Dokter Gootekoe
De Olympische Spelen
Spannende momenten.
Donderdag 13 Februari 1^6. SCHASER COURANT.Tweede blad. No. 9913
Een figuur uit
de Alkmaarsche
historie - - -
13 FEBRUARI1685
Omstreeks 1640 bestond te Alkmaar een wel
beklante grutterswinkel, waar Gerrit Janszoon
Dekker achter de toonbank stond en de juffers
de volle maat gaf en waar, buiten, de bonte koe
uithing. Omstreeks 1675 schilderde in den Haag
een apotheker op zijn ruit een bonte koe met een
zotskap op en omringd door een schare domme
beesten. De Hagenaars lachten .om het geval en
wisten heel goed wat de apotheker met zijn schil
dering voor had. Het was hem er n.1. om te doen
den man'bespottelijk te maken, die ongeveer een
kwart eeuw daarvoor te Alkmaar was geboren
achter de grutterswinkel waar de bonte koe uit
hing en die, naar het voorbeeld van zijn vader,
die niemand in Alkmaar anders kende dan onder
den naam van den grutter Bontekoe, zijn eigen
lijken naam voor dien van de voorstelling van
het uithangbord had verwisseld. Maar welke re
den had die Haagsche apotheker voor zijn ha
telijkheid aan het adres van dien Bontekoe? Wel,
Bontekoe, dokter Bontekoe had, alweer naar het
voorbeeld van zijn vader, de volle maat gegeven,
maar hij, een ander vak beoefenend, aan de apo
thekers en de heeren collega's En zijn volle maat
bestond niet in meel of erwten, maar in een
vloed van woorden, die wij moeilijk anders dan
scheldwoorden kunnen noemen-
De grutterszoon, dokter Bontekoe. was inder
daad niet op zijn mondje gevallen en hij wist ook
terdege de pen te hanteeren wanneer het'erom
ging de misbruiken an de kaak te stellen, waar
mee de chirurgijns, apothekers en doktoren uit
zijn tijd het leven van hun medemenschen in ge
vaar brachten. Hij schold hen voor knoeiers,
gifmengers en moordenaars, een schande voor
het vak, dat hij, na dat van predikant, het edel
ste noemde, dat hij kende. „Zij zijn lui en onge
leerd, vuilgewinzoekers, die de menschen tormen
teeren, ziek hoeden en dikwijls zieker maken".
Ziedaar Bontekoe's oordeel over zijn collega's.
„De apothekers zijn zoo slecht, dat ik aanneem,
duizend considerabele misbruiken daarin aan te
wijzen", schreef hij over de apothekers. „Zij ge
nieten de trage instructie van twee of drie mees
ters, want zelden hebben zij er meer, en die mees
ters weten doorgaans zelf niets". Met deze woor
den rekende hij af met de chirurgijns,
Naar deze oordeelen gerekend, was het in de
zeventiende eeuw zeker verstandiger om niet
ziek te worden en dus de hulp van geneesheeren
te kunnen ontberen. Zoo dacht dokter Bontekoe
er ook over en daarom stelde hij een verhande
ling samen niet om aan te geven hoe men ziek
zijnde, gezond moest worden, maar hoe men, ge
zond zijnde, gezond kon blijven. En wanneer wij
die verhandeling nu nog lezen, vinden wij daar
in zooveel verstandige raadgevingen, zooveel
nuchtere waarheden, zooveel beachtenswaardige
wenken, dat wij wel moeten erkennen, dat hij
zeer zeker niet heeft behoord tot de onbekwame
artsen van zijn tijd. Maar aan den anderen kant
moet evenzeer worden toegegeven, dat hij een
doordraaier was en een heethoofd, die zijn colle
ga's menigmaal dingen naar het hoofd wierp,
welke hem met even veel recht konden worden
verweten.
Zoo heeft hij zich belachelijk gemaakt door zijn
verheerlijking van de thee, „het excellenste kruyd
thee",, zooals hij het noemde, dat hij behalve voor
een universeel geneesmiddel voor den drank hield
welke den gebruiker een zeer hoogen leeftijd kon
bezorgen- En vastbesloten de juistheid van deze
overtuiging proefondervindelijk aan te toonen
gaf hij het voorbeeld door zelf dagelijks in den
namiddag 200 kopjes thee te drinken en aan zijn
patiënten 50-60 kopjes thee per dag voor te
schrijven. Hoewel de theekopjes uit zijn tijd nau
welijks een inhoud van anderhalven eetlepel had
den, zijn dit nochtans indrukwekkende hoeveel
heden en in ieder geval wel zoo opvallend, dat
zij hem den bijnaam van den „theedokter" be
zorgden, Bovendien haalde hij zich met zijn pro
paganda voor de thee de beschuldiging op den
hals, dat hij door de Oost Indische Compagnie
voor deze reclame grof werd betaald, een be
schuldiging, die hem ook later in Berlijn zou
treffen, waarheen hij voor den laster en de vij
andschap hier te lande was uitgeweken.
