Cursusvergadering van de Vereen. van 0 ud -l eerl in 9 er d er Rij ks- landbouwwinterschool te Scl ia( jen Dinsdag 14 Januari 1936. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9891 Is het gewenscht het huidige systeem van crisisbestrijdiog in den Landbouw door een stelsel van hooge invoerrechten te ver vangen door H, D. LOUWES te WestpoIderO Voor 'Ae eersrte cursusvergadering die In dit seizoen fn het Noordhollandsch Koffiehuis werd gehouden op Maandag 13 Januari 1936, was zeer groote belangstel ling. De Voorzitter der Vereeniging, de heer P. Blaau- boer Gz., heette de aanwezigen hartelijk welkom op deze eerste cursusvergadering in 1936. Dit welkom riep hij in 't bijzonder toe aan den heer H. D. Lou- wes, Voorzitter der Groningsche Maatschappij van Landbouw en Lid der Tweede Kamer. Het door hem te behandelen onderwerp is geboren uit den nood der tijden. Wij moeten, zegt spr., helaas constateeren dat er bij een jaar terug nog weinig opleving is te con stateeren en 't onze regeering niet is gelukt verlich ting te brengen in deze benarde tijden. Het tegen deel zien wij helaas gebeuren, n.1. dat een enkele tak van 't landbouwbedrijf die nog bevredigend genoemd <mo<5ht worden, de tarweteelt, thans wordt terugge bracht tot dat peil, waar niet meer van een loonende teelt kan worden gesproken. Wij stellen 't daarom op hoogen prijs dat wij den heer Louwes bereid heb ben bevonden zijn onderwerp voor ons te willen be handelen. Spr. heet dan verder in het bijzonder welkom de eereleden, de heeren Smeding, Lienesch en Visser, den Voorzitter der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, den heer H. K. Koster, Voorzitter der Com missie van Toezicht op de R.L.W.S., wien het ze ker een genoegdoening zal zijn, dat thans zoovele leerlingen deze school bezoeken, den heer D. de Boer Dz., Stompetoren, de dames van de Vereeniging van Oudleerlingen van de Landbouwhuishoudschool te Schagen, zoomede de pers. Na deze woorden geeft spr. het woord aan den heer Louwes. De titel van het onderwerp staat er zoo eenvoudig en nuchter, aldus leidt de heer Louwes zijn onder werp in, in werkelijkheid had er ook wel zoo onge veer kunnen staan: een beschouwing over 's werelds beloop. Zoo uitgebreid en althans het geheele econo mische leven omvattend is dit onderwerp. Daarbij is de toekomst der landbouwcrisiswetgeving niet los te maken,van haar verleden en van haar heden. Wil men de toekomst dus onder de oogen zien, dan kan niet worden nagelaten eerst verleden en heden in [vogelvlucht te bekijken. Komt men eindelijk tot de toekomst, dan zal daar bij herhaaldelijk gebruik moeten worden gemaakt van de woorden: „wanneer" of „indien". Daardoor vervalt veel van de stelligheid van het betoog: waar echter oök ten opzichte van de economische toekomst geldt, dat wij in raadselen wandelen, daar zal die meerdere stelligheid wel tot de vrome wenschen blij ven behooren. Op grond van deze dingen heb ik er van af gezien mijn lezing samen te vatten in een aaneengesloten betoog; in de volgende punten heb ik de gedachten zooveel mogelijk in logisch verband neergelegd. Ik vlei mij niet met de hoop daarbij volledig te zijn geweest; mogen die punten worden opgevat in den zin, zooals ik ze heb bedoeld: een aansporing tot eigen nadenken, een waarschuwing voor eenzijdig heid, Hte doel der landbouwcrisispolitiek is door prijs- regelende werking en productie-voorschriften een zoo doelmatig mogelijke uitoefening van het Neder- landsche landbouwbedrijf in zijn meest uitgebreiden zin akkerbouw, veehouderij, tuinbouw, boschbouw •- mogelijk te maken. Uitkeernigen in eens, toegekend in verband met den individueelen w.elstand passen in dit beleid niet en zijn voor zijn goede ontwikkeling noodlottig. Im mers bij het nastreven van dit doel gaat het niet in de eerste plaats om de individueele boeren- en tuin- dersbelangen, maar om het algemeen belang, dat de voortzetting eener intensieve bodemexploitatie vor dert. Behalve om stoffelijke belangen gaat het hierbij ook om geestelijke, sociale en staatkundige waar den, daar deze allen in gevaar komen, als Neder land zijn boerenstand in belangrijke mate zou ver liezen. Een verwaarloosde boerenstand is zeer moei lijk zoo het al mogelijk is te herscheppen. En geland toont dat metterdaad. De noodzakelijkheid der prijsregelende werking van de landbouwcrisiswetgeving rust vooral op drie feiten. Deze zijn; a. Een ontredderde wereldmarkt, waarop land bouwproducten worden verhandeld tegen prijzen, die met de productiekosten geen verband houden. b. Een verstard hinnenlandsch kostenpeil, ver oorzaakt o.a. door: de samenwerking van patroons en arbeiders in de z.g. beschutte bedrijven. Dit systeem wankelt; zie bouwbedrijven en typografie; den politieken invloed der vakvereenigingen en van het lagere Overheidspersoneel; ons stelsel van sociale voorziening, vooral bij de werkloosheidsverzekering, de steunverleening en de arbeidsbemiddeling; de vroegere politieke lusteloosheid van een groot deel van den Nederlandschen boerenstand. c. Het verloren gaan van vrijen afzet in het bui tenland, waardoor de leiding gevende invloed van 'n groote vrije markt op de boeren-producenten verlo ren ging en zonder Overheidsbemoeiing stuipachtige veranderingen zich zouden voltrekken. De Nederlandsche Varkenshouders bijv. konden hun varkensproductie aanpassen., toen de groote, vrije Londensche markt in haar prijzen aangaf of te veel of te weinig aanbod was, maar zij kunnen dit niet als bij regeeringsbesluit op één dag die invoer met b.v. 50 wordt verminderd. Vrije productie was niet meer mogelijk, de regee ring moest wel ingrijpen, om leiding in de productie te geven. Want men bedenke wel, dat vrije produc tie alleen dan mogelijk is, wanneer er is een groote vrije markt, Spr. oordeelt, dat de weg, waarlangs de landbouw crisiswetgeving zich heeft ontwikkeld, de eenige weg was, die metterdaad begaanbaar was. Want men bedenke wel, dat wij zelf en de openbare meening heel wat dingen nu anders en helderder zien, dan bijv. in 1930—1932., toen de fundamenten moesten worden gelegd, en ook dat de machtsontwikkeling van onzen boerenstand op het terrein der politiek en der openbare meening van nu een geheel andere is dan voor eenige jaren. Nemen wij dit in aanmerking, dan meent spr., dat het landbouwcrisisbeleid er wel in geslaagd is, den voortgang van de Nederlandsche landbouwbedrijven te bewerken en daarmede het algemeen belang ten zeerste te dienen. Het is er echter niet in geslaagd voor den Neder landschen boer-ondernemer een behoorlijk bestaan te behouden. Deze is finantieel zwaar getroffen bij harden arbeid en heeft veler wegen de grootste moeite zijn gezin een sober bestaan te verschaffen. Als oorzaken hiervan noemt spr.: a. het te laat en soms onvoldoende ingrijpen; b. de beneden alle verwachtingen gedaalde we reldmarktprijzen; c. het in zoo sterke mate afknijpen van onzen agrarischen export; d. het niet verbreken van den ban der verstarde kosten. De noodzakelijkheid van de landbouwcrisiswet geving wordt door Regeering, Volksvertegenwoordi ging en openbare meening vrij