Ingezonden Dr. Colijn verdedigt het weerfonds. mauisril De Middenstand *\Ruwe handen Adres Middenstandsvereeniging. adresseert opnieuw. Ilc had dc copiG voor mijn „geestelijk leven", waaraan ik een kort woord toevoegde naar aanlei ding van do twee ingezonden stukken over Wup- pertal reeds verzonden, toen ik de Schager Courant ontving, waarin het lange artikel van J. S. te K. is opgenomen. Dc redactie der courant zal wel zoo vriendelijk zijn om als antwoord daarop de vol gende regelen te plaatsen. Al terstond trof mij, dat J. S. in het begin van zijn schrijven koraf beweert, dat het bulletin No. 1 van het initiatiefcomité tot ondersteuning van de slachtoffers van het Wuppertaler proces niet anders is dan een verzameling van leugens over Duitsch land. Ik heb mijzelf afgevraagd, hoe is 't mogelijk dat hij zoo iets waagt neer te schiijven? Is het dan niet tot hem doorgedrongen, dat de onderteekenaar van het bulletin juist terwille van het doel, dat zij be oogen er angstvallig voor hebben gewaakt niets te beweren dal bezijden de waarheid is. Deze men- schen, waaronder Mr. Frans Coenen en Jhr. Nico van Suchtelon behooren, zijn toch geen idioten of verblinde fanatici! En dat zouden zij moeten zijn, wanneer zij zich tot het publiek gingen richten met leugens, die als zoodanig toch heel gemakkelijk kunnen worden achterhaald. Ach, het is buitengewoon gemakkelijk zich,van de in het bulletin genoemde feiten af te maken door maar klakkeloos alles leugens te noemen. Ik betwijfel echter zeer sterk of de lezers van de Schager Courant deze bewering als zoete koek zullen slikken. Eenigszins grappig deed het mij aan toen ik, ver der lezende, opmerkte dat J. S. de onderteekenaars van het bulletin nog wel als idealisten beschouwt (in tegenstelling met de bonzen) maar die, nu zo inzien, hoe hun werken ievergeefsch is geweest, gebruik maken van leugen en laster om zich zoo lang mogelijk te handhaven. En het valt hem zelfs moeilijk om nog in den goeden trouw van Astor te gelooven, omdat deze het schandelijke bulletin gebruikt als aanloopje voor zijn artikel. Wel. wel! Zeg eens J. S., gelooft gij inderdaad zelf, wat ge daar schrijft. Ik laat Astor er nu maar buiten. Ik heb geen lust om mijzelf te verdedigen. Maar zijt ge er van overtuigd dat die ond'erteeke naars leugenaars en lasteraars zijn? Kunt ge u dit, Aoorstellen van b.v. Henriëtte Roland Holstvan der Schalk, die ook tot de onderteekenaars behoort? Kent gij haar? Zoo ia, dan moet gij weten dat juist zij zich nooit geschaamd heeft van inzicht te veranderen. Tk heb haar ontwikkeling 40 jaar lang gevolgd en ik heb daarin juist als een van de be langrijk dingen kunnen opmerken, baar groote eerlijkheid, baar waarheidsliefde. Zii is altijd te ruim van geest geweest om zich door nartijdisci- plinc te laten afhouden van voortdurende zelfcon trole en herziening van hare meeningen. En zulk een vrouw zou zich verlagen tot leugen en laster om zich fe handhaven. Gij weet wel beter. Gij schriift nok over een zekeren predikant, in West friesland, die geroepen om het „Hebt elkan der lief en weest uvvs broeders hoeder" te verkon digen, het evangelie van den haat predikte. En als gevolg daarvan stonden huren tegen buren, en kindercu van hetzelfde huis tegen elkaar en tegen de ouders op. Wat een verschrikkelijk mensch! Maar, waarde S., is het niet denkbaar, dat juist do verkondiging van menschen'iefde in haar volle consequentie aanleiding geeft tot de door u genoemde gevolgen? En zou die dominé