Een sprookje van de
Stille Zuidzee,
elrose's Vergelding
Kantongerecht te Alkmaar.
Mfe^ftÉ^ÉLT jÉ&ïiÈfti
Feu illeton
BIJ DE MENSCHENETERS VAN DE
NIEUWE HEBRIDEN
AVONTUREN VAN DEN BRITSCHEN
ONDERZOEKER T. H. HARRISSON.
HET GEVAARLIJKST TOERISTEN-
LAND TER WERELD
KANNIBALEN-BALANS OVER ééN
JAAR
Be nieuwe Hebriden in den Stillen Oce
aan met haar vulkanen en haar Kannibalen
bewoners, zijn nog steeds de gevaarlijkste
streken ter wereld. Be Brit T. H. Harrisson
heeft een jaar op het eiland Mallicolo ver
toefd. Uit zijn beschrijvingen ontleenen wij
het volgende:
Be gong slaat voor den menschenmaaltijd
Juist toen Mr. Harrisson tegen middernacht
zich in zijn kampeertent te slapen wilde leggen,
hoorde hij in de bosschen een langzaam naderbij
komend tromgeroffel. Hij wist, wat dit tromge
roffel beteekent. Het is het bijeen roepen der
inboorlingen voor een feestelijken maaltijd, welke
midden in een der wouden zou plaats vinden. De
vrouwen maakten reeds groote steenbrokken
gloeiend heet en schrapten de potten schoon, die
echter eerst tegen den morgen zouden worden
gebruikt, want het feest moest worden geopend
met wilde dansen, die dikwijls tot vijf uur in den
morgen duren, Doch dan zou de clou van het
feest plaats vinden: het menschenvleesch-dinéetje
'Het drama der zeven slachtoffers
In het ééne jaar, dat Mr. Harrisson onder de
wilden van de Nieuwe Hebriden loefde, werden
volgens zijn schatting, 30 blanken vermoord en
opgegeten. Van deze 30 menschen werden er
ééns 7 tegelijk gedood en tijdens een feestmaal
tijd verslonden. Wat men met het vleesch der
overige slachtoffers heeft gedaan, is Mr. Harris
son niet bekend. Doch zeker weet hij, dat zij
eveneens een vreeselijk einde moeten hebben ge
vonden.
Wat heeft het voor nut, aldus Mr. Harrisson
5n zijn beschrijving, of de anthrologen combina
ties hiervoor zoeken, of een of andere religieuze
ritus schuilt achter dezen honger naar menschen
vleesch. Menscheneters in de 20e eeuw lijkt ons,
beschaafden, zoo onwaarschijnlijk, zoo belachelijk
Zeker, gaat Mr. Harrisson voort, vroeger vond
men geen zoogdieren op de Nieuwe Hebriden.
Doch sedert Quiros in 1606 de Melanesische eilan
dengroep der Nieuwe Hebriden ontdekte, werd
er niet alleen het zwijn, doch ook vele andere
Europeesche dieren, die den menschen tot be
hoorlijk voedsel kunnen strekken, naar dit veraf
gelegen stukje wereld vertransporteerd. Doch
het kannibalisme bleef, tot op den huidigen dag!
Oorlogvoering zonder einde.
Menschen jagen en menschen dooden behoort
'op de eilanden der Nieuwe Hebriden tot de alle-
daagsche bezigheden. De jacht op menschen
wordt als een soort sport beschouwd. Hij, die de
meeste vijanden doodde, is de held van het eiland
en wordt meestal ook tot opperhoofd verkozen.
Daarom is het geen wonder, dat de stammen on
derling zoo dikwijls met elkaar in strijd zijn en
iedere gelegenheid benutten om de wapenen te
gebruiken.
Komt er een vreemdeling in het dorp van een
stam op de Nieuwe Hebriden, en struikelt hij
b.v. per ongeluk over den hond van het opper
hoofd, dan wordt de vreemdeling vermoord. De
naburige stam die van dezen moord hoort, wil
wraak nemen en trekt reeds denzelfden dag met
soldaten en wapenen naar zijn buurman, om
hem af te straffen. Een bloedbad is het gevolg
van deze oneenigheid. De door den vijand neer
gelegde manschappen worden gewoonlijk ij)
triomph naar het dorp gesleept en aan palen ge
hangen
In voortdurende vrees.
