elrose's Vergelding De Langendijker Groentenveilingen. INGEZONGEN /TUKKEN Uit onze Omgeving. Fe u illeton Best weer voor stapelproducten toch geen belangrijke prijsverhooging ma and omzetten stijgen wel, doch over 't geheel van weinig beteekenis orga nisaties zitten niet stil omzet L.G.C. in 1935 weer lager voor roode kool iets betere prijzen idem voor gele, vooral op het laatst der week echter zeer geringe aanvoer Deensche witte kool ook iets betere prijzen dan de voor afgaande week handel vrij vlug uien aanvankelijk redelijk, doch later terugloopende prijzen breekpeen voor groote vrij goed, kleine minder bieten weinig aanvoer, vrij stationnaire prijs. Voor de Langendijker stapel productei! was het deze week best weer: droog en koud. Men had ge hoopt, dat onder deze omstandigheden de prijzen wel wat zouden opioopen, doch over 't geheel geno men bleek dit toch niet in beteekenende mate het geval te zijn. De maximumprijs voor den invoer van roode kool, in Duitschland, betaalbaar over de clea ring, was lager gesteld en die voor de andere was hij op hetzelfde peil gebleven. Dat was al geen goed teeken, ofschoon niet kan worden ontkend, dat de vastgestelde prijzen zeer redelijk zijn. Voor de taaie overhouders is deze loop van zaken een tegenvaller. Rekent men het gewichtsverlies der laatste weken, ongeacht nog den verrichtten arbeid, dan beteekenen de tegenwoordige prijzen een belangrijk nadeel. Zoo blijft het maar slecht voor Langendijk en al zou den voor den buitenstaander de uitkomsten wat be ter lijken, gelet op den hoogeren omzet aan de vei lingen in de laatste maanden, in werkelijkheid is dit niet het geval. De organisaties blijven intus- schen diligent ter bereiking van betere mogelijkhe den; met overtuiging wordt er maar steeds op gewe zen, hoe noodzakelijk het is een blijvende plaats op de buitenlandsche markten te behouden of in te ne- anen door alle aandacht te besteden aan den export van een product, dat uitmunt door kwaliteit. De Nederlandsche Tuindershond benoemde een com missie, die zich onleidig zal houden met het onder zoek naar de mogelijkheid van uitvoer naar Rus land. De strijd tegen de draaihartighcid wordt op in tensieve wijze aangebonden en zoo ziet men over de heele lijn een streven tot opwekking niet te versa- gén, doch moedig stand te houden, temidden van alle moeilijkheden, die den tuinbouw in den weg staan. Uit den omzet, aan de veiling van de Langendijker Groentencentrale kan worden opgemaakt, dat het afgeloopen jaar alweer slechtere uitkomsten voor den tuinbouw gaf dan het daaraan voorafgaande. De steun voor den misoogst, die nog maar steeds uit blijft, zal dit verschil allicht gedeeltelijk compen- seèren. De prijzen, welke deze week zijn besteed, lieten aanvankelijk heel wat te wenschen over en waren nogal aan schommelingen onderhevig. Daar de aanvoeren, als gevolg van den misoogst echter gering waren, kon niet van lage prijzen worden ge sproken, doch het eindresultaat is niettemin verre van bevredigend. Er zijn er maar weinigen, die van de gemaakte prijzen profiteeren, zoodat, over 't ge heel genomen, nog alle reden tot klagen is. Aardappels werden nog aan beide veilingen aan gevoerd. De. beste kwaliteiten werden echter onder- handsch verkocht, ofschoon zo over de veilingen worden betaald. Voor eigenheimers werd aan de markt tot f 2.20 besteed, Bevelanders werden voor f 2.10 tot f 2.20 verkocht. Voor Friso werd f 1.102.30 besteed, terwijl Robijn f 1.10 opbracht, alle lage prijzen alzoo. Vergeleken met vorige jaren was de aanvoer van roode kool gering; men schat, dien op ruim een derde van een normalen aanvoer. Voor kool van 24 pond werd van f 5.90 tot ruim f 8 betaald, voor de zwaar dere sortecring werd f 0 tot ongeveer f 7.50 