De B rabantsche Brief van Dré. Dam po Zaterdag 15 Februari 1936. SCHAGER COURANT. Vierde Blad. No. 9914 Verkoudheid DE MOOISTE FOTO De zaak tegen den bankier L Schaap Jzn, Ulvenhout, 11 Febr. Menier, de mn door Als ik van den morgen mijn eerste stappen op den nog donkeren erf zette, dan echode 't gebots van tn'n klompen door de holle vrieslucht. Lijk marmer zoo hard, lag den erf bevroren om den machtigen voet van den notenleer. Den hemel was als zwar ten kristal. Hoog, in het takkenrag van den noten- leer, krulden de blaauwe slierten van m'n krakende pijpke. En als 'n koud la ken viel de vorst op m'n vel. Wat 'nen straffen vriesmorgen stond er in stille weareld. Hij kraakte in de takken. Hij scheurde den eerde. Hijbrandde de punten van m'n ooren. Hij stroomde m'n longen in, da'k 't vel op borst voelde verstijven. De klanken van de kerkeklokskes klonken diën strakken morgen als 'n flesschenspeL 't Was teugen zeuvenen. Matblauw begost den dag van den hemel te hui veren. Als 'n zwart leegglanzend oog „keek" de ijs- schaal van de regenton naar den tintelenden dag, die van omhoog strooide. Als staalblaauwe zij begost den Oosterkim te glan zen. En 't flesschenspel klengde uit In drie trage, zak kende tonen, die naar d'eerde afglejen als moeie veugels. Toen wier den blauwen „zij" gemonteerd met 'nen gouwen draperie, en d'eerste veugeltjes slepen hun nen zang scherp, op den eersten lichtbalk, die dwars door de ruimte stak. 'Nen schoonen, stillen vriesdag was geboren uit 'n blauw-gouwen glorie. 'n Kleurencombine zoo koud als 'n mes, maar zoo schoon als op eerde geen kleuren daar zijn. „Motte potverblomme 'n kouw pakken!" Ja, Trui was ook al wakker. Ze had de plattebuis aangemaakt en zwart kroelde den turfsmoor boven uit de schouw, den ijlen dag in. Zoo was deuzen morgen den zonne-opgang. Koud en schoon als de blommen en de veeren, die den vorst sierlijk geslepen had in 't glas van de vensters. 't Plattebuiske loeide. De hooge, kouwe vrieslucht dee 'm trekken als 'n sluis. Ros gloeide den vuurpot aan. En als we aan tafel zaten, waarover 'nen eer sten zonnepiek den witten koffiepot aanraakte, zoo dat ie bestoof met gouwen poeier, dan voelde ik m'n linkerwang roodgloeien van 't snorrende plattebuiske. „Daar kan 'k nouw lastig onder worren," zei Trui tusschen twee slokskens koffie in, die zoo warm naar binnen liepen dat ze heur hand streelend over de borst liet gaan: „daar kan 'k nouw gewoonweg lastig onder worren, as ik zie hoe ge daar als 'nen betonnen paal 'n ketier-laank op dieën erft staat. Gij, ge spuit mee oew gezondheid, gij!" ,,'k Zag 't zonneke opkomen, Toeteloeris en „En da komt zonder jouw hulp toch wel op, da's goeien bloedworst, ee, van van den Bosch." Toen sopte zij 'n snee mik, zoo groot als m'n hand, door de pan, dat den sjuu door 't korengele boeren brood trok, om 'nen milllioennair te laten watertan den. En stiekum genoot ik 'n teug dankbaarheid voor de gave van zoo'n gezond en pootig wijf. 