Het is niet te veel gezegd, wanneer men de
Nieuwe Hebriden de eilanden van den eeuwigen
doodsangst noemt. Mr. Harrisson kwam eens in
een dorp, Amok genaamd, waar ong. 1000 men
schen wonen. Deze menschen zijn echter allen
menschenschuw. Zij allen hebben angst voor den
plotselingen dood, die ieder van hen bedreigd.
Niemand waagt het, alleen door de bosschen of
door het land te gaan. Wie geen wapens heeft
blijft thuis. Sedert het geweer op de Nieuwe He
briden tot de ouderwetsche wapens is gaan be-
hooren, komt de dood nog sneller en onverwach
ter. De bewoners van Amok noemt men Helane-
siërs; zij hebben echter veel weg van de Polene-
siërs, welke laatsten evenwel moediger zijn.
Be speer voor den Koning van Engeland.
Voor enkele jaren vertoefde op de eilanden een
Engelsche, Miss Cheesman. Zij maakte kennis
met een avonturier van zuiver Polynesisch bloed
Hij wist haar te overtuigen, dat hij Ringapat van
Tonmaru, de koning aller eilandbewoners op de
Nieuwe Hebriden was, Doch deze Ringapat was
niet alleen een avonturier, doch ook een geslepen
grappenmaker. Eerst overhandigde hij Miss
Cheesman een speer met bloedigen spits, als ge
schenk voor Z.M. den Koning van Engeland,
George V. Later deed hij Miss Cheesman zelfs
een huwelijksaanzoek en wilde haar tot regentes
over de eilanden benoemen. Wanneer hij zou
komen te sterven, zou zij vorstin zijn! Het be
drog kwam echter uit, doch eerst veel later. Men
zegt, dat George V het geval zoo grappig vond.
dat hij de speer uit curiositeit bewaarde
Het kannibalisme onuitroeibaar?
Sedert 1887 waakt een Fransch-Britsche com
missie over de veiligheid op de Nieuwe Hebriden.
Vooral de blanken, zooals de missionnarissen
en de planters, staan onder haar bescherm mg.
Deze blanken komen niet veel in aanraking met
de 10.000 inboorlingen der eilanden. Doch ook de
zendelingen hebben weinig succes. Dé bescha
ving schijnt op dit stukje aarde geen vat te. heb
ben. Het kannibalisme schiint onuitroeibaar. Op
de eilanden der Nieuwe Hebriden vindt men 2
soorten van menschen; de kannibalen, de men
scheneters dus, en de menschenscbuwen, die
heel moeilijk te benaderen zijn, vooral voor de
blanken. Het boekwerk, dat Mr. Harrisson over
de Nieuwe Hebriden en haar bewoners schreef
en waaruit wij een en ander ontleenden, is het
beste op dit gebied.
Strafziting van Vrijdag 3 April.
H e i 1 o o.
HOOGST ROEKELOOS!
Op 15 Februari had de niet verschenen koopman
J. P. N. 'n aanrijding veroorzaakt, door met z'n auto
pardoes zonder noodzaak tegen de stilstaande wa
gen van Dr. v. d. L. te Berkhout op te rijden. Ge
noemde dokter was op weg met z'n familie naar 'n
huwelijksfeest van z'n broer. Voorts had deze aan
rijding hoogst noodlottige gevolgen voor hem en
z'n gezin, waarover wij niet in details zullen treden.
De ambtenaar vond dit rijden hoogst roekeloos en
cischte f30 of 20 dg., benevens intrekking rijbewijs
voor den tijd van 4 maanden. De kantonrechter
dacht er precies zoo over en veroordeelde den
verdachte conform den eisch.
Alkmaar.
