elrose's Vergelding Arrondisseioents-lleclitfiank te Alkmaar. Feuilleton Als hel Toestanden, waarte genover de menschen machteloos staan. En over 4 maanden begint eerst de eigenlgke regenperiode. Dirédawa 13 Januari. Geduldig heeft Mussolini in den laatsten herfst met zijn reeds jarenlang voorbereiden aanval op de onafhankelijkheid van Abessinië gewacht, totdat het weder militaire operaties op groote schaal toelieten. Deskundigen hadden liem verteld, dat eerst het einde van den groo- ten regentijd moest worden afgewacht. Daarna zou men voor het uitvoeren van het aanvals plan acht maanden tijd hebben, slechts onder broken door den kleinen regentijd, die van zes tot acht weken duurt. In elk geval mocht men rekenen op minstens vijf maanden droogte ach ter elkander, zoo verklaarden de deskundigen. Als regel is het ook zoo als zij het voorstelden, doch het geluk was niet met de Italiaansche wapens. Niet in aanvang September eindigde het vorige jaar de groote regentijd, doch eerst in October en ook toen werd het niet volkomen droog. Zelfs in November viel nog nu en dan regen, wat voor deze streken volkomen ab normaal is. Het waren slechts enkele buien, doch onaangenaam waren ze vooral voor de Ita liaansche troepen, die aan zulke weersgesteld heden niet gewend zijn. In December werd het dan eindelijk droog, heel veel later dan in an dere jaren- Deze regens beteekenden een ernstig tijdsverlies voor de Italianen, die toch reeds in vrijwel alle opzichten de moeilijkheden van een veldtocht in Ethiopië lichtzinnig hadden onder schat- Vóór Maart, zoo mochten ze hopen, zou echter de kleine regentijd niet aanvangen. Toen ik Djibouti verliet om naar Ethiopië te rug te keeren, had het in Fransch Somaliland reeds eenige malen vele uren geregend. Echte tropische buien waren er nedergestroomd, wat de inwoners verbaasde, want regen is in Fransch Somaliland buitengewoon zeldzaam en ik vroeg me af, hoe het in Ethiopië zou zijn. Toen ik Djibouti 's morgens in de vroegte verliet met het kleine treintje, dat de verbin ding met Addis Abeba onderhoudt, was de he mel zwaar bewolkt en dien nacht had het we der hevig geregend. De zon, die pas kort tevo ren was opgekomen, bleef achter wolken ver borgen en spoedig na ons vertrek van Djibouti begon de regen neer te vallen op de troostelooze, langzaam naar het hoogland van Ethiopië stij gende steenvlakte van Fransch Somaliland. Het was een echte tropische regen zooals men bij ons vrijwel nimmer ziet. Het water stroomde bij stralen uit den donkeren hemel. ..Over enkele uren, op de Ethiopische hoog vlakte, komen we weder in de droogte, want daar is het thans het droge seizoen'*, zeide een medereiziger, die reeds meer dan een kwart eeuw in deze streken zwerft en hij verklaarde dit met dezelfde overtuiging, waarmede de des kundigen aan Mussolini hadden verteld, dat hij van een groot aantal maanden van droog weder voor den veldtocht in Abessinië zeker kon zijn. Toen het kleine treintje steeds hooger steeg, werd de bewolking dunner en kort nadat we de Ethiopische gnens waren gepasseerd, scheen zelfs een oogenblii de zon. Echter bij de eerste rivierbrug, waar we over kwamen op Ethio- pisch gebied, keek ik verbaasd. De vorige maal dat ik hier de treinreis maakte, waren alle ri vieren kurkdroog, maar nu was de rivierbed ding tot modder geworden, een bewijs, dat het ook hier reeds had geregend en wel flink gere gend, want de uitgedroogde grond begint eerst zelf het water in zich te nemen. Eerst na aan houdende felle regens vormt zich modder. La ter kwamen we zelfs over een brug, waaronder water stroomde, fel stroomde, een wilde rivier- Voorbij Aioha, het stationnetje, waar de trein drie kwartier stil houdt om den passagiers ge legenheid te geven er te eten, zag ik hoe op verre bergen aan de kim regen meergutste en spoedig daarna kwam ook ons treintje in een echt tropische regenbui. De vraag was hoe het aan de fronten zou zijn Is daar ook de regentijd reeds begonnen? Een Abessinlsch hoogwaardigheidsbekleeder, die