betaald, al.les voor eerste kwaliteit. Tweede kwaliteit bracht iels lagere prijzen op. Voor de beste soort werd toch nog f 5.60 tot ongeveer f 8 betaald. Afwijkende kwa liteit bracht aanmerkelijk lagere prijzen op. De han del in dit product was vrij vlug, zoodat alles kon worden verkocht. Niettemin waren de prijzen vrij wat lager dan enkele weken geleden. De aanvoer van gele kool had maar weinig te be teekenen. Bij de tot nu toe bestede prijzen was er alle reden, om ze uit speculatief oogmerk nog' langer te bewaren. Waren de prijzen aanvankelijk ongeveer gelijk aan die der vorige week, later liepen die prij zen wat op, zoodat voor kool hoven de 2 pond eerst f 11.50—13.50 werd betaald, er later onder den in vloed van het koude weer tot 16 ruim f 17 voor werd besteed. Deze verbetering was echter van wei nig beteekenis, als men weet, dat aan beide veilin gen in totaal nog geen twee spoorwagens werden verhandeld. Een iets mildere stemming legde de markt aan den dag voor Deensche witte kool, waarvan de grootste aanvoeren plaats vonden aan de veiling van den Noordermarktbond. Voor de sorfeering van 2 tot 4 pond werd f 57.50 besteed, enkele partijtjes nog iets meer. Kool met een nog zwaarder gewicht werd voor f 5.80 tot bijna f 7 verkocht. Tweede kwaliteit bracht aanmerkelijk minder op, vooral sterk afwij kende soort. Er werden nog partijen verkocht voor f 2.20—3, ofschoon de beste van de tweede soort slechts ongeveer f 1 Jager waren dan eerste kwali teit. Ook deze week liep het met de uien nog niet naar wensch. Gelet op het vergevorderde seizoen, waar door al heel wat moet worden uitgeschoten, zijn de prijzen zeer laag te noemen. Een enkel partijtje nep, dat werd aangevoerd, bracht slechts 60 cent op. Ook werden de uien van middelbare grootte tegen dalen de prijzen verkocht. Kpn aanvankelijk nog tot f 2.20 en f 2.50 voor prima partijen worden gemaakt, later zakten deze prijzen tot beneden f 2. Er werden er zelfs voor f 1.10—1.50 verkocht. Grove brachten aan vankelijk f 2.703.50 op, later echter f 2.503. Ook van dit product vermindert de aanvoer. Voor breekpeen werd maar zelden f 33.30 be taald. Veel werd voor f 2.70—2.90 verkocht, althans wat deg rove betreft. Kleine bracht 0.901.30 op. slechts kleine partijtjes kwamen daar iets boven. Dc aanvoer van bieten was niet groot meer. Grove brachten 80 cent tot f 1.40 op, rniddelgroote f 2.50 tot ruim f 3, kleine tot f 4.40 en f 4.80. Mijnheer de Redacteur, Beleefd verzoek ook ik een klein plaatsje in Uw blad, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Mijnheer van Herwijnen, eerst was ik van plan u persoonlijk te schrijven, naar aanleiding van uw ingezonden stukje in de Schager Crt. van Zaterdag 11 April, maar bij nader inzien, meende ik, met het oog op de leden van „Nieuw Leven", u langs dezen weg te moeten antwoorden, temeer daar het blijkt, dat er al zijn, die maar in het wilde tabaks- zand willen bestellen. Punt' 4 van de agenda van de vergadering van de tuinbouwverecniging Nieuw Leven vermeldt: bespreking om proeven te nemen tegen draaihartighcid. Daarover is door mij ook het woord gevoerd en heb ik er op gewezen, dat wij op den praatavond te Dirkshorn ook over dit punt hebben gesproken en zoodoende, kwam ook uw naam naar voren. Als ik mij nu in de vergadering van Nieuw Leven niet goed heb uitgedrukt, dan was het niet mijn bedoeling als zou u een groote voorstander zijn van gebruik van tabakszand, maar wel dat u er voor was, proeven er mee te nemen, daar die in het algemeen al te weinig werden ge nomen, maar niet heb ik beweerd, dat u het middel van den heer LijRogt met warmte zou hebben aan bevolen om in het groot maar wagonladingen te'be stellen, maar alleen om proeven te nemen, en dat was ook het idéé van de