WEINIG SUCCES
Lambert B., 21 jaar, koopman te Alkmaar, die de
vorige week reeds terecht had gestaan voor het
verboden standplaats innemen met zijn consumptie
wagen, had zooveel bezwaren gemaakt, dat heden
de verbalisant Bosman werd gehoord, die echter
bij z'n proces-verbaal bleef.
Eisch f5 of 4 dg. Uitspraak f3 of 3 dg.
Hierna moest verdachte nogmaals terechtstaan
voor 'n zelfde feit, gepleegd op 6 Februari. Ook in
deze zaak maakte verdachte weer vele bezwaren
tegen het verbaal. Dit nam echter niet weg, dat ook
in deze zaak f5 of 4 dagen werd gevorderd. Uit
spraak f3 of 3 dagen.
Alkmaar.
EEN SLACHTOFFER VAN DE UITVERKOOPSWET.
Bern. Jacob T., koopman te Amsterdam en ook te
Alkmaar 'n zaak drijvende, had op 27 Dec. in een
plaatselijk dagblad 'n annonce aangekondigd die in
overtreding was met de Uitverkoopswet. De Ambte
naar noemde de manier van opstellen zeer listiglijk,
althans 'n zéér nonchalante manier van naleving
der zoo zegenrijk werkende wet, hm! hm!
Eisch f20 of 15 dg. Verd. ontkende positief opzet
te hebben voorgehad en geheel te goeder trouw
heeft gehandeld. De Kantonrechter die meestal in
dergelijke zaken de finesses wil weten, zal a.s.
week schriftelijk vonnis wijzen.
Uitgeest.
'T LEEK WEL 'N SPROOKJE!
Hendrik de M., arbeider te Uitgeest, 43 jaar oud,
in den nacht van 11 op 12 Februari bekeurd door
Tilstra, daar hij in t bezit was van een dubbel
'loops jachtgeweer, benevens 'n versch aangeschoten
eend. Hendrik ontkende echter pertinent alle schuld
want hij had deze voorwerpen echt, eerlijk en waar
achtig waar langs den weg gevonden.
Zoo maar gewoonweg gevonden, Edelachtbare,
ik was van plan 't naar den Burgemeester te bren
gen. Nou, u begrijpt, de Edelachtbare heeren geloof
den hem beslist, vooral toen aan 't daglicht kwam,
dat Hendrik al veel met 'n gerecht in aanraking
was geweest. Eisch f25 of 15 dagen met verbeurd
verklaring van 't geweer en de eendenbout.
A.s. Vrijdag schriftelijk vonnis.
Alkmaar.
DRIE RIJBEWIJZEN EN NOG NIET DE GOEDE.
Max. V., 25 jaar, te Alkmaar, is in 't bezit van 3
rijbewijzen, maar werd op 13 Februari te Heerhu-
gowaard bekeurd, daar hij, gezeten op 'n motor
rijwiel, geen rijbewijs hiervan kon toonen. Het bleek
dat verd. 't motorrijden ging leeren. Eisch f5 of 5
dg., aldus zeer clement. Uitspraak nog clementer:
f3 of 1 dag.
Alkmaar.
DAN MOET DE KLANT MAAR HALF GEKNIPT
VERDWIJNEN.
Jozef H., 25 jaar, kapper te Alkmaar had 't op 20
Februari in z'n zaak zóó geweldig druk, dat hij
's avonds bij negenen nog iemand aan 't knippen
was. Agent Staats die 'n geval constateerde, reikte
'n bonnetje over en stond Jozef dan heden terecht.
De Ambtenaar gaf deze ijverige kapper den raad,
z'n cliënten liever half geknipt weg te zenden, dan
na de wettelijke tijd verder af te helpen, zoodat wij
benieuwd zijn, wie 't eerste slachtoffer zal zijn, die
met 'n halve geschoren schedel zal rondtippelen.
Eisch f 3 of 3 d. Uitspraak f 2 of 1 dag.
Alkmaar.
HAND UITSTEKEN!
Johan Sp., radio-techniker te Alkmaar, had ver
zuimd bij 't afslaan naar links, richting aan te ge
ven en natuurlijk werd dit feit geconstateerd door
'n dienstdoenden agent. Eisch f4 of 4 dg. Uitspraak
f3 of 3 dg. Wielrijders let dus vooral op, om bij ver
andering van keurs, richting aan te geven, anders
kost het duiten.
