elrose's
Vergelding
Gemeenteraad Bergen.
Zaterdag 1 Februari 1936.
SCHAGER COURANT.
Vijfde blad. No. 9904
Feu 11 leton
Een eigenaardig filmwerk „Donogoo Tonka", getiteld, is dezer dagen voor het eerst in Ber
lijn opgevoerd. Het handelt over de stichtino van een stad midden in het oerwoud, die
echter alleen maar in de verbeelding van een fantasie-rijke professor spookt en welk denk
beeld door een groep zwendelaars met succes wordt uitgebuit. Anny Ondra, die wij hier
boven tusschen de rails zien wegvluchten, vervult de hoofdrol in deze film.
DE EERSTE ZITTING IN 1936.
EEN HEILWENSCH VAN DEN
VOORZITTER. OVER. DE SALA
RISSEN VAN HET GEMEENTE-
PERSONEEL. NIET VOORUIT-
LOOPEN OP DE BEHANDELING
DER BEGROOTING. DE INVOE
RING VAN 5 KORTING NU
REEDS ZOU NIET GERECHTIGD
ZIJN. DE RAAD STAAT ACH
TER B. EN W., DIE TRACHTEN
ZULLEN BERGEN IN EEN HOO-
GERE STEUNKLASSÈ TE KRIJ
GEN. WERKLOOZEN DIE BUI
TEN DE KERSTGAVE VIELEN,
ONTVANGEN DEZE ALSNOG VAN
GEMEENTEWEGE. EEN BU
REAU VOOR WERKVERSCHAF
FING, STEUNVERLEENING EN
DISTRIBUTIE. TWEE AMBTE
NAREN AANGESTELD. DE GE-
MEENTEBEGROOTING VOOR 1936
AANGEBODEN. BENOEMING
2 LEDEN BURGERLIJK ARMBE
STUUR. VERORDENING OP
BOSCH-, HEIDE- EN DUINBRAN
DEN. -
Donderdagmiddag om 2 uur kwam de Raad in
openbare zitting bijeen.
Voorzitter de heer J. W. Macdonald, locoburgemees
ter. Afwezig is de heer Brak (S.D.A.P.) met kennis
geving.
Op de tribune is vrij groote belangstelling.
De Voorzitter opent deze eerste zitting van het jaar
1936 en meent, dat het niet noodig is een terugblik
te werpen; ook in de toekomst wil spr. liever niet
vooruitzien. Spr. wenscht alle leden en de pers een
goed jaar toe en hoopt, dat de burgemeester binnen
afzicnbaren tijd weder de hem toekomende plaats op
het gemeentehuis zal innemen.
Notulen.
1. Vaststelling der notulen van de openbare verga
dering van 17 December 1935.
Na een kleine bemerking van den heer Dingerdis
(R.K.Arb.) onder dankzegging gearresteerd.
Ingekomen stukken.
Wij vermelden hiervan de navolgende:
De gasprijs.
a. Mededeeling van het gemeentebestuur van Alk
maar, dat de gasprijs voor de afnemers in Bergen
zoodanig is verlaagd, dat. deze één cent per M3. hoo-
ger is, dan de prijs waarvoor het gas te Alkmaar
wordt geleverd.
De prijzen zijn met ingang van 1 Januari 1936 be
paald op 11 cent per M3. normaal tafiefj 7, 6 en 5
cent per M3. bij vastrecht tarief resp. in groepen 1,
2 en 3.
B. en W. stellen voor het Gemeentebestuur van
Alkmaar voor deze verlaging dank te brengen.
Voor kennisgeving aangenomen.
Toegang Provinciaal duinterrein
b. Schrijven van Ged. Staten houdende antwoord
op de door B. en W. in opdracht van den Gemeente
raad gestelde vragen terzake den toegang van het
Prov. duinterrein.
B. en W. deelen mede, dat zij over dit antwoord
nadere informatie hebben ingewonnen.
De secretaris leest het schrijven van Ged. Staten
voor, waaruit blijkt, dat er kaarten verkrijgbaar wor
den gesteld voor het betreden van het duinterrein.