algemeen aanvaard. Slechts enkelen zijn het die van meening blijven dat de landbouwcrisiswetgeving zoo spoedig mogelijk moet worden opgedoekt en sterk moet naar spr.'s meening bestreden worden de meening, dat het de landbouwcrisiswetgeving is, die de aanpassing remt, immers de prijs van de producten vanaf de boerderij is reeds zeer, zeer laag gesteld. Gelukkig noemt spr. het dat Minister Colijn in zijn nieuwjaarsrede gewe zen heeft op het feit, dat de industrie door contingen- teering met 100 a 150 millioen gulden wordt gesteund en als men daar dan bijtelt, het tarief van invoer rechten d 12 pet. dan komt men t.a.v. den steun aan industrie, even ver als voor den landbouw. De vraag voor de toekomst is dus niet zoozeer: zal er een landbouwcrisis wet ge ving zijn,- maar wel: hoe moet die wetgeving zijn? In 't heden en de nabije toekomst moet dus sterk worden bestreden de stelling, dat een vermindering van het totaal bedrag der landbouwcrisishulp noo- dig is terwille van de noodige aanpassing in ons eco nomisch leven. De landbouwende stand is bij de aanpassing nog steeds een heel eind vooruit; als men elders dien achterstand heeft ingehaald, kan over een verdere aanpassing over de geheele linie worden gesproken. De Nederlandsche boerenstand moet streven naar betere prijzen en lagere bedrijfskosten, opdat de on bevredigende positie van den Nederlandschen boer en tuinders als ondernemer zoo spoedig mogelijk wordt verbeterd. Wij komen op dit gebied sterker te staan, omdat meer en meer het inzicht doorbreekt, dat een gezond nationaal economisch leven slechts zal terug keeren als de beloonïng in den landbouw genoten en elders toegekend meer in harmonie worden gebracht. Het verlies aan bedrijfsvrijheid, de last van de ad ministratieve voorschriften en die der controle wor den door den landbouw als een groot ongerief ge voeld, temeer omdat onjuistheden, willekeur en hier en daar corruptie niet te vermijden zijn, ja, onlos makelijk verbonden zijn met een groote Overheids bemoeiing met het bedrijfsleven. Het naaste doel, waarnaar de landbouwcrisiswet geving moet streven is behoud en verbetering van de productenprijzen bij grootere bedrijfsvrijheid. Bij het nastreven van deze doeleinden moeten wij goed bedenken, dat het eerste doel behoud en ver betering der prijzen primair, het tweede ver grooting der bedrijfsvrijheid secundair is en dat het tweede niet moet worden bereikt ten koste van het eerste. Ook moeten wij ons er voor hoeden bij de gerecht vaardigde critiek op het bestaande geen bondgenoo- ten te worden van hen, die het crisisbeleid niet wil len verbeteren, doch afbreken en ontredderen. Wij moeten goed uitkijken, met wie wij samen gaan. De hoogere invoerrechten. Spr. komt dan nu tot het stelsel der hoogere uit voerrechten, het systeem van Landbouw en Maat schappij, een systeem, waarvan wij de grondgedachte juist kunnen achten. Immers het systeem van Land bouw en Maatschappij systeem Smid bezit dit juiste fundament, dat het een duidelijk verweer in houdt -tegen de jarenlang in ons land gevoerde on juiste economische- en sociale politiek, die meende bescherming van groote bevolkingsgroepen in ons land te kunnen combineeren met het leggen van al lerlei sociale lasten op de bedrijven en het voeren van een vrijhandelspolitiek aan de landsgrenzen. Vrijhandel over de landsgrenzen is mogelijk als er ook vrijhandel heerscht in het binnenlandsch eco nomisch verkeer; tolmuren in het binnenland roe pen de tolmuren aan de landsgrenzen onvermijde lijk op. TJJ Een lekkernij: verrukkelijk