Ingezonden
Dr. Colijn verdedigt het
weerfonds.
mauisril
De Middenstand
*\Ruwe handen
Adres Middenstandsvereeniging.
adresseert opnieuw.
Ilc had dc copiG voor mijn „geestelijk leven",
waaraan ik een kort woord toevoegde naar aanlei
ding van do twee ingezonden stukken over Wup-
pertal reeds verzonden, toen ik de Schager Courant
ontving, waarin het lange artikel van J. S. te K. is
opgenomen. Dc redactie der courant zal wel zoo
vriendelijk zijn om als antwoord daarop de vol
gende regelen te plaatsen.
Al terstond trof mij, dat J. S. in het begin van
zijn schrijven koraf beweert, dat het bulletin No. 1
van het initiatiefcomité tot ondersteuning van de
slachtoffers van het Wuppertaler proces niet anders
is dan een verzameling van leugens over Duitsch
land.
Ik heb mijzelf afgevraagd, hoe is 't mogelijk dat
hij zoo iets waagt neer te schiijven? Is het dan niet
tot hem doorgedrongen, dat de onderteekenaar van
het bulletin juist terwille van het doel, dat zij be
oogen er angstvallig voor hebben gewaakt niets te
beweren dal bezijden de waarheid is. Deze men-
schen, waaronder Mr. Frans Coenen en Jhr. Nico
van Suchtelon behooren, zijn toch geen idioten of
verblinde fanatici! En dat zouden zij moeten
zijn, wanneer zij zich tot het publiek gingen richten
met leugens, die als zoodanig toch heel gemakkelijk
kunnen worden achterhaald.
Ach, het is buitengewoon gemakkelijk zich,van
de in het bulletin genoemde feiten af te maken door
maar klakkeloos alles leugens te noemen.
Ik betwijfel echter zeer sterk of de lezers van de
Schager Courant deze bewering als zoete koek
zullen slikken.
Eenigszins grappig deed het mij aan toen ik, ver
der lezende, opmerkte dat J. S. de onderteekenaars
van het bulletin nog wel als idealisten beschouwt
(in tegenstelling met de bonzen) maar die, nu zo
inzien, hoe hun werken ievergeefsch is geweest,
gebruik maken van leugen en laster om zich zoo
lang mogelijk te handhaven.
En het valt hem zelfs moeilijk om nog in den
goeden trouw van Astor te gelooven, omdat deze
het schandelijke bulletin gebruikt als aanloopje
voor zijn artikel.
Wel. wel! Zeg eens J. S., gelooft gij inderdaad
zelf, wat ge daar schrijft. Ik laat Astor er nu maar
buiten. Ik heb geen lust om mijzelf te verdedigen.
Maar zijt ge er van overtuigd dat die ond'erteeke
naars leugenaars en lasteraars zijn? Kunt ge u dit,
Aoorstellen van b.v. Henriëtte Roland Holstvan der
Schalk, die ook tot de onderteekenaars behoort?
Kent gij haar? Zoo ia, dan moet gij weten dat
juist zij zich nooit geschaamd heeft van inzicht te
veranderen. Tk heb haar ontwikkeling 40 jaar lang
gevolgd en ik heb daarin juist als een van de be
langrijk dingen kunnen opmerken, baar groote
eerlijkheid, baar waarheidsliefde. Zii is altijd te
ruim van geest geweest om zich door nartijdisci-
plinc te laten afhouden van voortdurende zelfcon
trole en herziening van hare meeningen.
En zulk een vrouw zou zich verlagen tot leugen
en laster om zich fe handhaven. Gij weet wel beter.
Gij schriift nok over een zekeren predikant, in
West friesland, die geroepen om het „Hebt elkan
der lief en weest uvvs broeders hoeder" te verkon
digen, het evangelie van den haat predikte. En
als gevolg daarvan stonden huren tegen buren, en
kindercu van hetzelfde huis tegen elkaar en tegen
de ouders op.
Wat een verschrikkelijk mensch!
