Het Geheim van het Garmolata-gebergte Uitverkoop Wil Mussolini de Britscho publieke opinie winnen? Fa- Herm. de Raat Lichtend Horizon voor Breezand Een tragische vorsten geschiedenis Grote Inventaris* Zaterdag 28 December 1935. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9880 Het Amerikaansche handelsverdrag Donderdag 2 Januari ongekend 1 a g e prijzen. DE TOCHT OVER DE HOOGVLAK TE. OP ZOEK NAAR DE ITA LIANEN. EEN ONGERUST APENVOLK. HET EINDE VAN EEN VAN SALOMO'S NAKOME LINGEN. ,(Van onzen reizenden correspondent.) DIRÉDAWA, 4 December. JAWEL", dit is de oorlog van de valsche ge ruchten, die door de groote afstanden en het gebrek aan verkeers- en communicatiemidde len meestal zeer moeilijk te controleeren zijn. De brandende vraag was: is het waar, dat de Ita lianen, na hun nederlaag aan het zuidfront (hun terugtocht tot op hun basis was toch moeilijk anders dan als een nederlaag te beschouwen) erin zijn ge slaagde 't Garmolata-gebergte te bezetten en dus bijna in het hart van het land een sterke stelling in een natuurlijke rotsvesting in te nemen? Reeds in mijn vorig artikel zette ik de beteekenis van het Gar molata-gebergte als militaire positie uiteen, doch ik vergat daarbij te wijzen op de politieke voordeelen, welke de Italianen misschien zouden kunnen putten uit de bezetting van deze rotsvesting. Om het Garmolata-gebergte zweeft reeds vele ja- ren een geheim. Daar op een bijna ongenaakbaar pla teau is (of was) sedert 1932 de gedwongen verblijf plaats van den afgezetten „negus negèsti" Lidzj Yassoe, wiens naam beteekent „de kleine Jezus". De geschiedenis van dezen vorst, evenals de hui dige negus negésti Haïlé Selassié een rechte afstam meling van koning Salomon door de koningin van Saba, is vreemd en fantastisch. Als zeventienjarige knaap werd Lidzj Yassoe geroe pen tot den troon van Abessinië. De groote Menelik was van moederszijde zijn grootvader. Zijn vader was een prins uit het zuiden en Mohamedaan. Lidzj Yas soe kon geen koning der koningen, negus negèsti, worden, indien hij geen Christen was, want het Kop- tische Christendom is in Abessinië staatsgodsdienst. Hij was als troonopvolger dan ook in den Christelij- ken godsdienst opgevoed, doch nauwelijks had hij ais knaap nog den troon bestegen, of hij omhelsde min of meer in het geheim den Islam. Het waren ver moedelijk niet alieen godsdienstige overwegingen, die hem daartoe bewogen. Een Mohamedaansche vrouw soeelde daarbij ook een rol. Als Christen kon hij geen Mohamedaansche. tot vrouw nemen. Hadden er van Christelijke zijde geen bezwaren bestaan, dan zou de leer van Mohamed dit hebben verboden. Een Muzelman mag een Christin tot vrouw nemen, echter een Mohamedaansche vrouw mag onder geen voor waarde een Christen als echtgenoot aanvaarden. In zijn paleis, in vertrouwden kring tenminste, droeg Lidzj Yassoe steeds de kleeding der Mohame- danen, wat natuurlijk voor de machtige christelijke geestelijkheid niet lang een geheim kon blijven. Ook begunstigde hij op alle mogelijke wijzen den Islam en toonde zich tegenover de Ivoptische Christelijke kerk weinig vriendelijk. In het land heerschte onder de Christenen ernstige ontevredenheid over dit alles, maar zelfs de machtige Christelijke geestelijkheid kon niet veel tegen den negus negèsti beginnen. Deze had zich omgeven met een lijfgarde van vele duizenden fanatieke Mo'hamedanen. Lidzj Yassoe was nog geen twintig jaar oud toen de wereldoorlog uitbrak en zijn sympathieën gingen naar de centrale mogendheden, naar de Turken, maar meer nog naar de Duitschers, voornamelijk dan naar keizer Wilhelm. Hoe de. Duitsche propaganda-dienst