dat door hun col
lege eenparig, zij het op verschillende gronden, werd
besloten Ged. Staten te adviseeren niet tot verdere
verlaging over te gaan.
De Voorzitter merkt naar aanleiding van de circu
laire van Ged. Staten op, dat een vergelijking met
rijkspersoneel niet te treffen is. Spr. is echter over
tuigd dat de verlaging komt.
De heer Dekker zegt de meening van de geheele
S.D.A.P.-fractie kenbaar te zullen maken en wel dat
dit een onderdeel vormt van de aanpassingspolitiek
der regeering, een politiek die absoluut -noodlottig
zal worden voor het geheele Ned. volk.
De Voorzitter merkt op dat we hier niet in de
Tweede Kamer zitten en spr. is bang voor algemeene
politiek.
De heer Dekker dacht dat hij altijd zeer voorzich
tig was geweest met de bespreking-van de algemeene
politiek. Spr. zegt dat het gevolg van deze algemeene
verlaging zal zijn dat de draagkracht der belasting
betalers omlaag zal gaan, en een sterk voorbeeld
noemt spr. de omzetbelasting. Deze daling van in
komsten zal wederom een nieuwe bezuiniging nood
zakelijk maken en spr.'s fractie is dan ook tegen ver
dere verlaging van salaris.
De heer Kuiken kan niet met het advies van B.
en W. meegaan, de belasting drukt zwaar, ze kan
moeizaam worden opgebracht en de nood dwingt om
tot deze verlaging over te gaan. Het doét spr. genoe
gen dat thans van bovenaf wordt begonnen, het is
alleen jammer dat niet eerder en dieper is ingegre
pen. 5 pet. vindt spr. niet zoo erg, gezien de salarissen
die nog genoten worden. Spr. wijst op hetgeen de
secretaris en de ontvanger er nog bij verdienen.
De Voorzitter oordeelt dat dit er buiten moet blij
ven, want het gaat hier ook over de jaarwedde van
den burgemeester.
De heer Kuiken: Ja, U is er niet best aan toe. Spr.
becijfert dan dat met de bijbaantjes mee, het inkomen
van den secretaris is f 4695, dat van den ontvanger
f 3818, en vraagt zich af of dan zoo'n kleine verla
ging niet verantwoord is. Het was te wenschen dat
onze burgers zoo'n beetje verlaging moesten onder
gaan, dan gingen ze vroolijk naar huis.
De Voorzitter zegt dat voor al die betrekkingen
nacht en dag wordt gewerkt, dat doen ze in hun
vrijen tijd.
De heer Kuiken: Dat van den polder toch zeker
niet, daar wordt de Zaterdagochtend en -middag voor
genomen.
De Voorzitter: En wat zegt U van den burgemees
ter?
De heer Kuiken zegt dat als hij de geheele verla
ging beziet hij dan van oordeel is, dat de burge
meester t.a.v. het salaris bovenaan behoort te staan,
die heeft zich ook uitgaven te getroosten, die de
anderen niet hebben.
De Voorzitter wijst op de verantwoordelijkheid die
de secretaris en ontvanger hebben.
De heer Kuiken: Maar daar hebben ze toch een
groot salaris voor.
Voorzitter wijst er op dat de kosten van het levens
onderhoud niet minder zijn en ook op de voorberei
ding, de studie.
De heer Kuiken zegt dat op de kwaliteiten niet
wordt afgedongen, maar waarom moeten ze 67
keer meer verdienen dan anderen, die ook hard moe
ten werken? Spr. zou het niet verantwoord achten
als de raad het advies van B. en W. aannam. Ja,
spr. vindt het eigenlijk treurig dat zoo'n advies
wordt gegeven en dacht dat de ambtenaren met de
burgerij moesten meeleven.
De heer Keuris zegt dat elke verlaging de kiem
is voor meerdere verlaging.
De heer Kuiken: Dat kan wel wezen, maar als Je
f 10 hebt, kan je geen f 12 uitgeven.
De heer Cornelissen kan ook niet met het advies
van B. en W. meegaan. Spr. heeft het verschrikke
lijk gevonden dat het arbeidsloon in de werkverschaf
fing met 1 cent is verlaagd, dat beteekende toch ook
4 pet. verlaging. Spr. is het met den heer Kuiken
eens, waar moet het geld vandaan komen?