Over eenige details hebben B. en W. thans nog in
lichtingen gevraagd.
Voorkennisgeving aangenomen.
Salarissen gemeentepersoneel.
c. Afschrift van het Kon. Besluit van 6 Jan. 1936,
houdende een aanmaning, krachtens art. 126 der
ambtenarenwet 1929, tot herziening van de wedden
en loonen van het personeel der gemeente, met uit
zondering van de veldwachters.
Oorspronkelijke Roman
door
ARTHUR E. STRATTON
7-
„In dien bijbel staat ook, dat wij den naaste,
die zich onrechtvaardig jegens ons gedragen
heeft, zullen vergeven. Zeventig maal zeven maal
Sir Charles! U kunt dit niet vergeten zijn!"
,U vergist zich, mijnheer Morris", antwoordde
Melrose hard. „Ik heb gedurende mijn eenzame
afzondering gelegenheid te over gehad, te verge
ten wat ik wilde, en te onthouden wat ik wilde.
Neem mijn kans op wraak weg en het leven
heeft niet de minste waarde voor mij! Als er in
dat harde hart van mij nog plaats is voor me-
dedóogen, dan zal het zijn, voor hen, die ook ja
ren lang voof een gering vergrijp lucht en zon
ontbeerd hebben, in de maatschappij worden
terug gesmeten als paria's, met het Kains-teeken
öp het voorhoofd!" Sir Charles strekte harts
tochtelijk de armen omhoog Hoe dank ik in den
hemel, mijnheer Morris, dat ik rijk ben, onme
telijk rijk!"
„Ik geloof niet, Sir Charles", zei de oude man
ernstig, ..dat de hemel uw dankzegging aanne
men kan".
„Ook al goed!" lachte Melrose kort. „Dan zal
de duivel wel zoo vriendelijk willen wezen! Kom
aan, mijnheer Morris", ging hij na een korte
In hun prae-advies dat wij reeds in ons blad
van Maandag hebben gepubliceerd zeggen B. en
W. aan dèn minister te hebben medegedeeld, dat
naar het oordeel van den Raad voor een verlaging
der loonen en wedden geen reden bestaat. Het col
lege acht het niet gewenscht öp zijn voorstel tot tij
delijke korting, vooruit te loopen.
De heer Dingerdis: Wij komen dus op deze mate
rie terug bij de begrooting?
De Voorzitter: Natuurlijk. De regeering wil eerst
aanpassing aan de Rijksloonen en dan nog 5 pet
korting.
De heer Hemelrijk: En B. en W. willen-een tijde
lijke korting?
De Voorzitter: Dat is tenminste ons-voorstel; het
personeel is daarop al voorbereid.
De heer Hemelrijk is van oordeel, dat B. en W.
gerechtigd zijn al reeds nu de korting toe te passen,
in afwachting van de beslissing van den Raad. Als
gemeente kunnen wij er tegen protesteeren, maar we
kunnen er toch niets aan doen? meent spr.
Is er een aandrang bij B. en W. om de salarissen
te verlagen tot den Rijksnorm?
De Voorzitter: Die aandrang is er inderdaad ge
weest.
De heer Dingerdis ze^t, dat het loon der werkh ;den
beneden den Rijksnorm is. Er kan dus geen reden
voor den minister bestaan, nog meer te korten.
Spr. wil nu reeds voorstellen, die korting van 5 pet.
op de werklieden niet toe te passen.
De Voorzitter: We praten nu re'feds over de begroo
ting 1936. De bedoeling is met het oog op de finan
ciën die tijdelijke korting in te voeren. Mochten er
betere tijden komen, dan zal het de eerste plicht zijn
van B. en W. die korting weer in te trekken. Voor
stellen kunnen nu moeilijk worden behandeld, die
behooren te worden ingediend bij de behandeling der
gemeentcbegrooting.
De heer Hemelrijk: De vraag is, of wij maar raak
5 pet. op alles korten mogen. Bij de begrooting kun
nen we dat nader onder de oogen zien.