vergadering. Immers een artikel, dat niet genoegzaam bekend is, kan ook niet in het groot worden opgedaan, en ook niet door. een leek worden aanbevolen ,en kan ik de leden van Nieuw Leven aanraden: koop niet in het groot, maar alleen om proeven te nemen, want daar ging het toch over in de veragdcring. Daar ik uw naam in het verslag van Nieuw Leven niet kan vinden, en geen andere bladen lees, weet ik ook niet, wat daar in vermeld staat, maar ik hoop. dat ik den heer Van Herwijnen met deze re gels heb tevreden gesteld, met de door mij te goeder trouw gebruikte woorden in de vergadering van Nieuw Leven. U, Mijnheer de Redacteur, nogmaals beleefd dan kend voor de opname, J. Jb. KUIPER, Laanweg, Harenkarspel. Het Hoofdbestuur van den Ned. Bond van Per soneel in Overheidsdienst schrijft ons: In het verslag over de vergadering van Hoofd ingelanden van de Banne en Polder Schagen, welke op 28 Maart j.1. plaats vond, komt onder meer de mededeeiing voor, dat de brief, welke de ministers van Binnenlandsche Zaken en van Waterstaat aan Hoofdingelanden hadden doen toekomen in deze brief werd erop aangedrongen, alsnog met terug werkende kracht tot respectievelijk 1 Januari 1935 en 1 Mei 1935 de loonen van het personeel met 5 te verhoogen een gevolg zou zijn van een be-. zwaarschrift, hetwelk zou zijn ingediend door den Bond van Waterschapsambtenaren in Nederland. Hoewel wij geenszins te kort willen doen aan de door dien Bond ter zake ontwikkelde activiteit, meenen wij toch goed te doen, ei* mededeeiing van te doen, dat ook onzerzijds tegen vorige besluiten van Hoofdingelanden is opgekomen en dat onder meer op Dinsdag 21 Januari 1936, het lid van ons hoofdbestuur, D. Forrer, op het departement van Waterstaat over deze aangelegenheid nog besprekin gen heeft gevoerd. NIEUWE N I EDO RP Vrijdagavond had in het café van den heer Kossen de algemeene vergadering plaats van de afdeeling van den bond voor Staatspensionneering. De heer Borst sprak er in zijn openingswoord zijn teleurstelling over uit dat slechts weinig leden aan wezig waren. De notulen worden onveranderd goedgekeurd. De heer F. Krap bracht als secretaris een jaarverslag uit over 1935, waaruit bleek dat het ledental der af deeling nog stijgende is. De rekening over 1935, die was nagezien door de heeren H. Boer en P. Visser gaf aan een ontvangst van f 218.54, uitgaaf f 203.23, saldo f 15.31. Bij den aanvang van het boekjaar was het saldo f 20.69. Ver meld zij dat de rekening van de autotochten dei- ouden van dagen buiten de rekening der afd. valt. Dit wordt apart beheerd. Hierna volgde bestuursverkiezing. Aftredend was volgens rooster de heer H. Borst, welke met op 1 na algemeene stemmen werd herbenoemd en zijn func tie wederom aanvaardde. In de plaats van den heer J. A. Poortermans, die is vertrokken, werd benoemd de heer L. v. Dam, welke zijn benoeming aannam. De voorzitter sprak met waardeerende woorden over den heer Poortermans voor hetgeen die voor de afd. heeft gedaan, daarbij vooral wijzende op het aandeel dat deze had bij het organiseeren van de autotoch ten voor de ouden van dagen. De beschrijvingsbrief voor de algemeene vergade ring van den bond was nog niet binnengekomen, doch de behandeling daarvan wordt aan het bestuur overgelaten. De heeren C. Rutsen en P. Visser wor den aangewezen in de commissie voor het nazien der rekening voor 1936. De heer D. Olie besprak nog de aansluiting van de Langereizer afdeeling bij deze afdeeling. De Lange- reis ressorteert onder 2 genieenten en deze afd. was ondergebracht bij de federatie Enkhuizen. Het hoofd bestuur heeft evenwel machtiging verleend tot even- tueele onderbrenging bij de federatie Hollands Noor den. Tot heden is daar niets van terecht gekomen. Voorloopig zal die afd. nog niet met deze worden samengevoegd. De heer Strijder sprak over een eventueel dit jaar te houden autotocht voor de ouden van dagen. Het bestuur wordt opgedragen dit onder oogen te zien. Medegedeeld werd nog dat met het oog op de fi nanciën der afd. dezen winter geen propaganda- avond was gehouden. Hierna sluiting. OUDE N 1 EDO EP W.O.L.