Een soort kwaadaardige
Uil Oost-Afrika
,Ik maak het goud
goedkooper".
Dat steeds door een
oorlog wordt aan*
getrokken.
DJIBOUTI, 3 Januari 1936.
ONGEVEER twee maanden geleden, voordat ik
naar Abessinië vertrok, schreef ik te Dji
bouti in een artikel over „dat soort van
menschelijke, kwaadaardige insecten, dat
steeds door een oorlog wordt aangetrokken, spi
onnen, informateurs, kondschappers of hoe men
hen wil noemen." In dat artikel maakte ik gewag
van een Joodje, dat zich voor Belg uitgaf, vloeiend
Vlaamsch van Antwerpen, doch o.a. ook Arabisch
sprak en Pool bleek te zijn. Tevens verhaalde ik
van een andere verdachte persoonlijkheid, die in
hetzelfde hotel woonde, een ongeveer vijftigjarige
man, die beweerde afkomstig te zijn uit Arabië en
zich voordeed, als 'n zeer geloovig Muzelman, maar
van den Koran niets bleek te weten.
Juist op den dag, dat ik onverwacht voor een
kort verblijf te Djibouti daar uit Abessinië terug
keerde, had het zoogenaamd „Belgische" Joodje
dit artikel van mijn hand, dat hem was toegezon
den, ontvangen en kokend van woede had hij het
vertaald voor den zoogenaamden vromen Muzel
man. Het heele hotel had gedreund van hun ver
ontwaardigde stemmen. De zoogenaamde Mohame-
daan, een groote, sterke, breede man met zwarte
baard en de steeds ontwijkende oogen van een jak
hals, had met donderende stem verklaard: „Dat
kost dien journalist het leven. Ik heb daarvoor
mijn menschen overal in Abessinië en mocht het
ongeluk willen, dat hij hier terugkeert, dan valt hij
onder mijn eigen hand. Ik schiet hem neer of ik
doorsteek hem." Het zoogenaamd Belgische Joodje
knikte toestemmend en verklaarde zich bereid des
noods zelf dat bloedige werk van wraak te ver
richten.
Het heele personeel was zwaar onder den indruk
en geraakte nog meer onder den indruk, toen ik,
onverwacht terugkeerend van Abessinië, enkele
uren nadat deze bedreigingen tegen mijn persoon
geuit waren, er binnen trad. De zoogenaamde Mo-
hamedaan en het zoogenaamde Belgische Joodje,
die ik niet groette, daar ik dat soort menschelijke,
kwaadaardige insecten, die leven van het bloed van
anderen, niet uit kan staan, keken onthutst op,
toen ze me daar eensklaps zagen verschijnen en
verlieten daarop spoedig de benedenzaal van het
hotel om zich naar hun kamers te begeven. Tot dat
oogenblik had een drukkende, voor mij onver
klaarbare stilte in de zaal geheerscht, maar nadat
de twee waren verdwenen, kwam een der andere
gasten, dien ik van vroeger kende, op me toe en
fluisterde me in het oor: „Uw leven loopt gevaar".
Met een eenigszins verbaasden glimlach keek ik
den man eens aan en hij vervolgde op fluisteren
den toon, angstig rondkijkend of niemand anders
hem kon hooren: „Ze willen u vermoorden."
Dat werd grappig en begon op een politieroman
te gelijken, maar toen op een vraag mijnerzijds ik
te hooren kreeg wie mijn leven bedreigden, ant
woordde ik lachend: „Zoo lang die met hun twee-
en en niet met hun twintigen zijn, loopt het
nogal los".
Denzelfden avond nog kocht de zoogenaamde
Mohamedaan bij iemand van het stationspersoneel
een groote revolver en bij een ander een dolkmes.
Ik vernam dat van verschillende zijden, o.a. van
een Somali-chauffeur, met wien ik dikwijls rijd. De
zwarte zeide: „Het gaat tegen u, dat weet ik. En
die kerel met de baard, is geen Muzelman, maar
een Jood uit Arabië. Nu met den Ramadan (den
Mohamedaanschen vastentijd) vast hij zoogenaamd
ook, maar op zijn kamer eet hij van alles, zonder
zich om den Ramadan te bekommeren".
