Wordt Benesj opvolger van Masaryk? De aarde draait sneller! oog IIplaaiendeVlammen Woensdag 18 December 1935. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9875 Oude wapenbroeders in den strijd tegen de Habsburgers Benesj's buitenlandsche politiek baart bezorgdheid Praag. Zal vandaag, als de Nationale Vergade ring van Tsjechoslowakije bijeenkomt, Eduard Be nesj, thans minister van Buitenlandsche Zaken, ge kozen worden tot opvolger van den afgetreden Pre sident, Thomas G. Masaryk? Dit is een vraag, niet alleen van belang voor Tsjechoslowakije, maar voor geheel Europa, want Benesj heeft jarenlang in de Enropeesche politiek een activiteit ontplooid, welke hem deed kennen als een der meest geprononceer de vertegenwoordigers van een bepaalde richting. 'Benesj streeft er naar, Masaryk's opvolger te worden; en een tijdlang scheen het alsof hij geen rekening zcm hebben te houden met ernstige concurrenten. Reeds het feit, dat hij sedert de dagen van de on wettige vrijheidsbeweging der Tsjechen behoorde tot de vertrouwdste medewerkers van Masaryk, verleende hem een zeker moreel recht er op, zijn gi'ooten leider en meester op te volgen. Den laatsten tijd evenwel hebben zich hinderpalen voorgedaan, die niet alleen berusten op tegenstellin gen inzake de binnenlandsche politiek Benesj is dè man van de linkerzijde en de rechterzijde schuift als haar candidaat Dr. N.eraetz, den voorzitter van den Nationalen Raad, naar voren doch ook op de door Benesj gevoerde buitenlandsche politiek. Dit laatste gebied, dat hij sedert het bestaan van de Tsjechoslowaaksche republiek bijna uitsluitend be- heerschte, is een voorwerp van twijfel en ernstige aanvallen geworden. De crisis van het kabinet-Hod- za, welke nog voor het aftreden van president Masa ryk. uitbrak, en bijna geleid had tot de noodzake lijkheid om een nieuw kabinet te vormen, nog voordat de presidentsverkiezing had plaats gehad, is voor een deel hieraan toe te schrijven, dat Hodza de door Benesj gevoerde politiek van steeds nauwere toena dering tot Moskou voor zeer verkeerd houdt. Hoe Benesj op den voorgrond Is getreden. De roem, waarop Benesj nog heden ten dage teert, stamt uit den tijd, dat hij gemeenschappelijk met Masaryk samenspande tegen de Habsburssche mo narchie. Een toeval had beiden in de September dagen van 1914 bijeengebracht. Wat hen te zamen bond was dezelfde hartstochtelijke liefde voor de Tsjechische natie en de niet minder gloeiende haat tegen de Habsburgsche dynastie en het systeem der van Weenen uit geregeerde dubbel-monarchie, waar door zij alle hoop voor hun volk, alle rechten, waar op het aansprak kon maken, zagen onderdrukken. Masaryk, hoogstaand man van de wetenschap en pro fessor aan de Universiteit te Praag, zocht bij zijn pogingen om de herleving van het Tsjechendom te organiseeren, naar energieke menschen, die hem daarbij behulpzaam konden zijn. In Benesj vond hij een zijner handigste en meest toegewijde aanhangers. De oogsttijd voor het Tsjechendom en voor hen, die dit volk de staatkundige bevrijding wilden bren gen, kwam in den wereldoorlog. Masaryk, wiens po litieke gezindheid en activiteit in Weenen reeds lang bekend waren, gaf er de voorkeur aan, spoedig na het uitbreken van den oorlog de wijk te nemen naar het buitenland, niet alleen om zich in veiligheid te brengen, maar ook, om bij de tegenstanders van de Central en te ijveren voor de vervulling der Tsje chische wenschen. Benesj bleef voorloopïg nog in Praag. Hij organiseerde een spionnage- en verraders systeem. Een Tsjechische bediende van den Oosten- rijksch-Hongaarschen minister van Binnenlandsche Zaken bezorgde hem afschriften van de geheimste ambtelijke stukken. Na ongeveer een jaar echter vond Benesj het geraden, zijn zetel