Het bombardement van Harrar elrose's Vergelding Woensdag 22 April 1936. SCHAGER COURANT. Derde Blad. No. 9961 Feu illeton VAN HET FRONT IN OOST -AFRIKA Wat beoogen de Italianen met het treffen van neutrale hospitalen JOURNALISTEN", DIE NIET DAN- SEN WILLEN NAAR DE PIJPEN PER ITALIANEN. door J. K. BREDERODE. DIRÉDAWA", 2 April. NA Ket bombardement van Djigdjigga, slechts enkele dagen later, is het bombardement van Harrar gekomen, van deze volmaakt onbe schermde stad, zonder garnizoen, zonder militaire Inrichtingen, zonder eenig afweermiddel tegen lucht aanvallen. Ik heb het niet gezien, maar ik heb het eenige oogenblikken kunnen hooren door de tele- Joon. Harrar ligt langs den weg gerekend ongeveer zes tig kilometer van Dirédawa, in vogelvlucht bedraagt 'de afstand niet veel meer dan vijf-en-twintig kilome ter, slechts weinige minuten vliegen voor een mo derne .vliegmachine, als waarover de Italianen bë- gchikken. *S Morgens nog betrekkelijk vroeg werd me medege deeld, dat boven Harrar Italiaansche vliegmachines rondvlogen, aanvankelijk zonder bommen te werpen en angstig vroeg men zich af of ook die oude stad gebombardeerd zou worden. Het is reeds maanden geleden, dat de Ethiopische regeering aan de wereld mededeelde, dat Harrar als een open stad zonder mi litaire beteekenis moest worden beschouwd. Alle troepen in eri om de stad werden teruggetrokken en yoor de Ethiopische krijgsmacht hield die stad al leen nog beteekenis als verzamelplaats van gewon den. Van het nog zeer ver verwijderde zuidfront wer den er zooveel mogelijk de gewonden gebracht, die er een onderkomen vonden in een Ethiopisch, een Fransch, een Egyptisch en een Zweedsch hospitaal. Gedurende mijn tocht naar en mijn verblijf in de (tientallen eeuwen oude stad, waarvan ik in een reeks artikelen een beschrijving gaf, heb ik vast kim men stellen, dat er zich inderdaad geen militaire wer ken noch soldaten bevonden. Ethiopische troepen, die Op weg waren naar het front in Ogaden, trokken niet eens door, doch om de stad, zooals niet slechts ik, maar ook vele andere neutrale getuigen hebben kun nen vaststellen. De eenige gewapende mannen in de Et ad waren de Ethiopische politieagenten, die daar onder bevel staan van Fransche officieren. Indien de Italianen in hun berichten over het bombardement het mochten hebben voorgesteld alsof met een bom bardement militaire doeleinden konden worden na gestreefd, dan is dat volkomen in strijd met de waar heid. Slechts enkele minuten dat mij het bericht had be reikt, dat Italiaansche vliegmachines boven Harrar zweefden, begon het bombardement. Bij het eerste bericht had men mij medegedeeld, Öat er vijf-en-dertig Italiaansche vliegmachines wa ren. In werkelijkheid waren het er zeven-en-dertig. Deze vliegmachines bleven op een aanzienlijke hoog te, 1800 2000 meter boven de stad, dus, daar de Onze correspondent voegt bij dezen brief het volgende korte berichtje! Ik schrijf deze laatste regels In een vrijwel volkomen verlaten stad. Op bevel van hoogerhand heeft de bevolking order gekregen de stad van 's morgens in de vroegte tot in den namiddag te ontrui men en buiten in het veld een veilige schuilplaats te zoeken, daar men elk oogenblik ook het bombardement van Di rédawa verwacht. Ik, met zeer weinige anderen, blijf in de stad „op eigen verant woordelijkheid". Hedenmorgen zijn twee groote, driemotorige Italiaansche vliegma chines boven de stad verschenen, die ech ter geen bommen wierpen. Het waren blijkbaar verkenners. De bommenwerpers zullen vermoedelijk nog wel volgen. Misschien wilt U van deze mededeelin- gen een klein berichtje maken. Ik heb er geen tijd meer toe, daar ik waarschijnlijk binnen een half uur gelegenheid krijg de zen brief te verzenden. In een volgend artikel kom ik op de gebeurtenissen en de toestanden hier wel terug. J. K. BREDERODE. stad zelf 1800 meter boven den zeespiegel ligt, op 3600 3800 meter hoogte. Geworpen werd met twee soorten bommen, kleine, niet veel grooter dan een granaat van veldgeschut, en bommen van vijftig kilogram. De kleine bommen deden niet veel schade en wa ren naar de meening van velen eigenlijk meer be stemd als „aanwijs"-bommen. De drie voorste vlieg machines