De blanke ziel van mijn zwarten chauffeur
kookte van edele verontwaardiging over zooveel
huichelarij.
Een ding was zeker: het zoogenaamde Belgische
Joodje had geen wapens gekocht, daar hU het geld
er niet voor had. Zoo lang hij in het hotel woonde,
ongeveer drie maanden, had hij neg nimmer be
taald en steeds de menschen zoet gehouden met
verhalen over enorme bedragen, die voor hem on
derweg waren.
Het invoeren en dragen van schietwapens is in
Fransch Somaliland ten strengste verboden. Er
staat gevangenisstraf van vele maanden en hooge
boete op. Ik had de Fransche politie kunnen waar
schuwen tegen de zoogenaamden Mohamedaan en
hem zoo in de gevangenis kunnen brengen, doch
dit ligt minder in mijn karakter. Gevaarlijk vond
ik trouwens de zaak voor mij niet. Een revolver is
een dood ding en krijgt pas beteekenis in de hand
van een man, maar dien zoogenaamden Mohame
daan met zijn zwarte baard en zijn jakhalsoogen
kon ik toch moeilijk als een „man" beschouwen.
Deze geschiedenis van den zoogenaamden Moha
medaan en de revolver deed ik lachend aan eenige
kennissen en dit werd den zoogenaamden Moha
medaan overgebracht. Den geheelen nacht heeft
hij niet geslapen uit angst, dat ik hem bij de politie
aan zou brengen en zeer vroeg in den morgen heeft
hij met zijn revolver het hotel verlaten en later is
hij er zonder revolver terug gekeerd. Sommigen
.vertellen, dat hij de revolver uit angst voor mij in
de zee heeft geworpen. In elk geval heeft hij thans
nog slechts het (niet verboden) dolkmes om me te
vermoorden.
Voor het zoogenaamde Belgische Joodje met het
Poolsche paspoort waren intusschen slechte tijden
aangebroken. Na ongeveer drie maanden wilde de
hotelhouder eindelijk toch wel eens geld zien. Al
te lang had hij zich zoet laten houden met het
geld, dat „met de volgende boot" zou komen. Het
zoogenaamde Belgische Joodje zou in dit verre,
vreemde land op straat worden gezet, zonder eten,
zonder onderdak. Toen sprong plotseling de zoo
genaamde Mohamedaan voor hem in en betaalde
voor hem, wat allen verbaasde. Vier dagen later
was het zoogenaamde Belgische Joodje vertrokken,
„om huiden te koopen", zoo had hij verteld, doch
voor deze grootsche handelsonderneming had hij
niet meer dan tweehonderd Fransche francs in den
zak gehad, die hem door den zoogenaamden Moha
medaan waren gegeven. Mijn zwarte chauffeur,
de brave Ali Mohamed, wist me er meer van te
vertellen. Ik was met hem uitgereden naar een
oase enkele kilometers buiten de stad om er te eten
en ook Ali Mohamed liet ik er na een heelen dag
vasten van den Ramadan eens goed eten. In die
oase is namelijk een door een Griek gehouden
restaurant. Ali Mohamed, na den maaltijd verza
digd. tevreden, gelukkig, vertelde me: „Die eene,
die Belg, u weet wel, meneer, die is nu naar Zeila
gegaan. De valsche Muzelman, die met de baard,
laat hem er eiken dag eten brengen, want te Zeila
is niets te koop. Er gaat dan een automobiel heen
en terugkeerend brengt die papieren mede van den
Belg. Die papieren krijgt de valsche Muzelman en
die laat ze weder aan het Italiaansche consulaat
brengen."