De heer Hooimeijer hoopt zich te wachten hier
Tweede Kamertje te gaan spelen, maar de heer Dek
ker heeft met al zijn oppassen om dit ook niet te
doen er niet aan kunnen ontkomen, en heeft de re-
geeringspolitiek veroordeeld. Hiertegenover wil spr.
verklaren het daar niet mee eens te zijn. Spr. acht
die aanpassingspolitiek jn 't belang van 't geheele
Nederlandsche volk. De overheid is tot bezuiniging
gedwongen, niet om af te breken, maar omdat de
inkomens met ongeveer 35 net. zijn gedaald en het is
noodzakelijk de uitgaven der publieke lichamen in
deze bezuiniging te betrekken. Om deze redenen
acht spr. het advies van B. en W. verkeerd en snr.
zegt dat z.i. gehoor dient te worden gegeven aan den
roenstem van een onzer beste staatslieden, dat alle
Nederlandsche burgers met elkaar moeten samenwer
ken om te prnheeren het schin van staat te laten va
ren. Spr. is het in veel oozichten met den inhoud
van het betoog van den heer Kuiken eens. Er i*-
een wanverhouding, doch we moeten ook oppasser
en niet zeggen: er is een deel dat veel te kort heeft
nn daarom moet ook dat andere deel te kort hebben:
'at zou dwaasheid zijn. Maar wel is noodig da*
diegene dalen als dit noodig is. Snr. is het ook" niet
met den Voorzitter eens en zegt dat er veel dingen
zijn, die aanmerkelijk goedkooper zijn. F.n als dat
ook niet het geval was, dan zouden velen honger
moeten lijden en zouden zooals nu, geen 50 net. kun
nen zeggen: het heeft mij nog aan niets ontbroken.
Wel heeft het spreker gefranneerd dat het salaris
van den persoon, die het hoogste gezag moet repre-
senteeren zoo weinig uitsteekt boven dat van den
eersten ambtenaar.
Voor den representant moet het beneden ziin
stand zijn allerlei bijbaantjes te vervullen, de
moeilijkheden voor het publiek ziin zijn moeilijk
heden geweest en zullen dat blijven en daarom
vindt spr. die verhouding scheef. Spr. betreurt dat
zeer.
De heer Van der Ploeg kan zich wel vereenigen
met het voorstel van B. en W. en begrijpt niet
wat de heer Hooimeijer dan met het salaris van
den burgemeester wil, wil hij de andere salarissen
verlagen en dat van den burgemeester niet? Als
dat niet de bedoeling van hem is, had hij deze
zaak buiten bespreking kunnen laten. Overigens
meent spr. dat na de reeds toegepaste kortingen
de salarissen aangepast zijn met het levenspeil.
Geheim!
De heer Lubbert verzoekt geheime vergadering.
Ruim een half uur gaat de raad in comité en na
heropening wordt het voorstel van B. en W. om
Ged. Staten te adviseeren, niet tot verlaging over
te gaan, verworpen met 7 tegen 4 stemmen, tegen
het advies stemden de heeren Rezelman, Klooster
man, Hooimeijer, Lubbert, Kuiken en Cornelissen.
De burgemeester een klas hooger.
De heer Lubbert stelt nu voor, aan Ged. Staten
te verzoeken, het salaris van den burgemeester
een klas hooger te stellen.
De heer Kuiken is tegen dit voorstel, spr. acht 't
een schriele tegenstelling, dit verzoek om verhoo
ging van salaris.
De heer Keuris stelt voor, dat waar dit een
nieuwe zaak is, die in debat wordt gebracht, het
voorstel-Lubbert aan te houden tot de volgende
vergadering.
De Voorzitter acht dit niet noodig, het gaat over
dezelfde zaak.
De heer Dekker was voorhet advies van B. en W.
maar kan er niet aan meewerken om langs een
omweg het salaris van den burgemeester te ver-
hoogen.
De heer Op 't Veld vindt, dat het salaris van den
burgemeester ongunstig afsteekt bij dat der ande
ren en steunt het voorstel-Lubbert.
De heer Hooijmeijer zegt dat als dit voorstel mocht
worden aangenomen, het dan gewenscht is, het
verzoek nauwkeurig van argumenten te voorzien,
toelichtend de plaatselijke omstandigheden.
De heer Keuris beaamt dat het weinige verschil
in de salarieering onjuist is, maar spr. blijft het
noodig achten, dat men zich eerst over hee voorstel
Lubbert beraadt. Nu de raad dit niet wenscht, zal
spr. tegen stemmen.
