elrose's
Vergelding
De Langendijker Groentenveilingen.
INGEZONGEN
/TUKKEN
Uit onze Omgeving.
Fe u illeton
Best weer voor stapelproducten toch
geen belangrijke prijsverhooging
ma and omzetten stijgen wel, doch over
't geheel van weinig beteekenis orga
nisaties zitten niet stil omzet L.G.C.
in 1935 weer lager voor roode kool
iets betere prijzen idem voor gele,
vooral op het laatst der week echter
zeer geringe aanvoer Deensche witte
kool ook iets betere prijzen dan de voor
afgaande week handel vrij vlug
uien aanvankelijk redelijk, doch later
terugloopende prijzen breekpeen voor
groote vrij goed, kleine minder bieten
weinig aanvoer, vrij stationnaire prijs.
Voor de Langendijker stapel productei! was het
deze week best weer: droog en koud. Men had ge
hoopt, dat onder deze omstandigheden de prijzen
wel wat zouden opioopen, doch over 't geheel geno
men bleek dit toch niet in beteekenende mate het
geval te zijn. De maximumprijs voor den invoer van
roode kool, in Duitschland, betaalbaar over de clea
ring, was lager gesteld en die voor de andere was
hij op hetzelfde peil gebleven. Dat was al geen goed
teeken, ofschoon niet kan worden ontkend, dat de
vastgestelde prijzen zeer redelijk zijn. Voor de taaie
overhouders is deze loop van zaken een tegenvaller.
Rekent men het gewichtsverlies der laatste weken,
ongeacht nog den verrichtten arbeid, dan beteekenen
de tegenwoordige prijzen een belangrijk nadeel. Zoo
blijft het maar slecht voor Langendijk en al zou
den voor den buitenstaander de uitkomsten wat be
ter lijken, gelet op den hoogeren omzet aan de vei
lingen in de laatste maanden, in werkelijkheid is
dit niet het geval. De organisaties blijven intus-
schen diligent ter bereiking van betere mogelijkhe
den; met overtuiging wordt er maar steeds op gewe
zen, hoe noodzakelijk het is een blijvende plaats op
de buitenlandsche markten te behouden of in te ne-
anen door alle aandacht te besteden aan den
export van een product, dat uitmunt door kwaliteit.
De Nederlandsche Tuindershond benoemde een com
missie, die zich onleidig zal houden met het onder
zoek naar de mogelijkheid van uitvoer naar Rus
land. De strijd tegen de draaihartighcid wordt op in
tensieve wijze aangebonden en zoo ziet men over de
heele lijn een streven tot opwekking niet te versa-
gén, doch moedig stand te houden, temidden van alle
moeilijkheden, die den tuinbouw in den weg staan.
Uit den omzet, aan de veiling van de Langendijker
Groentencentrale kan worden opgemaakt, dat het
afgeloopen jaar alweer slechtere uitkomsten voor den
tuinbouw gaf dan het daaraan voorafgaande. De
steun voor den misoogst, die nog maar steeds uit
blijft, zal dit verschil allicht gedeeltelijk compen-
seèren. De prijzen, welke deze week zijn besteed,
lieten aanvankelijk heel wat te wenschen over en
waren nogal aan schommelingen onderhevig. Daar
de aanvoeren, als gevolg van den misoogst echter
gering waren, kon niet van lage prijzen worden ge
sproken, doch het eindresultaat is niettemin verre
van bevredigend. Er zijn er maar weinigen, die van
de gemaakte prijzen profiteeren, zoodat, over 't ge
heel genomen, nog alle reden tot klagen is.
Aardappels werden nog aan beide veilingen aan
gevoerd. De. beste kwaliteiten werden echter onder-
handsch verkocht, ofschoon zo over de veilingen
worden betaald. Voor eigenheimers werd aan de
markt tot f 2.20 besteed, Bevelanders werden voor
f 2.10 tot f 2.20 verkocht. Voor Friso werd f 1.102.30
besteed, terwijl Robijn f 1.10 opbracht, alle lage
prijzen alzoo.