Ali Mohamed had niet gelogen. Den volgenden
dag gaf het Italiaansche consulaat een communiqué
uit, waarin verhalen werden gedaan over wapen
transporten voor de Abessiniërs in Engelsch Soma
liland per automobielen, die door Engelsche mi
litairen in uniform worden bestuurd. Deze zeer
fantastische verhalen kwamen blijkbaar van het
zoogenaamde Belgische Joodje te Zeila. Dit plaatsje
is een visschershaventje in Engelsch Somaliland,
een tiental kilometers van de grens van het Fran
sch s gebied. Het is echter niet daar, maar te Ber-
bera, ongeveer tweehonderd kilometer verder, dat
wapens en munitie aankomen en het zoogenaamd
Belgische Joodje kreeg daarvan niets te zien, daar
vanuit Zeila de haven Berbera over land zoo goed
als onbereikbaar is. De verbeeldingskracht hielp
hem echter bij het opstellen van zijn berichten
voor het Italiaansche consulaat, berichten, die ver
moedelijk ook wel in Europa als anti-Engelsche pro
paganda dienst zullen moeten doen.
Enkele avonden geleden wandelde ik, na gewerkt
te hebben, nog laat op het havenhoofd en tuurde
uit over de Golf van Tadsjoera, waaraan Djibouti
ligt. Een automobiel kwam van de landingsplaats
en hield voor me stil. De chauffeur was mijn oude
zwarte vriend, Ali Mohamed, die uitstekend Fransch
maar geen Engelsch kent. Nu had hij echter een
Engelschen passagier opgedaan en hij riep mijn
hulp als tolk in. De Engelschman kwam met een
klein schip uit Aden en vroeg naar een goed hotel
en naar een adres, waar hij nog een whisky-soda
kon drinken. Ik reed met hem mede en aangezien
ik evenmin als hij een tegenzin koester tegen
whisky-soda, bleven we nog eenigen tijd samen
babbelen in het hotel. De jonge, zeer stevig ge
bouwde Engelschman maakte al dadelijk op mij
den indruk van iemand van den geheimen Engel
schen dienst. Den volgenden morgen, zoo vertelde
hij me, wilde hij naar Zeila en hij vroeg me of ik
daar wel eens was geweest. Op mijn ontkennend
antwoord verklaarde hij me: Zeila is een visschers-
dorpje van inlanders, waar nu pas geleden, voor het
eerst na vele maanden een blanke was gekomen,
een vreemdeling.
Toen kon ik slechts met groote moeite een lach
onderdrukken. Ik begreep: dat werd het spel van
de kat en de muis. De muis was het zoogenaamde
Belgische Joodje; de kat, dat was de Engelschman,
met wien ik zoo gemoedelijk whisky-soda dronk.
Ik heb evenwel mijn mond gehouden. Zulke zaken
gaan me verder niet aan. De kat en de muis moe
ten dat onder elkander uitmaken. Hoe dat af is
geloopen, of zal afloopen zal ik vermoedelijk nim
mer te weten komen, want over twee of drie dagen
verlaat ik Djibouti weder om naar Abessinië terug
te keeren. Later zal misschien Ali Mohamed, de
zwarte chauffeur, me het vervolg van deze. spion-
nengeschiedenis kunnen vertellen.
J. K. BREDERODE.
WARMENHUIZEN
Zondagmiddag gaf het fanfarecorps T.A.V.E.N.U.
een concert in de zaal van den heer Slikker, onder
leiding van den heer G. Anderson. De zaal was ge
heel bezet. Als nummer één van het programma
werd ingezet met Falcoburgia's Grotmers, van Jos.
Kessels, een vroolijk© marsch. Dit werd schitterend
gespeeld, evenals nummei vier, potpourrie „Daar
komen ze aan", van Maas.
Na de pauze kregen we vier nummers met mede
werking van de nieuwe leden. Deze nieuwe leden,
negen in getal, bet.eekenen voor de vereeniging een
zeer goede aanwinst. Na de* betrekkelijk nog korte
oefening zijn zij in staat een goed nummertje muziek
nqr voren te brengen. Het laatste nummer, Marsch
van G. Anderson, was heel goed.