te Aicha in den trein was gestapt vertelde, dat zoowel aam het noordfront als aan het zuid front de regentijd had ingezet, twee maanden vroeger dan gewoonlijk. „De hemel helpt ons tegen onze vijanden", voegde hij er geloovig aan toe. Toen we bij bet vallen van den avond te Di rédawa aankwamen, waar het treintje een nacht moest overblijven en ik ter regeling van enkele financieele aangelegenheden eenige da gen moet vertoeven, was het droog, maar ik zat nog geen half uur in mijn hotel, toen over het stadje en omgeving een bui losbrak, die aan een zondvloed deed .denken, een bui, die meerdere uren duurde. Zulk een regenperiode, zooals men bij ons niet kent, krijgt hier in Ethiopië voor den oor log een bijzondere beteekenis door den aard van het land en de zeer dunne bevolking. Zeer -ge ring is hier het aantal steden en de dorpen zijn samengesteld uit woningen, waarin een Europe aan niet wonen kan Het zijn meerendeels krotten slechter dan bij ons varkenshokken. Gedurende den wereldoorlog konden in re gentijd in Europa de soldaten in de loopgraven nu en dan worden afgelost. Ze konden dan in steden en dorpen kwartier vinden in huizen, die werkelijk beschutting gaven tegen den re gen en de kilte. Zoo noodig 'kón men troepen, die zwaar te lijden hadden gehad van het kli maat per trein ver naar achteren transportee ren, waar de verpleging niets te wenschen over liet. In Abessinië zijn echter geen steden, waar men meerdere bataillons ook slechts eenigszin voldoende onder zou kunnen brengen. De dorpen zijnzoodanig, dat ze voor bewoning door Euro- pieanen in het geheel niet in aanmerking komen Treinen om de door het klimaat geteisterde troepen ver achter het front te brengen om ze tot zich te laten komen zijn er niet en bovendien ook ver achter het front is geen gelegenheid Europeesche manschappen slechts eenigszins menschelijk onderdak te geven. Er zijn nog andere bezwaren verbonden aan den regentijd. In het zuiden wordt de leembo- dem er tot een modder, waarin automobielen en zelfs tanks niet meer kunnen rijden. In het noorden, in het gebergte, ontstaan overal wilde riviertjes, waarvan de loop vooruit niet bekend is- Bovendien gaat de regen gepaard met een felle koude, waartegen de menschen zoo goed als machteloos staan. Dan is er echter nog de moeilijkheid der ver bindingswegen. Overal, waar de Italianen voor waarts zijn gerukt, hebben ze (naar ze tot ver velens toe telkens meldden) wegen aangelegd, vele honderden kilometers wegen, die gedeeltelijk met elkander parallel loopen, gedeeltelijk dienen om deze parallel loopende wegen onderling te verbinden. Van deze wegen hangt de verzorging der troepen af. Het ongeluk is evenwel, dat deze haastig aangelegde wegen, feitelijk geen „we gen" zijn. Tallooze rivieren kruisen deze kara vaansporen, die in de Italiaansche communi qués „wegen" worden genoemd, maar over deze rivieren zijn geen bruggen geslagen. Tot nu toe was dit ook niet noodig. Deze rivieren stonden immers alle droog. Geen druppeltje water was er in. Thans echter zal dit, indien de regen aan houdt, anders worden. Honderden bruggen zul len moeten worden geslagen, bruggen, sterk ge noeg voor het verkeer van zwaar beladen vrachtautomobielen, voor zwaar geschut, voor vele tonnen wegende tanks. Dit is natuurlijk geen werk van maanden, maar van vele jaren Het is niet noodig, dat de rivieren blank staan om thans het verkeer van en naar het Italiaan sche front zoo goed als onmogelijk te maken, reeds als de bedding tot modder is geworden zullen zware voertuigen hier niet meer kunnen passeeren. De verzorging van de verst opgeruk te troepen wordt dan uiterst bezwaarlijk, zoo niet onmogelijk en dit zal zijn juist in een tijd, dat VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van Maandag 27 Januari. Medemblik. DE MAN. DIE HET POLSKLOKJE VAN ZIJN MEDE-COMMENSAAL STAL. Op de politie-jour van 23 Nov. verscheen op het verdachtenbankje een jongmensch, Anton H., dat te Medemblik het polsklokje van zijn mede-com mensaal