Egmond a. Zee.
OP EEN FIETS BEHOORT EEN BEL.
Albert SI., 21 jaar, te Egmond aan Zee, was op
28 Maart zoo onfortuinlijk de lip van z'n bel kwijt
te raken, zoodat er geen geluid meer uitkwam. In
Egmond heeft de politie alles in de lamp en was
Albert natuurlijk de pisang. Eisch f3 of 3 dg. Uit
spraak fl of 1 dag.
DINSDAG 7 APRIL.
HILVERSUM (1875 M.)
KRO-uitzending. 8.00—9.15 en 10.00 Grampl; 11.30
—12.00 Godsd. halfuur; 12.15 KRO Melodisten en Gr.
pl; 2.00 Vrouwenuur; 3.00 Modecursus; 4.00 Grampl;
5.10 KRO-orkest en lezingen; 7.50 Berichten; 8.00
Lijdensmeditatie; 9.00 Grampl; 9.30 Radiotooneel;
10.00 Koor- en solistenconcert; 11.30 Berichten; 11.35
—12.00 Grampl.
HILVERSUM (301 M.)
AVRO-uitzending; 6.30 RVU. 8.00 Grampl. 9.00
Ensemble Rentmeester; 10.00 Morgenwijding; Gram.
pl; 10.30 Ensemble Rentmeester; 11.00 Kookpraatje;
11.30 Kovacs Lajos' orkest; 12.15 Jetty Cantoris En
semble; 1.15 Omroeporkest; 3.00 Knipcursus; 4.00
Zang en piano; 4.30 Kinderkoorzang; 5.00 Voor de
kinderen; 5.30 Omroeporkest; 6.30 Psychologische
causerie; 7.00 Voor de kinderen; 7.05 Pianorecital;
7.30 Engelsche les; 8.00 Berichten; 8.10 Cabaretpro
gramma; 10.00 Radiotooneel; 10.45 Grampl; 11.00
Berichten; 11.10—12.00 Grampl.
DROITWICH (1500 M.)
11.20 Grampl; 11.50 Orgelspel; 12.20 BBC-Northern-
orkest; 1.20 De „Continentals" en. soliste; 2.05 Gr.
pl; 2.35 Orkestconcert 3.35 Jack Wilson's kwintet;
4.20 Lezing; 4.40 Zang en strijkkwartet; 5.35 Kwin
tet concert; 6.20 Berichten; 6.50 Pianorecital7.15
Fransche les; 7.50 Debat; 8.20 Vioolrecital; 8.50 Ope
rette-programma; 9.50 Berichten; 10.20 Lezing; 10.50
BBC-Midland-orkest; 11.35 Dansmuziek; 11.50—12.20
Grahi.pl.
RADIO-PARIS (1648 M.)
7.20 en 820 Grampl; 11.20 Orkestconcert; 250 Gram.
pl; 5.50 Orkestconcert; 9.05 Concert; 11.0512.35
Dansmuziek en populair concert.
KEULEN (456 M.)
5.50 Orkestconcert; 11.20 Orkestconcert; 12.35 Omroep
orkest en EmDé orkest; 1.35 Grampl; 3.20 Omroep
koor, trio en zang; 5.20 Orkestconcert; 6.20 Piano
recital; 7.30—9.20 Gevar. programma.
BRUSSEL (322 en 484 M.)
322 M.: 12.20 Grampl; 12.50 Zigeunermuziek; 1.50—
2.20 Grampl; 5.20 Kleinorkest en Grampl; 6.50 en
7.20 Grampl; 820 Variété; 10.30—11.20 Grampl;
484 M.; 12.20 Grampl; 12.50 Omroeporkest; 1.50—2.20
Grampl; 5.20 Zigeunermuziek; 6.35 Grampl; 6.50 Or
gelconcert; 8.20 Relig. muziek; 9.10 Kleinorkest;
10.30—11.15 Grampl.