Een goed geslaagd concert, T.A.V.E.N.U., ga zoo
voort
's Avonds had de uitvoering plaats, uitgaande van
T.A.V.E.N.U., met medewerking van de tooneelclub
V.O.P., die voor ons zou opvoeren het tooneelstuk
„Najaarsstormen" (Robbedoes getrouwd), comedie in
drie bedrijven door Christien van Dommel-Kouw en
Henk Bakker. Een stuk uit het heden. De spelleiding
was in handen van den heer N. Hartland uit Koe
dijk. Verleden jaar kermis is door genoemde ver
eeniging het stuk „Robbedoes" opgevoerd en hierme
de een gunstige reputatie achter gelaten. De zaal
was dan ook nu weer geheel bezet, wat zeker een
bevestiging beteekende.
Dit stuk speelt drie jaar later en Robbedoes is
getrouwd. Het eerste jaar voelt zij zich gelukkig, het
tweede jaar neemt dit echter af en het derde jaar
voelt zij verschillende tekortkomingen. Bob heeft be
hoefte aan andere dingen als die welke haar man
haar verschaft, hoewel hij voor zich zelf de overtui
ging heeft dat hij geeft wat haar hartje begeert. Te
recht is dat ook zoo, doch de wijze waarop dit ge
schiedt, bevredigt haar niet
Het moderne leven heeft zij behoefte aan, wat
haar man, ondanks de vele wenken maar niet wil
begrijpen. Hij is op dat punt zeer halsstarrig en niet
van zijn stuk te brengen. Terlact voelt niet voor het
moderne leven. Vervolgens komt van Niverden in het
spel, een man van het moderne leven, die de geheele
wereld heeft bereisd. Hij komt in het leven van Bob
en weet door zijn vele ervaringen en fantasie zich
aanlokkelijk te maken, een echte charmeur. De ver
houding tusschen Bob en haar man wordt er niet
beter óp en leidt tot echtelijke „najaarsstormen". De
scène bereikt haar hoogtepunt als Terlaet onver
wachts zijn vrouw in de armen van Van Niverden
aantreft. Tante Guusje, de liefderijke en zorgzame
tante, weet Bob en ook haar man tot nadenken te
brengen. Bob verklaart aan Van Niverden dat zij
onmogelijk zijn vrouw zou kunnen worden, omdat zij
ondanks alles, van haar man houdt. Het is tenslotte
van Niverden, die Terlaet de oogen opent door hem
te overtuigen, dat Bob alleen van hern (haar man)
houdt en van niemand anders. Door hem dit aan het
verstand te hebben gebracht, vinden Bob en Terlaet
elkander weex\
Bij deze korte uiteenzetting zijn alleen de hoofd
personen genoemd en geldt niet dat de meer onder
geschikte rollen van minder belang waren, integen
deel. Zonder uitzondering hebben allen keurig ge
speeld. De rol van Van Niverden is heel goed ge
speeld. jammer dat niet meer rekening is gehoqden,
dat deze persoon voor die roJ te oud was. En dan
nog dit, voor den volgenden, even ruimer doekje,
kastelein.
De tooneelaankleeding van Ridderikhof uit Hoorn
was keurig.
TAVENU kan, evenals VOP op een buitengewoon
goed geslaagden dag terugzien.
Een gezellig bal tot slot.
SINT MAARTEN
ST. MAARTEN (STROET).
Zondag gaf de gecombineerde gymnastiekver.
U.D.I. en W.I.K. een openbare uitvoering in het lo
kaal van den heer K. Wit alhier.
De belangstelling hiervoor was tamelijk goed. De
oefeningen zoowel als de vrije orde-oefeningen wer
den met de meeste accuratesse uitgevoerd, waarbij
leden, zoowel als de leider, de heer Keesman van
Schagen, alle hun toegebrachte applaus ten volle
verdienden. Als nieuw vertoon bij deze uitvoering was
de bondsoefening 1936, uitgevoerd door de dames
leden, welke bestond uit een heel aardig uitgedachte
rhythmische dans, doorspekt met vrije en ordeoefe
ningen. Dit als slotnummer was een mooi einde.
Als variatie was voor dezen avond een goochelaar
uitgenoodigd en wel de heer K. Frans uit Krabben
dam.
Nu, het moet gezegd worden, hetgeen deze heer
vertoonde, verdiende ten volle de aandacht van het
publiek en werden op heel handige wijze uitgevoerd.