H. Reekers had ontvreemd. De Officier noemde het een minderwaardige kruimeldiefstal en requireerde 2 maanden gev. Op aandrang van zijn verdediger, mr. Dr. Brom berg, toonde de Politierechter zich echter alsnog bereid een reclasseeringsonderzoek te doen instel len en werd de zaak tot heden aangehouden. Het rapport omtrent verdachte, die zich in arrest be vond, door den heer Wiggers uitgebracht, was zeer uitvoerig, en de lange rede kurzes Sinn was, dat op name in een landkolonie kans van slagen bood. Maar het bleek dat het object van reclasseering zelf eischen scheen te willen stellen. De politierechter praatte nog vruchteloos met het talent van een reiziger in stofzuigers, om hem de voordeelen van een landkolonie aanlokkelijk te maken en de ver dediger verzocht van den heer Wiggers een positie ve conclusie, waaroo de heer Wiggers antwoordde, dat de kansen twijfelachtig waren. De Officier was al onvoldaan over het geschipper met iemand, die zelf bedankte voor de gunst, die voor hem feitelijk geen gunst was en refereerde zich aan zijn requi sitoir: 2 maanden gev. Mr. Dr. Bromberg, het rapport op zijn werkelijke waarde stellende, concludeerde thans voor ver dachte een lichtere straf dan werd geëischt, met aftrek van preventief. De Officier verzette zich echter tegen deze con clusie. De diefstal was ontegenzeggelijk gemeen en moest dus gestraft worden. Reden waarom de Offi cier persisteerde, vooral ook omdat het uitstel was verleend op eigen verzoek. Na repliek van verdediger, werd de polsklokjes- tikker veroordeeld tot 2 maanden gev. met 1 maand aftrek. W lering er waard. EEN ZELDZAAM MISDRIJF. Het komt meermalen voor, dat een rijwielbélas- tingplaatje wordt ontvreemd, doch dit feit is zeld zaam, wanneer een vrouw zich met de uitvoering van die daad heeft belast. Toch stond op deze zit- deze troepert verpleging meer dan ooit zullen be hoeven- Zeer twijfelachtig is het daarom, of de Italianen zich gedurende de regenperiode zul len handhaven op de thans ingenomen stellin- gen. Van groote krijgsverrichtingen zal dan even wel zeer zeker geen sprake meer kunnen zijn. De regen zal tijdelijk het vuur van den oorlog blnsschen. De Ethiopiërs zullen op het front dan nog slechts weinig troepen noodig hebben en een groot deel van hun manschappen zouden ze tijdelijk naar huis kunnen zenden. Reeds om de kosten zullen de Italianen dit niet kunnen doen. Werkeloos of zoogoed als werkeloos zullen de Italiaansche soldaten in een tot wanhoop brengend regen weder met slechte verzorging he tere tijden af moeten wachten, betere tijden, waarin ze den oorlog vermoedelijk geheel van voren af aan zullen moeten beginnen. Houdt hun moreel dit uit? houdt het geduld van het Italiaansche volk dit uit? houden de Ita liaansche financiën dit uit? Maar misschien komt er nog een verandering in het weder, doch ook in het gunstigste geval hebben de Italianen niet veel meer dan vier maanden tijd om dezen lichtzinnig begonnen oor log te beëindigen Dan begint namelijk de groote regenperiode. Echter nu en dan vloeien kleine en groote regenperiode in elkander over en dat zou natuurlijk dit jaar voor de Italianen een ramp beteekenen. J. K. BREDERODE. ting een jong vrouwtje terecht en wel de 28-jarige Jantje Frederika v. d. H., huisvrouw vari Joh. Aug. E., te Wieringerwaard, welke juffrouw een dergelijk plaatje van een goedvertrouwende buurman, M. van S., zich wederrechtelijk had toegeëigend. Volgens rapport van den heer Wiggers was het vrouwtje lichtzinnig, vermaakzuchtig en wist zij de kunst om de tering niet naar de nering te zetten. Geadviseerd werd echter een voorw. straf, waarbij de officier en politierechter zich aansloten en veroordeeling tot 3 maanden gev. voorw. met drie proefjaren volgde. Ou dorp. WEER WAT NIEUWSMARGARINE-SMOKKEL! Als nouveauté op de politiezitting kregen we thans een margarine-smokkelzaakje, waarin terecht stond de koopman Joh. Fr. te Oudorp, die in Sept. j.1. aan een paar economische dorpsgenooten, mej. S. en B., had uitgereikt in