zich daarbii niet hebben kunnen beroepen op Jezus zelf? Ook hij was gehaat omdat hii niet haat. maar liefde predikte. F.n omdat hij daarbij hen, die zich in zijne dagen do grooten en voornamen wisten niet ontzag. Als gii er dan tijd voor hebt moet ge eens het 23ste hoofdstuk van het evangelie van Mapheus overlezen. Gij zijt nationaal-socialist. Dat is uw zaak en ik neem gaarne aan, dat gij het zijt uit overtuiging. -Ik hen hot niet. En als nationaal-socialist wilt gij praktisch Chris tendom zegt gij; dit practische Christendom is voor u socialisme. Maar weet u wel wat de kerngedachte van het socialisme is? De opheffing van don privaateigen dom van grond en productiemiddelen. Willen de N.S.B.-ers dit inderdaad? Is dit het doel van Hitier en van Mussolini? Ik heb er nog niets van kunnen ontdekken. Wat ik wel opmerk is dit, dat het na- tionaal-socialisme voert naar do oppermacht van den staat. De staat wordt steeds moer tot de mo derne godheid. En dit wil in de praktijk niets an ders zegscn dan dat de burgers van den staat vol» komen onderworpen worden aan hen, die over de machtsmiddelen van den staat heschikken. Ja, er is nog een soort van rijksdag in Duitschland; de leden, ni e t door het volk gekozen, mogen eens samen komen om de wetten, die door .de regeerders wor den gemaakt, te bekrachtigen. Ziedaar alles; dit. is de verlaging van de groote volksmassa tot kudde, tot een groep onmondigen. Met instemming las ik wat U hebt geschreven over den tegenwoordigen- chaos. Volkomen terecht spreekt gij van waanzin en weest gij daarbii op het feit dat de innerlijke beschaving den uiterliiken vooruitgang niet heeft hijgehouden. Daarom is het zoover geko men dat de leuze is geworden; „als ik het maar heb, mag een ander verrekken." Maar weet u niet dat het juist die door u van leu gen en laster beschuldigde idealisten zijn, die altijd maar weer den nadruk leggen op de opvoeding tot menfchelijken solidariteit? Die niet roepen om het geweld van den staat, maar een beroep doen op de kiem dier solidariteit, welke in elk mensch aanwezig is. Of geeft u mij dit niet toe? Het zou me spijten, wanneer dit zoo ware. Want dan zou de toestand inderdaad hopeloos zijn, ook voor u. "Vtomt wij moeten den mensch nemen zooals hij is. Welnu en de lezers van de „geestelijke levens" kunnen dit weten ik ben er muurvast van over tuigd, dat die kiem aanwezig is hij allen, ook hij de proletariërs. Want een proletariër is. goddank, niet wat gij er van zegt die domme suffert, die alleen maar begrijpt, dat. er een verdeel ing der goe deren moet komen. Natuurlijk zijn er domme en kortzichtige elementen onder, evenals onder alle klassen der samenleving. Maar ik prijs mezelf geluk kig. dat ik er talloozen heb leeren kennen, die toonen ernstig over de levensproblemen na te denken. U wilt de klok terug zetten. Verheeld u toch niet dat gii dit kunt. Teruggrijpen naar de oude deugden van het christendom en de menschen leeren zichzelf te zien als een deel der gemeenschap, bereid tot het brengen van offers voor anderen, noemt u dit. Ik dacht daarbij aan den eersten tijd van het christendom. Alweer raad ik u aan den ouden bij bel eens open te slaan en te lezen in de handelingen der apostelen. Dan zult u zien dat de eerste christen gemeente een sterk communistisch karakter ver toonde. Wilt u dat? Ja, dan zult u Duitschland moe ten verloochenen en uw hart geven aan Rusland, aan het door u zoo gehate Rusland! Ten slotte nog dit: Aan het einde van zijn artikel