Nog meer succes zou deze mijnheer oogsten als hij
niet zoo met zijn uitspraak goochelde en op plaat
sen, waar men hem goed kent, goed verstaanbaar
Hollandsch sprak.
Brussel krijgt een „Goudfabriek".
ACHTER DE SCHERMEN: DE „EAST AFRICAN
GOLD FEELDS".
Van onzen V.PJ3.-correspondent)
Naar onze bijzondere correspondent te
Brusel vernomen heeft, zal binnen den
tijd van twee maanden een fabriek, die
onder leiding staat van den beroemden
en beruchten goudmaker Jean Dumi-
kowsky, ln bedrijf worden genomen.
Het raadsel van Vilvoorde.
In October van het afgeloopen jaar werd de
eerste steen gelegd van een fabriek, die thans aan
den oever van het Kanaal van Villebroeck is ver
rezen. Het zonderlinge hierbij was, dat niemand
van de nieuwsgierige omwonenden te weten kon
komen, voor welk doel deze reusachtige fabriek
eigenlijk gebouwd werd.
Op zekeren dag dook echter in een kleine notitie
in het Handelsregister te Brussel deze fabriek van
Vilvoorde op. Eenige Engelschen en Belgen bleken
de oprichters te zijn en wie eenigszins met namen
op de hoogte was, wist, dat achter deze mannen
de machtige „East African Gold Fields" stonden.
;Tien kisten uit Cap Martin.
Doch met deze wetenschap alleen kwam men
niet verder. In de eerste dagen van Januari kwa
men nu tien enorme kisten uit Frankrijk te Vil
voorde aan. De een vertelde, dat er piano's inzaten,
de ander fluisterde Iets van kanonnen en de derde
van revolver-draaibanken.
Waarom moest men echter piano's of revolver-
draaibanken uit Cap Martin laten komen! Men
zocht dan ook verder naar de oplossing van het
raadsel, totdat op zekeren dag de zending aan het
station te Vilvoorde in ontvangst werd genomen
door een donkeren heer, die de rechtmatige bezitter
bleek te zijn en in wiens pas de naam Jean Duni-
kowsky te lezen stond
Dunikowsky op 150.000 volt.
Nu wist men te Vilvoorde, waarmede men te
doen had. Ook hier had men van den „goudmaker"
Dunikowsky, zijn experimenten en zijn proces ge
hoord. Maar de menschen stellen nu eenmaal maar
al te gaarne vertrouwen in toovenaars en alchi
misten.
Tenslotte moest er toch wel iets van waar zijn,
indien de „East African Goldfields er achter sta
ken en een paar Belgische Congo-kapitalisten me
de van de partij waren. Langzamerhand sijpelde
ook door, dat deze Dunikowsky geenszins van plan
was, slechts met gekleurd water en dergelijke trucs
te werken, doch dat men een turbine bouwde, die
150.000 volt kon opwekken.
„40 tot 80 maal meer Boud
Het was moeilijk, met Dunikowski in contact te
komen. Hij is wantrouwend tegenover een ieder, die
hem over zijn geheimen wil uilhooren. Maar tenslotte
gelukte het een paar woorden met hem te wisselen:
„De menschen maken een groote fout, indien zij
mij voor een goudmaker, een alchimist houden. De
waarheid is veel en veel eenvoudiger. Ik haal enkel
en alleen 40 80 maal meer goud uit goudhoudende
mineralen, dan zulks met de gebruikelijke werkwijze
het geval is. Ik kan dientengevolge ook gesteenten
gebruiken, die slechts in zeer geringe mate goud
houdend zijn. In ieder geval kon ik uit een ton
zwak goudhoudend gesteente 400 a 800 gram goud
produceeren.
Hier in Vilvoorde wil ik per dag, zoodra alle ap
paraten gereed zijn 750 tot 1000 kilogram mineralen
verwerken. Tot nog toe had men voor een dergelijke
fabricatie ongeveer 17.000 francs noodig ik doe
het voor 3000 francs! Daaruit bestaat mijn geheim,
dat ik het goud goedkooper maak. Ik haal het uit de
steenen, die het kostbare metaal bevatten. Dit
gesteente komt in hoofdzaak uit Madagascar en
Zuid-Amerika. De eerste scheepsladingen zullen
hier binnenkort aankomen. En dan kan het werk
beginnen!"