naar Parijs te verplaatsen. Van daar uit organiseerde hij de aan eensluiting der in het buitenland vertoevende Tsje chen. Hij speelde 'n hoofdrol bij de vorming van het Tsjechische legioen, dat hoofdzakelijk bestond uit krijgsgevangenen en overloopers uit het Oostenrijk- sche leger. In de allereerste plaats evenwel bewoog hij zich op journalistiek gebied. Hij deed den bla den in de landen der Entente berichten en artikelen toekomen, waarin aan den een en kant werd gewe zen op de onmogelijkheid om de Oostenrijksch-Hon- gaarsche monarchie te laten voortbestaan en aan den anderen kant het heilige recht der Tsjechen op staatkundige onafhankelijkheid naar voren werd gebracht. Het was niet bevorderlijk voor zijn propa gandistische werkzaamheid, toen Keizer Karei na den dood van Keizer Frans Jozef den weg insloeg van een vriendschappelijke politiek tegenover de Tsjechen. Van#de brochures en andere geschriften, welke op de vredesconferentie te Parijs van de ge allieerden ter tafel kwamen, waren de meeste afkom stig van Benesj. Een doodsvijand van het Habsburgsche rijk. Hét lag voor de hand, dat Benesj, na de totstand koming van den Tsjechoslowaakschen staat, tot de mannen behoorde, die er een toonaangevende rol in speelden In de buitenlandsche politiek heeft zich zijn principieele richting, welke van het begin af zijn politiek denken heeft beheerscht. nooit verloochend: hij was en bleef een doodsvijand van 't Habsburg sche rijk. Een herleving daarvan in een of anderen vorm beteekent voor hem altijd een bedreiging van datgene, wat hij en zijn vrienden voor zijn volk hebben weten te bereiken. Er is meer dan één offi- cieele uiting van Benesj bekend, dat hij een restau ratie van de Habsburgers zou beschouwen als een casus belli. Het veilig stellen van wat de Tsjechen hadden weten te bedingen bij het te Parijs gesloten vredesverdrag vormde de richtlijn van zijn geheele buitenlandsche politiek. Dit deed hem dan ook de zijde van Frankrijk kie zen, dat er eveneens naar streefde, den in 1919 gescha pen toestand in Europa te handhaven. Benesj tracht te rekening te houden met de bijzondere aspecten van deze politiek in het Donaugebied. dat vóór alles gevaar kon opleveren voor Tsjechoslowakije, door de oprichting van de Kleine Entente, tot welker ijverig ste vertegenwoordigers en knapste redenaars hij be hoorde. Het schijnt, dat hij in den laatsten tijd als gevolg van de bezorgdheid, dat de Westelijke mogendheden tóch wel eens zouden kunnen overgaan tot herziening van de Europeesche politiek, het gevaar over het hoofd heeft gezien van een revolutionnairen omme keer van ons werelddeel, uitgaande van Moskou. Alleen op die wijze is het te verklaren, dat hij zich zelf en zijn land in de armen heeft geworpen van de Sowj.et-Unie, door het sluiten van een verdrag met de machthebbers in het Kreml. Deze stap is het echter ook, die hem de eerste ernstige kritiek op zijn buitenlandsch politiek beleid in eigen land op den hals heeft gehaald; en dit zal wellicht ook het gevolg hebben, dat hij bij de verkiezingen voor het presidentschap het onderspit delft. (Nadruk verboden.) Opzienbarende Duitsche ontdekking Een merkwaardige ontdekking heeft het „Physikalisch-Technische Reichsanstalt' te Berlijn gedaan: dat namelijk de mensch ieder jaar een seconde minder te leven heeft. BERLIJN. Wij zijn er aan gewend bij den duur van een dag aan een tijdsverloop van 24 uren te denken, waar in de aarde om zichzelf heendraait. En daar wij deze beweging voor vast en regelmatig hielden, wa ren wij geneigd te gelooven, dat iedere dag even lang duurt. In wetenschappelijke kringen twijfelde men hier aan echter reeds lang. Na drie jaar observatie en metingen heeft het „Physykalisch-Technische Reichsanstalt" te