dat klaar heeft gekregen, weet ik niet, maar ook nu nog hoort men in het oosten onder het volk vaak met vereering spreken van keizer Wilhelm, die „een trouw Moslim is en meerdere malen de bedevaart naar Mekka ondernam". Voor den jeugdigen Lidzj Yassoe was keizer Wilhelm de machtige Mohame daansche vorst en naar hem gingen zijn vereering en zijn sympathie, ook al bleef de jeugdige negus ne gèsti da.n ook aanvankelijk zeer voorzichtig. Den Franschen en Engelschen was de gezindheid van Lidzj Yassoe spoedig bekend en de ontevreden Abessijnsche geestelijkheid kreeg plotseling een krachtigen steun. In Oost-Afrika streed de eminente Lettow-Vorbeck aan het hoofd van 'n handjevol man nen tegen een overmacht en Lidzj Yassoe dacht er over te trachten hem hulp te bieden, ware het alleen in proviand en munitie. In 1916 achtten de Abessijn sche geestelijkheid, bijgestaan door de Engelschen, die meer met raad dan met daad hielpen, het gunstige oogenblik gekomen aan het bestuur van den Moha- medaanschen negus negèsti een einde te maken. Ter wijl Lidzj Yassoe zich buiten zijn hoofdstad bevond, verscheen daar raz (prins) Tafari Maltonnen, de hui dige negus negèstit Haïlé Selassié, toen gouverneur van Harrar, aan het hoofd van vierduizend Koptisch- Christelijke krijgslieden en van deze gelegenheid maakte de geestelijkheid gebruik Lidzj Yassoe ver vallen te verklaren van den troon, terwijl ze tezelf dertijd alle onderdanen ontsloeg van den eed van trouw aan den vorst, die zelf niet trouw aan zijn godsdienst was gebleven. Een dochter van den groo- ten Menelik werd verheven tot keizerin, doch tegelij kertijd werd raz Tafari Makonnen, de huidige negus negèsti, benoemd tot negus-regent en tot troonopvol ger. Lidzj' Yassoe legde zich hierbij natuurlijk niet rus tig neder en hij verzamelde een leger van Mohame- danen, waarmede hij de macht trachtte te heroveren. Telkens verslagen begon hij den strijd telkens weder opnieuw, tot hij eindelijk in 1919 gevangen werd ge nomen. Hij werd geïnterneerd te Fitché, de hoofd- slad van de provincie Salali, doch in 1922 slaagde hij erin te ontvluchten. Reeds na enkele dagen kan men hem te Abbaï aan den Blauwen Nijl weder ge vangen nemen en nu werd hij geïnterneerd in het gehergte Garmolata. Het was in het geheel niet onwaarschijnlijk, dat de Italianen zouden trachten zich van zijn persoon meester te maken om met zijn hulp de Mohameda- nen in Abessinië tegen de huidige regeering op te zetten. De bezetting van het gebergte Garmolata kon dus zoowel militair als politiek de grootste gevolgen heb ban. Met een Tsjech, die al jaren in Abessinië woont, vroeger kapitein was in het Tsjechische legioen in Siberië, later leeuwenjager en handelaar in wilde dieren in Abessinië en thans, daar in verband met de crisis de handel in wilde dieren zeer slap is, een betrekking bekleedt bij de Ethiopische Bank, trok ik er op uit. Deze avontuurlijke kerel kent het geheele land en spreekt eenige der hier gebruikelijke talen. Een beter gezel op mijn tocht had ik moeilijk kun nen vinden. Langs een karavaanweg hebben we een gedeelte van den tocht gemaakt per automobiel, tot de chauf feur, die eveneens het gerucht betreffende de aan wezigheid van Italiaansche troepen in het Garmola ta-gebergte gehoord had, niet verder wilde. Bij een nederzetting van Somali's en Ethiopiërs, waar we paarden konden huren, zou hij op ons wachten en we zijn met ons beiden, goed gewapend, te paard verder getrokken over de langzaam stijgende hoog vlakte, door droge rivierbeddingen, tusschcn wild struikgewas, waar we nu en dan een gaze'le of een oryx-antilope met lange rechte horens