Economische Ivroniek
De storm in
Zuid Oost Europa.
SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9914
Zaterdaq 15 Februari 1936.
De afzet onzer
Zuivelproducten.
Een der belangrijkste voortbrengselen van onzen
bodem is sedert eenwen geweest de zuivel. Hoe lang
het geleden is, dat hier de eerste boter of kaas werd
bereid, ligt wel in het duister. Vele eeuwen zijn se
dert dien echter verloopen.
Zoo vinden we b.v. in „Alkmaar en zijne Ge
schiedenissen" voor het jaar 1408 vermeld: „Deze
„Stadt meer bloeiende en deszelfs Waeg van
„groter belang geworden zynde, wiert de Schut-
„terye, sterk zynde zestig mannen, de wyntappe,
„het quakelbord en klootbane ontnomen, en in
„plaats van zulks hun gegeven de Wage, van
„welker inkomste ider schutter 's jaerlyx eene
„gulden genoot."
Honderden jaren lang dus zijn in onze gewesten
zuivelproducten gefabriceerd en is daarin handel
gedreven. Soms ging dat voorspoedig, soms waren
er moeilijkheden, maar het liep en bleef loopen. Tot
dat nu in deze tijden geen mensch meer behoefte
schijnt te hebben aan de voedzame en smakelijke
voortbrengselen van onzen bodem.
Dat de toestand allesbehalve rooskleurig is blijkt
uit enkele cijfers.
In het jaar 19*28 bedroeg de hoeveelheid uitgevoer
de boter rond 47.000 ton a 1000 Kg., de opbrengst
daarvan was ongeveer 88 millioen gulden. In 1935
was de totaal-export nog, of liever gezegd wederom
47.000 ton. In den tusschentijd n.1. was ze belangrijk
lager geweest, het minimum werd bereikt in 1932
met ruim 20.000 ton. De 47.000 ton, die in 1935 wer
den geexporteerd brachten op rond 26 millioen, dat
is dus nog niet 1/3 deel van de opbrengst van de
zelfde hoeveelheid in 19281
De reden daarvan is te vinden in de Nederlandsche
zuivelpolitiek, die alles wat in ons land aan botei
te veel is of te veel heet te zijn, eenvoudig exporteert,
onverschillig welke prijs daarvoor kan worden be
dongen.
Onze kaasexport daalde van 9*2.000 ton in 19*28 met
een opbrengst van 80 millioen tot 61.000 ton in 1935
met een opbrengst van 23 millioen. Ook een schrik
barende vermindering dus.
Hoe komt dat?
Alleen door te wijzen op de belemmeringen, welke
de laatste jaren aan den internationalen handel wer
den opgelegd, zijn we er niet. Er zijn allerlei facto
ren, die hebben samengewerkt om de crisis in de
zuivelproductie, welke ons land thans doorworstelt,
te doen ontstaan.
Om te beginnen hebben we ten aanzien van boter
het eigenaardige verschijnsel, dat de invoer van dit
artikel zich beperkt tot slechts zeer weinig landen.
Verreweg bovenaan staat daarbii Engeland met een
invoeroverschot van ongeveer 390.000 ton a 1000 Kg.
in 1931. Engeland heeft altijd bovenaan gestaan,
zoozeer, dat het in het midden van de vorige eeuw
feitelijk het eenige boterimporteerend land ter we
reld was. Op Engeland volgde in het jaar 1931
Duitschland met rond 100.000 ton invoeroverschot.
Voegen we daaraan nóg toe België en Zwitserland,
met respectievelijk 17.000 en 10.000 ton, dan is daar
mee practisch alles gezegd. Wat er nog overschiet,
is niet de moeite waard.
Voor kaas is het niet zoo heel veel anders. Boven
aan stond weer Engeland met 143.000 ton, dan volgde
Duitschland met 51.000 ton, de U.S.A. met 27.000 ton,
België met 22.000 ton, Frankrijk met 12.000 ton.
De positie van Nederland als boterexpor-
teur heeft zich in den loop der jaren sterk
gewijzigd. Stond het voor een jaar bovenaan,
thans is daarvan geen sprake meer. In het
jaar 1931 stond het met een uitvoerbverschot
van circa 29.000 ton op de vierde plaats. Ge
zien alleen reeds het invoeroverschot van
Engeland van 390.000 ton moeten er andere
veel belangrijker boterexportlanden zijn ont
staan. Dit is ook inderdaad het geval. Boven
aan prijkt Denemarken met niet minder dan
170.000 ton, vervolgens Nieuw-Zeeland en
Australië met 98.000 en 72.000 ton, terwijl
naast Nederland van belang zijn geworden
Finland en de Oostzee-Randstaten.
Voor kaas moest Nederland de vlag strij
ken voor Nieuw-Zeeland, dat met rond 88.000
ton uitvoer, die van Nederland met ongeveer
2.000 ton overvleugelde. Verder zijn nog van
belang Canada met 37.000 ton en Zwitserland
met 21.000 ton.