„Je geheim of fe vrijheid.1*
Over een verleden, zijn proces, het vonnis en den
tijd, in een gevangenis doorgebracht, spreekt Duni
kowsky niet gaarne. Maar wel richt hij bittere ver
wijten tot de lieden, die hem het proces aandeden.
Hij beweert, dat men hem in donkere cellen en voch
tige kelders gevangen hield, om hem zijn geheim
af te persen.
Men heetf hem, zoo vertelt hij, voor de keuze ge
steld tusschen zijn vrijheid en het geheim van zijn
goudmakerskunst. Hij zegt, dat hij ondanks alles
gezwegen heeft, omdat hij zijn tegenstanders en de
genen, die door middel van zijn uitvinding rijk wil
den worden, de overwinning niet gunde Thans
heeft hij opnieuw een kans gekregen. Dunikowsky
viert zijn opstanding.
Voor ons leeken blijft chler de vraag open, wat er
aan het eind van den sprong naar het goud staat:
De overwinning van een geniaal uitvinder of het
tuchthuis voor een charlatan?
Autobotsing bij Oudeschoot.
VEROORZAAKT DOOR AUTODIEVEN?
Maandagavond heeft bij deTjongerbrug, ten zui
den van Oudeschoot, een botsing plaats gehad
tusschen twee auto's. Uit de richting Wolvega
kwam een auto uit Noord-Holland, terwijl uit
de richting Oudeschoot een vrachtauto uit Hal-
lum naderde. Waarschijnlijk doordat de bestuur
der wegens de schaarsche verlichting het bord
niet zag, dat aangeeft. dat het uit de richting Ou
deschoot komende verkeer voorrang heeft, vloog
de auto uit Noord-Holland tegen de vrachtauto
op. De personenauto en de brug werden daarbij
beschadigd. De vrachtauto kon de reis voortzet
ten. De inzittenden van de personenauto, die de
aanrijding veroorzaakt had, lieten hun wagen in
de steek en keerden met de vrachtauto in Zuide
lijke richting terug. Zij kwamen echter niet ver
der dan tot Meppel waar zij, op verzoek van de
politie te Wolvega, gearresteerd werden, ver
dacht van autodiefstal- Vandaag worden de ver
dachten, vier in getal, te Wolvega gehoord.
De ontploffing in het Labora>
torium te Groningen.
DE ANALYST AAN DE GEVOLGEN
OVERLEDEN
Groningen, De 34-jarige heer H. Hogendorf
analyst, die gistermorgen in het chemisch labo
ratorium aan den Bloemsingel bij het nemen vaii
proeven door een explosie ernstige brandwonden
bekwam en in het Academisch Ziekenhuis werd
opgenomen is hedenmorgen in de vroegte aan de
bekomen verwondingen bezweken.
Dè man laat een vrouw en twee kinderen achter
Schuur afgebrand.
TWEE KOEIEN en EEN PAARD
OMGEKOMEN
Kerkrade Gisterochtend te zeven uur is
brand uitgebroken aan den Haanraderweg te
Kerkrade in de schuur van den landbouwer
Steinbusch.
De schuur, die circa zes Meter van de boerde
rij ligt, brandde tot de grond toe af. De brand
weer slaagde erin de boerderij te behouden- Er
verbrandden, behalve flinke quanta hooi en stroo
de landbouwwerktuigen, benevens twee koeien,-
een varken en een paard. Een rund kon gered,
worden. De oorzaak van den brand is onbekend.
De schade wordt door verzekering gedekt.
170 DOODEN DOOR DE KOUDE IN AMERIKA*
New York, 21 Jan. De koudegolf, welke de laat
ste dagen de Vereenigde Staten heeft geteisterd met
vorst en sneeuwstormen, heeft tot nu toe 170 dooden
geëicht. Een groot deel hiervan is omgekomen tenge
volge van verkeersongevallen op de gladbevroren
wegen.