De Voorzitter: Wij hebben drie maanden tijd ge-
BOVENDIEN BEHOUDEN DE
GESCHENKENBONS HUN WAARDE
RAD G.A.5- 0*1 fe H
pauze op kalmer toon voort, „het leidt tot niets,
of wij daarover al debatteeren ik zou het ge
vaar niet vallen loopen, u als vriend te moeten
missen". Hij stak den makelaar een hand toe.
„En nu nog iets. Ik moet een bediende huren,
die den boel op mijn flat in orde houdt. Kunt
u mij een adres geven? Ik bedoel een soort plaat
singbureau. Zelf ben ik'er een beetje uitgeraakt
„Ik heb op dat gebied meer dan eens Smithson
in Arundel Street hooren recommandeeren",
antwoordde de oude heer, „hoewel ik persoonlijk
natuurlijk er niet voor kan instaan- Is er haast
bij?"
„Liefst zou ik zoo gauw mogelijk mijn appar
tementen in Victoria Street willen betrekken".
„Een oogenblik dan". De heer Morris gaf eeni
ge instructies door de huistelefoon. „Het is nu
even over vieren en in den regel kunt u bij die
bureaux tot een uur of acht terecht. Maar ik
heb voor alle zekerheid een taxi besteld".
Vijf minuten later reed Sir Charles Melrose
naar Arundel Street, Smithson's Arbeidsbureau
was een vrij sjofel kantoortje. Er stonden vijf
mannen voor het loket, om zich als werk-zoeken-
de, tegen betaling van twee shilling, te laten in
schrijven. Smithson streefde er blijkbaar naar,
zijn arbeidsbeurs „op peil" te houden, in de
wachtkamer waren althans een aantal kartons
opgehangen, waarop met vette letters stond:
„Uitsluitend plaatsing voor beter bediendenper-
soneel". Eindelijk was de beurt aan Melrose ge
komen. De bediende, een jongeman van zeven
krègen om te voldoen aan het verlangen van Ged.
Staten. Spr. begrijpt daaruit, dat die korting dan ook
wel op 1 Maart mag ingaan.
Wethouder den Das meent, dat zoolang er geen
wettelijk raadsbesluit is, B. en W. niet het recht heb
ben, tegen de verlangens in van de betrokkenen nu
teeds te korten. De mogelijkheid bestaat inderdaad,
dat de eventueele korting eerst op 1 Maart kan in
gaan.
Het afschrift wordt dan voor kennisgeving aange
nomen.
Motie van het werkloozen-comité.
d. Een motie van het Werkloozen-comité,
waarin wordt aangedrongen pogingen in het werk
te stellen, de gemeente Bergen in een hoogere
steunklasse geplaatst te krijgen, alsmede een ad-
haesiebetuiging van de afd. Bergen van den Alg.
Ned. Bouwvakarbeidersbond.
B. en W. deelen den Raad mede, dat zij een onder
houd hebben gehad met 't Bestuur van gen. comité,
waarbij toezegging is gedaan pogingen in 't werk te
stellen Bergen in een hoogere steunklasse inge
deeld te krijgen zoodra de door genoemd Comité
toegezegde gegevens omtrent den levensstandaard
in Bergen zijn verstrekt.
Blijkens van een ambtenaar van het Dept. van
Sociale Zaken verkregen inlichtingen, is de kans
tot eenig succes uiterst gering.
Het College is van oordeel, dat de steunnormen
nauw verband houden met het loon in werkver
schaffing, zoodat zoolang het' loon hetzelfde blijft,
geen kans bestaat dat de steunnorm wordt ver
hoogd. Niettemin blijft het College diligent.
Kerstgave aan werkloozen.
In verband met het feit. dat ook B. en W. het als
een onbillijkheid voelen, dat er werkloozen zijn, die
tengevolge van het doormaken van een wachtweek
juist in de Kerstweek, door de toepassing van de
Regeeringsvoorschriften^ buiten de Kerstgave vielen,
stelt het College voor aari degenen, die in de Kerst
week hun wachtweek doormaakten, en in de
Nieuwjaarsweek steun - trokken, over 't steunbedrag
in laatstgenoemde week, alsnog een Kerstgave uit
te betalen. Het betreft hier een 20-tal personen en
vordert een uitgaaf voor de gemeente van c.a. f 35.