zegt S.: „Het Duitsche strafrecht is uitgebreid. Daar is niet alleen het vergiftigen van het lichaam straf baar (heeft hij hier gedacht aan de besmetting van liet arische bloed door het Joodsche bloed??), maar ook het even ergo vergiftigen van den geest! Hier nog niet, maar het komt." Veroorloof mij naar aanleiding daarvan een vraag te stellen: „Wie heeft te beoordeelen wat eigen ve r- g i f t i g e n van den geest is? Hitier? Mussolini? Mussert? Zullen- deze heeren het monopolie der wijsheid hebben? Mij dunkt zoo, dat wij het oordeel'over wat vergif- 'igen van den geest betreft, slechts hebben over te aten aan dc geschiedenis. Zij zal eenmaal uitmaken wie den waren kijk op het leven, op den mensch als psychologische verschijning, hebben gehad. Hiermede neem ik afscheid van S. Er zouden van mijne zijde nog vele opmerkingen gemaakt kunnen worden, b.v. over den aard der winterhulp in Duitsch- 'and, over de absolute vermilitairiseerïng des volks, ik laat het er echter bij. Mijn artikel zou voor een 'ngezonden stuk te lang worden. Bovendien zou de heer S. waarschijnlijk wel weer zeggen: leugens! ASTOR. Wij ontvingen nog talrijk vele ontboezemin gen uit onzen lezerskring die hun instem ming met Astor betuigen, doch wij hebben gemeend het voorloopig met het antwoord van dezen zelf hierboven te moeten laten Bed. Sch. Crt. Mijnheer de Redacteur, Mogen wij even uw gastvrijheid inroepen, naar aanleiding van het ingezonden stukje van Tooneel- liefhebber in uw blad van Dinsdag 1.1. Toonee!liefhebber is stellig met al zijn liefhebberij voor het tooneel, niet op den slotavond van den too- neelwedstrijd in Concordia te Noordscharwoude aan wezig geweest, anders zou hem, uit den inhoud van het critisch verslag, klaar en duidelijk de. juistheid dezer prijstoekenning zijn gebleken. Tooneelliefhebber houdt ons dan ook wel ten goe de, dat de wenschelijkheid of noodzaak door ons niet wordt ingezien (de Redactie zou er bovendien ook wel feestelijk voor bedanken), om aan de hand van het zeer lijvig critisch verslag nog weer eens een of andere buitenstaander precies bij te brengen, op welke wijze de jury nu toch wel tot dit resultaat is gekomen. Deze simpele regels zullen Tooneelliefhebber wel licht maar zoo-zoo bevredigen mogelijk wel teleur stellen, maar als compensatie willen wij hem gaarne de verzekering geven, dat hij ten aanzien van de uit spraak der jury, volkomen gerust kan zijn. Met dank voor de plaatsing Voor de Commissie, Noordscharwoude, Febr. 1936. Jac. Prijs. Tweede Kamer ONZE VERDEDIGINGSMAATREGE LINGEN ZIJN TEGEN NIEMAND GERICHT. MR. DUYS HEKELT DE DUBBELZINNIGE HOUDING DER S.D.A.P. Bij de voortgezette debatten over het weerfonds, merkt de heer Amelink (a.r.) op, dat de houding der sociaal-democraten altijd een paar jaar achter is. Tusschcn vroeger en thans is een hemelsbreed ver schil van opvatting. Vroeger dreigden zij met onwettige acties, dappere ongehoorzaamheid en schermden met totale nationa le ontwapening, thans verklaren zij eerbied te heb ben voor de grondwet en erkennen zij de noodzaak van verweer, Spr. is dankbaar voor deze verande ring, doch betreurt dat dergelijke feiten in dat kamp altijd moeten worden afgedwongen door de nuchtere werkelijkheid. De heer Sneevliet (r.s.) zegt dat het proletariaat, geen belang heeft.bij onze nationale verdediging. Dit is een liefhebberij van de bourgoisie, die ze dan zelf maar moet betalen, b.v. door een heffing van het kapitaal. Spr. wijst als internationaal marxist