-POLDER. De rekening over het dienstjaar 1935 is in de Dinsdag gehouden bestuursvergadering door den penningmeester aangeboden cn door het bestuur on derzocht, waarbij dezelve overeenkomstig derzelver samenstelling voorloopig werd goedgekeurd op de volgende bedragen: Westerkamperpolder: ontvangsten f 4.802.78, uitga ven f 3.857.58, batig slot f 945.20: Oosterkampernolder: ontv.: f 2.637.45, uitg. f 2.640.2S nadeelig slot f 2.83; Leiiernolder: ontv. f 5.007.60, uitg. f 4.525.38, batig slot f 482.22. 'T VELD. Tuindersvakbond L.T.B.-vergadering. De voorzitter opende de slecht bezochte vergadering met de chr. groet en herdacht in zijn openingsrede het overleden bestuurslid Pieter Broersen te Zijde wind. De heer Macliielsen, hoofd der R.K. tuinbouw school te Grootebroek heette hij hartelijk welkom. Hierna werd overgegaan tot behandeling van de agenda: Tot afgevaardigden voor de vergadering van den N.M.B. werden benoemd de heeren J. Bak- 75000 TURKEN NAAR HUN VADERLAND TERUG, De Turksche regeering bestudeert een plan voor een overeenkomst in zake de repatrieering van 75.000 Turken uit de Roemeensche provincies Doe- rostor, Kibabra, Constanza en Toelcia. Voor deze repatrieering zal een periode van vijf jaren noodig zijn. De eigendommen van deze Turken zullen dooi de Roemeensche regeering worden gekocht, tegen over bij gemeenschappelijk accoord door de beide regeeringen vastgestelde prijzen. ker Jz., Th. J. Stadegaard en P. Tesselaar; pl. afge vaardigden S. de Boer en S. v. d. Stoop. Hierna verkreeg de heer Machielsen het woord en besprak de draaihartigheid in de kool. Naar aanleiding hiervan zal door een tweetal tuin bouwers een proef genomen worden met tabakszand als bestrijdingsmiddel. Vervolgens werd door de geachte spreker een causerie gehouden over een nieuwe cultuur n.1. de teelt van champignons of eetbare paddestoelen. Ook te dien aanzien zal een proef genomen worden voor gezamenlijke rekening, in de koolschuur van den heer Th. J. Stadegaard. Hierna sluiting. LANGE ND IJ K Naar wij vernemen, houdt de afdeeling Volkson derwijs een verloting ten bate van de Kleuterschool, De volkstuintjes. Reeds meerdere malen is door de tuinbouworga nisaties op het groote gevaar van de volkstuinen gewezen, terwijl ook van handelaarszijde op de steeds grooter omvang aannemende „zelfvoorzie ning" door middel van de volkstuintjes de aan dacht wex-d gevestigd. Thans wordt vernomen, dat door den Minister van Binnenlandsche Zaken aan de gemeentebesturen een circulaire is verzonden, waarin op deze klachten wordt gewezen en herinnerd aan zijn circulaire van 25 Februari 1935, in welk schrijven de maximum- grootte van de volkstuinen werd vastgesteld op 3 Are, hoewel dit niet dwingend was. Ten einde te kunnen beoordeelen of de klachten welke geuit worden, gegrond zijn, worden diverse gegevens van de gemeentebesturen gevraagd. Aanbesteding. Voor de aanbesteding van schilderwerk, het bin nenwerk van het veilinggebouw der L.G.C. te Broek op Langendijk, waren zeven biljetten ingekomen: J. Boekestein, Broek op Langendijk f 595.J. den Hartigh, Broek op Langendijk f570.W. Wagen maker, Koedijk f 470.C. ter Hofstede, Zuidschar- woude 1448.A. Breed, Heerhugowaard f383; H. Molenaar, Koedijk f350.