van smaak, pittig van aroma, croquant van samenstelling 14 ets. per ons (2 ons voor 25 ets.) TONNEM A C,e. SNEEK FABRIKANTEN VAN KING PEPERMUNT Door de mogelijkheid voor onze regeering tot het contingenteeren, en het heffen van invoerrechten is ons land geharnast als het meest protectionistische land en het is dus een quaestie van doelmatigheid, de vraag hoe zou het den boerenstand met die heffing van hoogere invoerrechten vergaan. Immers naast den juisten theoretischen grondslag van het systeem moet ernstig worden onderzocht hoe het met de prac- tische bruikbaarheid staat. Hierna wordt gepauzeerd. Zijn inleiding vervolgend, zet de heer Douwes uit een, dat een stelsel van hooge invoerrechten zou kunnen brengen: a. de gewenschte prijzen van die akkerbouwproduc ten, waaraan wij een te kort hebben. Het is wensche- lijk maatregelen te treffen tegen prijsinzinking na den oogsttijd en eveneens om de tarweregeling te behouden, daar deze een zekerder prijs brengt dan alleen invoerrechten; b. de gewenschte prijzen voor de veehouderijpro ducten, mits men de gelden heeft en de exportmoge lijkheden om ons te veel aan zuivel, vleesch en eieren uit te voeren en mits men de productie weet te beheerschen; c. de gewenschte prijzen voor exportproducten van den akkerbouw b.v. zaderijen, aardappels onder het voorbehoud bij b gemaakt. Men moet zich niet voorstellen, dat men het al leen met verhoogde invoerrechten zal kunnen stellen. Men zal er corrigeerende maatregelen naast moeten hebben. Spr. wijst er op dat met het stelsel hoogere invoer rechten de nevenbedrijven mee in de knel geraken. Het is nu eenmaal een feit, dat heel veel boeren tevens fabrikant zijn, en al mag de bodemproductie dan ook no. één zijn, we zitten nu eenmaal met een overbevolkt land. Wij kunnen niet alleen naar de binnenlandsche markt kijken, de talrijke kleine fa briekjes kan het Nederlandsche volk niet missen. Zoolang Nederland is een zoo dicht bevolkt land met allerlei versperde bestaansmogelijkheden, waar door een te veel aan ingezetenen in den landbouw een bestaan moet vinden, zal ook bij hoogere in voerrechten op landbouwproducten moeten worden gehandhaafd; de toewijzingen van varkens en kalveren en de bemoeiingen met de pluimveehouderij. Gebeurt dit niet, dan is het te vreezen, dat de vee houders, bij den strijd voor het behoud van hun vee stapel, door te groote productie de handhaving van een redelijk prijspeil onmogelijk zullen maken. Spr. ziet geen mogelijkheid weer te komen tot het vrije bedrijf, een overheidsregeling voor de productie zullen we moeten houden, want de bedrijfsvrijheid zal alleen dan weer mogelijk zijn, wanneer in andere takken van bedrijf de bestaanszekerheid is herkre gen. Zooals spr. straks immers heeft gezegd, het ris de groote vrije markt die richting geeft aan de pro ductie. De geachte inleider gaat dan na de gevolgen die het stelsel van hoogere invoerrechten zal hebben en zegt dat: a. die rogge-, gerst- en boonenverbouwers, die hun productie in eigen bedrijf opvoeren, de denaturatie- toeslag zouden missen en daardoor een geregelde inkomst, welke inkomst dan alleen in het eindpro duct zal worden genoten; b. meerdere bedrijfsmiddelen zullen noodig zijn, déar b.v. voordat een varken, gevoerd van het duur der graan, kan worden verkocht, er meer geld in is gestoken, terwijl de denaturatietoeslag niet wordt ontvangen; c. de prijsregelingen zullen voor de akkerbouw producten aanmerkelijk vereenvoudigd kunnen wor den; d. prikkels zullen ontstaan de productiviteit van den eigen bodem, met