Maar, waarde S., is het niet denkbaar, dat juist
do verkondiging van menschen'iefde in haar
volle consequentie aanleiding geeft tot de
door u genoemde gevolgen? En zou die dominé
zich daarbii niet hebben kunnen beroepen op Jezus
zelf? Ook hij was gehaat omdat hii niet haat. maar
liefde predikte. F.n omdat hij daarbij hen, die zich
in zijne dagen do grooten en voornamen wisten
niet ontzag. Als gii er dan tijd voor hebt moet ge
eens het 23ste hoofdstuk van het evangelie van
Mapheus overlezen.
Gij zijt nationaal-socialist. Dat is uw zaak en ik
neem gaarne aan, dat gij het zijt uit overtuiging. -Ik
hen hot niet.
En als nationaal-socialist wilt gij praktisch Chris
tendom zegt gij; dit practische Christendom is voor
u socialisme.
Maar weet u wel wat de kerngedachte van het
socialisme is? De opheffing van don privaateigen
dom van grond en productiemiddelen. Willen de
N.S.B.-ers dit inderdaad? Is dit het doel van Hitier
en van Mussolini? Ik heb er nog niets van kunnen
ontdekken. Wat ik wel opmerk is dit, dat het na-
tionaal-socialisme voert naar do oppermacht van
den staat. De staat wordt steeds moer tot de mo
derne godheid. En dit wil in de praktijk niets an
ders zegscn dan dat de burgers van den staat vol»
komen onderworpen worden aan hen, die over de
machtsmiddelen van den staat heschikken. Ja, er is
nog een soort van rijksdag in Duitschland; de leden,
ni e t door het volk gekozen, mogen eens samen
komen om de wetten, die door .de regeerders wor
den gemaakt, te bekrachtigen. Ziedaar alles; dit. is
de verlaging van de groote volksmassa tot kudde,
tot een groep onmondigen.
Met instemming las ik wat U hebt geschreven over
den tegenwoordigen- chaos. Volkomen terecht spreekt
gij van waanzin en weest gij daarbii op het feit dat
de innerlijke beschaving den uiterliiken vooruitgang
niet heeft hijgehouden. Daarom is het zoover geko
men dat de leuze is geworden; „als ik het maar heb,
mag een ander verrekken."
Maar weet u niet dat het juist die door u van leu
gen en laster beschuldigde idealisten zijn, die altijd
maar weer den nadruk leggen op de opvoeding tot
menfchelijken solidariteit? Die niet roepen om het
geweld van den staat, maar een beroep doen op de
kiem dier solidariteit, welke in elk mensch aanwezig
is.
Of geeft u mij dit niet toe? Het zou me spijten,
wanneer dit zoo ware. Want dan zou de toestand
inderdaad hopeloos zijn, ook voor u.
"Vtomt wij moeten den mensch nemen zooals hij is.
Welnu en de lezers van de „geestelijke levens"
kunnen dit weten ik ben er muurvast van over
tuigd, dat die kiem aanwezig is hij allen, ook hij de
proletariërs. Want een proletariër is. goddank, niet
wat gij er van zegt die domme suffert, die alleen
maar begrijpt, dat. er een verdeel ing der goe
deren moet komen. Natuurlijk zijn er domme en
kortzichtige elementen onder, evenals onder alle
klassen der samenleving. Maar ik prijs mezelf geluk
kig. dat ik er talloozen heb leeren kennen, die toonen
ernstig over de levensproblemen na te denken.
U wilt de klok terug zetten.
Verheeld u toch niet dat gii dit kunt. Teruggrijpen
naar de oude deugden van het christendom en de
menschen leeren zichzelf te zien als een deel der
gemeenschap, bereid tot het brengen van offers voor
anderen, noemt u dit.
Ik dacht daarbij aan den eersten tijd van het
christendom. Alweer raad ik u aan den ouden bij
bel eens open te slaan en te lezen in de handelingen
der apostelen. Dan zult u zien dat de eerste christen
gemeente een sterk communistisch karakter ver
toonde. Wilt u dat? Ja, dan zult u Duitschland moe
ten verloochenen en uw hart geven aan Rusland, aan
het door u zoo gehate Rusland!
