WINTERSPORT DE WINTER IN AANTOCHT. Hevige koude in Spanje. NU de dagen korter worden, de thermometer daalt nu we het Kerstfeest in het voor uitzicht hebben, nu merken we aan alles, dat we, haast voor dat we het weten, in het hartje van den winter zitten. De overgang van zomer naar winter schijnt ieder jaar korter te worden. De maand October brengt veelal nog warme, zonnige dagen, die ons doen vergeten, dat het al midden in de herfst is, de overgang naar den winter is er des te grooter en sneller om. Nauwelijks heèft de zon zich echter een dag niet vertoond, of het is guur en koud weer en wordt men er aan herinnerd, dat de winter niet ver meer is. Voor velen een nare tijd, vooral voor hen, die graag in de buitenlucht één of andere sport bedrijven. Tennissen en zwemmen kan men den winter door blijven beoefenen in overdekte zweminrichtingen, doch het is slechts een surrogaat van de genietin gen, die deze sporten in den zomer opleveren. Voet bal, hockey, rugby, e.d., de sporten van het winter seizoen, moeten allen in teamverband worden be oefend. Men heeft er dus een groot aantal perso nen voor noodig, terwijl de zwakkere broeders (of zusters), die niet van eenig elftal kunnen deel uit maken, zoodoende vaak weinig sportief genoegen in het winterseizoen ondervinden. De wintersport bij uitnemendheid in Nederland is wel het schaatsenrijden. Wat is er heerlijker dan bij vriezend, doch helder weer een groote tocht over de bevroren vlakten te maken. Snel voort te glijden op de gladde ijzers, 's middags te lunchen met warme chocolade en erwtensoep en 's avonds thuis te komen met zoo'n heerlijk, voldaan ver moeid gevoel over zich, dat men direct na het eten in bed tolt en aan één stuk doorslaapt tot den vol genden ochtend. Op zoo'n dag is vaak meer gezondheid opge daan, dan op een drukken, zomerschen dag aan het strand, waar men zich zóó laat verbranden, dat men den volgende dag, doodmoe en met veel pijn weer aan het werk gaat. Zoo is het schaatsenrijden wel dè ideale winter sport, maar helaas, wanneer kunnen we deze be oefenen? De strenge winters, die volgens overleve ring vroeger steeds voorkwamen, schijnen plaats te hebben gemaakt voor lauwe, klamme wintertjes met regen en natte sneeuwbuitjes, waarin ieder een met griep of minstens een verkoudheid rond loopt. Men is hier helaas tè afhankelijk van het klimaat. Nu heeft de moderne techniek dit euvel wel eenigszins overwonnen door de fabricatie van kunst-ijs. De kunstijsbaan, waarvan Amsterdam voor ons land de primeur heeft, is voor schaatsen- llefhebbers een uitkomst. IJs eiken dag, of het vriest of dooit; dat beteekent geregeld kunnen oefe nen, betere prestaties, kans op internationale wed strijden en demonstraties van buitenlandsche groot heden hier te lande, en tenslotte opkomst en bloei van de ijshockeysport. Maar bij al dit moois kan een kunstijsbaan ons toch twee dingen niet geven, li.l. de heerlijke lange tochten en het knappend vriezende weer. Voor dit laatste moeten we over de grenzen zijn, in. Zwitserland. Oostenrijk, Noorwegen, waar de Ware „wintersportliefhebber" zijn hart kan' ophalen aan de natuurlijke hoogtezon, aan de frissche berg lucht en aan lange ski-tochten. De wintersportliefhebber laat zijn collega's en Vrienden des zomers naar buiten gaan, naar zon en Zee, terwijl hij op het brandend heete kantoor achterblijft. Hij blijft in de stoffige stad, terwijl anderen er in bosch en hei op uit trekken, doch hij ziet dit alles aan met een geheimzinnige glim lach. Hij zwemt ook, 's middags als hij uit kantoor komt, hij gaat ook naar het strand, doch alleen des Zondags, hij is als een fijnproever, van de zomer- geneugten proeft hij slechts een klein beetje, terwijl de anderen die met volle teugen tot zich nemen. Doch dan komt de herfst en de winter. De zomer- genoegens zijn weer vergeten en ieder gaat met angstig gemoed het gure, ongezonde jaargetijde te gemoet. Doch de wintersportman heeft zijn geld en Zijn vacantie opgespaard en plotseling zoo vlak na Kerstmis is hij verdwenen. Hij