Record=overwinning op de Belgen De Kederiandsche voorhoede in van. 8=0. De Oranjehemden winnen met Maandag 30 Maart 1936. SCHAGER COURANT. Tweede Blad. No. 9945 De grootste nederlaag, die België ooit tegen Nederland geleden heeft. Amsterdam, 29 Maart. Voor de tweede maal in enkele jaren heeft het Nederland- sche elftal een buitengewoon groote over winning behaald op de Belgen; indertijd was het een 93 zege, die aankondigde, dat het Nederlandsche voetbal herboren was; thans heeft een 80 overwinning bewezen, welk een kracht er in ons nationale team schuilt. Vóór den wedstrijd. De stad bood voor den aanvang van den wed strijd den aanblik, dien men kent van alle vorige Holland-België-wedstrijden. Het valt op, hoe vooral het autoverkeer de laatste jaren bij deze traditiö- neele ontmoetingen steeds drukken wordt: tallooze wagens stonden op het Stadionplein geparkeerd. Het was vrij goed voetbalweer: de zon hield zich schuil en er stond een briesje over de lengte van het veld, dat echter niet hinderlijk was. De extra-tribunes, die plaats bieden aan eenige duizenden, waren voor deze gelegenheid weer opge richt, zoodat ongeveer 40.000 toeschouwers den wed strijd hebben bijgewoond. Te vijf minuten voor half drie verschenen de Bel gen op het veld; zij werden met hun volkslied en een hartelijk applaus ontvangen. De Oranjeploeg volgde het „Wilhelmus", door tienduizenden meege zongen, weerklonk. Van Heel won den toss, zoodat Nederland voor de rust wind mee had. Onder leiding van den Engelschen scheidsrechter Harper stelden zich de bei'de elftallen als volgt op: Nederland. Mul (H.B.S.).- Weber Caldenhove (A.G.O.V.V.) (D.W.S.) Paauwe Anderiessen Van Heel (Feijenoord) (Ajax) (Feijenoord) Wals Drok Bakhuijs Smit Van Nellen (Unitas) (R.F.C.) (H.B.S.) (Haarlem) (D.H.C.) O Isenborghs Capelle Dedeken Voorhoof (Beerschot) (Standard) (Antw. F.C.) (Liersche S.K.) De vries (Antwerp F.C.) Henry Meuldermans Dalem (Daring) (Beerschot) (Standard) Smellinckx Paverick (Union St.G.) (Antwerp F.C.) Christiaens (Liersche S.K.) België. Sensationeel begin. Als te half drie de Belgen hebben afgetrapt, beleven we al direct verschillende sensaties. De Belgen stormen op ons doel af: Calden hove grijpt in, maar de Belgen komen terug. Dan loopt Mul gevaarlijk uit en Nederland mag van geluk spreken, als Isenborghs tegen de lat schiet. De bal verhuist naar de andere zijde van het veld, waar "van Nellen voorzet. Wels is naar binnen geloopen en geeft, na anderhalve minuut spelens, Nederland de leiding. 10. Belgisch overwicht. -De Belgen zijn in het eerste kwartier gevaarlijker en in onze verdediging klopt het nog niet geheel. Opnieuw hebben de Boode- Duivels pech, als een schot van Voorhoof door tusschenkomst van een Ne- derlandsch verdediger buiten Mul's bereik tegen de paal stuit. Het gevaar komt speciaal van den Bel gischen linkervleugel, waar Isenborghs te veel vrij wordt gelaten. Intusschen krijgt Van Nellen door missen van Paverick een goede kans, doch hij schiet over. Dalem speelt in deze periode zeer goed en door zijn toedoen wordt de Belgische voorhoede steeds weer aan het werk gezet. Maar het blijkt toch al, dat de schotvaardigheid bij onze buren ver te zoeken is. Mul moet weer handelend optreden, als Weber wal ónzuiver speelt. In het eerste kwartier kan ongetwijfeld van een Belgisch overwicht zij het een gering worden gesproken. Maar geleidelijk herstellen zich de onzer van een ietwat nerveus begin, en dat de voorhoedt niet van plan is, het bij een enkel doelpunt te laten, blijkt na 18 minuten, als Smit zeer onverwacht in kogelt. De bal stuit echter buiten het bereik van Christiaens tegen de lat; even later schiet van Nel len opnieuw over. Steeds beter komt de Oranjeploeg er in; eenmaal kan Christiaens slechts met de groot ste moeite redden. Er gaat van onze middenlinie weer kracht uit, zoodat de voorwaarden voor een produc tief aanvalsspel vervuld zijn. Na 22 minuten