en voorstander van „geen man en geen cent" het wets voorstel af. Ds. Lingbeek (h.g.) ziet in dc Abessijnsche oorlog aanschouwelijk onderwijs. Wij zien een volk, dat vol gens den geheelen Volkenbond het recht aan zijn zijde heeft, worstelen om het behoud zijner onafhan kelijkheid. Spreker ziet in de noodzakelijkheid van de mili taire voorzieningen een bezoeking. De heer Duys, (partijloos), meent, dat de S.D.A.P. op het punt van bewapening nu eens klare wijn rnoet schenken. Spr. begrijpt niets van de resolutie der S.D.A.P. en geheel Nederland, met hem. Men blijft in socialistische kringen heil zoeken in staking hij oorlogsgevaar. Maar is er nog werkelijk één S.D.- A.P.'er. vraagt spr., die. gelooft, dat de arbeiders in Duitschland bij oorlogsgevaar het werk zullen nccr- leggenr Dan werkt toch de staking aan den verkeer den kant! De S.D.A.P. heeft de nationale ontwapening als eisch prijs gegeven, maar is de S.D.A.P. nu voor landsverdediging, ja of neen? Spr. citeert nog ver schillende tegenstrijdigheden hij de S.D.A.P. en haalt een rede aan van den heer Wiardi Beekman, redac teur van de Arbeiderspers, die zcide dat de S.D.A.P. altijd een Januskop heeft, gehad en dat deze haar sierde. Spr. vindt den .Tanuskon zoo mooi niet. Spr. nrijst den heer Colijn, dat hij den moed heeft gevon den om in dezen tijd dit wetsontwerp in te dienen en zal met liefde voorstemmen. Ook de heer Zandt (s.g.) is voorstander. Minister Colijn spreekt. Spreker zal met de heeren van Houten, Arts, Snee vliet en De Visser over de bewapening niet debattee- ren, omdat zij een standpunt innemen, zoo ver verwij derd, van het zijne, dat debat bij voorbaat tot vruch teloosheid is gedoemd. De beoogde militaire maatregelen zijn te gen niemand in het bijzonder gericht. Wij verdenken geen onzer naburen van opzettelij ke aanranding onze souverciniteitsrechten. Spr. wijst er met klem op dat beschouwingen in verband met een materie als het onderha- SCHAGEN, H Febr. 1936. Hoewel onder geen enkel beding de juistheid van het raadsvcrslag van Schagen in twijfel trekkend, ver zoekt de heer Schoorl, wethouder der gemeente, ons, opname in extenso van hetgeen door hem woordelijk werd gezegd naar aanleiding van het adres Bestuur Middenstandsvereeniging; een verzoek waaraan wij gaarne voldoen. Hieronder volgt dan het door den heer Schoorl gesprokene; Ik heb het adres gelezen, zooals het in de Scha ger Courant van Woensdag afgedrukt staat. Toen ik het gelezen had, heb ik mijn oogen moeten uitwrijven, niet van aandoening, maar van ontsteltenis; ontsteltenis n.1. over de ondoordacht heid en de groote inconsequentie waarin dit adres is neergeschreven. De begrootingscommissic krijgt een pluim op den hoed, blijkbaar omdat zij, niet zonder pathos, op ontstellende wijze generaliseert over den druk dei- tijden in verband met onzen middenstand. Intusschen heeft het Bestuur van de Midden standsvereeniging uitgekiend, dat één der wethou ders de stoutheid heeft gehad om iets te zeggen over de toegepaste algemeenheid, want in het ant woord van B. en W. wordt alleen maar van één lid van het college gesproken. Enfin, het is een wethouder, en diew ethouder, waarvan blijkbaar de ter zake kundigheid door het Middenstandshestuur sterk in twijfel wordt ge trokken, beii ik. Ik heb dit jaar al van verscheidene zaken de ba lansen en verlies en winstrekening 1935 opgemaakt, en daar zijn er enkelen onder, die gunstiger uit vallen dan over 1934 en 1933. Dit zijn nu eenmaal feiten, en ik meen