RAM®
DONDERDAG 23 JANUARI.
HILVERSUM (1875 M.)
AVRO-uitzending. 5.306.00 VPRO. 8.00 Grampl;
9.00 Kookpraatje; 9.05 Ensemble Lismonde; 11.00
Knipcursus; 11.30 Lyra-trio; 12.15 Omroeporkest;
2.15 Voor de vrouw; 2.45 Gram.pl; 3.00 Knipcursus
3.45 Grampl; 4.00 Voor zieken en ouden-van-dagen
4.30 Gram.pl; 4.45 Voor de kinderen; 5.30 Causerie;
6.00 Kovacs Lajos' orkest; 6.30 Sportpraatje; 7.00
Voor de kinderen; 7.05 Vioolrecital; 7.30 Engelsche
les; 8.00 Berichten; Grampl; 8.15 Concertgebouw
orkest en solist 9.15 Grampl; 9.50 Omroeporkest,
Kovacs Lajos* orkest, AVRO-Decibels en het Reno-
va-kwintet 11.00 Berichten; 11.10—12.00 De AVRO-
Decibels.
HILVERSUM f301 M.)
8.00—9.15 KRO, 10.00 NCRV, 11.00 KRO, 2.00 NCRV
8.009.15 en 10.00 GramDl; 10.15 Morgendienst
10.45 Grampl; 11.30—12.00 Godsd. halfuur; 12.15
Grampl. en orkestconcert; 2.00 Handwerkcursus;
3.15 Orgelspel; 4.00 Bijbellezing; 4.45 Jeugdcursus;
5.15 Grampl; 5.30 Trioconcert en Gram.pl; 7.00 Be
richten; 7.15 Reportage; 7.30 Journ. weekoverzicht;
8.00 Berichten;; 8.05 Mannenkoorconcert; 9.00 Le
zing; 9.30 Chr. Muziekvereeniging „Oranje-Harmo
nie" (Om 10.00 Berichten); 10.30—12.00 Gram.pl.
DROITWICH (1500 M.)
10.3510.50 Morgenwijding; 11.2511.50 Orgelspel;
12.10 Trocadero-Cinema-orkest; 1.20—2.20 Grampl;
3.20 Vesper; 4.10 Causerie; 4.30 Het BBC-Schotsche
orkest; 5.35 Dansmuziek; 6.20 Berichten: 6.50 Zang
voordracht; 7.15 Spaansche les; 7.50 Lezing; 8.20
Radiotooneel; 9.50 Berichten; 10.20 Kerkdienst;
10.40 Revue-programma; 11.3512.20 Dansmuziek.
RADIO-PARIS (1648 M.)
7.20 en 8.40 Grampl; 11.20 Omroeporkest; 12.35 Di
to; 3.20 Grampl; 4.20 Concert; 7.20 Grampl; 9.05
Hoorspel; 10.05 Nationaal orkest.
KEULEN (456 M.)
5.50—7.20 Blaasconcert; 11.20 Orkestconcert; 12.35
Concert mmv. solisten en orkest; 1.35—2.20 Gram.
pl; 3.20 Populair concert; 5.20 Solistenconcert; 7.30
Mozart-programma; 8.20 Hoorspel; 9.50—111.20
Dansmuziek.
BRUSSEL (322 en 484 M.)
322 M.: 12.20 Salonorkest en Grampl; 1.302.20
Grampl; 5.20 Haydnconcert; 6.50 en 7.20 Salonor
kest; 7.35 Grampl; 8.20 Revue; 10.30—11.20 Gram.
pl; 484 M.: 12.20 Gram.pl; 1.30—2.20 Salonorkest;
520 Omroeporkest 6.50 en 7.35 Gram.pl; 8.20 Sym-
phonieconcert; 10.3011.10 Gram.pl.
DEUTSCHLANDSENDER (1571 M.)
7.30 Populair concert; 8.20 Radiotooneel: 9.20 Be
richten; 9.50 Pianorecital; 10.05 Weerbericht; 10.20
11.20 Zigeunermuziek.