DAT KOMT ERVAN Iets over de Lappen. mooier was dan hij zelf ooit gedacht had. Broer en zuster luisterden met de groot ste aandacht. Toen Beethoven de laatste noot had gespeeld, riep het meisje: „Beethoven! Hij alleen kan zó een sonate spelen!" „Ik ben het", antwoordde de grote mees ter met een ernstig, droevig lachje. „Y/at een geluk", fluisterde het blinde meisje. En toen Beethoven opstond, en naar de deur liep, hield ze hem tegen met een smekend gebaar, en zei: „Toe speelt U nog wat. Nog één stuk. Het was zó mooi!" ff een kon Beethoven niet „Neen" zeggen, Terwijl Opa de krant leest, en zijn pijpje 1 Maar zodra valt Opa niet in slaap, of 1 „Hoe zou zo'n pijp toch proeven?" denkt „Ach-ach! Wie had kunnen 'denkon, dat rookt, zit Jan zijn les te leren. Jan kijkt niet meer in zijn boek, maar naar hij. Hij wil het weten. Daarom loopt hij een pijp zó vreselijk is!" Arme Janl Dooï 1 de pij-p. met de pijp naar de tuirw .1 scha en schande wordt men wijal OPLOSSING PUZZLE VORIGE KEERi „Opgepast, allemaal hoofden!" instrument, dat niet veel meer waard was. En hij speelde met een warmte en met een gevoel, dat hij zélf vond dat het stuk MEN VERBRANDE EEN KREEFT. De recepten uit vorige eeuwen hebben allemaal én griezelige eigenschap gemeen: ze zijn erg onsmakelijk! Als je dat niet gelooft, moet je maar eens verder lezen. Zou een dokter er tegenwoordig aan den ken, om jè, als je ziek bent, vingers van aan de galg gehangen mensen als medicijn voor te schrijven? En zou je het prettig vinden, om van de huid ontdane palingen op een wond te laten binden, of in de nog warme, dampende huid van een pas ge slacht schaap te kruipen, om je rheuma- tiek kwijt te raken? En dan geloof ik ook niet dat je er veel voor zou voelen om levende mieren door te slikken, om darmstoornissen uit de weg te ruimen! Verbeeld je! En als je vroeger kaal was, moest je èen haargroeimiddel, dat gemaakt was uit ge roosterde kreeften gebruiken! Vroeger werden er allerlei operaties ge daan, zonder dat de patiënt dan verdoofd werd. En dat er, bij de vroegere zuigelin- genverpleging, nog kinderen groot gewor den zijn, is een raadsel. Wie er, ondanks de ziekenverpleging nog in leven bleef, wie vreselijke ziekten als pest, cholera enz. te boven kwam, dat waren dan ook de ge zondste mensen van het volk. En uit dit oogpunt bezien, moet er toch wel iets goeds zijn geweest in de vroegere hygiënische toestanden. Eerst leg je het guttapercha-strookje over het wasdoek (fig. 4). Je vouwt het samen, en knipt dan de stuken, die uitste» ken, weg (fig. 5). Dan klem je het stukje blik over het samen-gevouwde wasdoek (fig. 6) en de fluit is klaar. Wat zwart is aangegeven, is blik, die stippeltjes moeten guttapercha voorstellen, en het gearceerde gedeelte (die schuine streepjes) is wasdoek. Om nu op die mooie fluit te kunnen flut» ten, moet je haar met het wasdoekgedeel» te naar binnen, om de tong leggen, en te gen je verhemelte drukken. De fluit ligt dan dus direct achter je tanden. Dan moet je er tegen blazen, terwijl je een „S" zegt Je zult er gauw achterkomen, hoe je de tonen veranderen kunt, en met een beetje oefening zal het je, zoals ik al zei, lukken om alle mogelijke vogels na te doen. Dat talrijke huismiddeltjes, vóór alles al* lerlei soorten compressen en theesoorten, nadat zij een hele tijd veracht zijn, toch weer gebruikt worden, moeten we niet ver» geten. En ook, dat de formule, waarmee d® meesten van die oude recepten begonnen! „Men verbrande een kreeft..." (Of een an£ der dier) ook tegenwoordig weer belang heeft. Omdat de doktoren van nu de as van allerlei dieren gebruiken. Het schijni bijvoorbeeld een heel goed middel tegen gif te zijn... HOE BEETHOVENS MONDSCHEINSONATE ONTSTOND. Hij speelde voor een blind meisje, door Mevr. M. Jansen-v. Deventer. BEETHOVEN, de beroemde componist, liep eens op een avond door de straten van een Weens voorstadje, toen hij opeens