papier verpakte margarine, waarop geen aanduiding stond, zooals door de wet wordt geëischt. In deze zaak werd gehoord Dr. Moll, Directeur Keuringsdienst, als getuige-deskun- dige, de rijksveldwachters Visser en Waterdrinker en de consumenten mej. Schilder en mej. Bijl. Dr. Moll had geconstateerd, dat het in beslag ge nomen vet niet van melk afkomstig was. Mej. Sein had met verdachte een boterpraatje gehouden en had verdachte een paar dagen later 'n pakje afge leverd, voor de boterham, zei hij. Dit pakje bevatte margarine en de veldwachters hadden het restant in beslag genomen. De verdachte is een in den achtermiddag geraak te, ongehuwde pluimveefokker en heeft zoo goed als geen inkomen. Eisch 2 maanden gev. De verdediger, mr. v. d. Loos, vermeende dat de Officier niet was geslaagd, aannemelijk te maken, dat de verdachte wist, dat de substantie, die hij verkocht, margarine was en concludeerde vrij spraak, subs. een lichtere straf voor dezen tobber, die met 2 kippen naar Purmerend gaat, om die daar te verkoopen. Geen uitspraak, maar verwijzing naar de meerv. strafkamer. Oterleek. NOG EEN MARGARINE-MAN! Hierop stond terecht de pluimveehandelaar Ger- rit v. d. N. uit Oterleek, die per auto had vervoerd een aantal pakjes margarine, waarop de vereischte aanduiding niet voorkwam. Rijksveldwachter Wa terdrinker had den smokkelaar aangehouden. Ver dachte verklaarde bedoelde margarine te beschou wen als bakkersvet. Ook deze zaak werd naar de „groote rechtbank" verwezen. Te dier zake stond nog voor den rechter Th. S., zonder beroep, wonende te Heerhugowaard, welke heer een juffrouw te Alkmaar tot klant had gehad. Ook hier weer verwijzing. Oorspronkelijke Roman door ARTHUR E. STRATTON 5. Nu ik dio hel goed en wel achter me heb, ben ik blij, dat ik leef. Omdat ik een doel voor mijn leven heb, - een doel, dat me staande zal houden" „Ik ben blij, dat je er zoo over kunt denken kerel", zei Ramsay hartelijk. „Ja!" Sir Charles lachte een vreugdeloo- zen, killen lach. „Zie-je," vervolgde hij na een korte pauze, „vandaag al begin ik aan de verwe zenlijking van dat doel en daarom ben ik bij je gekomen. De acteurs en actrices, die in het Ro- thermeredrama met mij een rol van beteekenis vervulden, heb ik tot mijn spijt twaalf jaar uit het oog moeten verliezen en het wordt nu hoog tijd, dat ik hun dat gebrek aan belangstelling ga vergoeden, dubbel en dwars vergoeden, Ram say. Wat is, om een begin te maken, vanEu- stace Bennett geworden, mijn openbare aankla ger, die me destijds een eerroover en een wellus teling noemde? Het is wel alweer twaalf jaar geleden, maar voor zulke dingen heb ik een uit stekend geheugen". „Bennett?" Ramsay dacht even na. Ja een vaak voorkomende eigenschap bij „Streber". Door pro tectie kon hij zijn baantje bij de rechterlijke macht in de provincie er aan geven en hij be kleedt nu een belangrijke regeerings-functie. Als sleept niet te boven komt en wij krijgen een coa- het ministerie de crisis, die op het oogenblik litie-kabinet van conservatieven en liberalen, dan wordt hij, naar de algeraeene opinie, onder staats-secretaris van Buitenlandsche Zaken." Melrose knikte- „Hij mikt dus hoog des te beter! En herinner je je Arthur Fenton nog?" „Eén van de mededingers destijds naar de hand van de mooie Caroline Faversham, de latere Lady Rothermere? Een jaar na je veroor deeling is hij met de weduwe van Sir Everard getrouwd. Het heeft eigenlijk niemand verwon derd. Ik vermoed echter, dat het Fenton niet meegevallen is, dat de oude Rothermere meer schulden dan bezittingen aan zijn bekoorlijke weduwe naliet. Maar hij was altijd een gladde vo gel en als je voor het maatschappelijke leven in ons gezegend Engeland niet deugt, schijn je gekpipt te zijn voor de politiek. Bij de liberalen en conservatieven had hij geen schijn van kans, dus wierp hij zich in de armen van de Labour Part Hij vertegenwoordigd haar sinds een jaar of drie voor een Walesdistrict als ik me niet vergis Glamorgan". „En., hun,huwelijk"? vroeg Sir Charles na