Berlijn thans het bewijs kunnen brengen, dat de duur van de dagen aan kleine tijdsschommelingen onderhevig is. Reeds in Juni 1934 stelde men vast, dat de duur van een dag met 1/4000 seconde verkort was. Dit wees op een verhoogde omwentelingssnelheid van de aarde. Om dit te kunnen vaststellen gebruikte men het. door Dr. A. Schreibe en Dr. U. Adelsberger uitge vonden kwarts-uurwerk. Dit zeer belangrijke meet instrument vindt zijn energie in electronenbuizen, die een wisselstroom voortbrengen, welke door een slingerende kwartskristallen staaf zoo gelijkmatig gehouden wordt, dat een daarmede aangedreven synchroon-meter, waaraan een secondewijzer ver bonden is, nauwkeuriger loopt dan het beste astro* nomische slinger-uurwerk. Met deze nieuwe tijds nieter kan men ook de kleinste afwijkingen vast-» stellen. Daar de vroegere astronomische uu^rerken aan den invloed van aardbevingen en temperaatuurs- schommelingen onderhevig waren, kan men daar mede het bewijs van de reeds lang vermoede onre gelmatigheden in de omwentelingsbeweging van de aarde niet brengen. Het genoemd rijksinstituut be zit op het oogenblik vier van deze nieuwe kwarts uurwerken, die onder elkaar eenz oo nauwkeurige overeenstemming aantoonen, dat zij de oude slin geruurwerken verre overtreffen. Zoo kon men ook het gezochte bewijs thans volledig brengen. Met dit nieuwe uurwerk heeft men thans een verkorting vand en tijd kunnen vaststellen, die in denl oop van een jaar ongeveer een seconde uit? maakt. Het is intusschen zeer wel mogelijk, dat de aarde spoediger weer langzamer zal gaan draaien. Voor de astronomen is deze ontdekking van groote wetenschappelijke waarde. Feuilleton n DOOR ELINOR GLYN 2. Onder de hoede van mevrouw Waterlow, die wer kelijk van de jongens hield al was het dan ook op een zeer kalme wijze benevens een leger van kindermeisjes en de groote aanbidding van Har- greaves, den kamerdienaar van den Hertog, groei den de jongens op.Stalknechts vlogen letterlijk voor hen en hetzelfde kon van de pachters gezegd wor den. De verschillende gouverneurs welke ze hadden hielden zich eenigszins gereserveerd ten opzichte van hen, en oud-ooms vonden het noodig altijd iets op hen aan te merken te hebben, terwijl oud-tante Pomery daarentegen vol loftuitingen over hen was, evenals zoovele andere menschen door wier aderen blauw bloed stroomde in Engeland. John bewees met het heilige vuur der Kruisrid ders bezield te zijn; zoodra hij in Oxford afgestu deerd had werd hij militaire vliegenier. En Courtenay, de hertog, vervulde grootendeels de plichten welke aan zijn hooge positie verbonden waren, maar de geest der schoone Moorsche die op hem scheen over te zijn gegaan veroorzaakte maar al te vaak dat hij in de armen van niet bepaald kieskeurige dames terecht kwam. Het voorjaar van 1930 was bijzonder koud en nat en in dien tijd keerde Lord John Courtenay Drax Dayre van Afghanistan terug, waar hij het Victoria- kruis voor buitengewone dapperheid had verwor ven door Engelsche vrouwen te elfder uur uit een belegerd fort te kunnen doen ontsnappen. Hij kwam naar Engeland om het huwelijk van zijn broer, Courtenay, John Drax Dayre, zesden Hertog van Ardayre, met Anthea Mary Dayre bij te wonen. De jonge bruid wts een achternichtje van hen, en de plechtigheid zou volgens familie-traditie in de kapel te Ardayre voltrokken worden. De Hertog was echter intusschen in de netten van een vrouw verstrikt geraakt., een vrouw wel ke in dit geval beter een slang genoemd kon wor den. Hij had het vanaf den dag van zijn meerder jarigheid altijd de natuurlijkste en gewoonste zaak van de wereld gevonden zich met de een of andere vrouw die op zijn verbeeldingkracht of zinnen werkte, te amuseeren. Den eenen keer was het een