dat ik op grond daarvan vol komen gerechtvaardigd ben, wanneer ik iets terug wijs van de algemeenheid, waarin cle begrootings- comrmssie heeft gesproken. Dat ik hiermede iets bepaald misleidem's zou doen, zooals het midden- standsbestuur schrijft, zal toch wel moeilijk vol te houden zijn, maar zonderling is bepaald, dat het Midden landsbestuur mij, althans de ondeskundi ge wethouder, een generaal oordeel over Schagen's Middenstand en de perspectieven voor 1936 aanwrijft Dat is een ondoordachtheid en een inconsequentie,, welke door het bestuur van zulk een belangrijke vpreonieimr niet mag worden begaan. Ik heb het over perspectieven voor 1936 in het geheel niet gehad, m.a.w., ik zal mij daaraan ook niet wagen. Er zijn trouwens niet veel menschen die dat durven: daarvoor zijn de toestanden te on zeker en te ondoorzichtig. Ik heb in casu slechts gesproken op grond van door mii zelf geconstateerde feiten. Dat ik verzwaring van den belastingdruk toelaat baar zou vinden, omdat Sehagen's Middenstand die verzwaring op grond van hetere perspectieven wel zou kunnen dragen, is le dwaas. Niemand zal zulk een verzwaring meer betreuren dan ik, en wanneer ik aan zulk een verzwaring toch zal moeten meewerken, dan doe ik dat, omdat ik geen aannemelijke, redelijke en billijke andere middelen weet om de begrooting sluitend te maken. vige wetsontwerp, niet altijd onschuldig zijn en er dikwijls op zijn berekend om in het buitenland een indruk te vestigen, volkomen in strijd met de werkelijkheid. Nu de pogingen om tot algemeene ontwapening te komen, zijn mislukt en Duitschland tot krach tige bewapening is overgegaan, is een algemeene bewapeningswedloop ontstaan. Daardoor nemen de gevaren van een ont lading der politieke spanningen toe. Wij mogen ons verheugen over de spontaniteit der sanctietoenassing, doch mogen niet verhelen, dat zij niet beantwoordt aan de verwachtingen, de eerste jaren van den Volkenbond gekoesterd. Bij een conflict in West-Europa zal de hulp wel sneller worden verleend. Verscherping der tegenstellingen in Eu- rooa heeft het oorlonsgevaar vergroot en als Nederland zijn bewapening versterkt, moet dat worden gezien in het algemeene kader van wat de laatste jaren is geschied. Ons land heeft een geografisch zeer blootge stelde ligging en slechts met een behoorlijke weer macht kan men met eenige gerustheid de toekomst tegemoet gaan. Zéér slecht is de toestand van onze luchtafweer. Wij zullen dat zoo spoedig mogelijk dienen te ver beteren. Do bommenwerpers zijn bestemd voor tegenaan vallen, want de beste verdediging is nog altijd de aanval. Begaat een of ander land tegenover ons de mis daad van een inval ,dan dient niet geaarzeld te worden om onzerzijds klappen uit te declen. De fondsvorming. De critiek op de voorgestelde fondsvorming kan spreker niet onderschrijven. Het fonds is niets an ders dan een boekhoudkundige verrekening tusschen riik en departement van defensie. Een leening, zooals de heer de Geer zou willen, heeft een looptijd van 40 jaar en men vindt zelfs 20 jaar al te lang. Spreker wijst er op, dat een zekere stabiliteit in de bewapening is ingetreden, zoodat met uitzonde ring van het vliegwapen, de termijn van 20 jaar niet te lang moet worden geacht. Het doet spreker genoegen, dat de heer Albarda de stelling aanvaardt, dat met zich tegen buiten- landsch geweld behoorlijk moet verzetten. Hij acht. dit een vooruitgang. De consequentie brengt dan echter mee, dat hij ook de meerdere kosten daarvoor