Het voorstel-Lubbert wordt aangenomen met 7
tegen 4 stemmen, tegen stemden de heeren Dek
ker, Raven, Kuiken en Keuris.
Besloten wortd tot het aangaan van een tijdelijke
geldlening voor den dienst 1936, tot een bedrag van
ten hoogste f 80.000.
Het tekort op de begrooting 1936.
B. en W. stellen voor tot het aanvragen van een
extra-bijdrage en een belastingbijdrage voor 1936
uit het werkloosheidssubsidiefonds, respectievelijk
tot een bedrag van f 14070 en f 15290.37. Zonder
deze rijksbijdrage zal de begrooting niet sluitend
zijn te maken.
De heer Kuiken vraagt of de Voorzitter denkt ten
volle te zullen slagen met deze aanvrage.
De Voorzitter antwoordt bevestigend; we hebben
er recht op, zegt spr.
De rondvraag,
De heer Van der Ploeg informeert nog eens naar
het beschikbaar stellen van goedkoope margarine
te Breezand.
De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. er wel
voor gevoelen, maar er moet nog een lokaaltje voor
gevonden worden.
De heer Lubbert noemt een der kantoren van
de bloembollen veiling.
De heer Hooimeijer heeft gemerkt dat t.a.v. de
loonbij slagregeling werkmenschen over deze rege
ling klagen en wel wat betreft het aangenomen
laten werken. Het komt voor dat de arbeiders des
Zaterdags stukken ter onderteekening worden voor
gelegd voor loonen die niet verdiend zijn. Is het
niet mogelijk beperkende bepalingen vast te stel
len en te verbieden menschen in 't aangenomen te
laten werken, als niet het minimum loon wordt
uitgekeerd.
De Voorzitter verzoekt den heer Hooimeijer na
afloop van de vergadering het adres van dien
werkgever op te geven, met all,e strengheid zal
daartegen worden opgetreden.
De Jieer Dekker zegtd at allereerst de schuld bij
den arbeider zelf schuilt, niemand kan hem tot
teekenen dwingen en hij behoort zijn beklag bij de
leden der commissie in te dienen. Het feit heeft
zich ook voorgedaan dat den arbeiders blanco loon-
staten ter teekening werden voorgelegd, maar toen
is bij onderzoek gebleken dat geen fraude werd
gepleegd.
De heer Hooimeijer brengt ook ter sprake, dat
waar de regeling moet aanpassen bij het plaat
selijk gebruik, in het bloembollenbedrijf geen re
genverlet wordt uitbetaald. Spr. zou voor het
landbouwbedrijf een zelfde regeling willen* en wijst
erop dat door verschillende werkgevers te on-
menschlievend wordt gehandeld.
De Voorzitter wil het advies van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw inwinnen en de heer
Van der Ploeg noemt de organisatie van Bloem
bollencultuur, doch de heer Hooimeijer acht B. en
W. en de raad voldoende in staat te beoordeelen
wat noodig is en hoe de verhouding is.
De heer Op 't Veld wijst op de practische bezwa
ren; als men 25-26 man aan 't werk heeft kan men
moeilijk de menschen bij regen aan 't werk hou
den.
De Voorzitter zegt dat B. en W. deze zaak zullen
bespreken.
De heer Cornelissen wijst op de kans dat menschen
met kleine bedrijven zullen worden ggsteund. Spr.
vraagt in dit geval, de volle medewerking van B.
en W.
De Voorzitter zegt dat B. en W. deze zaak met den
heer Cornelissen en een paar leden zijner ver
eeniging zullen bespreken.
De heer Keuris dankt den Voorzitter voor de
waardeerende woorden, bij den aanvang der ver
gadering tot hem gesproken en zegt dat het niet
anders dan zijn plicht was, de taak die hij als
loco-burgemeester had, zoo goed mogelijk te ver
vullen. Hjerna sluiting.
Tweede Kamer.
Veeafslachting staat nog
niet vast
In de avondvergadering van 28 November spreekt
de heer v. d. Weijden, (r.k.) de hoop uit, dat de Mi
nister niet met zich zal laten spotten en aan de
misstanden op de crisisbureaux een einde zal ma
ken. Deze spreker zou ook gaarne heffingen aan de
grens zien toegepast, teneinde een vereenvoudiging
van de crisispolitiek mogelijk te maken.