stuurt dan nog even een kaartje vanuit het Volgens hem „ideale" gebied, waarop zeer veel sneeuw en bergen te zien zijn. Doch hen, die de genietingen van deze sport niet kennen, ontgaat ten eenenmale de beteekepis van zulk een illustra tie. Als de „wintersporter" na eenigen tijd dan weer is teruggekeerd in de bewoonde wereld, valt het wel op, dat hij er buitengewoon goed en bruingebrand uitziet, maar dit verdwijnt ook wel na niet te lan gen tijd en zijn enthousiaste verhalen over zijn vacantie worden door niet-ingewijden in deze Sport, meestal niet begrepen. Wanneer echter één van deze niet-ingewijden tot de wintersport overgehaald wordt, is hij dadelijk even enthousiast als degeen, die hem er toe bewo gen heeft en hij zweert nooit meer een winter Zonder dit heerlijke uitstapje te zullen overslaan. De kwellingen van. een waren zomer op het be nauwde kantoor zijn gemakkelijker te dragen bij 't vooruitzicht van de wintersportvacantie. Nu hoort men dikwijls de volgende bezwaren te gen de wintersport aanvoeren, deze zou buiten gewoon duur en gevaarlijk zijn. De wintersoort duur! Dit was vroeger zoo, toen Zwitserland nog het alleenrecht had en daar te lande zeer hooge prijzen voor verblijf- en andere kosten berekend werden. Sinds eenige jaren hebben ook andere landen hun sneeuwbergen geëxploiteerd Schansspringen op de Zngspltz, en dit droeg ertoe bij, dat Zwitserland wat water in de wijn moest doen. Maar nog is Zwitserland wel het duurste van alle wintersportlanden, hoe wel natuurlijk goedkooper dan vroeger. Naast Zwit serland waren de Scandinavische landen, vooral Noorwegen bekend om hun wintersport. Het kli maat is er natuurlijk, vanwege de Noordelijke lig ging kouder (dit wordt wel eenigszins gecompen seerd door de warme golfstroom, die zijn invloed zelfs in het binnenland doet gelden) en de winter sportplaatsjes zijn niet zoo best geoutilleerd. Er zijn b.v. haast geen kabelspoorwegen, ijsbanen, etc. Een groot voordeel van Noorwegen is echter, dat de Föhn, die op zoo'n onaangename wijze de winter- sportpret komt verstoren er niet bekend is. Ook is er geen gevaar voor lawines. Met dit alles zijn de wintersportplaatsen in de buurt van Zwitserland toch populairder, ook tenge volge van het feit, dat het seizoen voor Noorwegen in Maart pas begint en tot midden in den zomer duurt. Van „winter"-sport kan men dan haast niet meer spreken. Naast Zwitserland zijn Oostenrijk, Zuid-Duitschland (Garmisch, Olympische winter spelen!) en Noord-Italië enorm opgebloeid als win tersport-centra, tegenwoordig ook Zuid-Frankrijk, Polen, Tsecho-Slowakije en Rusland. Oostenrijk vooral, omdat het zoo buitengewoon goed kon con- curreeren met lage hotelprijzen. De meeste hotels, die op zomerverblijf waren ingericht, bleven als proef des winters open met overweldigend succes. Het hoogtepunt van deze ontwikkeling was wel 't bezoek van den Prins van Wales aan Kitzbühel in het begin van 1935, waardoor dit plaatsje, vroeger een primitief dorpje, tot een buitengewoon chic sportcentrum geworden is. Links: Internationale ijshockey wedstrijd op de kunstijsbaan te Amsterdam. Rechts: Karl Schaeffer en Hedi Stenut op de kunstijsbaan te Amsterdam. Niet zonder teleurstelling van de echte winter sport-enthousiasten die hier weer vandaan trok ken op zoek naar andere, niet zoo bexende oorden. Oostenrijk beschikt verder over veel kabeispoortjes en tramwegen, waardoor men zich de vermoeienis sen van den „Auistieg" kan besparen. Sommigen mogen aat minder sportief vinden, de „clou" van een sxitocht is toch aiwjd het aiaaaen. om met suizende vaart over oe witte vlakten te glijden, heerlijk met net lichaam steeds de juiste oewegingen mee te maken, keurig alle figuren uit te voeren, waardoor men bij ae grootste snelheid nog altijd meester over zijn oeenen blijft. is de wintersport gevaanijK? Men hoort vaak verhalen van lieden, die van hun reis terugkeeren met genroken enKels, neenen en ar men. Urn van doodelijse ongevallen en lawines maar niet te spreken. Aan de wintersport is