als degens te zien kregen. In de schaduw van een reusachtigen mimosaboom, die den vorm had van een parasol, hielden we nu en dan rust. Eindelijk, toen we den Tevens pleister op de wonde Het nieuwe handelsverdrag met de Ver. Staten van Noord-Amerika is o.a. ook van groote beteekenis voor Breezand, wiens be langen geheel zijn samengeweven met de bloembollencultuur. De kracht van Breezand ligt in de tulpenkweekerij, die een prachtige glanzende tulpen-bol aflevert. Dit product dat in de goede jaren op contract voor de groote firma's in Zuid-Holland werd geteeld, is van af 1932 miskend ten gunste van de goedkoopere „klei bol", die in Drechterland (Bovenkarspel!) wordt ge teeld. De oorzaak hiervan was dat de export met buitengewoon scherp gestelde prijzen moest werken om ondanks de zeer hooge invoerrechten van het buitenland met een koopbaar product aan te kun nen komen. De saneering heeft de minimum-prijzen gebracht, die tusschen klei- en zandtulpen geen on derscheid maken. Het gevolg hiervan was dat Bree- zand's nadeel tegenover de klei-kweekers (die goed- kooper land en werkkrachten hebben') werd opgehe ven. Maar bovendien begon het mes aan de rugzijde te snijden. De bollenexporteurs kregen met nadruk van hun buitenlandsche cliëntèle te verslaan dat als de prijs gelijk was de glanzende, droge zand-bol verre boven de kleibol werd geprefereerd. De contractteelt keerde dan ook langzaam aan naar Breezand terug. Het optimisme van de Bree- zander kweekers waarover men zich ondanks alle narigheid kon verbazen was dan ook voorname lijk gegrond op het rotsvaste vertrouwen in hun voortreffelijke bollen, die eenmaal toch weer de meest gewilde zouden worden! Dit vertrouwen zal zeker niet beschaamd worden. Want wat Amerika ons in de schoot heeft geworpen is niet onbelangrijk. Het invoerrecht van tulpenbollen bedraagt op het oogenblik 6 dollar per 1000 stuks, terwijl de prijs va rieert van 13 tot 20 dollar per 1000. Dit recht wordt per 1 Februari teruggebracht tot 3 dollar per 1000. rand van het hoogste gedeelte van de hoogvlakte hadden bereikt, zagen we bijna plotseling het mach tige, tot drieduizend meter hoog stijgende Garmolata- gebergte voor ons. Daar ontmoetten we eenige Euro peanen, die op de jacht-waren en van het Garmolata- gebergte kwamen. Zij verklaarden ons van Italianen in deze streek geen spoor te hebben gezien. We vroegen nog of zij iets naders hadden verno men over den in het Garmolata-gebergte gevangen ex-negus-negèsti Lidzj Yassoe, maar betreffende hem wisten ze niets en ook dit was op dat oogenblik voor mij van belang geweest, want volgens sommige ge ruchten leefde hij niet meer en zou hij reeds een jaar geleden gestorven zijn, doch zou de regeering dit geheim houden.. Nu we zekerheid hadden, dat de geruchten aan gaande de bezetting van het Garmolata-gebergte dooi de Italianen ongegrond waren, konden we de terug reis naar Dirédawa aanvaarden, wat wel gewenscht was, daar we vóór het vallen van de duisternis te rug wilden zijn. Bij de nederzetting, waar we onze paarden hadden gehuurd, vonden we onzen chauffeur, die op ons wachtte en al ongeduldig begon te worden. Onder weg verlieten we een half uur de auto om een bezoek te brengen op een plaats, waar zich een talrijke ko lonie apen bevindt. Onder dezen apenstam bracht on ze komst groote onrust, en de vele honderden dieren toonden angst, terwijl hun aanvoerders, bijzonder groote dieren van ruim een meter lengte, krijgsraad hielden en blijkbaar bevelen uitdeelden. Het was reeds avond, toen we te Dirédawa aan kwamen en daar hoorden we het verrassende offici- eele nieuws, dat de ex-negus-negèsti