aanvaardt. De replieken. Do heer Albarda (s.d.) zegt dat hij, die voor col lectieve veiligheid is, ook de veiligheid voor het eigen land aanvaardt. Zijn betoog was dan ook geen nieuwe uitspraak. Spreker antwoordt den heer Amelink, dat de S.D. A.P. vatbaar is voor evoluties naar gelang der zich wijzigende omstandigheden. De heer Duys, die vroeger wel zevenmaal per dag de draak stak met Dr. Kuyper, die met geest drift voor het snelvuurgeschut zeirie te stemmen, is wel snel veranderd, nu hij met liefde stemt voor vliegtuig en afweergeschut. Mr. Duys moge zich dan geen nationaal-socialist noemen, een hyper-na tionalistische socialist, is hij wel. Overigens aan vaarden wij, zegt. spreker, mr. Duys niet als leeraar. De heer de Geer (c.h.) zegt na de toelichting van den Minister President het wetsontwerp veel aan- npmeliiker te achten. De heer Duvs (nartiiloos> zeert dat de dappere nnn-ohoorza^mheid van de S.D A P. verschmerrie mi litaire ambtenaren tot sfeuntrekkepden heeft ge maakt. Soreker praat inderdaad anders als 20 jaar geleden. Hij meent echter thans de dingen beter le zien, Maar ook de heer Albarda is veranderd. Hij Schagen, 14 Februari 1936. Aan het Gemeentebestuur van Schagen. EdelAchtbare Hoeren, Naar aanleiding van de opmerking van Wethou der Schoorl in de vergadering van Sehagen's Raad van 12 dezer ten opzichte van het adres van het bestuur der Schager Handeldrijvende en Industrieele Middenstandsvereeniging: dato 11 dezer no. f/7 en waarin bovengen, wethouder dit adres qualificeert als „ondoordacht", en „inconsequent", neemt ons bestuur de vrijheid hier even op terug te komen. In welk opzicht ons adres zich schuldig maakte aan ondoordachtheid en inconsequentie is door den wethouder niet-nader toegelicht, dit betreuren wij zeer zeker en hoewel wij niet veronderstellen dat men ons bestuur zonder nadere toelichting hiervan verdenken zal, stellen wij het toch op prijs even aan te stippen op welke gronden wij ons standpunt in genomen hebben, zonder ook nog maar bij benade ring: volledig te zijn. Ten eerste verwijzen wij naar de rapporten en sta tistische gegevens van bet Economisch Instituut voor den middenstand, ingesteld door Z.E. den Mi nister van Economische Zaken Nergens beter dan uit deze gegevens, welke wij desgewenscht gaarne vei«t.rekken, blijkt welke noodtoestand voor den Nederlandschen Midden stand ingetreden is. Vervolgens halen wij aan uit een adres kortelings gezonden aan Haarlems Gemeenteraad door 46 vak- en stands-organisaties aldaar; „De door de crisis st*-rk geslonken inkomens; de steeds driestere concurrentie-vormen; de ongebreidel de vestiging van nieuwe zaken en bedrijven en ten slotte de hooge vastf la «ten, ond rmijnen steeds meer de bestaansmogelijkheid van zeer vele handeldrijven de en industrieele middenstandszaken Uit een hoofdartikel in de „Nieuwe Bussumsche Courant" van recenten datum halen wij navolgen de aan; „En er ontwikkelt zich in alle stilte, achter den schijnbaar nog keurige gevel, een wanhopige strijd, een heldhaftig verweer tegen den ondergang, tegen de drukkende, moedeloos makende vooruit* zichten van armlastigheid. Weet men eigenlijk wel hoevele van de zelfstandige kleine ondernemers dien strijd voeren om maar zoolang mogelijk zich zelf te kunnen blijven redden? Om niet naar de Gemeente om steun te loopen. Met gevolg, dat ze immers ook aan zichzelf over gelaten worden, zo op niemand kunnen rekenen die hen behoedt voor den ondergang, die hen wat op streek hejnt, die hen