De heer Dingerdis zegt, dat het loon in de werk
verschaffing kan worden verhoogd, waarom spr.
voorstelt hef loon te verhoogen tot 33 cents 'per uur.
De Voorzitter antwoordt, dat dit niets te maken
heeft met het voorstel van de Kerstgave.
De heer Dingerdis meent, dat het er een uitvloei
sel van is. Er moet iets worden gedaan, om den be-
staanden toestand te verbeteren. Er kan getracht
worden den steunnorm iets naar boven te brengen.
Het is den R.K. fractie gebleken, dat dit mogelijk is;
de onkosten die daardoor voor de gemeente zouden
ontstaan bedragen f 907.40.
tien, achttien jaar, monsterde nauwkeurig zijn
laatsten klant.
„U komt vast niet om werk te zoeken", luidde
zijn conclusie.
„Dat heb jegoed geraden", antwoordde Sir
Charles met een vluchtigen glimlach „Mijn naam
is Clifford, Charles Clifford- Ik wilde graag
mijnheer Smithson spreken".
„Dan zult u moeten wachten, want de patroon
is een boodschap gaan doen. U kunt daar zoo
lang op de bank plaats nemen".
„Dank u", antwoordde Melrose. „Ik geef er
de voorkeur aan, te blijven staan".
De klerk haalde de schouders op en maakte
zich nuttig met het inschrijven van een nieuwen
klant. Het geduld van Melrose werd öp een lan
gere proef gesteld, dan hem lief was, maar ein
delijk toch trad de patroon binnen, een kleine,
gezette man van middelbaren leeftijd, met een
ongunstig, loerend uiterlijk. Hij was gekleed in
een jacquet, dat glom en een ontelbaar aantal
vetvlekken vertoonde Zijn manchetten waren
vuil en vol rafels. Hij sprak eenige oogenblikken
met den bediende en kwam toen naar Sir Charles
„U wenschte mij persoonlijk te spreken?" vroeg
hij met een schorre stem.
Melrose keerde zich met een lichte huivering
af, de lucht van bier en goedkoope tabak, welke
hem tegemoet kwam, maakte hem bijna onpas
selijk. Doch hij vermande zich.
„Hebt u ook zooiets als een privó-kantoor",
vroeg hij „waar wij even rustig kunnen praten?"
„Ik ben gewoon, mijn bezigheden hier af te
doen", antwoorde Smithson op vrij brutalen toon
„Ik doe eerlijke zaken en heb niets te verbergen"
„Daar twijfel ik niet aan", stelde Melrose hem
gerust- „Wij varen dan in het zelfde schuitje.
Maar ik stel er toch bijzonderen prijs op, een
onderhoud met u onder vier oogen te hebben.
Het zal u geen windeieren leggen mijnheer Smith
son".
De Voorzitter is van oordeel, dat de Raad niet
moet vooruitloopen op hetgeen B. en W. willen pro-
beeren te bereiken.
De heer Dingerdis is bereid, het voorstel terug te
nemen tot de behandeling der begrooting.
Wethouder den Das acht een verklaring van B.
en W. noodzakelijk, omdat er nu praatjes rondgaan
alsof B. en W. niets doen om de toestanden te ver
beteren. Spr. noemt dit een ongemotiveerde tam-tam-
beweging. Immers: B. en W. doen alles om hetgeen
bereikbaar is, ook inderdaad te bereiken. In 1934 is
het niet gelukt, den steunnorm op 35 cent te houden.
Er zijn onjuiste voorstellingen gegeven over de uit
betaling der Kerstgave en daar is liet A.fyP. de
schuld van. Spr. vindt dit een onverantwoordelijke
daad van een persbureau. Daardoor is een diepe te
leurstelling bij de arbeiders ontstaan en spr. acht dit
begrijpelijk.
In Bergen kende men geen steunregeling en in de
Kerstdagen werden B. en W. plotseling voor een
dergelijke regeling gesteld. Natuurlijk zijn er toen
fouten gemaakt, maar die fouten hebben B. en W.
alle hersteld. Toen bleek, dat de Kerstgave door het
Rijk niet kon worden verleend, hebben B. en W.
overwogen deze Kerstgave te verstrekken vanwege
de gemeente en daarom komt het college nu met dit
voorstel.