Een idee omtrent het verbruik krijgt, men door de
cijfers, welke het verbruik per hoofd der bevolking
in een land weergeven. In Nederland is dat voor bo
ter betrekkelijk laag. Met 6.3 Kg. per hoofd maakt
het een matig figuur naast Duitschland, waar het
voor 1931 op 8.4 Kg. werd becijferd, België met 9.8
Kg., Engeland met 9.3 Kg. of Canada met 11.0 Kg.,
Australië met 13.1 Kg. en Nieuw Zeeland met niet
minder dan 14 Kg.
Ons baseerend op het feit, dat onze pro
ductie in 1931 werd getaxeerd op rond 79.000
ton, terwijl de export circa 29.000 ton be-
droeg, werd er in dat jaar door ons volk
verbruikt 50.000 ton. En het wordt dan
duidelijk, dat, indien het boterverbruik hier
te lande zou kunnen worden opgevoerd tot
een hoogte als die der andere genoemde
landen, de moeilijkheden, welke zich thans
voordoen ten aanzien van onze zuivelpro
ducten, grootendeels zouden zijn overwonnen
Anderzijds is het ook begrijpelijk, dat ons land
do crisis in betrekkelijk sterke mate moet onder
vinden, aangezien de uitvoer onzer boter en kaas
in de eerste plaats op Dnitcrhland was gericht. Ir.
1930 b.v. ging van de 4*2.000 ton boter, die werd ge
exporteerd, door Nederland niet minder dan 28.000
ton naar Duitschland, van de 94.000 ton kaas, welke
we in dat jaar uitvoerden betrok Duitschland er
39 000. Het is niet onwaarschijnlijk, dat het hooge
verbruik per hoofd mede aanleiding is geweest
voor de tegenwoordige regeerders te Berlijn om het
op autarkie aan te sturen. Waarbij men niet moet
vergeten, dat Duitschland zelf groote hoeveelheden
boter en kaas produceert. Omstreeks 1928 werd deze
productie getaxeerd op:
boter 410.000 ton
kaas 370.000 ton
Voor invoer kwam daar nog bij in hetzelfde jaar:
boter 126.000 ton
kaas 60.000 ton
Gezien het reeds genoemde verbruik per hoofd
zal de regeering een beperking van den Invoer
waarschijnlijk mogelijk hebben geacht. Waarmee
Nederland echter in de eerste plaats gedupeerd
was. Terwijl het zoeken van nieuwe afzetgebieden
tot dusverre slechts weinig heeft opgèleverd, hetgeen
trouwens ook wel mocht worden verwacht, gezien
de weinige landen, die een importsaldo van zuivel
producten aanwijzen.
Belangrijke verbetering lijkt slechts mogelijk door
geleidelijke verhooging van het verbruik per hoofd
in de onderscheidene landen, waarmee, gezien de
groote verschillen welke bestaan, op den duur be
hoorlijke resultaten moeten kunnen worden bereikt
Voor wat hei binnenland betreft, geldt dit in de
eerste p'aats voor boter. Met een kaasverbruik van
circa 6 K.G. ner hoofd craat Nederland al mee aan
den kop en dit maakt de kans, dat ten de^e iets te
*011 7ϻn. srerinfer.
Het verbootrde boterverbruik schijnt echter voor
alsnog belansrrük te worden belommerd door de re-
appripo-fs^pmopiinaen. die de priis te zeer verhoogen.
Wat bet buifpnland betreft, is propaganda, om te
komen tot een verhooed hotersrehrnik natuurlijk een
onmofe,ï;i'heid. Tpdcr boter-nroduceerend land zou
ten minste in gelijke mate meenrofiteeren van de
eernaoirte kosten en hpt zou de vraasr zifn of ze niet
met het errootste dpel van de winst zoudpn gaan
striiken. Want de kwa'bpit van onze boter is stel
lig nipt beter dan die uit andere boterproduceerende
landen.
Ten a°nrien van kaas ligt de zaak heel
arJ°rs. Wd'swaar wor,,on "i^ers groote mas
sa's kaas gemaakt, dit zijn echter steeds
andere so^en dan die, wel^e hier worden
gevonden. In Edammer en Goudsche kaas
bezit Nede-üand een monopolie en propa
ganda is hier theoretisch zeker mogelijk.
Een andere vraag echter is of men bij onze buren
daarop zeer gebrand zal zijn. Want we leven nu
eenmaal in een periode, waarin iedere natie be
ducht is voor iedere toename van den export.
En daarom *al ook bier, evenals dat voor alle
artikelen geldt, wel in de eerste plaats noodig zijn
een beperking van de belemmeringen, welke men
overal vindt.
Wordt export weer vrijer, dan zal onze zuivel
industrie tot nieuwe bloei komen, zelfs zonder al
lerlei propagandistische maatregelen, waarover
thans zoo druk wordt geredeneerd. Er zal weer
worden geëxporteerd en weinigen zullen zich druk
maken over de theorieën, die thans opgeld doen.