in een huis een van zijn sonates hoorde spelen. Onwillekeurig bleef hij staan luisteren. Hij hoorde, dat degeen die speelde, vol van goeden wille was, maar dat het stuk toch een beetje flauwtjes gespeeld werd. Dat was voor Beethoven voldoende, om gewoon het huis binnen te lopen en aan den onbekenden speler te zeggen, hoe het stuk wél gespeeld moest worden. Het huis was het eigendom van een jongen schoenmaker. Het was maar 'n heel Idein huis, met twee kamers beneden: links van de huisdeur was de werkplaats, rechts een eenvoudige huiskamer, en die huiskamer nu ging Beethoven binnen! Hij zag, dat het een jong meisje was, dat speelde. Het was de zuster van den schoenmaker, die ook in de kamer was. Toen Beethoven binnenkwam, hield ze op met spelen, en stond op. „Neemt U mij niet kwalijk", zei Beetho ven, nu toch wel een beetje verlegen. „Ik ben musicus, en ik hoorde U spelen. Die sonate ziet U. Ik zou er wél wat van wil len zeggen, als U dat niet erg vindt..." Hij keek naar de piano, en zag, dat de lessenaar leeg was. „Speelt U uit het hoofd?" vroeg hij. En het volgende ogenblik zou hij zich wel graag de tong hebben afgebeten, want hij merkte, dat het meisje blind was. „Neemt U mij niet kwalijk", stotterde hij. „Ik wist niet... Dus U speelt wat U ge hoord hebt? Waar hebt U die sonate ho ren spelen?" „Bij een buurman van ons." „O," zei Beethoven. „Vindt U misschien goed, dat ik U de sonate voorspeel? Dan hoort U, hoe het moet." „Graag", als U wilt", antwoordde het n sje. Beethoven ging voor de piano zitten, en vervuld van medelijden voor het blinde n je, speelde hij zijn sonate op het oude rendier-beenderen de worden den de kleren. De haren van de ren- geweven en gebreid wordt. Een apotheek uit vroeger eeuwen. Met de toverfluit, die we nu eens gaan maken, kun je alle vogels nadoen. Je moei er natuurlijk een beetje handigheid in heb? ben, maar dat heb je heus gauw genoeg, Misschien kun je nog eens je brood gaan verdienen als „vogelgeluiden-imitator!" Om die fluit te maken heb je nodig: een stukje wasdoek, een klein stukje guttaper* cha (zoals wel voor prisnitzen gebruikt wordt) en een dun stukje blik, bijvoorbeeld van een lege cacaobus, die je in de keukeii vraagt. Van het wasdoek knippen we een stuk in de vorm van figuur 1. De lengte er vaij is 5 centimeter, de breedte V-/2 c.M. Dan vouw je de figuur om, zodat je fi» guur 2 krijgt. Nu neem je het dunne stuk» je blik, tekent er met behulp van een pas» ser een cirkel met een doorsnede van on» geveer 2]A c.M. en in 't midden een twee de cirkel met een middellijn van ongeveer y2 centimeter. Het in figur 3 zwartge» maakte gedeelte snij je weg. Tenslotte knip je nog van het stukje gut tapercha een rechthoekje van 2y2 centime ter lengte en de halve breedte, en nu kun je eindelijk! met het maken van de fluit beginnen! RECEPTEN UIT VROEGER EEUWEN. Hoe raak ik mijn rheumatiek kwijt? door Else van der Echt en ging weer aan de piano terug. Toen hij ging zitten, scheen door de vensters, waarvoor geen gordijnen hingen, de volle maan, die net van onder een wol kenbank te voorschijn was gekomen, in de kamer met een helderheid, zodat de hele kamer verlicht werd. Het meisje, dat met een aandachtig ge zichtje naast de piano zat, werd door het maanlicht beschenen, en toen Beethoven naar haar keek, voelde hij niets dan me delijden." „Ik zal haar van de prachtige maneschijn spelen, die zij niet zien kan." fluisterde hij tegen den broer, die aan de andere kant van de piano stond. Hij zette zijn vingers op de toetsen en speelde, wat hem op dat ogenblik inviel. Het was een treurige, maar prachtige me lodie. Zó ontstond Beethovens „Mond- schein-sonate" (maneschijn-sonate), die een van de onsterfelijkste meesterwerken is, die er bestaan. ALLERLEI. Een oogarts stelde op 'n oogartsen-vergade ring 'n man voor, die in staat is om in twee, drie seconden tijd de bladzij van een boek in zich