een lichte aarzeling. Ramsay schudde het hoofd. „Daar is me niets van bekend." „Ten slotte nog een vraag, Ramsay. Waar schijnlijk hen je nog goed bekend in Essex?" En toen de advocaat toestemmend knikte, vervolgde Melrose: „Zou je dan ook in staat zijn, mij de namen op te geven van de jury-leden, die destijds f het schuldig over me hebben gesproken?" „Wanneer je even geduld hebtRamsay ging naar een kast, die opgevuld stond met foli anten. „Je proces had plaats in 1914", zei hij, over zijn schouder pratend, „kort vóór het uit breken van den grooten oorlog. Ik was toen nog in mijn opkomst als advocaat. Hier heb ik het dossier- Eens kijken.Met zijn vinger volgde de advocaat een rijtje namen. „Er is aardig op ruiming onder hen gehouden, ik moet me al sterk vergissen, als er meer dan vijf nog in leven zijn JaGiles, manufacturier, Chélmsford, Brownson, boekhouder, Chélmsford, Tweedy, meubelmaker, Maldon, Vaughan, rentenier, Wit- ham, Millner, zonder beroep, Chélmsford. Dat zijn ze allemaal. Noteer je hun namen?. Merkwaardig!" De advocaat grinnikte. „Ik kan toch bezwaarlijk aannemen, dat je een verrassing voor hen in petto hebt, bijvoorbeeld op hun ver jaardag of met Kerstmis!" „Toch wel!" Er verscheen geen glimlach op het gelaat van Sjr Charles Melrose, zooals Ramsay had verwacht, en zijn stem klonk koud. „Inder daad een verrassing! Maar héél anders, dan jij en zij ooit zullen vermoed hebben! Luister eens, Ramsay! Ik heb me voorgenomen, af te rekenen met allen, die hebben meegeholpen, om mij naar die hel te sturen, waar ik de twaalf beste jaren van mijn leven en een stuk van mijn gezondheid heb gelaten. Ze zullen boeten, de één na den ai£- der. Als was zullen ze in mijn handen zijn. Som migen zal ik vernietigen, zooals je een reptiel vernietigt, anderen zal ik omhoog laten klim men, om hun val des te dieper te doen zijn- Dat is het levensdoel, Ramsay, dat ik me heb gesteld Ik was een rijk man, toen ik in Newgate werd opgeborgen. Morris en Morris, mijn zaakwaar nemers, hebben uitstekend voor mijn belangen gezorgd tijdens.... laat ik maar zeggen., mijn gedwongen afwezigheid. Dat klinkt minder cru. vin-je ook niet? Ik bezit nu een inkomen, Ram say, dat ik niet zou kunnen verteren, al was ik nóg zoo verkwistend. Het zal mij helpen, mijn doel te bereiken. Oog om oog en tand om tand, Ramsay! Kan ik de ouders niet meer bereiken dan zal ik mij in hun kinderen schadeloos stel len!" De advocaat keek zijn bezoeker aandachtig aan Het was waanzin, wat in diens oogen blonk, constateerde hij voor zich. Het was waanzin, een dergelijk plan uit te werken. En wederom scheen Sir Charles Melrose zijn gedachten te raden. „Je houdt me voor een gek, is het niet?" vroeg hij scherp. „Je denkt, dat zoo'n plan alleen in het brein van een krankzinnige kan opkomen Afwachten, mijn waarde! Ik heb ze heusch even goed bij elkaar als jij!" „Als dat werkelijk waar is", antwoordde Ram say, zijn schouders ophalend, „kan je in ieder geval niet van plan zijn, aldus te handelen! Denk toch eens logisch na, man! Die eenvoudige leden van de jury hebben destijds niets anders gedaan, dan wat zij hun plicht achtten. Je kunt hen toch zeker niet verantwoordelijk stellen voor het har de lot, dat je getroffen heeft?" „Die eenvoudige lieden, zooals jij ze belieft te betitelen, Ramsay, hebben toch maar, al zijn ze de hoofdschuldigen niet, er toe bijgedragen, mij twaalf van mijn beste levensjaren te ontstelen", antwoordde Sir Charles koel. „Ja, zoo is het in jouw bedorven fantasie", zei Ramsay grimmig. „Als jij destijds gesproken had, zooals je spreken kón, en móest, was je er op zijn ergst met een paar jaar afgekomen. Ge loof me, Melrose, ik leef met je mee, maar wat je je nu voorstelt, is pure waanzin! En wanneer je al meent te moeten straffen, tref dan de vrouw door wie jij je in het ongeluk heb laten storten, maar hordt de anderen er buiten!" Melrose was opgestaan en trok zijn handschoe nen aan- Wordt vervolgd. n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6