Vergeleken met vorige jaren was de aanvoer van
roode kool gering; men schat, dien op ruim een derde
van een normalen aanvoer. Voor kool van 24 pond
werd van f 5.90 tot ruim f 8 betaald, voor de zwaar
dere sortecring werd f 0 tot ongeveer f 7.50 betaald,
al.les voor eerste kwaliteit. Tweede kwaliteit bracht
iels lagere prijzen op. Voor de beste soort werd toch
nog f 5.60 tot ongeveer f 8 betaald. Afwijkende kwa
liteit bracht aanmerkelijk lagere prijzen op. De han
del in dit product was vrij vlug, zoodat alles kon
worden verkocht. Niettemin waren de prijzen vrij
wat lager dan enkele weken geleden.
De aanvoer van gele kool had maar weinig te be
teekenen. Bij de tot nu toe bestede prijzen was er
alle reden, om ze uit speculatief oogmerk nog' langer
te bewaren. Waren de prijzen aanvankelijk ongeveer
gelijk aan die der vorige week, later liepen die prij
zen wat op, zoodat voor kool hoven de 2 pond eerst
f 11.50—13.50 werd betaald, er later onder den in
vloed van het koude weer tot 16 ruim f 17 voor
werd besteed. Deze verbetering was echter van wei
nig beteekenis, als men weet, dat aan beide veilin
gen in totaal nog geen twee spoorwagens werden
verhandeld.
Een iets mildere stemming legde de markt aan
den dag voor Deensche witte kool, waarvan de
grootste aanvoeren plaats vonden aan de veiling van
den Noordermarktbond. Voor de sorfeering van 2 tot
4 pond werd f 57.50 besteed, enkele partijtjes nog
iets meer. Kool met een nog zwaarder gewicht werd
voor f 5.80 tot bijna f 7 verkocht. Tweede kwaliteit
bracht aanmerkelijk minder op, vooral sterk afwij
kende soort. Er werden nog partijen verkocht voor
f 2.20—3, ofschoon de beste van de tweede soort
slechts ongeveer f 1 Jager waren dan eerste kwali
teit.
Ook deze week liep het met de uien nog niet naar
wensch. Gelet op het vergevorderde seizoen, waar
door al heel wat moet worden uitgeschoten, zijn de
prijzen zeer laag te noemen. Een enkel partijtje nep,
dat werd aangevoerd, bracht slechts 60 cent op. Ook
werden de uien van middelbare grootte tegen dalen
de prijzen verkocht. Kpn aanvankelijk nog tot f 2.20
en f 2.50 voor prima partijen worden gemaakt, later
zakten deze prijzen tot beneden f 2. Er werden er
zelfs voor f 1.10—1.50 verkocht. Grove brachten aan
vankelijk f 2.703.50 op, later echter f 2.503. Ook
van dit product vermindert de aanvoer.
Voor breekpeen werd maar zelden f 33.30 be
taald. Veel werd voor f 2.70—2.90 verkocht, althans
wat deg rove betreft. Kleine bracht 0.901.30 op.
slechts kleine partijtjes kwamen daar iets boven.
Dc aanvoer van bieten was niet groot meer. Grove
brachten 80 cent tot f 1.40 op, rniddelgroote f 2.50 tot
ruim f 3, kleine tot f 4.40 en f 4.80.
Mijnheer de Redacteur,
Beleefd verzoek ook ik een klein plaatsje in Uw
blad, waarvoor bij voorbaat mijn dank.