Ten slotte nog dit: Aan het einde van zijn artikel
zegt S.: „Het Duitsche strafrecht is uitgebreid. Daar
is niet alleen het vergiftigen van het lichaam straf
baar (heeft hij hier gedacht aan de besmetting van
liet arische bloed door het Joodsche bloed??), maar
ook het even ergo vergiftigen van den geest! Hier
nog niet, maar het komt."
Veroorloof mij naar aanleiding daarvan een vraag
te stellen: „Wie heeft te beoordeelen wat eigen ve r-
g i f t i g e n van den geest is?
Hitier? Mussolini? Mussert?
Zullen- deze heeren het monopolie der wijsheid
hebben?
Mij dunkt zoo, dat wij het oordeel'over wat vergif-
'igen van den geest betreft, slechts hebben over te
aten aan dc geschiedenis. Zij zal eenmaal uitmaken
wie den waren kijk op het leven, op den mensch als
psychologische verschijning, hebben gehad.
Hiermede neem ik afscheid van S. Er zouden van
mijne zijde nog vele opmerkingen gemaakt kunnen
worden, b.v. over den aard der winterhulp in Duitsch-
'and, over de absolute vermilitairiseerïng des volks,
ik laat het er echter bij. Mijn artikel zou voor een
'ngezonden stuk te lang worden. Bovendien zou de
heer S. waarschijnlijk wel weer zeggen: leugens!
ASTOR.
Wij ontvingen nog talrijk vele ontboezemin
gen uit onzen lezerskring die hun instem
ming met Astor betuigen, doch wij hebben
gemeend het voorloopig met het antwoord
van dezen zelf hierboven te moeten laten
Bed. Sch. Crt.
Mijnheer de Redacteur,
Mogen wij even uw gastvrijheid inroepen, naar
aanleiding van het ingezonden stukje van Tooneel-
liefhebber in uw blad van Dinsdag 1.1.
Toonee!liefhebber is stellig met al zijn liefhebberij
voor het tooneel, niet op den slotavond van den too-
neelwedstrijd in Concordia te Noordscharwoude aan
wezig geweest, anders zou hem, uit den inhoud van
het critisch verslag, klaar en duidelijk de. juistheid
dezer prijstoekenning zijn gebleken.
Tooneelliefhebber houdt ons dan ook wel ten goe
de, dat de wenschelijkheid of noodzaak door ons
niet wordt ingezien (de Redactie zou er bovendien
ook wel feestelijk voor bedanken), om aan de hand
van het zeer lijvig critisch verslag nog weer eens
een of andere buitenstaander precies bij te brengen,
op welke wijze de jury nu toch wel tot dit resultaat
is gekomen.
Deze simpele regels zullen Tooneelliefhebber wel
licht maar zoo-zoo bevredigen mogelijk wel teleur
stellen, maar als compensatie willen wij hem gaarne
de verzekering geven, dat hij ten aanzien van de uit
spraak der jury, volkomen gerust kan zijn.
Met dank voor de plaatsing
Voor de Commissie,
Noordscharwoude, Febr. 1936. Jac. Prijs.
Tweede Kamer
ONZE VERDEDIGINGSMAATREGE
LINGEN ZIJN TEGEN NIEMAND
GERICHT. MR. DUYS HEKELT
DE DUBBELZINNIGE HOUDING
DER S.D.A.P.
Bij de voortgezette debatten over het weerfonds,
merkt de heer Amelink (a.r.) op, dat de houding der
sociaal-democraten altijd een paar jaar achter is.
Tusschcn vroeger en thans is een hemelsbreed ver
schil van opvatting.
Vroeger dreigden zij met onwettige acties, dappere
ongehoorzaamheid en schermden met totale nationa
le ontwapening, thans verklaren zij eerbied te heb
ben voor de grondwet en erkennen zij de noodzaak
van verweer, Spr. is dankbaar voor deze verande
ring, doch betreurt dat dergelijke feiten in dat kamp
altijd moeten worden afgedwongen door de nuchtere
werkelijkheid.
De heer Sneevliet (r.s.) zegt dat het proletariaat,
geen belang heeft.bij onze nationale verdediging. Dit
is een liefhebberij van de bourgoisie, die ze dan zelf
maar moet betalen, b.v. door een heffing van het
kapitaal. Spr. wijst als internationaal marxist en
voorstander van „geen man en geen cent" het wets
voorstel af.