wierpen deze kleine bommen, welke bij ontploffing een felle vlam deden oplaaien en daarna een zeer dikken, witten rook verspreidden. Volgende vliegmachines wierpen daarna op de plaats, waar de rook opsteeg, eenige malen zwaardere bommen, die grootendeels evenwel het aangewezen doel niet trof fen. Reeds dadelijk, nadat de vliegmachines in het ge zicht waren gekomen, had het allergrootste deel van de bevolking de vlucht genomen. Door de vijf poorten der stad stroomde een opgewonden, angstige menigte naar buiten om in het vrije veld en in de tuinen nabij de stad min of meer veiligheid te zoeken. Hieraan is het toe te schrijven, dat het aantal slachtoffers van het bombardement betrekkelijk ge ring is en nog geen twintig bedraagt, dooden en ge wonden tezamen geteld. Dit betreft echter alleen de slachtoffers in de stad. Het is niet onmogelijk, dat er ook nog buiten de stad worden gevonden, want vanuit de hoogte hebben de vliegmachines ook met mitrailleurs vele tuinen om de stad onder vuur ge nomen. De eerste (kleine) bommen troffen de kerk der Fransche zendelingen, de pastorie, het Fransche zie kenhuis en het Fransche consulaire agentschap, ech ter zonder al te veel schade aan te richten. In de pastorie bevond zich op dat oogenblik de grijze, eerwaardige bisschop van Harrar, Monseigneur Jarousseau, bij wien ik, zooals ik in een artikel ver telde, gedurende mijn verblijf te Harrar een bezoek bracht. Men smeekte den grijzen kerkvorst de stad te vex-laten en zich in veiligheid te brengen, doch de bisschop, die reeds veel meer dan een halve eeuw Een eerste opname van den Itali aanschen opmarsch naar Dessie. te Harrar woont, weigerde aan die smeekbeden ge hoor te geven. Hij wilde in de stad blijven om zoo noodig geestelijken bijstand te kunnen verleenen. Al dadelijk vielen twee kleine bommen op de kerk en dadelijk daarna twee op de pastorie. Het dak van de pastorie werd door een der bommen zwaar beschadigd. De andere bom viel door het dak heen op een bed in een kamer naast het vertrek, waar zich op dat oogenblik de bisschop bevond. Deze bom ontplofte echter niet. De schade aan de kerk was evenmin belangrijk. In het Fransche consulaire agentschap viel een bom door het dak op de tafel in de eetkamer, waar hij ontplofte, de tafel, eenige stoelen vernielde en de wanden beschadigde. Dit was alles. De Italianen schenen het vooral voorzien te heb ben op het radiostation, dat geheel werd verwoest, zoodat voorloopig het radio-telegramverkeer onmo gelijk was geworden. Ook de groote Koptische kerk in het midden der stad en de groote moskee, werden eenige malen ge troffen, maar ook hier was de schade tamelijk onbe duidend. Alle gebouwen, die ook op het dak het teeken van het Roode Kruis droegen, waren een bijzonder doel wit voor de aviateurs. Zoowel het Fransche, als het Ethiopische en het Egyptische ziekenhuis werden door kleine bommen getroffen en beschadigd. Het ver buiten de poorten gelegen Zweedsche hospitaal werd evenmin ontzien, maar hier vielen de bommen ter zijde en geen enkele trof. Naar het Egyptische hos pitaal werden behalve kleine ook nog eenige groote bommen van vijftig kilogram geworpen, maar deze bommen vielen op enkele meters afstand van het groote gebouw, waarvan echter alle ruiten sprongen en geheele vensters uit de muren werden gelicht door de ontploffingen. Het buiten de stad gelegen vroegere Italiaansche consulaat, dat thans bewoond werd door een hooggeplaatst Ethiopiër, moest het bijzonder ont gelden. Men zou zich af kunnen vragen, wat de Italianen toch beoogen met deze herhaalde bombardementen van vooral neutrale hospitalen en ambulances. Deze bombardementen zijn zoodanig regel geworden, dat de meeste ambulances geen roode kruizen meer aan brengen en zich zooveel mogelijk verbergen. Volgens sommigen willen de Italianen trachten het werk der neutrale ambulances zoo goed als onmoge lijk te maken. Op deze wijze hopen ze de neutrale dokters en verplegers te bewegen het land te verla ten, om zoodoende lastige getuigen kwijt te raken. Ook zouden de Italianen gaarne de neutrale jour nalisten uit Ethiopië zién verdwijnen en journa listen, die in Djibouti komen, kunnen zeker zijn, van Italiaansche