Mijnheer van Herwijnen, eerst was ik van plan
u persoonlijk te schrijven, naar aanleiding van uw
ingezonden stukje in de Schager Crt. van Zaterdag
11 April, maar bij nader inzien, meende ik, met
het oog op de leden van „Nieuw Leven", u langs
dezen weg te moeten antwoorden, temeer daar het
blijkt, dat er al zijn, die maar in het wilde tabaks-
zand willen bestellen. Punt' 4 van de agenda van
de vergadering van de tuinbouwverecniging Nieuw
Leven vermeldt: bespreking om proeven te nemen
tegen draaihartighcid. Daarover is door mij ook het
woord gevoerd en heb ik er op gewezen, dat wij op
den praatavond te Dirkshorn ook over dit punt
hebben gesproken en zoodoende, kwam ook uw
naam naar voren. Als ik mij nu in de vergadering
van Nieuw Leven niet goed heb uitgedrukt, dan
was het niet mijn bedoeling als zou u een groote
voorstander zijn van gebruik van tabakszand, maar
wel dat u er voor was, proeven er mee te nemen,
daar die in het algemeen al te weinig werden ge
nomen, maar niet heb ik beweerd, dat u het middel
van den heer LijRogt met warmte zou hebben aan
bevolen om in het groot maar wagonladingen te'be
stellen, maar alleen om proeven te nemen, en dat
was ook het idéé van de vergadering. Immers een
artikel, dat niet genoegzaam bekend is, kan ook
niet in het groot worden opgedaan, en ook niet door.
een leek worden aanbevolen ,en kan ik de leden
van Nieuw Leven aanraden: koop niet in het groot,
maar alleen om proeven te nemen, want daar ging
het toch over in de veragdcring.
Daar ik uw naam in het verslag van Nieuw Leven
niet kan vinden, en geen andere bladen lees, weet
ik ook niet, wat daar in vermeld staat, maar ik
hoop. dat ik den heer Van Herwijnen met deze re
gels heb tevreden gesteld, met de door mij te goeder
trouw gebruikte woorden in de vergadering van
Nieuw Leven.
U, Mijnheer de Redacteur, nogmaals beleefd dan
kend voor de opname,
J. Jb. KUIPER,
Laanweg, Harenkarspel.
Het Hoofdbestuur van den Ned. Bond van Per
soneel in Overheidsdienst schrijft ons:
In het verslag over de vergadering van Hoofd
ingelanden van de Banne en Polder Schagen, welke
op 28 Maart j.1. plaats vond, komt onder meer de
mededeeiing voor, dat de brief, welke de ministers
van Binnenlandsche Zaken en van Waterstaat aan
Hoofdingelanden hadden doen toekomen in deze
brief werd erop aangedrongen, alsnog met terug
werkende kracht tot respectievelijk 1 Januari 1935
en 1 Mei 1935 de loonen van het personeel met 5
te verhoogen een gevolg zou zijn van een be-.
zwaarschrift, hetwelk zou zijn ingediend door den
Bond van Waterschapsambtenaren in Nederland.
Hoewel wij geenszins te kort willen doen aan de
door dien Bond ter zake ontwikkelde activiteit,
meenen wij toch goed te doen, ei* mededeeiing van
te doen, dat ook onzerzijds tegen vorige besluiten
van Hoofdingelanden is opgekomen en dat onder
meer op Dinsdag 21 Januari 1936, het lid van ons
hoofdbestuur, D. Forrer, op het departement van
Waterstaat over deze aangelegenheid nog besprekin
gen heeft gevoerd.
NIEUWE N I EDO RP
Vrijdagavond had in het café van den heer Kossen
de algemeene vergadering plaats van de afdeeling
van den bond voor Staatspensionneering.
De heer Borst sprak er in zijn openingswoord zijn
teleurstelling over uit dat slechts weinig leden aan
wezig waren.
De notulen worden onveranderd goedgekeurd. De
heer F. Krap bracht als secretaris een jaarverslag
uit over 1935, waaruit bleek dat het ledental der af
deeling nog stijgende is.