Ds. Lingbeek (h.g.) ziet in dc Abessijnsche oorlog
aanschouwelijk onderwijs. Wij zien een volk, dat vol
gens den geheelen Volkenbond het recht aan zijn
zijde heeft, worstelen om het behoud zijner onafhan
kelijkheid.
Spreker ziet in de noodzakelijkheid van de mili
taire voorzieningen een bezoeking.
De heer Duys, (partijloos), meent, dat de S.D.A.P.
op het punt van bewapening nu eens klare wijn
rnoet schenken. Spr. begrijpt niets van de resolutie
der S.D.A.P. en geheel Nederland, met hem. Men
blijft in socialistische kringen heil zoeken in staking
hij oorlogsgevaar. Maar is er nog werkelijk één S.D.-
A.P.'er. vraagt spr., die. gelooft, dat de arbeiders in
Duitschland bij oorlogsgevaar het werk zullen nccr-
leggenr Dan werkt toch de staking aan den verkeer
den kant!
De S.D.A.P. heeft de nationale ontwapening als
eisch prijs gegeven, maar is de S.D.A.P. nu voor
landsverdediging, ja of neen? Spr. citeert nog ver
schillende tegenstrijdigheden hij de S.D.A.P. en haalt
een rede aan van den heer Wiardi Beekman, redac
teur van de Arbeiderspers, die zcide dat de S.D.A.P.
altijd een Januskop heeft, gehad en dat deze haar
sierde. Spr. vindt den .Tanuskon zoo mooi niet. Spr.
nrijst den heer Colijn, dat hij den moed heeft gevon
den om in dezen tijd dit wetsontwerp in te dienen
en zal met liefde voorstemmen.
Ook de heer Zandt (s.g.) is voorstander.
Minister Colijn spreekt.
Spreker zal met de heeren van Houten, Arts, Snee
vliet en De Visser over de bewapening niet debattee-
ren, omdat zij een standpunt innemen, zoo ver verwij
derd, van het zijne, dat debat bij voorbaat tot vruch
teloosheid is gedoemd.
De beoogde militaire maatregelen zijn te
gen niemand in het bijzonder gericht. Wij
verdenken geen onzer naburen van opzettelij
ke aanranding onze souverciniteitsrechten.
Spr. wijst er met klem op dat beschouwingen
in verband met een materie als het onderha-
SCHAGEN, H Febr. 1936.
Hoewel onder geen enkel beding de juistheid van
het raadsvcrslag van Schagen in twijfel trekkend, ver
zoekt de heer Schoorl, wethouder der gemeente, ons,
opname in extenso van hetgeen door hem woordelijk
werd gezegd naar aanleiding van het adres Bestuur
Middenstandsvereeniging; een verzoek waaraan wij
gaarne voldoen. Hieronder volgt dan het door den
heer Schoorl gesprokene;
Ik heb het adres gelezen, zooals het in de Scha
ger Courant van Woensdag afgedrukt staat.
Toen ik het gelezen had, heb ik mijn oogen
moeten uitwrijven, niet van aandoening, maar van
ontsteltenis; ontsteltenis n.1. over de ondoordacht
heid en de groote inconsequentie waarin dit adres
is neergeschreven.
De begrootingscommissic krijgt een pluim op den
hoed, blijkbaar omdat zij, niet zonder pathos, op
ontstellende wijze generaliseert over den druk dei-
tijden in verband met onzen middenstand.
Intusschen heeft het Bestuur van de Midden
standsvereeniging uitgekiend, dat één der wethou
ders de stoutheid heeft gehad om iets te zeggen
over de toegepaste algemeenheid, want in het ant
woord van B. en W. wordt alleen maar van één
lid van het college gesproken.
Enfin, het is een wethouder, en diew ethouder,
waarvan blijkbaar de ter zake kundigheid door het
Middenstandshestuur sterk in twijfel wordt ge
trokken, beii ik.
