Televisie thans een Feit
De vervolmaking een Nederlandsche glorie.
Philips' Televisie=systeem.
Een populaire beschrijving van de prachtige uitvinding
RWW
x I
TELEVISIE was tot nog toe een be
grip, dat haast evenver van ons
stond, als de radio een dikke 20
jaar geleden. We hebben hier en
daar, te hooi en te gras, iets van
televisie vernomen, hebben wel
gehoord van de vele moeilijkheden, de tot
nog toe poovere resultaten, de korte af
standen, waarover men seinde, we weten
iets van beeldpunten, hebben misschien
wel eens van een schijf van Nipkow of
het Baird-systeem vernomen, weten zelfs,
dat Berlijn geregeld over korten afstand
televisieprogramma's uitzond en hebben
plichtmatig op de Brusselsche wereldten
toonstelling het Televisie-huis bezocht,
waar we bewonderend gestaard hebben
naar de meneer, die in een geluidsdichte
ruimte stond te zingen en die we een vijf
tal meters verder in een luidspreker hoor
den, vergezeld van 'n zeer onduidelijk en
flikkerend beeld, dat ons geen bijzonder
hoogen dunk van de stand der televisie
gaf.
Maar daarmee was onze televisie-kennis
dan ook volkomen uitgeput en voor velen
zullen de namen Nipkow en Baird zelfs
nog potjeslatijn vormen! Daarom wil
len we er even enkele woorden aan wij
den: Nipkow trachtte het beeld, dat over
geseind moest worden, in beeldpunten te
verdeelen, door eeri schijf ervoor te laten
wentelen, die voorzien was van gaatjes,
welke geregeld een lichtstraal doorlieten,
terwijl het beeld werd „afgetast" door een
photocel, het zoogenaamde „electrische
oog", waarmede lichtimpulsen in stroom-
stooten werden omgezet, die overgeseind
konden worden, om later weer van stroom
stoot tot lichtimpuls omgezet, via een syn-
chroon-loopende Nipkow-ontvangerschijf, 't
beeld weer te reconstrueeren op het ont
vanger-beeldvlak.
De Duitsche televisie werkte volgens dit
systeem. In Engeland heeft Baird vol
gens een ander systeem gewerkt: hij ver
deelde het beeld eveneens in een aantal
vakjes, beeldpunten, en zond ieder van die
vakjes door middel van een speciaal sys
teem uit, zoodat er dus oogenblikkelijk een
geheel beeld gevormd werd. Tengevolge
echter van de beperkte mogelijkheid om
zooveel beeldpunten tegelijk over te sei
nen, kon hij het beeld niet in genoeg beeld
punten verdeelen, om een duidelijke re
productie, te krijgen. Daar was het zoeken
nog steeds naar.
Bij beide en trouwens bij alle overige
nog bestaande systemen, was het tevens
een vereischte, dat het object of het tafe
reel, dat uitgezonden zou worden, zich in
een speciale cel bevond, waar de opname
apparaten het naar hartelust konden be
lichten, verdeelen en verwerken....
Maar natuurlijk ging de eerzucht van
de televisie-enthousiasten naar iets anders
uit, n.L naar de vrije, ongebonden opname
door Dr. Balth. v. d. Pol.
mogelijkheid, waarbij men dus straattafe-
reeltjes, wedstrijden, enzoovoorts, zou kun
nen opnemen en uitzenden. Daarvoor deug
den nóch het Nipkowsysteem, nóch dat
van Baird!
Het is daarom een onvergelijkelijke glo
rie voor Nederland, het geboorteland te
mogen zijn van een televisiesysteem, dat
de televisie in èlken vorm thans tot een
feit heeft gemaakt!
Daartoe geven wij het woord aan Dr.
Balth. v. d. Pol, die ons, bij ons bezoek aan
het Philips' Laboratorium te Eindhoven,
onthaalde op een demonstratie van de kost
bare televisie-installatie, die heel Neder
land met trots vervult! Daartoe stond de
televisiezender, die met een vermogen van
400 Watt golven uitstraalt van 7 Meter, op
gesteld op een hoog punt van een der Phi
lips fabrieksgebouwen, terwijl het opna
me-apparaat zich in een geimproviseerde
studio in het laboratorium 300 meter van
den zender verwijderd, bevond.