Helaas heeft hij aan zichzelf de voortreffelijk
heid van de thee voor het bereiken van een hoo
gen ouderdom niet kunnen bewijzen Op 13 Febr.
1685. te Berlijn bij een vriend op bezoek gleed
hij uit op dé trap en werd beneden met een
schedelbreuk opgenomen, waaraan hij nog dien
zelfden nacht overleed. Hij was toen nog geen
veertig jaar.
Het spoorwegongeluk in
Bulgarije.
Dertien dooden.
Sofia. Het spoorwegongeluk bij het station As-
paroetsjowo in het Zuiden van Bulgarije heeft tot
durverre dertien dooden geëischt. Onder de slachtof
fers bevindt zich een vrouw. Zes personen zijn ge
wond.
De beide locomotieven en 35 personen- en goederen
wagons werden zwaar beschadigd of geheel verbrij
zeld. De wagens schoven in elkaar, zoodat men de
onderdeden moest loszagen of -branden om dooden
en gewonden te bergen. Het reddingswerk heeft den
geheelen nacht geduurd; het werd door aanhoudende
sneeuwjacht zeer bemoeilijkt. Het is gebleken, dat de
stationschef van Asparoetsjowo het ongeluk heeft
zien aankomen en de volgende stations heeft ge
waarschuwd, zonder dat dit heeft mogen baten. In
den sneeuwstorm hebben de beide machinisten de
waarschuwingsschoten en de noodsignalen niet ge
hoord, zoodat de treinen in volle vaart op elkaar re
den.
De actie in Afrika maakt Italië niet
machteloos in Europa
M i 1 a a n. - De „Gazetta del Popolo" ontkent in
een artikel energiek het in Frankrijk en Engeland
bestaande denkbeeld, dat de Afrikaansche actie
Italië een werkzame actie in Europa onmogelijk
maakt. Dit is niet waar. Zelfs indien deze actie
meer menschen en materieel zou eischen, dan men
zich heeft voorgesteld, dan nog mag men niet ver
geten, dat de Italiaansche mobilisatie een leger van
7 millioen man voorziet. Het is geen geheim, dat. men
er jaren lang aan heeft gewerkt deze 7 millioen
niet alleen op papier te doen bestaan, doch ook prac
tisch dit plan door te voeren.
In geen land is de militaire vooropleiding zoo ver
doorgevoerd en ernstig opgevat als in Italië, de wa
penfabrieken arbeiden dag en nacht en het aantal
vliegtuigen vermeerdert dagelijks, terwijl ook dc oor-
logs-manne geregeld wordt versterkt.
Gelooft men nu werkelijk, dat een land, dat 7 mil
lioen man in het veld kan brengen, welker gees
telijke opvatting van hooge politieke en militaire
waarde is, zich niet meer in Europa zou kunnen
doen gelden, omdat 't 300.000 man naar Afrika heeft
gezonden.
Niet Italië trekt zich terug van de samenwerking,
doch Engeland en Frankrijk, die getracht hebben
Italië te vernederen, uit te hongeren en het gevaar
te doen loopen tots chande van de westersche be
schaving in Afrika verslagen te worden. En nu zegt
men dat Italië niet meer in staat is de wacht aan
den Brenner te houden!
Hierop kan men antwoorden dat Italië niet aal
buigen voor de sanctiek en zich niet zal laten voront
rusten door bedreigingen en verwikkelingen.
Links- en rechtshoven, een paar spannende mo
menten tijdens het bobrennen. Terwijl de winter-
nevel uit het dal omhoog stijgt, schieten de bob
sleeën in razende vaart naar beneden. Het win
nende Zwitsersche viertal in de bocht op recht-,
sche foto
Hiernaast, de Oostenrijksche kampioen, Karl
Schafer die in het kunstrijden weer bovenaan
kwam te staan.
Veertig mannen bouwen een muur van ijs.
ken niet kunnen vermijden. Eerst was het de bob
Duitschland II. die de moeilijkheden van een bocht
niet vermocht te overwinnen en omsloeg, waarbij de
manschappen er nog vrij goed afkwamen, doch de
Italiaansche manschappen, die op. hun tweede rit
met de harde ijsmuren van de Bayernkurve in aanra
king kwamen, waren er erger aan toe. Eenige Ita
lianen moesten met vrij ernstige fracturen naar het
hospitaal te Garmisch worden overgebracht. Op het
talrijke aanwezige publiek, dat zich juist in hoofd
zaak bij de Bayernkurve geconcentreerd had, maakte
dit ongeval uit den aard van de zaak diepen indruk.
Zoo hard was de slee tegen de wanden geslagen, dat
groote scheuren zich in het ijs afteekenden en de
baan eerst weer wat opgelapt moest worden, voor hij
weer in gebruik genomen kon worden.