Ik heb dit jaar al van verscheidene zaken de ba
lansen en verlies en winstrekening 1935 opgemaakt,
en daar zijn er enkelen onder, die gunstiger uit
vallen dan over 1934 en 1933. Dit zijn nu eenmaal
feiten, en ik meen dat ik op grond daarvan vol
komen gerechtvaardigd ben, wanneer ik iets terug
wijs van de algemeenheid, waarin cle begrootings-
comrmssie heeft gesproken. Dat ik hiermede iets
bepaald misleidem's zou doen, zooals het midden-
standsbestuur schrijft, zal toch wel moeilijk vol te
houden zijn, maar zonderling is bepaald, dat het
Midden landsbestuur mij, althans de ondeskundi
ge wethouder, een generaal oordeel over Schagen's
Middenstand en de perspectieven voor 1936 aanwrijft
Dat is een ondoordachtheid en een inconsequentie,,
welke door het bestuur van zulk een belangrijke
vpreonieimr niet mag worden begaan.
Ik heb het over perspectieven voor 1936 in het
geheel niet gehad, m.a.w., ik zal mij daaraan ook
niet wagen. Er zijn trouwens niet veel menschen
die dat durven: daarvoor zijn de toestanden te on
zeker en te ondoorzichtig.
Ik heb in casu slechts gesproken op grond van
door mii zelf geconstateerde feiten.
Dat ik verzwaring van den belastingdruk toelaat
baar zou vinden, omdat Sehagen's Middenstand die
verzwaring op grond van hetere perspectieven wel
zou kunnen dragen, is le dwaas.
Niemand zal zulk een verzwaring meer betreuren
dan ik, en wanneer ik aan zulk een verzwaring
toch zal moeten meewerken, dan doe ik dat, omdat
ik geen aannemelijke, redelijke en billijke andere
middelen weet om de begrooting sluitend te maken.
vige wetsontwerp, niet altijd onschuldig zijn
en er dikwijls op zijn berekend om in het
buitenland een indruk te vestigen, volkomen
in strijd met de werkelijkheid.
Nu de pogingen om tot algemeene ontwapening
te komen, zijn mislukt en Duitschland tot krach
tige bewapening is overgegaan, is een algemeene
bewapeningswedloop ontstaan.
Daardoor nemen de gevaren van een ont
lading der politieke spanningen toe.
Wij mogen ons verheugen over de spontaniteit der
sanctietoenassing, doch mogen niet verhelen, dat zij
niet beantwoordt aan de verwachtingen, de eerste
jaren van den Volkenbond gekoesterd.
Bij een conflict in West-Europa zal de hulp wel
sneller worden verleend.
Verscherping der tegenstellingen in Eu-
rooa heeft het oorlonsgevaar vergroot en
als Nederland zijn bewapening versterkt,
moet dat worden gezien in het algemeene
kader van wat de laatste jaren is geschied.
Ons land heeft een geografisch zeer blootge
stelde ligging en slechts met een behoorlijke weer
macht kan men met eenige gerustheid de toekomst
tegemoet gaan.
Zéér slecht is de toestand van onze luchtafweer.
Wij zullen dat zoo spoedig mogelijk dienen te ver
beteren.
Do bommenwerpers zijn bestemd voor tegenaan
vallen, want de beste verdediging is nog altijd de
aanval.
Begaat een of ander land tegenover ons de mis
daad van een inval ,dan dient niet geaarzeld te
worden om onzerzijds klappen uit te declen.
De fondsvorming.
De critiek op de voorgestelde fondsvorming kan
spreker niet onderschrijven. Het fonds is niets an
ders dan een boekhoudkundige verrekening tusschen
riik en departement van defensie.
Een leening, zooals de heer de Geer zou willen,
heeft een looptijd van 40 jaar en men vindt zelfs 20
jaar al te lang.
Spreker wijst er op, dat een zekere stabiliteit in
de bewapening is ingetreden, zoodat met uitzonde
ring van het vliegwapen, de termijn van 20 jaar
niet te lang moet worden geacht.
Het doet spreker genoegen, dat de heer Albarda
de stelling aanvaardt, dat met zich tegen buiten-
landsch geweld behoorlijk moet verzetten. Hij acht.
dit een vooruitgang.