't Zonneke klom in den notenkroon. Als koperen snee-werk stond ie te pralen teugen 't smettelooze blaauw van den ultra-marijnen hemel! Den dag was ten volle geschapen in sereenen pracht en ik kreeg trek, mijnen wagel er door te gaan douwen, naar m'n klantjes. Zoo was deuzen morgen; opengebloeid als den forschen kelk van 'nen statigen tulp; 'n blom als 'n fee! Den blaauwen dag lag gebrand in 't glas van de bovenvensters in de grijze stad. De zon kost de stra ten nog niet raken. Maar den hoogen toren zijnen ornament glansde fonkel-wit teugen den blaauwen hemel. Zijn carillon strooide klanken van goud en zilver over de stad en in m'n zielement. Spulsch dar telden de klankskes als vlinders zoo licht op 't goud van de zon. Ze 'fladderden, die tokkelklankskes, in de kelderstroeve straten, waar ze vergingen als vloks- kens natten sneeuw. En hooger rees 't zonneke. En den gouwen poeier die Tc al bespeurd had op mijnen koffiepot thuis, wentelde nou door heel den blaauwen vrieshemel in 'n wemeling zoo dicht, dat 't leek te strooien op oew ooghaarkens. Op de hardsteenen vensterdorpels kleurden de ijskwallen zwartdropen weg onder de warmte van de zon, die 'k lekker, als poesenbont in m'n nek voelde kroelen. Gezellig klotterde mijnen wagel op m'n fluitje over de keien. Licht ketste-n-ie vort, vort, vort, van kei op kei onder den wemel van zonne- en klokkenspel, die daar „sneeuwde" om mijnen kop. Zoo was den dag; éénen gouwen werrel van mu ziek, die heuren klankbojem vond in oew zielement. Als ik op den thuisrij weer op onzen weg kwam, dan lagen de velden al in den nevel van den na middag. Ieveraans stond de kou. Tusschen de boomen, op de wegels, in de velden. Ieveraans botste ge teugen 'm op. Paars verging den dag. 'n Paarse weareld met 'nen rosgouwen cier die aan den Westerkim geveegd stond als met 'nen forschen streek van den verfkwast. 'Nen gloed van kopergroen schampte over het ijs op de Mark. Hier en daar glinsterde nog 'n vlek zonnekoper, die daar gemorst lag uit den ender. Geen windeke asemde over heel deus doodkouwe landschap, waarboven den hemel te verschieten stond naar de kleuren van den nacht. Roerloos stond 't geboomt gebogen onder den vuist van den Vorst, die drukte op heel m'n dorpke. Op de huizekes, die, hoog in de schouwers, 'n wolkske smoor uit-asemden in de beweginglooze lucht. Op de velden, waarvan geen grasspierke bewoog. Op de verre bosschen, die zwarte gaten in de schepping geleken. Op m'n zielement, dat over 'n kerkhof droomde. Op m'n schouwers, die zwaar gingen wegen van de kou. En nog altij klotterde den wagel voor me uit, voor me uit in den dokkerkadans op de keien, die nóu klopte in m'nen kop. De wintermiddagstemming lag over de heele wije ruimte als 'nen neergesmakten veugel, neergezegen met moeieren wiekslag van boven de zon tot op den marmerharden bojem van d'eerde. 'n Vlam brandde uit de loodramen van ons kerk- ske. 'n Leste vlam van den smeulendcn dag. En als ik thuis was, als ik zat voor de dampende schaal met zuurkool, waarin 'nen brok van lillend pekelspek te glimmen en te peerlen lag van kra- ienvet., dan heb ikgeschranst zoo smakelijk en gulzig, als ik nog nooit gegeten had. Want ik heb 't groote fortuin van allen keer weer lekkerder gegeten te hebben, dan ooit tevoren in m'n leven! Den zuurkool, gesnejen en ingepekeld met de zwarte peperkorrels, ik verkoop 'm ook onder weg, is Trui's specialiteit. Trui, die 't fortuin bezit vanal kokende steeds meer trek in heur eigen brouwsel te krij gen. En zonder veul praat hebben wij daar, in de stilte van ons huiske, waarbinnen de plattebuis snorde, snorde, snorde, hebben wij daar zwijgzaam