zendt Smit na keurig combinatiespel met van Nellen en Bakhuys een hard schot in, dat nog juist corner ge- Stompt kan worden. Nederland in den aanval. Het Nederlandsche overwicht groeit ziender- oogen; herhaaldelijk moet Christiaens ingrij pen en het is voor ieder duidelijk, dat er doelpunten gaan komen. Na 26 minuten is het zoo ver. Caldenhoven plaatst naar Bakhuys; via Drok belandt de Smit Wels Bakhuis bal bij Smit, die van vrij nabij het tweede doelpunt scoort (20). Onmiddellijk daarna schiet Bakhuys over, maar dan breekt Wels door; snel brengt hij den bal op om over te geven aan Bakhuys, die prachtig inschiet. (3-0). Belgen reeds voor een hopelooze taak. Met dezen achterstand staan de Belgen reeds voor een hopelooze taak, vooral als men het slechte aan valsspel der gasten in aanmerking neemt. Wel brengt Isenborghs verschillende malen op, doch zijn voor zetten zijn niet zuiver, terwijl van het binnentrio wei nig kracht uitgaat. Van Nellen blijkt de goede rich ting nog niet tc hebben gevonden, want, als Bakhuys hem een behoorlijke kans biedt, schiet hij ten derde male over. Dan komt Paverick zegevierend uit. een duel met Van Nellen te voorschijn; hij plaatst naar voren en er ontstaat een gevaarlijke situatie voor het Nederlandsche doel, waaraan een der Belgen een einde maakt door over te schieten. Ook Bakhuys, die in den aanvang goed door de Belgische verdediging werd gedekt, herwint steeds meer zijn vrijheid en opnieuw blijkt, over welk een doodelijk schot onze middenvoor beschikt. Van ver ren afstand lost hij bij verrassing een enorm hard schot, dat Christiaens maar juist corner kan wer ken. Even later schiet Smit in goede positie tegen Bakhuys aan; hij krijgt het leer terug en schiet dan over. De Haarlemmer verzet weer veel werk: een maal brengt hij het Belgische doel in gevaar na den bal prachtig te hebben vrijgemaakt; vallende kan Christiaens nog wegwerken. Fraai doelpunt van Bakhuys. Zes minuten voor de rust volgt het vierde Nederlandsche doelpunt, dat speciale vermel ding verdient om de fraaie wijze, waarop het tot stand komt. Na een Belgischen aanval geeft Van Heel den bal aan Bakhuys, die zich snel van zijn bewakers ontdoet en van behoorlijken afstand zóó hard en zóo mathematisch zuiver in den uitersten hoek van het Belgisch doel schiet, dat Christiaens geen schijn van kans heeft (40). Nog enkele malen komen de Belgen voor ons doel, maar het schot ontbreekt en Isenborghs brengt een goed kans om zeep. Ook in de Nederlandsche aanvallen, die volgen, heeft de rechtervleugel, waar Drok weinig opvalt, minder aandeel dan de linkervleugel, die zich thans veel minder vaak den bal door Dalem laat ontnemen. Nadat nog een corner op het Nederlandsche doel is genomen, breekt de rust aan. Een 4—0 voorsprong na de eerste helft! Dat had wel niemand verwacht, hoewel men dezen wed strijd met vertrouwen tegemoet heeft gezien. Dit is reeds duidelijk gebleken: de productiviteit van het Nederlandsche elftal is veel grooter dan die der loode Duivels, die ook in de periode, waarin zij op een gering overwicht konden bogen, niet hebben kunnen scoren. Een periode van slap spel. Na de rust treedt een periode van tam en onbe langrijk spel in. Meenden de Nederlanders, dat de voorsprong groot genoeg was? Er zit weinig tempo in het spel en het plaatsen laat meer dan eens te wenschen over. Het is Christiaens, die het eerst handelend moet optreden, nadat de bal eenigen tijd voor het Belgische doel heen en weer is getrapt. De Belgische keeper voorkomt dan gevaar door een voorzet van Wels te onderscheppen Op een uitste kende through-pass van Van Heel schiet Bakhuijs in, doch Christiaens stopt. Dan komen ook de Bel gen weer wat in den aanval en Mul grijpt tweemaal in, waarbij het gevaar voor ons doèl niet groot is, doordat de Belgen hun aanvallen buitengewoon slecht afwerken. Na elf minuten kopt Bakhuijs den bal uitr een voorzet van Drok in het net, doch wegens