slank gravinnetje geweest, dat ettelijke sigaretten per dag rookte en zich te buiten ging aan cocktails. Een dergelijk type scheen alle energie uit hem weg te trekken en zijn geloof aan de vele mooie dingen, die er toch werkelijk nog op de wereld bestonden, te ontnemen Een andere maal was het een getrouwde vrouw van een jaar of veertig, vijftig, die de noodige handig heid en charme bezat, en hem te kennen gaf dat hij tot op zekere hoogte eigenlijk almachtig ge noemd kon worden. Maar het was ook meer dan eens voorgekomen, dat een gewoon straatmeisje hem een poos had kunnen boeien. In elk geval was de ziel van den jongen Hertog nog niet ontwaakt. En indien onze dierbare dood en vanuit den hemel op ons kunnen neerzien, dan moeten Angela en haar Courtenay inderdaad heel wat tranen over hun oudsten zoon vergoten hebben. Een van de volmaakt onverklaarbare trekken van zijn karakter was dat hij zich met zuiver minderwaardige dingen tevreden kon stellen. Natsha.. zijn laatste vlam., behoorde zonder twijfel tot een zeer banaal type. Gedurende hun studie in Oxford en daarna had John zich dikwijls verbaasd over de vele verliefd heden van zijn broer, Dick Hammond, een van zijn vrienden die aan het Ministerie van Buitenlandsche Zaken was, had eens tót John gezegd: „Courtenay moet een atavis tisch product wezen! Driekwart van den tijd is hij een hertog, en het overige kwart is verdeeld tus- schen groote zwakheid, poenig gedoe en een zekere heldhaftigheid." Doek Hammond kende de wereld en had 'n bepaald begrip van de waarde van zekere dingen. En daar om had hij zich dan ook op acht en dertigjarigen leeftijd verloofd met Daphne, die twintig lentes telde, een nichtje van Anthea, de bruid van den Hertog. Daphne schonk hem wat volgens zijn op vatting vrouwen moest geven: liefde, prikkeling van het lichaam en den geest. Verder bezorgde ze hem wel eens de noodige onrust en kon ze voor het ove rige een alleraardigst kameraad genoemd worden, die hem ten volleb egreep. Laten we nu echter aan het verhaal beginnen, hetgeen aanvangt in een der compartimenten van „The Golden Arrow," welke ind en middag van den derden Juni 1930 van Dover kwam. Het was een gure, onaangename zomerdag gelijk het Engelsche klimaat er zoovele met zich meebrengt. John Dayre keerde na zijn roemrijke daden in Afghanistan naar Engeland terug en genoot van thee, toast en jam in den restauratiewagen, waarna hij zich naar de coupé begaf die voor hem gereser veerd werd. Het was heerlijk weer in Engeland te zijn: de groene boomen, de breede grasvelden en de lucht.. Nee, deze was niet helblauw, doch dofgrijs, maar dat kwam er minder op aan, want die hoorde nu eenmaal bij dat land. En nergens op de wereld viel er zulke heerlijke thee en knappende toast te krijgen: dat wist hij heel beslist. „Hallo, Dick! Verduiveld gezellig jou weer te zien." „Hallo, John! Hoe is het mogelijk dat ik je aan de boot mis liep?" „Ik sliep, mijn waarde. Thee of een borrel?" „Het laatste bij voorkeur." John trok zijn vriend op de ledige plaats naast hem en gaf den kellnero rder iets te brengen. Dick Hammond nam hem met een vriendelijke uitdrukking in de oogen op. „Het is fijn dat je er weer bent, John,' gaf hij te kennen. „Je reist zeker regelercht door naar Ardayre om morgen de trouw plechtigheid van Courtenay bij te wonen?" „Ja, ik ontmoet hem in Londen en dan trekken we vanavond samen naar buiten." „Dan zal ik er al wezen, oude jongen, want ik ben van plan er met den trein heen te gaan. Je hebt zeker nog niet gehoord dat ik met Daphne Anthea's nichtje geëngageerd ben?" Dick zag er op dat oogenblik heel verlegen uit, want hij was zulk een langen tijd een verstokte vrijgezel geweest. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 5