De rekening over 1935, die was nagezien door de
heeren H. Boer en P. Visser gaf aan een ontvangst
van f 218.54, uitgaaf f 203.23, saldo f 15.31. Bij den
aanvang van het boekjaar was het saldo f 20.69. Ver
meld zij dat de rekening van de autotochten dei-
ouden van dagen buiten de rekening der afd. valt.
Dit wordt apart beheerd.
Hierna volgde bestuursverkiezing. Aftredend was
volgens rooster de heer H. Borst, welke met op 1 na
algemeene stemmen werd herbenoemd en zijn func
tie wederom aanvaardde. In de plaats van den heer
J. A. Poortermans, die is vertrokken, werd benoemd
de heer L. v. Dam, welke zijn benoeming aannam.
De voorzitter sprak met waardeerende woorden over
den heer Poortermans voor hetgeen die voor de afd.
heeft gedaan, daarbij vooral wijzende op het aandeel
dat deze had bij het organiseeren van de autotoch
ten voor de ouden van dagen.
De beschrijvingsbrief voor de algemeene vergade
ring van den bond was nog niet binnengekomen,
doch de behandeling daarvan wordt aan het bestuur
overgelaten. De heeren C. Rutsen en P. Visser wor
den aangewezen in de commissie voor het nazien
der rekening voor 1936.
De heer D. Olie besprak nog de aansluiting van de
Langereizer afdeeling bij deze afdeeling. De Lange-
reis ressorteert onder 2 genieenten en deze afd. was
ondergebracht bij de federatie Enkhuizen. Het hoofd
bestuur heeft evenwel machtiging verleend tot even-
tueele onderbrenging bij de federatie Hollands Noor
den. Tot heden is daar niets van terecht gekomen.
Voorloopig zal die afd. nog niet met deze worden
samengevoegd.
De heer Strijder sprak over een eventueel dit jaar
te houden autotocht voor de ouden van dagen. Het
bestuur wordt opgedragen dit onder oogen te zien.
Medegedeeld werd nog dat met het oog op de fi
nanciën der afd. dezen winter geen propaganda-
avond was gehouden. Hierna sluiting.
OUDE N 1 EDO EP
W.O.L.-POLDER.
De rekening over het dienstjaar 1935 is in de
Dinsdag gehouden bestuursvergadering door den
penningmeester aangeboden cn door het bestuur on
derzocht, waarbij dezelve overeenkomstig derzelver
samenstelling voorloopig werd goedgekeurd op de
volgende bedragen:
Westerkamperpolder: ontvangsten f 4.802.78, uitga
ven f 3.857.58, batig slot f 945.20:
Oosterkampernolder: ontv.: f 2.637.45, uitg. f 2.640.2S
nadeelig slot f 2.83;
Leiiernolder: ontv. f 5.007.60, uitg. f 4.525.38, batig
slot f 482.22.
'T VELD.
Tuindersvakbond L.T.B.-vergadering.
De voorzitter opende de slecht bezochte vergadering
met de chr. groet en herdacht in zijn openingsrede
het overleden bestuurslid Pieter Broersen te Zijde
wind.
De heer Macliielsen, hoofd der R.K. tuinbouw
school te Grootebroek heette hij hartelijk welkom.
Hierna werd overgegaan tot behandeling van de
agenda: Tot afgevaardigden voor de vergadering
van den N.M.B. werden benoemd de heeren J. Bak-
75000 TURKEN NAAR HUN VADERLAND TERUG,
De Turksche regeering bestudeert een plan voor
een overeenkomst in zake de repatrieering van
75.000 Turken uit de Roemeensche provincies Doe-
rostor, Kibabra, Constanza en Toelcia. Voor deze
repatrieering zal een periode van vijf jaren noodig
zijn. De eigendommen van deze Turken zullen dooi
de Roemeensche regeering worden gekocht, tegen
over bij gemeenschappelijk accoord door de beide
regeeringen vastgestelde prijzen.
ker Jz., Th. J. Stadegaard en P. Tesselaar; pl. afge
vaardigden S. de Boer en S. v. d. Stoop.