Lidzj Yassoe en kele dagen tevoren na een ziekte, die jaren had ge duurd, overleden was in het gebergte, dat wij dien dag van nabij hadden aanschouwd. J. K. BREDERODE. Het invoerrecht op hyacinten komt van 4 dollar op 2 dollar per 1000. En dat van alle andere bonensoor ten wordt van 33 op 15 gebracht. Alleen het invoerrecht op narcissen blijft op poil. Maar hierbij dient opgemerkt dat tot 1 Dcc. 1936 de invoer van narcissen in Amerika geheel verboden is. Daarna komt het weer vrij. Als men na weet dat verschillende kwee kers zich al eenigen tijd toeleggen op den narcis die pas in 1937 voordeel zal kunnen brengen dan begrijpt men wellicht hoe de hollencnltuur met de laatste grootscheepsche concessies van Amerika verblijd is. De contractteelt zal nu zeker in versterkte mate haar oude pad naar Breezand weten te hervinden. Pleister op de wonde. Men overschatte de beteekenis van deze gang van zaken echter niet! De onmiddellijke baten laten zich nog niet in baren gouds uitdrukken. Allereerst zal de wonde moeten worden gedicht, die de „strop" van Duitschland en Denemarken bij de tulpencultuur heeft geslagen. Duitschland pleegde in de maanden Augustus, Sep tember en October pl.m. 7 millioen Kg. vroege tul pen te betrekken. Denemarken 1 milioen Kg. Door deviezennood echter kon men niet meer dan 3 milli oen naar Duitschland exporteeren, terwijl Denemar ken niet meer wilde opnemen van 400.000 Kg.! De kweekers van vroege tulpen zitten dus met ge weldige overschotten. De bollencultuur financiert zelf een „Blocmbollcn- surplus Fonds '35" die alle onverkochte bollen voor 85 van de door de saneeringscommissie vastgestelde minimumprijs overneemt. Door de onverwachte groo te overschotten is het fonds slechts in staat 40 uit te keeren. Een request naar de regeering is begin December al verzonden om 500.000 gulden, opdat uil- keering tot ten naaste bij 85 toch kan plaats vin den. Men ziet, het is niet alles rozegeur en maneschijn. Desondanks, Amerika is voor de bollencultuur weer het beloofde land geworden. Hiervan zal Breezand, naar wij hopen en vertrouwen, zijn deel trachten machtig te worden! H. JONKER Hz. Toenemende bezorgdheid over de sancties (Van een specialen correspondent). ROME, Donderdag, De opwinding over Engelands vraag aan de Middellandsche Zee-mogendheden, in hoeverre zij bereid zijn, militaire hulp te verleenen, indien de situatie zich zou toe spitsen, duurt nog steeds voort. De hard nekkige pogingen der Italiaansche pers, om den indruk te wekken, alsof de ant woorden dier mogendheden een volledig fiasco voor Engeland zouden beteekenen, zijn weinig overtuigend. De bevolking is somberder dan - ooit gestemd en dat vindt zijn oorzaak in de berichten omtrent de Britsche informatie bij genoemde mogend heden, in de sombere verwachtingen aan gaande de buitenlandsche politiek van Eden en in de bestaande onzekerheid omtrent den toestand in Abessinië. Nu de laatste diplomatieke onderhandelingen zijn doodgeloopen, vraagt ieder zich af, wat thans zal gaan gebeuren. Men hecht hier een zekere waarde aan het feit, dat de Fransche ambassadeur, de Chambrun, die van plan was ,de Kerstdagen in Frankrijk door te brengen, dit plan heeft opgege ven, nadat hij een onderhoud had gehad met Su- vich. Hij had zelfs reeds een reisbiljet genomen, doch blijkbaar in verband met zijn gesprek met den Italiaanschen onderstaatssecretaris van buiten landsche zaken nam hij het besluit, Rome niet te verlaten en zich gereed te houden, eventueel met Mussolini te kunnen onderhandelen. In Fransche kringen gelooft men, dat Laval de hoop, het bemiddelingsvoorstel nieuw leven te kun