genoten van den steuvigen pot, gemaakt van eigen kool, van eigen patat, van eigen varken, zwijgzaam ge noten van zoo'n vorstenmaal, dat 'n product was van oewen eigen grond! Van eigen arbeid, dien kreeg den zegen van Onzenlievenheer. Zoo was den middag. Eénen dank aan den Schep per voor deuzen schoonen dag! En op den oogenblik: groen en fel als 'n katten- oog staat de ronde maan boven den notenleer, die betooverd is tot 'n schim van zilver. Den erf is 'n sprookje, is 'n tooneel uit 'n droom stuk. Roerloos, roerloos, drijft ie in de diepte van 'n doorlicht meer. Drijft ie in de onwezenlijkheid van gebroken licht. En koudEn koud Den vorst heeft den nacht afgewacht en hij gaat op sokken. Alleen 't gekraak van de takken, dat verraadt hem. Maar 't plattebuiske snort, snort; de klok tikt de stilte aan suizens. De rust ligt oliedik op ons zielement. ,t Was 'nen drukken, 't was 'nen goeien dag. Zóó was den dag in 't geheel vandaag! Trui scherrelt den rozenkrans uit heuren zak Den dag is om. Veul groeten van Trui en als altij gin horke min der van oewen toet a voe DRé. verdrijft meit Uoor m- wrijving en inademing van Portret-Atelier- JAC DE BOER Keizerstraat DEN HELDER RECHTBANK Wat Münhardt maakt is goed DOOR RECHTBANK TOT 4% JAAR GEVANGENISSTRAF MET AFTREK PREVENTIEF VEROORDEELD. De Haarlemsche rechtbank heeft den bankier L. Schaap Jzn. uit Wormer- veer veroordeeld tot 4M* jaar gevange nisstraf met aftrek der preventieve hechtenis tot en met 27 Februari 1936 De rechtbank verklaarde bewezen, dat verd. door middel van valsche sleutels op verschillende tijdstippen effecten heeft gestolen ter waarde van f 770 000 uit de loketten der diverse safe-houders Telkens verklaarde de rechtbank bewezen, dat verd. effecten heeft verduisterd, die hij in zijn functie als penningmeester van de Wormerveer- sche vereêniging „Het Wilhelmina Park" onder zich had. In verband met den hoogst emstigen aard van het gepleegde misdrijf achtte de rechtbank een strenge straf gerechtvaardigd. Zij veroordeelde verdachte terzake van diefstal met valsche sleu tels gepleegd, en verduistering tot 41/£ jaar gevan genisstraf, met aftrek van de preventieve hech tenis tot en met 27 Februari 1936 Tevens gelastte de rechtbank de teruggave aan de safehouders van de effecten, die als stukkeh van overtuiging hebben gediend en wel binnen acht dagen, nadat het vonnis in kracht van ge wijsde is gegaan. Het 0. M. had viertfen dagen geleden zes jaar gevangenisstraf geeischt, benevens de teruggave van de effectten. Geen liooger beroep van de zijde van verdachte. Amsterdam Naar wij vernemen, heeft de bankier Schaap, die door de rechtbank te Haarlem tot 4Y2 jaar gevangenisstraf is ver oordeeld, met aftrek van voorarrest, niet het voornemen van dit vonnis in hooger be roep te gaan. EEN SOMBERE HERINNERING, Voor 20 jaar terug, in de laatste Februari-dagen, ving een der geweldigste slagen in den wereldoorlog aan de strijd om Verdun, die eerst vier maanden later, in Juni, eindigde en aan beide zijden een onnoemelijk aantal menschenle- vens eischte. Het trieste beeld hierboven toont ons een deel van het platgeschoten vesting werk Bouaumont. En wat heelt ons vandaag den dag. deze afschuwelijke menschen- moord geleerd. Alleen, dat de wapenen tot In het uiterste geperlectionneerd ztjn, zooals onderstaande ioto laat zien. De schoorsteenveger voelt zichondans zijn „zwart" beroepin de allerbeste stemming. LUCHTVAAHT. Watervliegtuig bij Pnnta Del Gada verongelukt. 