buitenspel wordt terecht geen doelpunt toegekend. Even later treedt Mul weinig safe op, als de ver dediging op hem terugspeelt, maar hij maakt dat weer goed, door den bal na een voorzet van Isen borghs, die ook nu actiever is dan Devries, voor het Belgische binnenentrio weg te halen. Wels, die in dit tijdvak snel en fel blijft spelen, schiet na een doelworsteling juist naast. Intusschen blijft het wachten nog altijd op het gevaarlijke samenspel, waardoor het Oranje-elftal zich naam heeft gemaakt. Het plaatsen is niet ge heel in orde en zoo krijgen de Belgen enkele kan sen, waarbij zij opnieuw hun machteloosheid toonen. Er is 22 minuten gespeeld, als Smit 'n onverwacht schot inzendt, dat gestopt wordt. Doch dit is het sein voor een herleving van het enthousiasme. De Ne derlandsche aanvallen worden weer gevaarlijk; de voorhoede zet weer beter door en na 24 minuten wordt het Belgische doel voor de vijfde maal door boord: Het is vooral Wels, die daarbij zijn capaci teiten toont Na een duel met Smellinckx geeft hij het leer prachtig en afgemeten aan Van Nellen, die inkopt (5—0). Van Heel raakt geblesseerd, doch speelt verder, na van een pleister op zijn gezicht voorzien te zijn. Nederland is nu gedecideerd de meerdere en slechts éénmaal ontkomt, het Hollandsche doel aan een doorboring, als Voorhoof uit een corner buiten het bereik van Mul tegen den paal schiet. Na ongeveer 33 minuten schiet Drok in, Chris tiaens stompt den bal voor de voeten van Bakhuijs. De middenvoor kogels tegen Paverick aan, doch hij krijgt den bal opnieuw en maakt thans geen fout (6—0). Christiaens is gedurende deze scrimmage gewond geraakt en wordt op een brancard van het veld ge dragen. Wel een triest einde van den wedstrijd voor dezen Belg, die zich van zijn ondankbare taak toch met moedige volharding had gekweten. Zijn plaats tusschen de palen' wordt door Badjou ingenomen. Het Belgische spel stort ineen. Het Belgische spel, dat reeds voortdurend in zwakheid is toegenomen, stort dan geheel ineen. Het wordt een debacle voor de Roode Duivels. Geen enkel duel wordt door hen meer gewonnen in deze laatste tien minuten stuk voor stuk worden zij door hun tegen standers overspeeld. Badjou heeft zich nau welijks opgesteld, of zijn heiligdom komt in gevaar en het ligt slechts aan Drok en Bak huijs, die ieder een prachtige kans krijgen, dat hij niet onmiddellijk het nakijken heeft. Ook Van Nellen verschijnt voor het Belgi sche doel, maar hij schiet naast. Score tot 80 opgevoerd. Het publiek, dat zich gedurende de eerste 25 mi nuten van de tweede helft zeer rustig heeft gehouden, omdat er eenvoudig weinig was om enthousiast over te zijn, gaat zich nu weer roeren en het wordt daar voor beloond met nog twee doelpunten, die de zege tot een record-overwinning maken. Vijf minuten voiDr het einde geeft Bakhuys, die naar links is geloopen,'den bal door aan Drok, die scoort, zoodat nu alle voorhoedespelers hun doelpunt hebben gemaakt. (7—0). In de volgende minuut passeert Paauwe naar Van Nellen die zonder moeite de volkomen gedemorali seerde Belgische verdediging zijn hielen laat zien en het achtste doelpunt ter wereld brengt. (80). Het blijft dan een spel van kat en muis en de score zou- zonder eenigen twijfel nog hooger zijn op gevoerd, indien niet na enkele minuten het eindsig naal had geklonken, dat voor de Belgische spelers een verlossing moet zijn geweest. Acht doelpunten tegen het Belgische elftal, geen enkel doelpunt aan de andere zijde; wij gelooven, dat spelers en publiek tevreden kunnen zijn! KUNNEN DE BELGEN BETER? 2 VOETBALRECORDS VERBETERD Amsterdam, Zondagavond. (Van een specialen A.N.P.