De consequentie brengt dan echter mee, dat hij
ook de meerdere kosten daarvoor aanvaardt.
De replieken.
Do heer Albarda (s.d.) zegt dat hij, die voor col
lectieve veiligheid is, ook de veiligheid voor het
eigen land aanvaardt. Zijn betoog was dan ook geen
nieuwe uitspraak.
Spreker antwoordt den heer Amelink, dat de S.D.
A.P. vatbaar is voor evoluties naar gelang der zich
wijzigende omstandigheden.
De heer Duys, die vroeger wel zevenmaal per
dag de draak stak met Dr. Kuyper, die met geest
drift voor het snelvuurgeschut zeirie te stemmen, is
wel snel veranderd, nu hij met liefde stemt voor
vliegtuig en afweergeschut. Mr. Duys moge zich
dan geen nationaal-socialist noemen, een hyper-na
tionalistische socialist, is hij wel. Overigens aan
vaarden wij, zegt. spreker, mr. Duys niet als leeraar.
De heer de Geer (c.h.) zegt na de toelichting van
den Minister President het wetsontwerp veel aan-
npmeliiker te achten.
De heer Duvs (nartiiloos> zeert dat de dappere
nnn-ohoorza^mheid van de S.D A P. verschmerrie mi
litaire ambtenaren tot sfeuntrekkepden heeft ge
maakt. Soreker praat inderdaad anders als 20 jaar
geleden. Hij meent echter thans de dingen beter
le zien, Maar ook de heer Albarda is veranderd. Hij
Schagen, 14 Februari 1936.
Aan het Gemeentebestuur
van Schagen.
EdelAchtbare Hoeren,
Naar aanleiding van de opmerking van Wethou
der Schoorl in de vergadering van Sehagen's Raad
van 12 dezer ten opzichte van het adres van het
bestuur der Schager Handeldrijvende en Industrieele
Middenstandsvereeniging: dato 11 dezer no. f/7 en
waarin bovengen, wethouder dit adres qualificeert
als „ondoordacht", en „inconsequent", neemt ons
bestuur de vrijheid hier even op terug te komen.
In welk opzicht ons adres zich schuldig maakte
aan ondoordachtheid en inconsequentie is door den
wethouder niet-nader toegelicht, dit betreuren wij
zeer zeker en hoewel wij niet veronderstellen dat
men ons bestuur zonder nadere toelichting hiervan
verdenken zal, stellen wij het toch op prijs even aan
te stippen op welke gronden wij ons standpunt in
genomen hebben, zonder ook nog maar bij benade
ring: volledig te zijn.
Ten eerste verwijzen wij naar de rapporten en sta
tistische gegevens van bet Economisch Instituut
voor den middenstand, ingesteld door Z.E. den Mi
nister van Economische Zaken
Nergens beter dan uit deze gegevens, welke wij
desgewenscht gaarne vei«t.rekken, blijkt welke
noodtoestand voor den Nederlandschen Midden
stand ingetreden is.
Vervolgens halen wij aan uit een adres kortelings
gezonden aan Haarlems Gemeenteraad door 46 vak-
en stands-organisaties aldaar;
„De door de crisis st*-rk geslonken inkomens; de
steeds driestere concurrentie-vormen; de ongebreidel
de vestiging van nieuwe zaken en bedrijven en ten
slotte de hooge vastf la «ten, ond rmijnen steeds meer
de bestaansmogelijkheid van zeer vele handeldrijven
de en industrieele middenstandszaken
Uit een hoofdartikel in de „Nieuwe Bussumsche
Courant" van recenten datum halen wij navolgen
de aan; „En er ontwikkelt zich in alle stilte, achter
den schijnbaar nog keurige gevel, een wanhopige
strijd, een heldhaftig verweer tegen den ondergang,
tegen de drukkende, moedeloos makende vooruit*
zichten van armlastigheid. Weet men eigenlijk wel
hoevele van de zelfstandige kleine ondernemers
dien strijd voeren om maar zoolang mogelijk zich
zelf te kunnen blijven redden?
Om niet naar de Gemeente om steun te loopen.