tweeërlei gevaar verbonden, nl. het gevaar van verwondingen nij het beoefenen van de ski-sport, en het lawine-gevaar. Beiden kun nen vermeden worden. Wat die gebroken armen en beencn betreft, rede lijkerwijs gesproken behoeft niemand zich bij de ski-, sport te bezeeren. Nu zijn er drie soorten van skiërs: 1) De normale wintersportgast, die na eenige les sen niet onaardig ski't. ueze neeit het minste kans op kneuzingen, mits hij altijd zijn hoofd er bij houdt en geen tochten onderneemt, die kennelijk boven zijn macht liggen, uan wordt hij angstig en valt des te gauwer en ues te ongunstiger. Het is hier precies als met autorijden, men moet zorgen zoo te rijden, dat men zich altijd safe voelt. Een gewone winter sportgast moet niet probeeren van een schans te springen. Springen op skis is altijd gevaarlijk, zelfs met de kleinste heuveltjes. Men moet dit aan de landslieden overlaten, die er ook niet altijd zonder kleerscheuren af komen. Wanneer men dus zorgt niet boven zijn krachten te gaan, niet in slaap valt op zijn ski's en ook geen waaghalzerijen uithaalt, is het skiën minder gevaar lijk dan het oversteken van een drukken verkeers weg. 2) De „Kanonen", dit zijn zij, die de hoogeschool van de ski-kunst vormen. Zij dingen mee in wed strijden, afdalingen, slaloms, springconcoursen. Hierij is gevaar niet uitgesloten. Doch het is duide lijk, dat ieder voor zich zelf moet weten of hij dit risico wil loopen. Een gewone wintersportgast brengt het nooit zoo ver, men moet al eenige maanden per jaar in dat land doorbrengen om zoo vei- te komen, doch voor diegenen zijn deze regelen niet geschreven. Dien be hoeft niets meer over de wintersport verteld te wor den 1 3) De derde categorie, het is niet complimenteus om er over te spreken, maar het is noodzakelijk, zijn diegenen, „die het nooit leeren". Die er te oud voor zijn, die er teneOnenmale het gevoel voor mis sen die te slappe enkels hebben of die erg onhan dig zijn. Deze moeten ook oppassen en bijtijds de sport opgeven, voor er ongelukken gebeuren, want een been is gauw gekraakt en met twee lange latten aan de voeten zijn de bewegingen, die men met de beenen kan maken, beperkt. Doch laat U na de eerste ski-les niet afschrikken en denken dat ge tot deze laatste groep behoort. Er behooren weinig menschen toe, doch wanneer men bemerkt, dat men niet met de andoren mee kan, dat men eenige malen ongelukkig is gevallen, wees dan extra voorzichtig en als het heelemaai niet gaat, houdt er dan mee op. Er zijn nog andere winter sportgenoegens, als schaatsènrijden, rodelen (sleeën) curling, etc., doch daarover later. Men moet zich, zooals gezegd, altijd safe voelen op de ski's. Op de oefenweide kan al heel weinig gebeuren, doch de vuurdoop komt meestal bij de eerste afdaling. Een beetje „durf" hindert niet, dat geeft sportief genoe gen, doch men moet er altijd voor zorgen, dat de ski's er niet met hun „berijder" van door gaan. Dit wat betreft de ski-sport. Denkt niet, dat het hiermee uit is. Weliswaar vormt het het hoofdbe standdeel van de wintersport en voor velen het eeni ge, doch we zeiden het reeds, ook andere genoegens vragen de aandacht. Allereerst het schaatsenrijden. Vooral in Zwitserland is in iedere wintersportplaats een ijsbaan te vinden. Dank zij de temperatuur is er iederen dag keihard, spiegelglad ijs, zooals we dat in Nederland maar zelden hebben. Natuurlijk wordt er kunstgereden. Met Friesche schaatsen is het rijden op zulk een ijsbaantje een matig genoegen, doch het kunstrijden is een sport, waarin ieder zich in één seizoen al heel aardig kan bekwamen. Het rodelen oftewel met een sleetje langs een keurig aangelegde baan naar benedén glijden. Zooals de jongens wel eens van het Kopje van Bloemendaal naar beneden rutschen maar dan kilometers lang. Een spurt, die geheel ongevaarlijk is, wan men kan met de voeten zijn vaart regelen en daarom ook door jong en oud wordt beoefend. Dan de „tailing"-partijen, met de sleeën achter een eroote ar met paarden aan, zooals we op Oud-Hol- landsche schilderijen