-verslaggever). Toen hef eindsignaal was geblazen en de Oranjehemden stralend en opgetogen zich naar de kleedkamers begaven, troffen wij daar ook reeds den bekenden internationa len scheidsrechter, den Belg Langenns, aan, die ons, op onze vraag wat of hij van deze zware nederlaag dacht, prompt antwoordde: „Geloof mij, wij kunnen niet beter!" Deze uitspraak deed ons denken aan de periode van 1927 tot 1931, waarin het Nederlandsch elftal ieder jaar naar Antwerpen ging om daar de gebrui kelijke nederlaag tegen de Belgen te incasseeren. Ons land werd zoo regelmatig in België verslagen, dat wij gingen spreken over „De schande aan de Schel de". In 1932 kwam de ommekeer en de balans is sedrt- dicn volkomen in ons voordeel omgeslagen. De laat ste jaren werd steeds, ook in België, met flinke cij fers gewonnen, waarbij wij slechts kunnen hopen, dat de debacle van vandaag voor onze Zuiderburen het dieptepunt zal beteekenen. De rollen zijn omge draaid en een Belgische collega voegde ons toe, dat voortaan beter gesproken kan worden van „De schande aan den Amstel." Tegen Engeland? Bovenstaande regels vormen de eerste indrukken, welke wij van dezen wedstrijd hebben gekregen. Wij zijn echter van meening, dat dit resultaat van groo- lere beteekenis is, dan men zoo direct zou kunnen zeggen. Nederland is dit seizoen begonnen met een moeilijke, doch buitengewoon fraaie zege van 5—3, le Dublin nog wel, tegen Ierland. Toen volgde de 61 nederlaag van Frankrijk in eigen land, een bewijs temeer, hoe sterk ons land de laatste jaren op inter nationaal voetbalgebied is. Deze reeks overwinningen is voortgezet met een 80 zege over België. Wij zijn ervan overtuigd, dat deze cijfers wederom grooten indruk in Europa zullen maken. Ook in Engeland? Het is bekend, dat Engeland waarschijnlijk Zwitserland of Nederland zal uitnoodigen om in December van dit jaar het Kanaal over te steken voor het spelen van een landenwed- strijd.Z witserland heeft wellicht de oudste rechten, daar staat tegenover, dat Nederland verreweg de beste papieren heeft. Wij twij felen er niet aan of het resultaat van van daag zal na Dublin en Parijs, zijn invloed niet missen op de uiteindelijke beslissing der Britten. Twee records zijn vandaag gebroken. In de eerste plaats is het de grootste neder laag, die België ooit tegen Nederland heeft geleden. Op 10 April 1910 won ons land te Haarlem met 70 van België. Thans is dit doelpnntenrecord verbeterd. En in de tweede plaats is het nog niet voorgekomen, dat het Nederlandsch elftal vier wedstrijden achter elkaar heeft gewonnen. Wanneer wij nu een overzicht willen geven over de wijze, waarop de zege tot stand is gekomen, dan moeten wij allereerst constateeren, dat het Neder landsch elftal in letterlijk alle opzichten beter was dan de B§lgen. Dat overigens met meer dan drie doelpunten gewonnen is, wijst voornamelijk op de kracht der Hollandsche voorhoede, maar niet min der op de zwakte van het Belgische elftal. Kunnen de Belgen inderdaad niet beter? Te Luik heeft dezer dagen vrijwel hetzelfde Bel gische elftal met 61 van een Zwaluwenploeg ge wonnen. De Belgen hadden daarbij een oude ge woonte in eere hersteld, n.1. het beste vertegen woordigend team als Roode Duivels in het veld te sturen. Nederland daarentegen kwam uit met een ploeg, waarvan wij er momenteel wel vijf of zes van gelijke kracht kunen samenstellen. Het Neder landsch elftal heeft onze tegenstanders aan het verstandig gebracht, dat een Zwaluwenpl., volkomen willekeurig samengesteld, niet op dezelfde hoogte staat als de werkelijke internationale vertegen woordigers. Aanvankelijk leek het er niet naar, dat het ten slotte op zoo een hooge nederlaag zou uitloopen. Hetb egin was zeer sensationeel, binnen de vijf minuten had Holland een doelpunt en was de bal eenmaal tegen de lat en eenmaal tegen de paal van het Nederlandsche doel gekomen. De sfeer van een echten HollandBelgië-wedstrijd was zoodoende di rect geschapen, maar begrijpelijk was het, dat toen het Nederlandsch elftal in den loop van de eerste helft zich zoo'n grooten voorsprong had weten te veroveren, het enthousiasme buiten het veld en ook daarbinnen wat verflauwde. Merkwaardig was het anders, dat in het eerste kwartier