„De gedachte, die aan de televisie ten
grondslag ligt, is dezelfde, die wij bij de
film aantreffen. Echter, en daarop zou ik
met nadruk willen wijzen, bij 't hier ge
volgde televisiesysteem maken wij, in te
genstelling met andere systemen, zooals in
Duitschland b.v., geen gebruik van een z.g.
tusschenfilm. Deze grondgedachte, die wij
aan de film ontleenen, is de volgende: ter
wijl by een studio-filmopname alle bewe
gingen der handelende personen in werke
lijkheid natuurlijk continu verloopen,
maakt een gewoon filmapparaat gedurende
elke seconde van de scène 24 a 25 korte
momentopnamen. Later, bij de weergave
in de bioscoop, worden snel achter elkaar
deze 24 a 25 momentopnamen op het doek
geprojecteerd. Daarbij krijgt het oog den
indruk van continue bewegingen der spe
lenden."
„Slagen wij bij de televisie er derhalve
in om, evenals bij de gewone film, per se
conde 25 beelden over te seinen, dan heb
ben wij ons doel bereikt."
„Het probleem reduceert zich dus tot de
vraag: Hoe kan ik langs radioweg in 1/25
deel van een seconde een beeld overzen
den, dat met behulp van een fotografische
lens in de zendstudio op éen scherm is ge
projecteerd?"
„Laat ik direct vooropstellen, dat de kor
te duur van 1/25 seconde die wij slechts
beschikbaar hebben om één zoo'n moment
opname over te zenden, in het algemeen
geen bezwaar oplevert, omdat wij elec-
trisch zeer snel kunnen werken en in ons
televisiesysteem zich slechts electriciteit
geweegt en geen materie, dus geen draaien
de schijven of spiegels of dergelijke."
„De snelheid, waarmede wij moeten
werken, vormt derhalve geen beletsel. Ook
het feit, dat wij hier licht moeten uitzen
den in plaats van geluid, zooals bij de ge
wone radio, baart geen fundamenteele
moeilijkheden, omdat wij immers de z.g.
photocel hebben, die licht omzet in elec
trische stroomen, evenals de microfoon dit
doet voor geluid. Neen, het fundamenteele
verschil ligt in het feit, dat bij het geluid
alles slechts na elkaar komt en wij daar
bij derhalve met één afmeting te doen heb
ben, in tegenstelling met een beeld, dat
twee afmetingen heeft, n.L lengte en
breedte."
„Om in de beschikbare 1/25 seconde nu
één compleet beeld over te seinen, redu-
ceeren wij door een kunstgreep de twee
afmetingen van het beeld tot één afme
ting. Hoe dit gaat kan ik het best met een
gedachte-experiment duidelijk maken. Stel
deze foto hier is één van de 25 momentop-
De televisie-camera met ionoscoop. In het ingezette vierkant het schema van de
inioscoop: doos een lens wordt het over te zenden, beeld op een mozaiek-plaatje
geworpen, die een dunne electronenstraal, welke in .de hals van de Braunsche lamp
geproduceerd wordt, aftast. De inwerking van de. electronen op de plaat wordt
nu in electrische stroomstooten omgezet.
jjSi
■|s3
pli
\:S: S
v r V -.ii?
f n
i"'" - "V 'lï J
S
ghrr
«rnn»
.rr„ «uw
rww
Ui'
De zend-antenne op een der Philips-
fabrieksgebouwen te Eindhoven.
Links en rechts boven:
De televisie-ontvanger met gereproduceerd
beeld. De vijf knoppen dienen ter regeling
van geluid en volume, lichtsterkte en
beeldscherpte.
namen, die wij per seconde moeten over
seinen. Wij gaan nu als volgt te werk:
Wij knippen in gedachten de foto in lange
smalle horizontale strooken van boven af
genummerd 1, 2, 3enz. Wij plakken nu
aan het einde van strook 1 het begin van
strook 2, aan het einde van strook 2 het
begin van strook 3, enz., zoodat wij één
heel langen band krijgen. De strooken
zijn zóó smal gekozen, dat wij kunnen
zeggen, dat er alleen nog maar licht- en
donk er-variaties zijn in de lengte van den
band en niet meer in de breedte. Aldus
hebben wij van de foto van twee afmetin
gen bij benadering een lijn gemaakt van
één afmeting. Wij kunnen nu, evenals bij
de geluidsradio alleen moet bij de tele
visie alles veel sneller gebeuren in 1/25
seconde deze lange band als het ware door
den zender laten loopen, die dan afwisse
lend sterke en zwakke golven uitzendt al
naar dat het betreffende deel van den band
licht is of donker."