Hierna verkreeg de heer Machielsen het woord en
besprak de draaihartigheid in de kool.
Naar aanleiding hiervan zal door een tweetal tuin
bouwers een proef genomen worden met tabakszand
als bestrijdingsmiddel.
Vervolgens werd door de geachte spreker een
causerie gehouden over een nieuwe cultuur n.1. de
teelt van champignons of eetbare paddestoelen. Ook
te dien aanzien zal een proef genomen worden voor
gezamenlijke rekening, in de koolschuur van den
heer Th. J. Stadegaard.
Hierna sluiting.
LANGE ND IJ K
Naar wij vernemen, houdt de afdeeling Volkson
derwijs een verloting ten bate van de Kleuterschool,
De volkstuintjes.
Reeds meerdere malen is door de tuinbouworga
nisaties op het groote gevaar van de volkstuinen
gewezen, terwijl ook van handelaarszijde op de
steeds grooter omvang aannemende „zelfvoorzie
ning" door middel van de volkstuintjes de aan
dacht wex-d gevestigd.
Thans wordt vernomen, dat door den Minister
van Binnenlandsche Zaken aan de gemeentebesturen
een circulaire is verzonden, waarin op deze klachten
wordt gewezen en herinnerd aan zijn circulaire van
25 Februari 1935, in welk schrijven de maximum-
grootte van de volkstuinen werd vastgesteld op 3
Are, hoewel dit niet dwingend was. Ten einde te
kunnen beoordeelen of de klachten welke geuit
worden, gegrond zijn, worden diverse gegevens van
de gemeentebesturen gevraagd.
Aanbesteding.
Voor de aanbesteding van schilderwerk, het bin
nenwerk van het veilinggebouw der L.G.C. te Broek
op Langendijk, waren zeven biljetten ingekomen: J.
Boekestein, Broek op Langendijk f 595.J. den
Hartigh, Broek op Langendijk f570.W. Wagen
maker, Koedijk f 470.C. ter Hofstede, Zuidschar-
woude 1448.A. Breed, Heerhugowaard f383; H.
Molenaar, Koedijk f350.— en F. van Doornum, Br,
op Langendijk f345.
Het werk werd gegund aan den laagsten inschrij
ver, den heer F. van Doornum, te Broek op Langen
dijk.
NOORDSCHARWOUDE.
Maandag, tweede Paaschdag, werd door de Vroo-
lijke Vinken, het muziekgezelschap, bekend door
het optreden bij de non-stop-uitvoeringen van Her
cules en Hygiea, een uitvoering gegeven in de zaal
van den heer J. do Bakker alhier. Er was veel be
langstelling voor deze uitvoering.
Het programma bestond uit een twintigtal num
mers, waarbij voor ieder iets aanwezig was, want
zang, muziek, gymnastiek en balletten wisselden el
kaar af. Het geheele programma chronologisch de
revue te laten passeeren, zou te veel ruimte ver
gen. Wij kunnen echter verklaren, dat de uitvoering
een vlot verloop heeft gehad en dat de medewerken
den alle eer hebben gehad van hun werken. Van
de nummers, welke het meest insloegen, noemen
wij de „Amsterdamsche Grachten" door J. Langen
dijk en Mevr. A. WagenaarKooij, „Marie met het
stoplicht" döor den heer Langendijk, waarom har
telijk is gelachen. Ook „Mooi Sprookjesland", door
een drietal meisjes werd goed vertolkt. Harry Kui
per toonde zich thuis, zoowel in ernst als in luim,
met de „Matrozen" en „Vliegende Vrouwen". De
liedjes welke hij via de versterker zong, slaagden
echter minder goed. Het geluidsvolume was te
groot en te sterk.