— en F. van Doornum, Br, op Langendijk f345. Het werk werd gegund aan den laagsten inschrij ver, den heer F. van Doornum, te Broek op Langen dijk. NOORDSCHARWOUDE. Maandag, tweede Paaschdag, werd door de Vroo- lijke Vinken, het muziekgezelschap, bekend door het optreden bij de non-stop-uitvoeringen van Her cules en Hygiea, een uitvoering gegeven in de zaal van den heer J. do Bakker alhier. Er was veel be langstelling voor deze uitvoering. Het programma bestond uit een twintigtal num mers, waarbij voor ieder iets aanwezig was, want zang, muziek, gymnastiek en balletten wisselden el kaar af. Het geheele programma chronologisch de revue te laten passeeren, zou te veel ruimte ver gen. Wij kunnen echter verklaren, dat de uitvoering een vlot verloop heeft gehad en dat de medewerken den alle eer hebben gehad van hun werken. Van de nummers, welke het meest insloegen, noemen wij de „Amsterdamsche Grachten" door J. Langen dijk en Mevr. A. WagenaarKooij, „Marie met het stoplicht" döor den heer Langendijk, waarom har telijk is gelachen. Ook „Mooi Sprookjesland", door een drietal meisjes werd goed vertolkt. Harry Kui per toonde zich thuis, zoowel in ernst als in luim, met de „Matrozen" en „Vliegende Vrouwen". De liedjes welke hij via de versterker zong, slaagden echter minder goed. Het geluidsvolume was te groot en te sterk. De Babo-girlg, een nieuwe ballet-groep, gevormd door een aantal dames van Hercules en Hygiea, hebben een paar mooie dansen uitgevoerd, een Rus sisch ballet en een Spaansche dans; het was heel mooi. Het geheel werd begeleid en afgewisseld door muziek van het ensemble. De tooncelaankleeding en de verschillende décors waren keurig verzorgd en gaven elk nummer het eigen cachet. De laatste uitvoering van de Vroolijke Vinken in dit seizoen kan als heel goed geslaagd be schouwd worden. Een gezellig bal was het slot van dezen avond. Oorspronkelijke Roman door ARTHUR E. STRATTON 59. „Wij hebben het nu niet over Cicely, maar over haar vader!" viel de jonge man Melrose in de rede. „Laten wij er niet om heen draaien! U weet heel goed, dat het au fond toch op hetzelfde neerkomt!" „Sir Charles", drong Lord Waverley aan, „ik heb u een opheldering gevraagd, meer niet. En ik zou zoo zeggen: in de gegeven omstandigheden is dat een hoogst billijk en verklaarbaar verlan gen. Maar u bent bezig de zaak te vertroebelen. In plaats, een royaal antwoord op mijn vraag te geven, ontwijkt u haar. En dat doet u natuur lijk niet zonder reden". „Ik kan niet beter doen, dan u aan een ge sprek herinneren. Lord Waverley, dat wij ge voerd hebben, toen u nog Edward Wendsworth was, mijn particuliere secretaris", zei Sir Char les, de vingertoppen tegen elkaar leggend. „Het was de eerste maal, dat u mij van uw liefde voor Cicely Sherman sprak of wat u er waar schijnlijk voor hebt aangezien Ik zei n toen, dat haar verleden een gesloten hoek voor u was. En weet u nog, wat u antwoordde- Hij zweeg en ging na een kleine pauze voort: „Mocht er al iets in het leven van haar vader of moeder zijn voorgevallen, dat beter niet opgerakeld werd dan zou het toch verregaand onbillijk wezen, zoo iets haar aan te rekenen! Dat waren uw woorden, Lord Waverley!" „Dat is even goed als een bekentenis!" riep de jonge man uit, terwijl een donkere blos zijn gelaat kleurde. „Een wat?" vroeg Sir Charles scherp Lord Waverley schudde het hoofd. „U blijft met de kwestie op een zijspoor, Sir Charles", protesteerde hij. „Ik ontken niet, dat ik vroeger zoo gesproken heb. Maar u vergeet één ding. Ik was toen Edward Wendsworth tout court. Dat ben ik nu niet meer!" „Natuurlijk! En noblesse oblige, ook al is ze nog geen week oud!" zei Sir Charles met grim- migen spot. Hij stond op; onmiddellijk volgde de jonge man zijn voorbeeld. „Lord Waverley, u behoort dus óók al tot degenen, die meenen, dat met het verkrijgen van een titel het vorige leven wegvalt! Ga naar Bedford en laat daar omroe pen