„Dit is in principe ongeveer wat er in
den zender gebeurt. Wenden wij ons thans
tot den ontvanger. Hierdoor zouden wij
met gelijke snelheid als dat bij den zen
der gebeurt, ook een blanco papieren band
kunnen laten loopen, waarop de ontvanger
de momenteele sterkte van de ontvangen
golven op de een of andere manier af
drukt, waardoor wij bij den ontvanger een
volledige replica krijgen van den zender
band. Snijden wij daarop den ontvangen
band in stukken, even lang als de oor
spronkelijke strooken bij den zender wa
ren, en plakken wij deze stukken onder
elkaar, wederom in de volgorde 1, 2, 3..
enz., dan krijgen wij derhalve bij den ont
vanger precies hetzelfde beeld als waarvan
wij bij den zender uitgingen en onze op
gave van het overbrengen van één beeld
is gelukt. Wanneer wij ditzelfde procédé
25 maal per seconde met de opvolgende
momentopnamen herhalen, hebben wij dus
met dit gedachte-experiment in principe
althans de televisie opgelost."
„Het zal duidelijk zijn, dat bij het be
schreven gedachte-experiment de scherpte
en de details van de beelden in hooge mate
zullen afhangen van de smalheid van de
overgeseinde banden of, m.a.w. van het
aantal lijnen of banden, waarin wij het
beeld verdeelden. Dit komt doordat de
zender elk moment immers slechts de in
de breedte gemiddelde helderheid van den
band kan overseinen. Hoe groo'ter derhalve
dit aantal lijnen is, hoe scherper het beeld
zal uitvallen."
Even willen we we hier v. d. Pol onder
breken voor het volgende:
Hadden Nipkow en Baird dus te zorgen
voor het overseinen van zooveel mogelijk
beeldpunten om scherpte in de reproductie
te verkrijgen, (vergelijk b.v. het raster van
een foto-cliché, dat iedere leek duidelijk
op de foto's'op de fotopagina van zijn lijf
blad kan onderscheiden), Philips moet zor
gen voor een zoo ruim mogelijke verdeeling
in lijnen! Daartoe heeft het Philips' labo
ratorium verschillende lichtkasten inge
richt, waarop men foto's als transparant
kan waarnemen; met behulp van dunne
glazen staven kan men het beeld dan in
„televisielijnen" verdeelen en hoe dunner
de glasstaven, en hoe méér men ervan noo-
dig heeft om het geheele beeld mee te ver
deelen, hoe scherper het zal worden bij de
reproductie, hetgeen duidelijk op de licht
kasten bly'kt. De scherpte van de beelden
van 75 lijnen, van 190 lijnen, en de scherp
te van 't origineel, doen ons onmiddellijk
met één oogopslag waarnemen, dat het
beeld zélf scherper wordt en meer détails
laat zien naarmate men het aantal beeld
lijnen vergroot! Ook zagen we een lan
taarnplaatje in een der lichtkasten, dat in
resp. 45, 90 en 150 lijnen was verdeeld.
Duidelijk was het verschil in scherpte be
merkbaar!
Doch opnieuw geven we Dr. v. d. Pol
het woord:
„Ik kom nu terug op het gedachte-expe
riment, waarbij wij, ter illustratie, van de
uiteenlegging van een beeld in lijnen, dit
beeld in gedachten in strooken knippen.
Precies zóó gebeurt het natuurlijk niet bij
den zender. Wat er werkelijk gebeurt is
evenwel in principe daaraan geheel ana
loog."
„In de studio is namelijk een iconoscoop
of electrisch oog opgesteld, dat de plaats
inneemt van de microfoon of het electrisch
oor bij den gewonen radiozender. Op een
speciaal geprepareerd scherm in deze ico
noscoop wordt met een fotografische lens
een beeld gevormd van de uit te zenden
scène."
„Wij denken ons dit beeld wederom in
evenwijdige strooken verdeeld en wij tas
ten nu langs electrischen weg eerst de bo
venste strook van het beeld af, daarna de
tweede, daarna de derde strook.... enz.,
zoodat wij zigzags-gewijze het geheele beeld
in 1/25 seconde electrisch hebben afge
zocht. Het is zóó ingericht, dat bij dit elec
trisch aftasten ergens een stroom vanzelf
sterker wordt, wanneer wij een lichte plek
passeeren en zwakker, wanneer wij een
donkere plek treffen. Deze veranderende
stroomen, die dus de licht- en donker-va-
riaties van elk van de opeenvolgende stroo
ken van het beeld in zich dragen, modu
leeren tenslotte den zender op dezelfde
wijze als de microfoonstroomen dit doen
bij den omroep."