De heer Louwes (lib.) zegt dat het moeilijk is de
juiste verhoudingen van den steun voor iedere be
volkingsgroep te vinden.
Spreker houdt zijn hart vast als de crisisaccoun
tantsdienst tot prijsvaststelling komt. Dat is zoo maar
niet uit te maken, doch eischt buitengewoon veel
beleid en inzicht en dikwijls komt men pas na ja
ren tot een betrouwbaren kostprijs van een gewas.
De export van agrarische producten moet zooveel
mogelijk in stand gehouden worden. Doch vrije pro
ductie en vrije export vragen een vrije markt. En die
is er niet. De export is een nationaal belang en
moet op nationale kosten op gang worden gehouden,
zoo noodig, zooals nu gebeurt. Alles wijst er op, dat
er mogelijkheden voor den export,, dus voor de toe
komst, ook van den boerenstand, blijven bestaan. Be
houd der varkensmesterij is een belang voor de ha
venplaatsen.
De heer Droessen (r.k) is het vrijwel over 't ge
heel eens met de lijnen, neergelegd in de memorie
van antwoord. Spr. hoopt dat de pas benoemde com
missie spoedig in haar werk slagen zal.
Gaat men tot nieuwe afslachting over, dan moet
een bepaald aantal melkkoeien vastgesteld worden,
om bevoordeeling van den grooten boer boven den
kleinen te voorkomen.
De boeren moeten worden genoopt tot het zooveel
mogelijk zelf voortbrengen van het veevoeder.
Spr. bepleit voorts ordening en vereenvoudiging
van de uitvoering der verschillende crisismaatrege
len, in het belang van de landbouwers.
De heer v. d. Heuvel (a.r.) is voor verbetering van
het landbouwonderwijs. De minoster bevordere die.
Spr. is voor tijdelijke verlenging van de pachtwet
De prijsregeling t.o.v. allerlei landbouwproducten is
blijkbaar niet zonder resultaat gebleven. De minister
geve in zijn crisisbeleid geen aanleiding voor revo
lutionaire klachten. De minister luistere naar argu
menten. niet naar allerlei revolutionair „gedaas".
Ook de heer Weitkamp (c.h.) wijst op de moeilijk
heid om een redelijke prijs vast tc stellen, daar dit
een begrip is, waarvan spr. nog nooit een duidelijke
definitie heeft gehoord. Het verschil in loonen in
steden en op 't land bevordert de crisis. Dit schijnt
men in de steden nog niet algemeen te begrijpen.
Ook deze spreker vraagt om meer vrijheid voor den
boer en dus heffingen aan de grens.
De heer Vervoorn (plattel.) zegt dat in geen land
zoo weinig voor den landbouw wordt gedaan als hier
Deze spreker acht het ambtenarenapparaat bij de
crisisdiensten te omvangrijk.
Als laatste spreker kwam dien avond aan het
woord de heer Kersten (st.ger.) die het optreden der
crisisambtenaren laakt. Het ingrijpen van de regee
ring in het maatschappelijk leven heeft altijd over
wegende bezwaren. Tot voor korten tijd waren er op
het land prettige verhoudingen. Nu moeten er ver-
eenigingen van arbeiders worden opgericht, en de
bonzen regeeren, tot ergernis en last van de boeren.
Spr. verzoekt den minister hieraan een einde te
maken. Waar geen conflict is. is geen arbitrage noo
dig. Juist de boeren die het best zijn voor hun ar
beiders, willen van die nieuwe regeling niets weten.
De boeren hebben met groote verliezen gewerkt, de
tuinders verkeeren in nood, en ze worden streng ver
volgd ook al zijn ze niet van schuld zich bewust. De
afslachting van vee. de nooit te vergoelijken verme
nging van mensebelijk voedsel enz. dat alles maak*
bet leven duur. De minister make de knellende kan
oën los en geve den boeren hun vrijheid terug. Er
heerscht armoede in vele van deze gezinnen. Nog
maals bepleit spr. vrijstelling van sociale- en polder-
lasten. De bol 1 enk weekers maken zich aterk dat ze
zonder regeeringsmaatregelen even ver zouden ko
men.
De vergadering wordt te 1.20 's nachts verdaagd tot
den volgenden middag 1 uur, waar de minister van
Landbouw en Visscherij de sprekers zal beantwoor
den.
In de vergadering van gisterenmiddag kreeg aller
eerst de Minister van Sociale Zaken gelegenheid de
op zijn begrooting uitgeoefende critiek te beant
woorden.