De Babo-girlg, een nieuwe ballet-groep, gevormd
door een aantal dames van Hercules en Hygiea,
hebben een paar mooie dansen uitgevoerd, een Rus
sisch ballet en een Spaansche dans; het was heel
mooi.
Het geheel werd begeleid en afgewisseld door
muziek van het ensemble.
De tooncelaankleeding en de verschillende décors
waren keurig verzorgd en gaven elk nummer het
eigen cachet.
De laatste uitvoering van de Vroolijke Vinken
in dit seizoen kan als heel goed geslaagd be
schouwd worden.
Een gezellig bal was het slot van dezen avond.
Oorspronkelijke Roman
door
ARTHUR E. STRATTON
59.
„Wij hebben het nu niet over Cicely, maar
over haar vader!" viel de jonge man Melrose
in de rede.
„Laten wij er niet om heen draaien! U weet
heel goed, dat het au fond toch op hetzelfde
neerkomt!"
„Sir Charles", drong Lord Waverley aan, „ik
heb u een opheldering gevraagd, meer niet. En
ik zou zoo zeggen: in de gegeven omstandigheden
is dat een hoogst billijk en verklaarbaar verlan
gen. Maar u bent bezig de zaak te vertroebelen.
In plaats, een royaal antwoord op mijn vraag
te geven, ontwijkt u haar. En dat doet u natuur
lijk niet zonder reden".
„Ik kan niet beter doen, dan u aan een ge
sprek herinneren. Lord Waverley, dat wij ge
voerd hebben, toen u nog Edward Wendsworth
was, mijn particuliere secretaris", zei Sir Char
les, de vingertoppen tegen elkaar leggend. „Het
was de eerste maal, dat u mij van uw liefde
voor Cicely Sherman sprak of wat u er waar
schijnlijk voor hebt aangezien Ik zei n toen, dat
haar verleden een gesloten hoek voor u was. En
weet u nog, wat u antwoordde- Hij zweeg
en ging na een kleine pauze voort: „Mocht er
al iets in het leven van haar vader of moeder
zijn voorgevallen, dat beter niet opgerakeld werd
dan zou het toch verregaand onbillijk wezen, zoo
iets haar aan te rekenen! Dat waren uw
woorden, Lord Waverley!"
„Dat is even goed als een bekentenis!" riep
de jonge man uit, terwijl een donkere blos zijn
gelaat kleurde.
„Een wat?" vroeg Sir Charles scherp
Lord Waverley schudde het hoofd.
„U blijft met de kwestie op een zijspoor, Sir
Charles", protesteerde hij. „Ik ontken niet, dat
ik vroeger zoo gesproken heb. Maar u vergeet één
ding. Ik was toen Edward Wendsworth tout
court. Dat ben ik nu niet meer!"
„Natuurlijk! En noblesse oblige, ook al is ze
nog geen week oud!" zei Sir Charles met grim-
migen spot. Hij stond op; onmiddellijk volgde
de jonge man zijn voorbeeld. „Lord Waverley,
u behoort dus óók al tot degenen, die meenen, dat
met het verkrijgen van een titel het vorige leven
wegvalt! Ga naar Bedford en laat daar omroe
pen hoe ik u uit de modder heb gehaald zes
tien maanden geleden.
„U bent grof, Sir Charles!" antwoordde Wa
verley met ingehouden drift. „En alleen die
menschen worden in den regel grof, die er van
overtuigd zijn, dat ze hun zaak verloren heb
ben!"
Hij wilde gaan, doch een gebiedend gebaar
van Sir Charles hield hem onwillekéurig terug.