„Bij den ontvanger is 'n z.g. Braunsche
buis opgesteld, dat is een luchtledige buis,
voorzien van een scherm, bedekt met een
substantie, die licht geeft zoodra er elec
tronen op vallen. In deze buis kunnen wij
den regel, dan zouden wij reeds een ver-
teekend beeld ontvangen. Immers, dit zou
ermede overeenstemmen, dat wij bij de
beschreven proef den langen ontvang-
band in iets te korte stukken doorknip
ten, voordat wij deze onder elkaar plak
ten en het is duidelijk, dat men dan een
verteekend beeld zou krijgen. Het zoo noo-
dig in hooge mate precies in de pas hou
den van den ontvanger met den zender
geschiedt met behulp van de z.g. relaxa
tie-trillingen, die deze functie ideaal ver
vullen."
„Rest mij nog een enkel woord te zeg
gen over het gebruik bij de televisie van
de golven van 7 meter. Wij noemden reeds
de groote snelheid waarmede alles bij te
levisie moet gebeuren. Daar wij 25 beel
den in één seconde moeten overseinen en
elk beeld in 180 strooken uit elkaar gelegd
wordt, hebben wij voor elke beeldstrook
slechts ca. 1/5000 seconde beschikbaar. Ge
durende deze 1/5000 seconde moeten wij
nog alle details van de strook overseinen.
De langere radiogolven zijn voor dit alleg
te log en wij moeten onze toevlucht nen
men tot de veel beweeglijker korte golven,
Intusschen brengen deze het nadeel mede,
dat zij bij lange na niet zoo ver dragen als
de langere golven van den gewonen om
roep. Dit is reeds gebleken bij de omroep-*
proeven, die wij eind 1930 te Amsterdam'
genomen hebben, met golven van 7.85
Bij die gelegenheid was de zender geplaatst
op een toren van het Carlton Hotel; dei
verste rapporten kwamen binnen vati
Haarlem en Heemstede. Een hooge plaat
sing is ook voor een televisiezender van het
grootste belang, omdat, uitzonderingsgeval
len daargelaten, de golven slechts weinig
verder reiken dan men bij helder weer van
de zendattenne uit kan zien, daar deze kor
te golven de aardkromming moeilijk vol
gen."
„Het is derhalve thans mogelijk, een:
stad als Amsterdam of Londen of Berlijn
met behulp van één zender, in de stad of
in de directe omgeving geplaatst, van tele
visie te voorzien, maar geheel Nederland
zou meerdere zenders vragen. Wél kan
men televisie-beelden langs kabels zen-*
den naar een tweeden zender, maar daar**
bij zijn speciale kabels noodig, die van een
zeer by" zonder type moeten zijn, zooals er
thans in Holland nog geen enkele is ge
legd. Een mogelijkheid bestaat verder per
De contöle-kamer, waar men verschillende Braunsche lampen ziet uitmonden. Het
beeld wordt hier dus reeds op scherpte, enz. gecontroleerd en daarna gemoduleerd.
een fijne onzichtbare electronenstraal, pre
cies in de pas met het aftasten van het
beeld bij den zender, een rechthoekig deel
van het scherm eveneens zigzags-gewijze
laten afzwiepen."
„Natuurlijk is het van het grootste be
lang, dat bij den ontvanger de electrische
straal in de Braunsche buis precies in de
pas blijft met het aftasten van het beeld
bij den zender en bijv. op nauwkeurig het
zelfde moment overspringt op een volgen
den band van het beeld. Gebeurt dit alles
niet precies synchroon en sprong b.v. de
ontvanger telkens maar één millioenste
van een seconde te vroeg naar een vojgen-
ultra korte golf gerichte radio. Ook dit
gebied van de televisie is nog in ontwikke
ling, evenals vele andere details."
„Intusschen meenen wij er in geslaagd
te zijn, door gemeenschappelijke samen
werking van verschillende afdeelingen van
het laboratorium en de fabriek een zen
der en ontvangers te hebben geconstru
eerd, die ongetwijfeld behooren tot het
beste en meest geperfectioneerde van wat
op het oogenblik, waar dan ook ter wereld,
te vinden is."