Totdat een nieuwe terugslag wordt ondervonden.
Dan is er weer tijd en gelegenheid om te praten en
te redeneeren.
TALRIJKE DOODEN EN ERNSTI
GE SCHADE TENGEVOLGE VAN
HEVIGE KOUDE EN SNEEUW
STORMEN.
Sofia. Uit geheel Bulgarije, doch
vooral van de kust worden berichten om
trent de gevolgen van de sneeuwstormen
van de laatste dagen ontvangen. Behalve
de vele millioenen materieele schade, ver
meerdert thans het aantal slachtoffers.
Volgens mededeeling van de politie, zijn
Donderdagochtend 52 personen gevonden,
die doodgevroren waren. Tezamen met de
slachtoffers van 't spoorweg-ongeluk, welke
eveneens op rekening van den sneeuws,rirm
kunnen worden geschreven, maakt dit in to
taal 67 dooden.
Omtrent het aantal gewonden, dat verscheidene
honderden moet bedragen, heeft men nog geen na
dcre bijzonderheden.
Koning Boris, die momenteel in Duitschland bij
zijn zuster, de hertoging van Wuertemberg vertoeft,
heeft zich uitvoerig op de hoogte laten brengen
van het ongeluk en heeft een aanzienlijk bedrag ter
beschikking gesteld 'van de slachtoffers.
De telefoonverbindingen met Joego Slavië, Grie
kenland en Turkije zijn nog steeds verbroken. Ge
sprekken met West-Europa kunnen slechts met
groote vertraging via Roemenië worden gevoerd.
84 dooden in Bulgarije.
Nader uit Sofia:
Volgens een mededeeling van het Ministerie van
Binnenlandsche Zaken is het aantal slachtoffers
ten gevolge van de sneeuwstormen Donderdag met
3*2 tot 84 gestegen, waarbij dan nog de 16 slachtof
fers bij Asparachovo moeten worden geteld.
Men verwacht, dat er nog meer berichten over
slachtoffers van het noodweer zullen binnenkomen.
De regeering zal de ernstig getroffen gebieden fi-
nancieelen en anderen steun verlcenen.
Ernstige stormschade aan de Egyptische
kust.
Londen, 13 Febr. (A.N.P.) Uit Cairo wordt ge
meld dat aan de Egyptische kust eveneens een
zware storm heeft gewoed, welke aanzienlijke ma
terieele schade aangericht heeft.
Ten einde het gevaar voor botsingen te vermijden
hebben verscheidene Britsche kruisers de haven van
Alexandrië moeten verlaten, aangezien er te veel
schepen lagen.
De Britsche mijnveger Lee, welke van Alexandrië
op weg is naar Malta heeft radiographisch assisten
tie verzocht. De kruiser Sussex is uitgevaren om de
Lee hulp te bieden.
De luchthaven van de Imperial Airways heeft door
den storm ernstige schade geloopen, waardoor ver
traging is ontstaan op de luchtlijnen van en naar
Engeland, Indië, Australië en Afrika.
Uit Smyrna wordt gemeld, dat de straten aldaar
blank staan. Het tramverkeer moest worden gestaakt
Ook het spoorwegverkeer moest tijdelijk worden
stopgezet. Het noodweer was zoo hevig, dat het zee
water over de kades heen de stad is binnengestroomd
Het noodweer in Turkije.
Istanboel. Tengevolge van de koude en de he
vige sneeuwstormen zijn te Adrianopel zeven per
sonen om het leven gekomen.
Een orkaan heeft te Moedania twaalf huizen ver
woest. Men verkeert in groote ongerustheid over het
lot van eenige schepen, die zich op de Zwarte Zee
moeten bevinden.
Het noodweer boven de Adriatische Zee.
Vele dooden.
Rome. Het noodweer, dat hoven het Zuidelijk
deel van de Adriatische Zee heeft gewoed, heeft,
minstens tien vissch^'-s het leven gekost, die met
hun booten waren ui.gevaren.
Ook in Griekenland sneeuwstormen.
Athene Ook in Griekenland heeft het de laat
ste dagen hevig gesneeuwd en vele dorpen zijn dooi
de sneeuw van de buitenwereld afgesneden.
Nabij Larissa werden 40 personen door de sneeuw
bedolven, 30 werden gevonden, 10 worden nog ver
mist.
Men is er in geslaagd de telefonische verbindingen
en de spoorlijnen te herstellen, behalve de verbin
ding tusschen Saloniki en Istamboel.
Koude in Engeland houdt aan.
Het hel der-vriezend weer in Engeland houdt aan
en overal in het land wordt schaatsen gereden, ter
wijl ook andere wintersporten druk worden be
oefend.
Wervelstorm in Zuid-Californië.
New York. Uit Los Angeles wordt gemeld,
dat in het Zuiden van Californië een hevige
wervelstorm heeft gewoed. Van talrijke huizen wer
den de daken afgerukt; de materieele schade is
zeer groot. Zes personen 'liepen verwondingen op.
005 - WH