name van die van het gras land aanmerkelijk op te voeren. DE STORM IN RIJNLAND. Hoe hevig de vorige week de orkaan over het Rijnland heelt geraasd, laat bovenstaande foio uit Dusseldort zien, waar zware hoornen met wortel en al tegen den grond wer- den gesmakt. Kroonprins Fa- ronk van Egyp te, die in Enge land zijn mili taire opleiding geniet. Vier standpunten. Tegenover het stelsel van Landbouw en Maatschap pij, kan men in vier houdingen staan: lo. men kan het stelsel zonder meer goed oor- deelen; 2o. men kan van oordeel zijn, dat het huidige stel sel zoo groote gebreken heeft, dat een overgang naar een ander stelsel ook al is dat met risico's ver bonden gewettigd is; 3o. liet stelsel kan geleidelijk worden ingevoerd voor eerst met behoud van de teeltregelingen naarmate men de prijzen der veehouderij-producten behcerscht; 4o. men kan het stelsel verkeerd achten. Spr. schijnt het standpunt onder 3o. genoemd Juist. Maar nadrukkelijk wijst spr. er op, dat de strijd om de 2 systemen allerminst tweedracht behoeft te brengen in de gelederen van den Nederlandschen boe renstand. In zakelijk overleg moet het beste worden gezocht. Spr. heeft met zijn inleiding niet bedoeld de aan wezigen in een bepaalde richting te beinfluenceeren, maar met alle macht moet er neïar worden gestreefd, dat de boerenstand zijn rechtmatigen invloed" verkrijgt op de openbare meening en in de politiek, opdat de boerenstand in onze samenleving zijn redelijke plaats inneemt, niet meer maar ook niet minder; opdat po litiek mogelijk worde wat economisch noodwendig is. Met deze woorden eindigt de heer Louwes zijn met groote aandacht aangehoorde uiteenzetting. (Appl.) f (Morgen de discusslën.) EEN KALF MET VIJF POOTEN. Op een boerderij nabij Hamborg werd een kalfje geboren, dat in het bezit was van vijf pooten. De merkwaardigheid doet zich hierbij echter voor dat het dier overigens heel gezond is, wat niemand bij het zien van boven staand plaatje in twijfel zal trekken. ITALIË ZENDT LEVENSMIDDELEN AAN EEN FRANSCH PLAATSJE. Turijn. Het plaatsje Claviere in de Fransche Al pen is door een aantal lawines afgesloten van Frank rijk, waarom hulp werd gevraagd aan Italië. Onmid dellijk werden levensmiddelen gezonden naar Cla viere, hoewel de FranschItaliaanschc grens is ge sloten in verband met het toepassen van sancties door Frankrijk. MEVROUW MAGDA JANSSENS ONDERSCHEIDEN Ridder in de Orde van Leopold II. Amsterdam. De bekende actrice mevrouw Mag- da Janssens is door den koning van België onder scheiden, die haar benoemd heeft tot ridder in de Or de van Leopold II. AUSTRALIë MOET BEVOLKT WORDEN. Sydney. De minister-president van Nieuw-Zuld- Wales, Stevens, heeft in een vergadering een rede gehouden, waarin hij zeide, dat Australië wèl reke ning moet houden met het snelle tempo, waarin do internationale gebeurtenissen elkaar opvolgen. Om togen de zich ontwikkelende situatie opgewassen te zijn, aldus verklaarde hij, moet Australië zijn gebied bevolken en zijn economische bronnen ontginnen. Dat alles is noodig geworden doordat het systeem van internationale veiligheid, waarop de volken se dert den wereldoorlog vertrouwden, bezig is ineen te storten. ONTPLOFFING IN EEN WOLKENKRABBER. N e w-Y o r k. In een wolkenkrabber heeft een ernstige gas-ontploffing groote schade aangericht. De honderden bewoners vluchtten in aller ijl uit het huis. Een groote watertank zakte door het dak met het gevolg, dat de filmmedewerker der „New- York-Times", Senwald., werd gedood.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 5