Voor dien tijd was het grootste gedeelte van de rit
ten echter al verreden. Iedere ploeg moet. vier ritten
maken, de tijden worden bij elkaar opgeteld, waarna
de kortste tijd beslist. De beste prestatie leverden
hier de Zwitsers, die met hun wereldberoemde stuur
lieden Capadrutt en Musy aan het hoofd, schitteren
de tijden maakten.
Met het gesteun van een sneltrein en met dezelf
de snelheid suisden de bobs naar beneden. In de
bochten hangen de sleden als het ware steil aan de
randen, waarbij de bemanning zoo ver mogelijk op
zij leunt. Vooral de Amerikaansche ploeg van Stevens
haalde bewonderenswaardige staaltjes van durf uit.
Hooger sloegen de harten der Duitschers toen de
Duitsche bob I met Kilian aan het stuur naar bene
den kwam zetten. Kilian wist reeds driemaal op het
wereldkampioenschap beslag te leggen, doch het
Olympische geluk heeft hem nooit toegelachen en
zoowel te St. Moritz als te Lake Placid ging de gou
den medaille zijn neus voorbij. Ook dit keer wist hij
het met zijn ploeg niet verder dan de vierde plaats
te brengen. Voor onze vriendelijke gastheeren, de
inwoners van Garmisch-Partenkirchen, die vreeselijk
trotsch op hun Hans Kilian zijn, wel een groote te
leurstelling.
Een sport vol gevaren.
Na den dag van de restauratie werd de baan vrij ge
geven voor de training en daarop vlogen de meer
dan 500 K.G. zware sleden, de snelste, waarover de
verschillende landen de beschikking hebben, in sui
zende vaart naar beneden. Bobrennen is geen sport
voor jonge daYnes. Groote gevaren zijn er aan ver
bonden en naast een scherp oog moeten stuurman en
manschappen over ijzersterke zenuwen beschikken.
Onderdeelen van seconden beslissen hier. Bij het bob
rennen komen ongelukken dan ook vrij veel voor en
onze Nederlandsche ploeg heeft dit, zooals bekend,
reeds bij de training ondervonden, zoodat zij aan den
strijd van heden helaas niet konden deelnemen. Ook
bij den strijd van vandaag heeft men eenige ongeluk
DE JAPANSCHE DANSERES
FUMIKS TAKEBAYASHI, IN
HAAR NOG ECHT JAPAN
SCHE GEWAADi tr-
BOBRENNEN EEN GEVAAR
LIJKE, ADEM BEKLEM MEN-
DE SPORT.
Tienduizenden volgen nu eiken dag te Garmisch
Partenkirchen de wedstrijden om de wereldkampioen
schappen. Van dit sportieve enthousiasme gaat een
groot deel uit naar de moedige mannen met hun bob
sleden, zoodat het clan ook geen wonder is, dat reeds
's morgens vroeg duizenden menschen zich om de
bobbaau vereenigen. De bobbaan te Garmisch, die in
de nabijheid van het Riesermeer ligt, is ongetwijfeld
een van de mooisten, die er op deze aarde te vinden
zijn. Zij werd aangelegd door den Berlijnschen inge
nieur Zentzitzlci, waarvan men wel met recht beweren
kan, dat hij op dit gebied de eerste vakman ter we
reld is. Ook de enorme baan te Lake Placid werd
door hem aangelegd en thans heeft hij naar verluidt
de eervolle opdracht gekregen een dergelijke baan in
Tokio te bouwen. De Olympiabaan ligt tusschen den
Kochelberg en den Kreuzeck, beschermd door de hoo
ge bergmassieven van de Almspitze en de Zugspitze.
Zij biedt een onbeschrijfelijk schoon gezicht, wanneer
de witte, sneeuw in de door de wolken dringende zon
glinstert.
Nog een goede week geleden verkeerde men in
angst en beven over deze bobbaan. Inplaats van de
noodzakelijke sneeuwmassa's, die als op commando
nog in de laatste minuten van den hemel begonnen
te vallen, heerschte er de dagen vlak voor het begin
van de Spelen een zacht lenteweertje. Dit „klimaat"
kon de baan niet verdragen en het ingewikkelde stel
sel van bochten, dat men hier Bayernkurve gedoopt
heeft, gaf er b.v. dan ook den brui aan. Reeds vrees
de men, dat de prachtige baan, waarvan men zich
zooveel had voorgesteld, geheel ten prooi aan zon en
regen zou vallen, toen het Duitsche Organisatie Co
mité energiek ingreep. Veertig man werden 48 uur
achter elkaar aan het werk gezet om muren van ijs
in de baan te metselen metselen, ja, zoo moet
men het wel noemen. Uit het Riesermeer werden ijs
blokken gezaagd en daarmede werden de curven be
kleed.- Als bindmiddel gebruikte men eenvoudig wa
ter. En om het moeilijke werk niet opnieuw aan de
invloeden van het weer bloot te stellen, werden bo
ven de baan enorme zonneschermen aangebracht. Ge
heel overbodig overigens, want sinds dien tijd heeft
het weer zich als een trouwe bondgenoot van de
Spelen doen kennen.