zijde verlokkende aanbiedingen te krij gen. Ik ken daarvan eenige gevallen en er Is zelfs een journalist, dien ik persoonlijk ontmoette en die, na in Ethiopië te zijn geweest, gelegenheid kreeg naar het Italiaansche front te vertrekken, echter niet dan nadat hij, vertoevend te Djibouti, de ongeloof lijkste en meest onware berichten over de toestanden in Ethiopië en aan het Ethiopische front had gepubli ceerd. Journalisten, die niet dansen willen zooals de Ita lianen wenschen en toch in Ethiopië blijven (er zijn er nog slechts heel weinige) kunnen de slachtoffers worden van een merkwaardige campagne, zooals ik persoonlijk ondervond. Hierop kom ik echter later nog wel eens terug. Voor de Italianen komt het er op aan ïn Europa den indruk te wekken, dat de oorlog zoo goed als ten einde en de overwinning voor de Italianen zeker is en elke journalist, die ook thans nog in Ethiopië ver toeft, maakt hun dit moeilijker. De waarheid is, dat van zuiver militair standpunt bekeken, deze oorlog nog zeer, zeer lang, nog jaren kan duren en dat er van de groote overwinningen, waarvan de Italianen telkens gewag maken, bij na dere beschouwing niet heel veel overblijft. J. K. BREDERODE, ACTIE TEGEN DE KRAAMVROUWEN- EN ZUIGELINGENSTERFTE IN AMERIKA V.S. Washington Mevrouw Roosevelt, de echt- genoote van den president heeft Maandag ge wezen op de noodzakelijkheid de campagne te steunen, welke beoogt de kraamvrouwensterfte,- welke, op een land na, in de Vereenigde Staten het ongunstigst is van de geheele wereld te verminderen. Voorts zal de strijd moeten gaan tegen de toe nemende zuigelingensterfte in de landelijke dis tricten. STEUNVERLEENING AAN WERKLOOZEN „ONDENKBAAR?" San Francisco Fiorello H. Laguardia en Frank S'haw, onderscheidenlijk burgemeester van New York en van Los Angeles, hebben in een gisteren gehouden bijeenkomst de werkverschaf fingsplannen der regeering-Roosevelt verdedigd en noodzakelijk genoemd om het hoofd te bieden aan de werkloosheidsproblemen in deze steden. Zij noemden ieder plan tot verleening van een werkloosheidsuitkeering echter „ondenkbaar". Oorspronkelijke Roman door ARTHUR E. STRATTON 68. Overeenkomstig zijn wil, werd ik eenvoudig op gevoed, totdat u me bij u kon nemen'". Z&j zweeg even en zag hem strak aan. „Ik weet nu, .waarom dat zoo lang moest duren!" s,Ja en?" vroeg Sir Charles onbewogen. s,Begrijpt u niet, dat uw heele verhaal een fan tasie, een belachelijke kinderachtige fantasie is? U had het handiger in elkaar moeten zetten! Ik weet bijvoorbeeld nu, dat u nooit in Amerika bent geweest!" s,Wie lichtte je zoo voortreffelijk in, Gicely?" Zij haalde de schouders op. 5,U vraagt naar den bekenden weg! Maar dit moet u nu toch wel duidelijk zijn: met het sprook 'je, dat u me destijds opdischte, hebben we afge daan de kaarten open op tafel, Sir Charles! Draai er niet langer omheen! Hoe, waar en wan neer hebt u mijn vader leeren kennen?" Sir Charles stond vermoeid op en wilde een tand op Cicely's schouders leggen. Maar een be weging van het meisje weerhield hem. „Wanneer je op dit punt blijft aandringen, Cl- 'cely". zei hij, „doen we beter, een einde aan ons gesrek te maken Ik heb voor je gezorgd overeen komstig de wenschen van je vader. Laat dat je genoeg zijn. Ga nu je boodschappen doen en kom in een beter humeur terug". „Terugkomen?"Ook Cicely was opgestaan „Op één voorwaarde. Als u mij op mijn vragen een eerlijk antwoord geeft. Ik wil de waarheid weten, Sir Charles"! •„Het is dikwijls beter, als men de waarheid niet kent", zei hij zacht. i,Slaat dat op mijn vader?" vroeg zij met van toorn fonkelende oogen. „O, ik wilde, dat hij nog leefde, dat hij hier kon zijn, om een einde te ma ken aan al dat konkelen en liegen!! Voor de laat ste maal vraag ik u, Sir Ghrles: wilt u mij de waarheid zeggen, of niet?" i,Neen!" antwoordde hij beslist. „Je bent nu overspannen, Cicely, maar de dag zal aanbreken dat je mij dankbaar zult zijn voor mijn zwijgen", Zij lachte hem in zijn gezicht uit. ,Lord Waverley had gelijk: uw heele leven is bedrog! Toen u hem in uw dienst nam, toen u misbruik maakte van de ellende, waarin hij ver keerde, was het alleen, om hem te gebruiken voor het bereiken van