de hand toesteekt om voorloo pig althans over de ergste moeilijkheden heen te komen". Wij zouden metverstrekken van dergelijke ge gevens helaas nog vele vellen kunnen vullen, wij vertrouwen evenwel aangetoond te hebben dat ons óórdeel over den middenstand gebaseerd is op deug delijk bev;Jr"^*,+°*'1'aal. Wat betreft dc positie van'Schagen s midden stand, willen wij slechts wijzen op het feit dat onze middenstand voor een groot deel is aangewezen op de omgeving en dat de uitkomsten van onzen stand nauw samengaan met de uitkomsten der boerenbe drijven en hoe deze zijn is niet aan ons om te oordee- len, maar de noodtoestand ook daar heerschende is wel zoo algemeen erkend dat niemand dit zal aan vechten. En met de aanvaarding van dit feit is ook onomstooteliik aangetoond de op den duur on- houdbaré positie waarin onze stand komt te verkec- ren, daar practisch alle steunmaatregelen voor den middenstand tot heden ontbreken. De instelling van borgstellingsfondsen en de pogingen welke ook in Nd.-Holland Noord gedaan worden om 'n dergelijke instelling tot stand te brengen voor de middenstand een noodzakelijkheid welke het Rijk erkent door 40 pet. van het risico te dragen, onderstreept wel dege lijk dit betoog dat ook voor Schagen do perspectie ven voor het aangevangen jaar verre van gunstig zijn en dat dan ook van verbetering van de positie van onzen plaatselijken middenstand geen sprake kan zijn. Namens het bestuur, teekenen met de meeste hoogachting, M. C. Tuinman, Voorzitter, W. D. Niestadt, Secretaris. Doos 30-60ct Bij Apoüien Drogisten heeft vroeger als Marxist het leven van Troelstra verschrikkelijk verzuurd. Spreker is door die Marxisten scherp aangeval len toen hij, als wethouder van Zaandam, met Prins Hendrik op een boot was, maar toen de Koningin- Moeder stierf, moest de verkeerspolitie het verkeer bij de microfoon regelen, omdat zoovele sociaal democraten daar hun droefheid wilden komen uit huilen. Van de voorstelling als zou spreker fascist zijn trekt hij zich niets aan. Fascist is nu eenmaal een veel gebruikt scheldwoord. De heer Joekes (v. d.) blijft zich verzetten tegen instelling van een weerfonds, maar zal, indien het wordt aangenomen, vóór de begrooting van het fonds stemmen. Dupliek. In zijn dupliek zegt minister Colijn dat de heeren de Visser en Sneevliet hem verwijten zich van huu betoogen te hebben afgemaakt. Maar als een tegen stander staat in Den Haag en de ander in Parijs, waarom zouden zij dan op elkaar gaan schieten? Zij kunnen elkaar immers toch niet raken! Spreker kan de overwegende bezwaren tegen de fondsvorming niet begrijpen. Waarom de heer Joekes voorstellen, die hij op zichzelf goedvindt, wil verwerpen, is spr. niet duidelijk. Nadat vastgesteld is, dat over de wetsontwerpen a.s. Dinsdag zal worden gestemd, wordt de vergade ring tot dien dag verdaagd. Indië versterkt eveneens weermacht Aanvullende begrooting voor de marine. Het Departement van Marine heeft bij den Volks raad ingediend een aanvullende begrooting, waarin gelden worden gevoteerd voor verbouwing van het dok te Soerabaja, zulks in verband met de afmetin gen van Hr. Ms. kruiser „De Ruyter", die begin 1937 in de Indische wateren kan worden verwacht. Ook zijn gelden uitgetrokken voor aanschaffing van materieel in Nederland, alsmede voor verster king van de Marine Luchtvaartdienst en ten behoe ve van de moderniscering van de radio-installaties van de gouvernementsmarine.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 2