Met gevolg, dat ze immers ook aan zichzelf over
gelaten worden, zo op niemand kunnen rekenen die
hen behoedt voor den ondergang, die hen wat op
streek hejnt, die hen de hand toesteekt om voorloo
pig althans over de ergste moeilijkheden heen te
komen".
Wij zouden metverstrekken van dergelijke ge
gevens helaas nog vele vellen kunnen vullen, wij
vertrouwen evenwel aangetoond te hebben dat ons
óórdeel over den middenstand gebaseerd is op deug
delijk bev;Jr"^*,+°*'1'aal.
Wat betreft dc positie van'Schagen s midden
stand, willen wij slechts wijzen op het feit dat onze
middenstand voor een groot deel is aangewezen op
de omgeving en dat de uitkomsten van onzen stand
nauw samengaan met de uitkomsten der boerenbe
drijven en hoe deze zijn is niet aan ons om te oordee-
len, maar de noodtoestand ook daar heerschende is
wel zoo algemeen erkend dat niemand dit zal aan
vechten. En met de aanvaarding van dit feit is ook
onomstooteliik aangetoond de op den duur on-
houdbaré positie waarin onze stand komt te verkec-
ren, daar practisch alle steunmaatregelen voor den
middenstand tot heden ontbreken. De instelling van
borgstellingsfondsen en de pogingen welke ook in
Nd.-Holland Noord gedaan worden om 'n dergelijke
instelling tot stand te brengen voor de middenstand
een noodzakelijkheid welke het Rijk erkent door 40
pet. van het risico te dragen, onderstreept wel dege
lijk dit betoog dat ook voor Schagen do perspectie
ven voor het aangevangen jaar verre van gunstig
zijn en dat dan ook van verbetering van de positie
van onzen plaatselijken middenstand geen sprake
kan zijn.
Namens het bestuur, teekenen
met de meeste hoogachting,
M. C. Tuinman, Voorzitter,
W. D. Niestadt, Secretaris.
Doos 30-60ct Bij Apoüien Drogisten
heeft vroeger als Marxist het leven van Troelstra
verschrikkelijk verzuurd.
Spreker is door die Marxisten scherp aangeval
len toen hij, als wethouder van Zaandam, met Prins
Hendrik op een boot was, maar toen de Koningin-
Moeder stierf, moest de verkeerspolitie het verkeer
bij de microfoon regelen, omdat zoovele sociaal
democraten daar hun droefheid wilden komen uit
huilen.
Van de voorstelling als zou spreker fascist zijn
trekt hij zich niets aan. Fascist is nu eenmaal een
veel gebruikt scheldwoord.
De heer Joekes (v. d.) blijft zich verzetten
tegen instelling van een weerfonds, maar
zal, indien het wordt aangenomen, vóór de
begrooting van het fonds stemmen.
Dupliek.
In zijn dupliek zegt minister Colijn dat de heeren
de Visser en Sneevliet hem verwijten zich van huu
betoogen te hebben afgemaakt. Maar als een tegen
stander staat in Den Haag en de ander in Parijs,
waarom zouden zij dan op elkaar gaan schieten? Zij
kunnen elkaar immers toch niet raken! Spreker kan
de overwegende bezwaren tegen de fondsvorming niet
begrijpen. Waarom de heer Joekes voorstellen, die
hij op zichzelf goedvindt, wil verwerpen, is spr. niet
duidelijk.
Nadat vastgesteld is, dat over de wetsontwerpen
a.s. Dinsdag zal worden gestemd, wordt de vergade
ring tot dien dag verdaagd.
Indië versterkt eveneens weermacht
Aanvullende begrooting voor de marine.
Het Departement van Marine heeft bij den Volks
raad ingediend een aanvullende begrooting, waarin
gelden worden gevoteerd voor verbouwing van het
dok te Soerabaja, zulks in verband met de afmetin
gen van Hr. Ms. kruiser „De Ruyter", die begin 1937
in de Indische wateren kan worden verwacht.
Ook zijn gelden uitgetrokken voor aanschaffing
van materieel in Nederland, alsmede voor verster
king van de Marine Luchtvaartdienst en ten behoe
ve van de moderniscering van de radio-installaties
van de gouvernementsmarine.