„Nog een oogenblik. Lord Waverley! Ik was
grof, ik geef het toe, en ik had ongelijk. Daar
voor maak ik mijn excuses". Hij trad op zijn
gewezen secretaris toe. „Eén ding heb ik u nog
te zeggen en dat is mijn laatste woord in deze
kwestie: wat goed genoeg was voor een Sir
Charles Melrose, kan het zeker ook zijn voor een
Lord Waverley!" Met een beleedigende hooghar
tigheid slingerde hij den jongen man deze laat
ste woorden in het gezicht:
„Zooals u verkiest, Sir Charles!" Hij maakte
een lichte buiging. „U kunt mij niet beletten,
dat ik de eenig mogelijke consequentie uit uw
zonderlinge houding trek. Daarom zeg ik op
mijn beurt nu in allen ernst: ik eisch klaarheid!
Misschien deelt u Cicely mee, wat u voor mij
geheim houdt. Misschien hebt u er een bijzon
dere reden toe. Maar spreken zult u er staat
daarvoor te veel voor twee menschen op het spel!
Zonder een groet verliet hij de kamer.
Sir Charles staarde strak naar de deur, waar
door Lord Waverley vertrokken was. Alle grim
migheid was uit zijn blik verdwenen. „Het moest
eenmaal zoo komen", prevelde hij en legde een
hand voor zijn oogen. „Maar ik kan het haar
niet zeggen! God helpe haar God helpe mijn
arme Cicely!"
Op hetzelfde oogenblik boog zich in Chiswell
Street een jonge vrouw over een wieg heen, het
gelaat nat van tranen. Op tafel lag een verfrom
melde brief de brief, dien advocaat Ramsay
aan Caroline Fenton geschreven had, om haar
te waarschuwen voor dreigend gevaar. Zij zag
geen uitkomst meer. De slag zou vallenmor
gen of overmorgenhaar treffen, haar man
en 11 nd en niets of niemand zou hem kunnen
afwerenDe vergelding naderde na vele ja
renEn ik verleidde Arthur er toe", snikte
zij. het gelaat in de vacht verbergend, waaron
der haar dochtertje sluimerde, „O, mijn God,
ik juist moest hem daartoe verleiden!"
Zoo lag zij nog toen Arthur Fenton de kamer
binnentrad. Met een paar snelle stappen was
hij bij zijn vrouw, sloeg een arm om haar schou
ders heen.
„Caroline, liefste!" riep hij uit. „Wat scheelt
er aan? Wat is er gebeurd?"
Zij stond moeizaam op, liep naar de tafel en
gaf hem den brief, na het papier eerst glad ge
streken te hebben.
Fenton las.
„Ja!" was alles, wat hij zei. Hij wierp het
schrijven neer.
„O, Arthur!" stamelde Caroline en zij schreide
tegen zijn arm aan. „Het is allemaal mijn
schuld! Jij wilde eerst niet, maar ik heb je over
gehaald! Ik zal het mij nooit vergeven!"
„Stil maar, vrouwtje!" Hij voerde haar naar
den divan, ging naast haar zitten en streelde
zachtjes haar hand. „Ik wist wel, dat je dit den
één of anderen dag te weten zou komen".
„Wat zeg je, Arthur?"' vroeg Caroline in een
snik.
„Ja, kindje. Ik heb je verteld, wat er met den
jongen Bennett is gebeurd en welke minder
waardige rol The Ohserver in die kwestie heeft
gespeeld. De man, die zich Clifford noemde,
stond toen op publicatie, niettegenstaande de
heele Londensche pers haar woord gegeven had,
dat van het geval geen melding zou worden ge
maakt. Maar hij was de eigenaar en had het
dus voor het zeggen! Een paar dagen daarna
ontmoette ik inspecteur Heagney van Scotland
Yard. Hij was er achter gekomen, wie Clifford
in werkelijkheid was, en vertelde het mij. Toen
werd mij natuurlijk alles duidelijk".
„Maar hoe lang wist je dat dan al. Arthur?"
„Een maand of drie liefste".
„En je hebt er mij niets van gezegd!" deed
Caroline verwijtend.
(Wordt vervolgd)
n