DEUTSCHLANDSENDER (1571 M.)
7.30 Dansmuziek; 9.20 Berichten; 9.50 Kamermuziek;
10.05 Weerbericht; 1020—11.20 Concert uit Leipzig.
Een athleet bij het morgentollet
Santpoort.
WANNEER DE REMMEN NIET DEUGEN,
KOMEN ER SLACHTOFFERS, MIJNHEER!
Dirk de W., 40 jaar, van beroep reiziger en wo
nende te Santpoort, die op 24 Maart langs onze
prachtige straatweg tufte, werd toen eensklaps aan
gehouden om 'n remproef af te leggen. Toen bleek
dat dit voorname punt lang niet in orde was, volgde
natuurlijk verbaal. De man was ook nu niet aan 't
verstand te brengen, dat slechte remmen 'n gevaar
beteekenen voor 't verkeer. Enfin, de Ambtenaar
bracht 't den man wel aan 't verstand, door f 15 of
10 dagen te eischen. Na een uitvoerige verdediging
van verdachte, veroordeelde de Kantonrechter den
man tot f6 of 6 dagen.
n
Oorspronkelijke Roman
door
ARTHUR E. STRATTON
53.
Het leek ook iets onmogelijks, dat een draver, die
zoo uitstekend was begonnen en den indruk
maakte, volkomen fit te zijn, eensklaps zou in
eenstorten, vijftig, zestig meter van het einddoel
verwijderd. Ener was, alles bijeen, een ver
mogen Black Diamond gezet, Een paar heethoof
den sprongen van de tribune, verbraken de af
rastering. Maar de massa aarzelde en zóó slaag
de de politie, bijgestaan door een legertje van
orde-commissarissen. een kloppartij te voorko
men, waarop de raddraaiers het blijkbaar wil
den aanleggen. Sir Charles had, onmiddellijk na
dat Black Diamond gevallen was, zijn kijker ge
richt en een zucht van verlichting ontsnapte
hem. Want een oogenblik was hij bevreesd ge
weest, dat, toen plotseling de paniek onder een
deel der aanwezigen ontstond, Carr zich uit de
voeten zou hebben gemaakt en dan was zijn ver
dwijning het bewijs geleverd, dat er inderdaad
bedrog had plaats gevonden. Maar de jockey
stond nog altijd op de plek, waar zijn draver was
-neergestort. Er had zich een kring om hem ge
vormd en aan een langen, forsch gebouwden man
Sir Charles veronderstelde terecht, dat het
Maybossin, de eigenaar van het onfortuinlijke
paard, was legde Carr, druk gesticuleerend,
blijkbaar de reden uit, waarom naar zijn mee
ning Black Diamond op het laatste
oogenblik had gefaald. Tot zijn niet geringe vol
doening constateerde Melrose, dat de jockey vol
komen zeker was van zijn zaak en door zijn bru
tale koelbloedigheid voorkwam hij het schandaal
dat een oogenblik had gedreigd. Nu knielde ie
mand, die zich met de ellebogen ruimte door de
menigte gebaand had, bij den draver neder
'n veearts natuurlijk, ried Sir Charles. Met span
ning sloeg hij door zijn kijker het resultaat van
het onderzoek gade, Na een paar minuten stond
de man op én schudde het hoofd. Iemand vroeg
hem wat; hij haalde de schouders op. De menigte
verspreidde zich langzaam; alleen Maybossin,
Dan Carr en de veearts bleven ten slotte bij het
beweginglooze dier achter. Sir Charles begreep,
dat de jockey met kennis van zaken zijn werk
had gedaan; in negen-en-negentig van de hon
derd gevallen moest het plotseling falen van
Black Diamond wel aan een hart-aandoening
toegeschreven worden. En aldus was ook klaar
blijkelijk de diagnose van den veearts geweest.
„Kom mee", zei Melrose, terwijl hij zijn kijker
opborg, tot Brownson, die bleek zag als een doode
..Het geeft niets, of we hier nog langer blijven,
Het is een strop voor ons en voor duizend an
deren, maar aan zulke dingen sta je altijd bloot,
Carr heeft in het begin te veel van zijn paard ge
vergd en vermoedelijk veroorzaakte dat een hart
verlamming". Hij nam Brownson, die wankelde
bij een arm voerde hem de leeg geloopen tribu
ne af.