hoe ik u uit de modder heb gehaald zes tien maanden geleden. „U bent grof, Sir Charles!" antwoordde Wa verley met ingehouden drift. „En alleen die menschen worden in den regel grof, die er van overtuigd zijn, dat ze hun zaak verloren heb ben!" Hij wilde gaan, doch een gebiedend gebaar van Sir Charles hield hem onwillekéurig terug. „Nog een oogenblik. Lord Waverley! Ik was grof, ik geef het toe, en ik had ongelijk. Daar voor maak ik mijn excuses". Hij trad op zijn gewezen secretaris toe. „Eén ding heb ik u nog te zeggen en dat is mijn laatste woord in deze kwestie: wat goed genoeg was voor een Sir Charles Melrose, kan het zeker ook zijn voor een Lord Waverley!" Met een beleedigende hooghar tigheid slingerde hij den jongen man deze laat ste woorden in het gezicht: „Zooals u verkiest, Sir Charles!" Hij maakte een lichte buiging. „U kunt mij niet beletten, dat ik de eenig mogelijke consequentie uit uw zonderlinge houding trek. Daarom zeg ik op mijn beurt nu in allen ernst: ik eisch klaarheid! Misschien deelt u Cicely mee, wat u voor mij geheim houdt. Misschien hebt u er een bijzon dere reden toe. Maar spreken zult u er staat daarvoor te veel voor twee menschen op het spel! Zonder een groet verliet hij de kamer. Sir Charles staarde strak naar de deur, waar door Lord Waverley vertrokken was. Alle grim migheid was uit zijn blik verdwenen. „Het moest eenmaal zoo komen", prevelde hij en legde een hand voor zijn oogen. „Maar ik kan het haar niet zeggen! God helpe haar God helpe mijn arme Cicely!" Op hetzelfde oogenblik boog zich in Chiswell Street een jonge vrouw over een wieg heen, het gelaat nat van tranen. Op tafel lag een verfrom melde brief de brief, dien advocaat Ramsay aan Caroline Fenton geschreven had, om haar te waarschuwen voor dreigend gevaar. Zij zag geen uitkomst meer. De slag zou vallenmor gen of overmorgenhaar treffen, haar man en 11 nd en niets of niemand zou hem kunnen afwerenDe vergelding naderde na vele ja renEn ik verleidde Arthur er toe", snikte zij. het gelaat in de vacht verbergend, waaron der haar dochtertje sluimerde, „O, mijn God, ik juist moest hem daartoe verleiden!" Zoo lag zij nog toen Arthur Fenton de kamer binnentrad. Met een paar snelle stappen was hij bij zijn vrouw, sloeg een arm om haar schou ders heen. „Caroline, liefste!" riep hij uit. „Wat scheelt er aan? Wat is er gebeurd?" Zij stond moeizaam op, liep naar de tafel en gaf hem den brief, na het papier eerst glad ge streken te hebben. Fenton las. „Ja!" was alles, wat hij zei. Hij wierp het schrijven neer. „O, Arthur!" stamelde Caroline en zij schreide tegen zijn arm aan. „Het is allemaal mijn schuld! Jij wilde eerst niet, maar ik heb je over gehaald! Ik zal het mij nooit vergeven!" „Stil maar, vrouwtje!" Hij voerde haar naar den divan, ging naast haar zitten en streelde zachtjes haar hand. „Ik wist wel, dat je dit den één of anderen dag te weten zou komen". „Wat zeg je, Arthur?"' vroeg Caroline in een snik. „Ja, kindje. Ik heb je verteld, wat er met den jongen Bennett is gebeurd en welke minder waardige rol The Ohserver in die kwestie heeft gespeeld. De man, die zich Clifford noemde, stond toen op publicatie, niettegenstaande de heele Londensche pers haar woord gegeven had, dat van het geval geen melding zou worden ge maakt. Maar hij was de eigenaar en had het dus voor het zeggen! Een paar dagen daarna ontmoette ik inspecteur Heagney van Scotland Yard. Hij was er achter gekomen, wie Clifford in werkelijkheid was, en vertelde het mij. Toen werd mij natuurlijk alles duidelijk". „Maar hoe lang wist je dat dan al. Arthur?" „Een maand of drie liefste". „En je hebt er mij niets van gezegd!" deed Caroline verwijtend. (Wordt vervolgd) n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6