Spreker ontkent, dat de gezondheidstoestand ten
gevolge van. den beweerden te lagen steun, slecht
zou .zijn. mr
De steun mag nfet gelijk zijn aan het loon. Ook de
geiamicidëlen der overheid spelen bij de vaststelling
van'den steunnorm een rol.
Spreker meent, dat de verzorging van kleine zelf
standigen, als venters, kleine winkeliertjes en derge-
lijken niet bij zijn departement thuisbehooren. Z.i.,
valt bedrijssteun onder het departement van Handel.
Of kleine hoeren met rijkssteun op hun eigen be
drijf aan het werk kunnen worden gezet, zal spre
ker bestudeeren.
Met de steunverleening in natura zal Zijne Excel
lentie voortgaan, zoo mogelijk nog intensiever.
Werkverschaffing acht ook spreker beter dan steun.
Maar de werkverschaffing wordt geremd door de
kosten van grond, materiaal en gereedschap.
De loonbijslag staat op de helling. De volgende
week komen de inspecteurs bijeen. Maar de loonbij
slag mag geen middel zijn tot bedrijfssteun. Het is
voorgekomen dat boeren arbeiders ontsloegen om hen
daarna, met bijslag, weer aan te stellen.Spr. doet
een beroep op de organisaties om zulke dingen tegen
te gaan.
Men behoeft niet bevreesd te zijn voor loondruk
als gevolg van de werkverschaffing voor de jeugd,
Het werk is heel anders dan normaal.
De kwestie der aannemers heeft sprekers aan
dacht, Hij denkt er zelfs niet aan de aannemers uit
te schakelen.
Spreker heeft respect voor den aannemersstand
en wil graag samenwerken. Echter kan hij zich niet
verbinden het werk altijd aan een aannemer te geven.
De motie-Van Houten kan de regeering niet aan
vaarden. De totaal steun bedraagt meer dan 300 mil-
lioen, dit is veel en veel meer dan vóór den oorlog
het geheele Nederlandsche Staatsbudget. De toestand
der werkloozen is in ons land beter dan elders.
Na re- en dupliek wordt de motie-van Houten ver
worpen met 50 tegen 18 stemmen waarna de Kamer
z.h.s. de begrooting van Sociale Zaken goedkeurt
Aan de orde komt dan dp Begrooting van land
bouw en visscherij, zoodat minister Deckers gele
genheid krijgt de aan- en bemerkingen van den vo
rige^ dag te beantwoorden.
Zijne Excellentie zegt, dat wel vast staat dat een
landbouwcrisisbeleid noodig is. Men vrage zich eens
af, hoe het in ons land zou zijn gesteld zonder zoo
danig beleid. Als spr. als minister van defensie den
militairen boter had gegeven in plaats van marga
rine, zou dit den boeren slechts een fractie van een
cent per koe meer hebben opgeleverd. Aan rekesten
had de zaak al veel meer gekost. De margarinenij
verheid is een groote afneemster van boter en geeft
aan velen werkgelegenheid, wat een voordeel is ook
voor de landbouwende bevolking.
Spreker zal nagaan of melk voor schoolkinderen
kan worden verstrekt.
Hij acht het verkeerd zich geheel te orienteeren op
le autarkie. Eens zullen de volkeren elkaar de hand
foch weer moeten reiken en dan zou het verkeerd
rijn als wij niet meer konden uitvoeren.
Er is nog niet definitief tot afslachting besloten.
Spr. kent afslachting slechts als uiterste middel.
Hij wil de kleine hoeren helpen. Zij behooren tot de
goede elementen in ons volk.
Ook voor de pluimveehouders hoopt spr. iets te
doen. De rapporten der deskundigen spreken elkaar
echter tegen. De zaak is daardoor zeer moeilijk,
PLITIEKE MOORD IN TSJECHO-SLOWAKIJE.
Socialist doodgeschoten. Drie P«r*
personen gearresteerd.
Reuter seint uit Praag:
Te Kunov, nabij Bruntal is een politieke moord
gepleegd. Een onbekende heet met een revolver
schot een bekende socialist uit de streek, Rozen-
zweig, doodgeschoten.
De politie heeft de plaatselijke Sudeten-Duitsche
partij, de voorzitter van den arbeidersbond van
deze partij en de oud-burgemeester van Kunov
gearresteerd.