„Alles verloren", jammerde Brownson. De
man zag er plotseling jaren ouder uit. „En het
was mijn eigen geld niet. dat ik verspeeld heb.
Ik ben geruineerd, geschandvlekt. Ik ben een dief
geworden en ik durf Elsie niet meer onder de
oogen komen. Dit is heteinde. Tenzij u me helpt
tenzij u me helpt!" Zijn stem ging in een zacht
gekreun over.
Sir Charles antwoordde niet. Hij hield Brownson
bij den arm en deze liet zich willig leiden. Zoo
nu en dan hokte een droge snik uit zijn keel op.
De renbaan lag reeds ver achter hen en op den
stillen landweg, dien Melrose ingeslagen had,
waren zij de eenige levende wezens. Nog een
poosje liepen ze zwijgend voort; toen bleef Sir
Charles eensklaps staan.
Brownson", zei hij streng, „herinner jij je nog
dat wij in „De rustende Jager" over het Rother-
mere-drama gesproken hebben? Herinner jij je
ook nog hoe trotsch je er op zeide te zijn, dat je
destijds in de jury hebt gezeten?"
Brownson knikte afwezig.
„En er was niemand van de jury, wien het
niet speet, dat ze Sir Charles Melrose niet kon
den laten hangen, hè, Brownson?"
„Dat heb ik gezegd", antwoordde de boekhou
der vermoeid. Hij kneep zijn handen zenuwach
tig toe en opende ze na een oogenblik telkens we
der. „Maar laten we daar niet over spreken. Ik
heb nu heel andere dingen aan mijn hoofd"!
„We zullen daar wèl over spreken", ging Sir
Charles meedoogenloos voort. „Een Engelsche ju
ry, die vonnis velt over een schuldig medemensch
behoorde te zijn samengesteld uit lieden, op wier
maatschappelijk en zedelijk leven niet het minste
valt aan te iherken. Met opzet zeg ik: behóórde.
Want uit de praktijk in ons dierbaar vaderland
blijkt dikwijls iets gansch anders. Jij, Brownson,
die er een feestdag van kon maken, toen Sir
Charles Melrose zijn twaalf jaren kreeg; jij,
Brownson, rechtschapen man, eenmaal lid van
zoo'n verwaten Engelsche jury, jij hebt, enkel
en alleen om aan je goklust te kunnen voldoen,
de kas van je patroon bestolen. Vel nu vonnis
over je zelf. Brownson, even onverbiddelijk als
je het over mij hebt gedaan, toen ze mij voor
twaalf jaar naar die hel van Newgte zondenl
Want ik ben Sir Charles Melrose! Ik heb Philip
Giles gestraft en vandaag straf ik jou! Is je nu
wellicht het één en ander duidelijk geworden?"
„Alles is me duidelijk geworden", antwoordde
hij met bevende lippen.
„Red nu je zelf, als je kunt ik zal geen hand
voor je uitsteken! Heb je mij nog iets te zeggen,
Brownson?"
„Niets Sir Charles Melrose". Hij hief een tril
lende hand omhoog, maar liet haar onmiddellijk
weer vallen Sir Charles had zich schrap gezet,
oüf den slag af teweren, die niet kwam. Brown
son keek hem aan en sloeg toen den blik naar
het water, dat langs hen stroomde. Een snik
drong uit zijn keel op. „Arme, arme Elsie!" pre
velde hij. Toen lichtte Brownson den hoed en
liep door.
Sir Charles aanvaardde den terugweg naar
Chelmsford.
Er was geen vreugde in hem. Hij had zijn wraak
gekoeld, een wraak, die hij menscheli.jk en recht
vaardig achtte, maar haar angel gevoelde hij
♦hans pijnli.fk in zijn eigen ziel. Want de laatste
blik. dien Brownson op hem geworpen had, bleef
hem bij.
(Wordt vervolgd)