op te nemen (net als een moment opname) en dan alle zinnen, letter voor let ter, op te zeggen. Hij kan soms jaren .ater zinnen opzeggen van een bladzij, die hij niet eens gelezen, al leen maar gezien' heeft! De Japanse zijdefabri kanten blijven met zó veel zij zitten, dat zij er nu iets nieuws op verzonnen hebben, om het toch kwijt te raken Ze maken nu namelijk zolen van zij! Je kunt ze in Japan erg goed koop krijgen. En het niooiste is dat die zij den zolen veel steviger zijn, en minder gauw kapot gaat, dan de zo len, die iedereen tot nu toe droeg! IN HET LAND VAN DE TWEE JAAR GETIJDEN. 's Winters Is het maar éven overdag licht. door Elsa van der F.cht. Lappen zijn Nomaden, maar niet zoals de Zigeuners, die door alle landen trekken, en geen wetten kennen. Nee, de Lappen zwerven op hun eigen grond rond. Die grond wordt door Noorwegen, Zwe den en Rusland in drie delen verdeeld. Ongeveer 15000 Lappen staan onder Noorse, 7000 onder Zweedse, en 2500 onder Russische heerschappij. Nu ja, die getallen zijn natuurlijk niet precies, maar zó onge veer komt het toch wel uit. Het is, begrijp je zeker wel, erg lastig om zwervende men sen te gaan tellen. Wanneer ze nu netjes heel wat jaren achtereen op dezelfde plaats bleven wonen, dan zou het nog gaan, maar wanneer ze nu eens hier, dan weer daar zitten, dan valt het niet mee! Vanuit de kleine stad Abisco kun je het best naar Lapland reizen. Abisco ligt aan de Zweedse grens. Wanneer je daar bent, is het niet goed om al een oordeel te vel len over het land en zijn bewoners. Want de Lappen, die je daar aan de grens ont moet, en die je wel al je geld uit je beurs zouden willen bedelen, zijn nog niet de échte Lappen. Die vind je pas, wanneer' je een paar honderd kilometer het land in getrokken bent. Deze bedelaars aan de grens zijn Lap pen, die misschien door Europa hebben ge reisd, om te laten zien, hoe de Lappen er nu wel uitzien. In ieder geval zijn zij in de beschaafde wereld geweest, en nu te be schaafd geworden, om met hun stamgeno ten te zweren, en toch ook weer niet be schaafd genoeg om in de beschaafde we reld te blijven. Daar voelen ze zich toch ook niet thuis. Maar over deze Lappen wil ik het niet hebben. Wél over de echten. Je denkt misschien van zulke Nomaden, zulke zwervers, dat ze geen wetten heb ben, waar ze zich aan moeten houden, zo als wij dat moeten. Maar dan vergis je je toch hoor! Zij hebben wél wetten, en die wetten vertellen hun precies, hoe ze moe ten leven. Om de meestal grote families te kunnen onderhouden, moeten ze ook grote kudden hebben. Wie minder dan 100 rendieren heeft, is arm. De Lappen leven nu nog, zo-1 als hun voorouders eeuwen geleden leef den. Alles, wat ze nodig hebben, om te le ven, maken ze, zelf. Niets kopen ze, en ook verkopen ze niets. Alleen tabak kopen ze. Daar zijn ze dól op. Maar als de Lappen hun rendieren niet hadden, dan waren ze ongelukkig. Want de rendieren maken, dat ze kunnen leven. Alles wat ze nodig hebben, maken ze van dingen, die afkomstig zijn van deze brave dieren. De rendierenhuiden worden ge looid, en op die manier hebben de Lappen hun huis en hun kleren! Want ze wonen in tenten van rendierhuiden, en de vrou wen naaien met naalden, gemaakt van pelsen aan elkaar. Dat dieren geven wol, die Het hout, dat ze ver der nodig hebben voor fluit maken, waarmee je alle vogelge» luiden kunt nadoen. door F. S. tentmasten, krukken om op te zitten, sle den, enz. is er ook genoeg, want je hebt reusachtige bossen daar in Lapland. De Lap kent maar twee jaargetijden: de heerlijke, maar korte zomer en de lange winter. De tenten worden dan afgebroken, de Lappen trekken uit de bergen naar de vlakte, waar de winterhut gebouwd wordt van zand en gras. 's Winters is het overdag maar een paar minuten licht. Voor de rest is het nacht! Kun je je dat voorstellen? Een ALLERLEI GEKNUTSEL.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 8