van de ont moeting het bij België goed afliep, terwijl bij Ne derland lang niet alles klopte, vooral de Holland sche verdediging was onzeker en zelfs de midden linie liep naarh aar vorm te zoeken. Niet het achtertrio of de middenlinie gaven het goede voorbeeld, doch het was de voorhoede, die doorh aar zeer gevaarlijke aanvallen voortdurend verwarring in de Belgische gelederen wist te schep pen, welke het vertrouwen in eigen kracht en eigen mogelijkheden bij de overige spelers wist te her stellen. In het bijzonder moeten wij daarbij noemen Van Nellen en Wels op de vleugels en Bakhuijs als midvoor. Deze drie waren er direct in, de beide eersten verraster door snelle rushes en Bakhuijs door zijn uitstekend spelverdeelen en natuurlijk door de gevaarlijke schoten die van zijn voet kwa men. Het duurde een kwartier eer het verband in de Nederlandsche ploeg hervonden was. In de achter hoede had men het veel te korte spel der Belgische aanvallers reeds „door", Van Heel gaf in de mid denlinie het goede voorbeeld, terwijl Pauwe maar vooral ook Anderïesen nog langer tijd noodig had den om zich geheel in te spelen. S'mu, die anders onmiddellijk den goeden vonn te pakken heeft, had ook al geruimen tijd 'noodig, voordat alles gesaneerd liep, en ook Drok kwam er steeds beter in. Het kwartiertje van de Belgen, waarbij direct bleek, dat onze Zuiderburen nog steeds geen aan valsleider in hun gelederen hebben, werd gevolgd door een halfuur van volkomen overwicht der Oranjehemden. In het tweede kwartier kwam de Nederlandsche voorhoede eerst recht los, wij her inneren aan het schot van Smit tegen de lat en zijn doelpunt en de derde Nederlandsche goal door Bakhuijs ingeschoten na dien prachtigen voorzet van Wels. Het was of Holland wraak voor dat eer ste kwartiertje van den wedstrijd had willen ne men. Het leek of de Hollandsche voorhoede aan dezelfde Belgische linie een lesje gaf hoe doelpun ten moesten worden gemaakt. En toen nog voor de rust het Nederlandsche overwicht in een vierde doel punt kon worden uitgedrukt, was het pleit, gezien ook het spel onzer tegenstanders, beslecht. Het be hoefde geen verwondering te wekken, dat die tweede helft maar zeer matig genoemd mocht wor den. Aan den eenen kant speelde een vrijwel totaal ontmoedigd elftal, aan de andere zijde een ploeg, zich bewust van haar meerderheid, zich veilig we tend door haar grooten voorsprong. Het tempo zak te, het was toch al niet hoog, de spanning ging er uit, het. werd nu slechts nog een kwestie hoeveel goals uiteindelijk tegen deze tegenstanders gescoord konden worden. Men kon van het Nederlandsch elftal in de twee de helft toch allerminst verwachten, dat het top prestaties zou leveren. Het was toch volkomen lo gisch, dat men wat kalmer aan deed. Niettemin viel er nog van talrijke fraaie staaltjes voetbal te genieten en natuurlijk ontstond na elk nieuw doelpunt een uitbundig enthousiasme. De stemming echter, die echte Holland—België-stem- ming, was afwezig. Het werd tenslotte door het groot aantal doelpunten een pijnlijke vertooning en het ongeval, keeper Christiaens overkomen, deed 't laatste vonkje geestdrift bij de Belgen verdwijnen. Met uitzondering van het eerste kwartier was het verband tusschen alle linies van het Nederlandsch elftal uitstekend te noemen. Onveilbaar ging het bij het' achtertrio niet. Toch wekte het optreden der bei de backs vertrouwen en het korte spel, dat de Belgen maar bleven demonstreeren, was een kolfje naar de hand van Weber c.s. Doelman Mul heeft te weinig te doen gekregen om een positief oordeel over zijn capaciteiten te kunnen uitspreken. Na het aarzelende begin ging het in de middenlinie steeds beter. Het samenspel onderling en het voeden van de voorhoede waren onderdeelen, die niet altijd even nauwkeurig verzorgd waren. In de tweede helft kan men gerust spreken van een volkomen overwicht der Holland-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 5