30 dooden? Madrid. Uit Tenerife wordt gemeld, dat een watervliegtuig met dertig passagiers aan boord bi) Punta del Gada in zee is terecht gekomen. Het Engelsche oorlogsschip Fnrious heeft onmiddellijk opdracht ontvangen naar het verongelukte vliegtuig te zoeken. De fraude bij de N.V. Meelfabriek van de Ned. Bakkerij. Directeur lot zes maanden voor waardelijke gevangenisstraf en f 4000.boete veroordeeld De Rotterdamsche rechtbank heeft uit spraak gedaan in de zaak van den 54 jarigen J.P.K., directeur van de N-V, Meelfabriek van de Nederlandsche Bak kerij, die 30 Januari jl. wegens het ple gen van valschheid in geschrifte terecht heeft gestaan. In de administratie van de meelfabriek waren kort na de invoering van de Landbouwcrisiswet op 12 Augustus 1933 zoogenaamde voorverkoo- pen bloem ten behoeve van de aangesloten bak kersondernemingen vermeld, welke niet-alle zijn doorgegaan. Niettemin heeft verdachte met be hulp van deze gegevens getracht van de Meel centrale; aan welke instelling vanwege de meel fabriek f 2.000.000.monopolie-winst was be taald, de restitutie van f 200.000.te verkrijgen Bij het in opdracht van de Crisis Centrale in gestelde accountansonderzoek is de froude aan het licht gekomen- De Crisis-Tuchtraad heeft K. deswege een boete van f 10.000.opgelegd, de rechtbank heeft hem thans veroordeeld tot zes maan den gevangenisstraf voorwaardelijk,' met een proeftijd van drie jaren en tot een boete van 4.000.subs. 50 dagen hechtenis wegens het door misbruik van gezag uitlokken van valschheid in geschrifte' en het gebruik ma ken van valschheid in geschrifte. Het O.M. waargenomen door mr. E. D- H. Schutter, had f. 10.000.boete, subs. 180 dagen héchtenis geeischt. Botsing fusscbcn twee Tsjechische militaire vliegtuigen. Vier dooden. Praag. Tijdens een nachtelijke oefening in de nabijheid van Malacky in Slowakije zijn twee 2- persoons militaire vliegtuigen met elkaar in botsing gekomen. Alle vier inzittenden kwamen om het le ven. Een der vliegers trachtte met zijn valscherm naar beneden te springen. Het scherm ging echter niet tijdig meer open. De overige drie inzittenden sloegen met de toestellen te pletter. Merkwaardige archeologische vondsten In Italiaansch Noord-Airika. Tripolis. Gemeld wordt, dat de opgravingswei- ken, betreffende de antieke Noord-Afrikaansche stad Tolmetta (Ptolemaeis) thans aanmerkelijk vorderen. De werkzaamheden, onder leiding van den Italiaan- schen archeoloog, prof Caputo, betreffen in de eer ste plaats de oude stadswallen, het Romeinsche marktplein en de Groote Basiliek, een merkwaardig specimen van vroeg Byzantijnsche bouwkunst. In het Stedelijk Amphitheater zijn intusschen prachtige fresco s aan he' licht gekomen, jachttafreelen voor stellend en van een verbluffende gaafheid Voorts werden in de nabijheid van dit theater verscheidene beelden en reliefs ontdekt, alsmede een aantal groote steenen, met merkwaardige inscripties, vermoede lijk prijsbepalingen voor markthandelaren en andere wetten, welke deel uitmaken van de vermaard ge worden monetaire politiek van Keizer Dioclotianus.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 13