nen inblazen, nog niet heeft laten varen, en dat hij Mussolini daarvan in kennis heeft gesteld. Men kan er vrij zeker van zijn, dat met het aanbreken van het nieuwe jaar nieuwe pogingen door Frank rijk en Italië zullen worden aangewend om tot een oplossing te geraken. Men gelooft hier verder, dat Mussolini, nu het Parijsche ontwerp in Engeland schipbreuk heeft ge leden door den drang der publieke opinie, zijn best doet om die opinie in Engeland gunstiger voor Ita lië te stemmen. Te dien einde zou hij een Italiaan schen agent naar Engeland zenden, die zou moeten bewerken, dat eventueele nieuwe bemiddelings voorstellen niet zoo unaniem zouden worden ver werpen. Terwijl men verwacht, dat de Volkenbond de vol gende maand zal overgaan tot de afkondiging van een petroleum-embargo, worden per schip en per trein steeds grootere hoeveelheden petroleum inge voerd. Inmiddels is de bezorgdheid over den druk der sancties hier duidelijk merkbaar, ondanks de blufferijen der pers. Men hoort de meening uit spreken. dat de druk Februari benau wend zal worden en men twijfelt er wel eens aan, of Italië in staat zal zijn nog lang vol te houden. De financieele situatie is zorgwekkend, want het geweldige bedrag, dat besteed is aan den aankoop van petroleum heeft een groot gat in de goudreser ves geslagen. De Italianen vragen zich af, of wel licht een heffing op het kapitaal op komst is en na een maatregel als de inzameling der trouw ringen lijkt dat niet zoo onwaarschijnlijk. In breede kringen is men van meening, dat ook de Paus de hoop op een spoedige rege ling heeft opgegeven en het bewijs daar voor ziet men in de rede, die hij tot het college van kardinalen heeft gehouden. Men gelooft, dat nu de onderhandelingen waarop hijzelf zoo had aangedrongen op niets zijn uitgeloopen, hij besloten heeft den oorlog te veroordeelen en zich voor den vrede uit te spreken. Ook de „Osservatore Romano" ziet den toestand duister in. „Dit was een Kerstmis zonder vrede, aldus schrijft het blad, een Kerstmis, droeviger en hopeloozer dan se dert den wereldoorlog het geval is geweest". De kinderen hebben hier kleine poppetjes, die Abessijnen voorstellen, als speelgoed gekregen. Een ander geschenk bestond uit een pop, die „Het be schavingswerk van Italië" werd genoemd en die een pleegzuster voorstelde, welke twee verwaasloos- de Abessijnsche kindertjes in haar armen droeg. Botsing tusschen tram en autobus Op de lijn EnkhuizenHoorn. Green persoonlijke ongelukken. Venhuizen. Den morgen van lsten Kerst dag, ongeveer acht uur, heeft bij den onbewaakten overweg te Venhuizen een botsing plaats gehad tuschen een autobus vand en dienst Enkhuizen Hoorn en de tram, die de verbinding onderhoudt tusschen Hoorn en Bovenkarspel. De chauffeur be merkte de tram te alat en hoewel hij onmiddelijk krachtig remde, kwam de bus, als gevolg van de gladheid van den weg, eerst op de rails tot stil stand. Ook de trambestuurder remde krachtig, doch kon een aanrijding niet meer voorkomen. De zware autobus werd in de flank gegrepen en tien a twaalf meter langs de spoorbaan geduwd. De inzittenden van de autobus kwamen er goed af. Slechts èèn der passagiers werd licht aan het hoofd gewond. Nadat de auto door een tractor van de Nederland- sche Spoorwegen was weggesleept, kon de tram de reis voortzetten. Het uitzicht is op het punt, waar de botsing plaats had. zeer slecht, doch over enkele dagen zal het I gevaar voor goed geweken zijn, want per 1 Januari i wordt de tramlijn opgebroken en de dienst gestaakt. begint onze Koopjes Langestraat 80 Alkmaar. Koopjes

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 5