minderwaardige doeleinden. Denk maar eens aan Riohard Bennett, aan me vrouw Fenton, aan die andere slachtoffers, over wie Lord Waverley door advocaat Ramsay is ingelicht Nu ik dit allemaal weet, vraag ik me af, evenals hij, of ook mijn vader niet één van uw slachtoffers is geweest!" „Je vader!" riep Sir Charles ziedend van drift uit. },Je vader was =-1" Met een ruk hield hü zich in. Plotseling doemde voor zijn gedachte de gevangenis van Newgate weer op; hij zag het troosteloose gelaat van den trouwen Dave Sher- man wiens verloren leven zich hechtte aan het kind, dat hij nimmer zou wederzien; dien lot genoot van hem in het ongeluk, slachtoffer, als hij, van een vrouw, Sir Charles bedekte de oogen met zijn handen; hij stond eenige minuten zwij gend, het gezicht vertrokken, als van pijn. Maar toen hij sprak, had hij zijn emotie ten volle over wonnen. „Je had me bijna verleid, Cicely", zei hij met zacht verwijt, „iets te zeggen, waar ik mijn leven lang spijt over gehad zou hebben". „Vertel mij dan de waarheid", drong zij aan. Alle vijandschap was uit haar geweken, toen zij de ontroering had gezien, welke, zich een oogenblik van Melrose had meester gemaakt. Een bevende hand werd op zijn arm gelegd. „Be grijpt u niet, dat het onverdragelijk voor me is zoo in onzekerheid te moeten verkeeren? Welk geheim hangt er in Gods naam over mijn leven? Lord Waverley is weggegaan - ik heb hem zijn woord teruggegeven. Het scheen een opluchting voor hem te zijn. „Oom Charles", onwillekeurig noemde zij Melrose weer bij den ouden, vertrouw den naam, „wat weet hij, dat ik niet weten mag?' „Bedoel je?" vroeg Sir Charles, de wenkbrau wen fronsend, dat Lord Waverley je feitelijk ver zocht heeft, hun zijn woord terug te geven?" „Ja" knikte Cicely. „Maar denk als 't u blieft niet, dat het mij een gebroken hart bezorgt!" Ze glimlachte door haar tranen heen. „Een lid van het Hoogerhuis, iemand, die aan het Hof ont vangen wordt, zooals LordWaverly, kan immers niet trouwen met een meisje, dat niet in staat is, te zeggen, wie en wat haar vader -was! Laat hem in vrede gaan, oom Charles! Ik mocht Lord Waverley graag, maar ik heb in hem altijd meer een goeden vriend, dan mijn toekomstigen echt genoot gezien. In werkelijkheid stond u veel meer op dat huwelijk dan ik zelf. Maar dat is. alle maal afgedaan Heusch oom Charles er is iets toe noodig, om mijn hart te doen breken!" „Cicely", zei Melrose ernstig, „ga zitten; ik heb je veel te vertellen". Zij namen tegenover elkan der plaats. „Edward Wendsworth, of, om hem ten volle recht te doen wedervaren, Lord Waver ley, heeft je feiten genoemd, die ik helaas niet kan tegenspreken. Het komt er alleen op aan, in welk licht je ze beschouwt. Het is volkomen waar dat ik hem voor het bereiken van sommige doel einden heb gebruikt, maar hij is daarbij altijd een persoon op den achtergrond geweest en nooit heb ik hem tot een oneervolle daad aange spoord. Dit neemt niet weg, Cicely,'dat, wanneer ik op het oogenblik wéér voor dezelfde omstan digheden stond, als toen Wendsworth in mijn dienst trad, ik me diep zou schamen om te han- deien, gelijk ik gehandeld heb. Ik weet het: be rouw komt in dit leven altijd te laat. Ik heb din gen gedaan, Cicely, die nooit meer goed te maken zijn en die me nog geregeld met afschuw over me zelf vervullen. Ik heb een man en zijn ge zin ten gronde gericht, omdat hij als voorzitter van de jury het schuldig over me uitspraak. Hij was niet onpartijdig, evenmin als zijn mede-ju ryleden; hij liet zich meer leiden door den haat, dien de bevolking, en niet ten onrechte, sedert menschenheugenis tegen de Melrose's koesterde, en ik was pas één van dat gehate geslacht ge worden. Begrijp me goed, Cicely; die man gaat niet vrij uit., maar de straf, die ik hem oplegde was onevenredig zwaar aan hetgeen hij in zijn bekrompenheid mij misdaan heeft Ik hen te laat tot dat inzicht gekomen. Totaal geruineerd is die man met zijn gezin naar Londen vertrokken. Ik heb verscheidene malen gepoogd zijn verblijf plaats uit te vinden, in de hoop, dat ik hem en aan de zijnen iets goed zou kunnen maken. Het is me niet mogen gelukken. Ik had met even n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 9