nog wel zien, doch wat bij ons, vanwege het drukke verkeer niet mogelijk is. Ook het ski-jöring, d.i. met de ski s achter paar den, is een sensationeele sport. Curling, ijsschieten is een sport voor hen, voor wie alle bovengenoemde genoegens nog te inspan nend zijn. Zij, die wel eens in het Zuiden van Frankrijk zijn geweest, hebben misschien de bewoners van dat land het daar zeer geliefkoosde spel, het „jeux des boules zien beoefenen. Dit nu, met groote „kruiken" met een handvat er aan, wordt ook op het ijs gespeeld en heet curling of ijsschieten. Het vergt evenveel inspanning als het biljartspel of kegelen, doch is zeker sensationeeler. Het onbelangrijkste van de wintersport, maar Onnoodig te vermelden, dat in vele wintersport» plaatsen de bobsleigh-sport en het ijshockey kan be- oef end worden, doch dit is weer voor de super» sportklasse. Tenslotte bieden vele wintersportoorden gelegen heid tot het maken van groote wandelingen, die in de dikke sneeuw een aparte bekoring hebben. Hier bij kan men zich bedienen van een paar z.g.n. „sneeuvvhoepels". dit zijn een soort tennisracket» zonder steel, waarop men kan loopen en die voorko men dat men in de diepe sneeuw wegzakt. Bij het be stijgen van besneeuwde hellingen, is men hiermee vlugger boven dan de meest geroutineerde skiër, ter wijl het afdalen vaak evenvlug gaat, dan het afda len per ski van een niet zoo geoefende skiër, die veel tijd verliest met vallen en opstaan. Het loopen op sneeuwhoepels vereischt oefening noch inspan ning. Men kan zoodoende, zelf niet-skiër, met andere een ski-tocht meemaken, waarbij men geenszins be hoeft achter te blijven. liet is merkwaardig dat deze sport zoo weinig beoefend wordt. Of is de weinig ele gante beweging, die men bij het loopen op deze in strumenten maakt men loopt er eenigszins wijd beens mee hiervan de reden, vooral bij de leden van het zwakke geslacht'? Dat men er niet mee in de sneeuw wegzakt heeft ook nog het voordeel, dat men geen koude voeten krijgt, hetgeen bij wandelingen met gewone schoe nen nog al eens voorkomt en de pret verstoort. Zooais men ziet biedt een bezoek aan een winter sportplaats veel schoons en aangenaams, minstens zooveel als een badplaats des zomers. Wanneer men van beide kan genieten, des te beter, doch wanneer men moet kiezen Voor hen, die eenmaal de genoegens van de win tersport hebben gesmaakt, is deze keuze niet lastig. Madrid: In verscheidene Spaansche provincies heerscht op het oogenblik groote koude. Te Avila daalde de thermometer tot 7 graden onder nul en op vele plaatsen is zooveel sneeuw gevallen, dat de verbindingen met de buitenwereld verbroken zijn. De Adaja, een zijrivier van de Duero, is geheel dichtge vroren en wordt als verkeersweg gebruikt. Tengevol ge van het bevriezen van de waterleiding heerscht te Avila watergebrek. Nabij Viella zijn zestig arbeiders, die wegwerk verrichtten, tengevolge van den buiten gewonen sneeuwval van hun woonplaatsen afgesne den, aangezien in het dal van de Aran de sneeuw twaalf meter hoog ligt. Een reddings-expeditie is uit getrokken om de arbeiders te bevrijden. Vijf tankschepen ingevroren. Astrakan. Op de Kaspische Zee zijn vijf Russische petroleum-tanlcschepen ingevroren. IJs brekers zijn van Astrakan vertrokken om hulp te bieden. Vliegtuigen hebben levensmiddelen op de schepen laten vallen. Men vreest, dat twee der in gevroren schepen den druk van de ijsmassa niet zullen kunnen weerstaan. De koude in Siberië. Irkoetsk. In de streek van het Baikalmeer is de temperatuur gedaald tot zestig graden onder nul. De overstroomingen in Griekenland. Athene. Tengevolge van den hevigen regen val zijn vele dorpen in de streek van Werrin in Ma cedonië overstroomd. Expedities zijn uitgezonden om de bevolking hulp te verleenen. Op de hellingen van den berg Athos zijn twintig huizen door het water vernield. Alle verbindingen zijn verbroken, zoodat de reis, die de koning door dit gebied zou maken, voorloo- pig is uitgesteld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 16