Wat betreft het voorstel der katholieke fractie
meent spr. dat het 't, beste is, dit voorstel nog niet
in te dienen, doch hierover eerst het oordeel te vra
gen van den Raad. Het college van B. en W. is bezig
te trachten een analyse te krijgen van de door de
werkgevers uit te betalen loonen in de gemeente. Spr.
wijst er tot z'n genoegen op, dat het werkloozenco-
mité geen communistische agitatie voert, doch eer
lijk en oprecht de belangen der werkloozen voorstaat.
Na bespreking met dit comité, hebben B. en W. zich
bereid verklaard te trachten, den norm te verhoogen
De motie kan dus thans volgens spr. voor kennisge
ving worden aangenomen.
De Voorzitter dankt den wethouder voor zijn be
toog. (Applaus).
De heer Dingerdis: We krijgen dus uiteindelijk een
mededeeling van B. en W. over deze pogingen bij den
minister?
De heer Hemelrijk: Geconstateerd mag worden, dat
de Raad unaniem staat achter B. en W. bij z'n pogen
om den toestand te verbeteren, n.1. om de steun
normen op een dergelijk peil te brengen, dat de scha
depost door het niet toekennen van den huurtoeslag,
gecompenseerd wordt.
De motie van het Comité wordt dan voor kennis
geving aangenomen.
De werkverschaffing.
h. Medeeling van de Min. v. Soc. Z. dat met het
voorstel inzake rouleering bij de werkverschaffing
accoord wordt gegaan, doch aan het verzoek om
goedkeuring dat aan de bij de werkverschaffing
geplaatste arbeiders een huurtoeslag wordt ver
strekt, niet kan worden voldaan.
B. en W. deelen mede, dat in verband met het in
„Vooruit dan maar!" zei de patroon en hij
liet Sir Charles in een kleine kamer, achter het
kantoortje, waar de klerk zijn werkzaamheden
verrichtte. „Hier zal niemand óns storen. Wat
is er van uw verlangen?"
Melrose haalde een biljet van tien pond uit
zijn portefeuille en legde dit vóór zich op tafel
Smithson keek er met begeerige blikken naar.
„Mijn naam is Charles Clifford", zei Melrose,
*n als ik bij u naar wensch slagen kan, is dit
voor uw bemiddeling. Ik heb mij pas een paar
dagen geleden in Londen gevestigd, Victoria
Street 84, en zoek nu een bediende, een huis
knecht".
Smithson sloeg de handen in de lucht.
„Moet u mij daarvoor apart nemen en tien
pond toezeggen? U Kunt bij mij, tegen betaling
van zes shilling per stuk, zooveel huisknechten
krijgen, als uw heele flat niet bevatten kan, al
zou u ze op en naast elkaar^ieggen! Ik heb ze in
alle mogelijke soorten: groote en kleine, dikke en
dunne, blonde en zwarte, jonge en op gepasseer-
den leeftijd, u kunt er van me krijgen, die links
of rechts scheel de wereld inkijken! Zeg maar
wat u aanstaat -het aanbod overtreft bij mij
altijd ver de vraag!"
Sir Charles had den woordenstroom gelaten
over zich doen gaan. Toen Smithson even naar
lucht hapte, zei hij kalm:
„Wat ik verlang, is ook geen gewoné bedien
de of huisknecht. Ik wil open kaart met u spelen
meneer Smithson, en ik geef u mijn woord van
per, dat niets van hetgeen wij bespreken buiten
dit vertrek zal komen. Ik moet een bediende heb
ben, dien ik onvoorwaardelijk aan mij kan bin
den, die om zoo te zeggen, met lijf en ziel mij zal
eoebehooren, elke opdracht van mij vervult, al
lijkt ze hem absurd of misdadig, en die mij ffooit
«Tagen stelt. Zóó één bedoel ik".
„U komt zeker uit Afrika?" vroeg Smithsoü
ironisch.