De wet van de wildernis IVfEZtMEX /TUKKIN De Leopard Moth geeft het op* A utobusverkeer België-Nederland. In Rok* Verdere inpoldering van het IJsselmeer* PLICHT EN VERTROUWEN. „Versterking van vertrouwen is plicht". Geen ka binet dat zijn taak verstaat zou het nalaten. 53 Millioen voor versterking van defensie. „Met 53 millioen worden de vaste lasten ver zwaard". „Dat is plicht", volgens den Minister. Men moge denken over dezen plicht zoo men wil, vast staat dat deze uitgaven moeten dienen, om in geval van oorlog, het meest beestachtige werk te kunnen verrichten, dat men zich maar kan indenken. „Dat is plicht". Tegenover dezen plicht is een hoogere plicht voor een kabinet, dat zijn taak verstaat, weggelegd, n.1. de plicht om het vertrouwen te versterken. Wil een kabinet vertrouwen wekken, dan dient het in de eerste plaats zijn finantieele verplichtingen na te komen. Doet het dat niet, dan maakt het misbruik van vertrouwen, dan misbruikt het de macht, die 't volk in goed vertrouwen gegeven heeft. Na 't bovenstaande zal men zich afvragen: „Komt het kabinet zijn finantieele verplichtingen dan niet fta?" ofwel: „is het van plan deze niet na te komen?" Het laatste is het geval. Op het program van het huidige kabinet komt o.m. voor: „Tegenover verzwa ring der vaste lasten met 53 millioen voor verdedi gingsmiddelen, een vermindering dier lasten door verlaging der pensioenen, d.w.z. ook van de reeds gepensionneerden. Mocht het kabinet, deze plannen, gesteund door de meerderheid van een volgzame kamer, ten uitvoer brengen, dan pleegt het onrecht tegenover de ge- pensionneerde ambtenaren, dan maakt het misbruik van vertrouwen, dan ondermijnt het zijn eigen ge- zag. Toen Rusland zijn financieele verplichtingen te genover hen, die in goed vertrouwen, hun geld en goederen hadden gegeven, niet nakwam, toen had men geen woorden genoeg om deze schandelijke daad te veroordeelen. Toen de Kon. Holl. Lloyd haar financieele ver plichtingen tegenover haar gepensionneerd personeel door financieel wangedrag, niet kon nakomen, sprak men zelfs van diefstal. Hoe moet men het dan wel noemen, wanneer het Kabinet zijn financieele verplichtingen tegen over de gepensionneerden niet langer ten volle wil nakomen? Tegenover de gepensionneerden die ge durende hun geheelen diensttijd voor hun pensioen en dat der weduwe en weezen hebben gestort. Die het pensioen ten volle hebben betaald, Ja, tien volle betaald. Voor 't weduwen- en weezenpensioen is door de Rijksambtenaren zelfs méér betaald dan noodig was. Voor 't beheer van het pensioenfonds ontving liet Rijk, na elke 4-jarige balans, het slordige sommetje van 4 millioen gulden uit het fonds. Ook het eigen pensioen is ten volle betaald, ten eerste door de kortingen op hun loontje en verder door een te kort aan belooning, al die jaren geno ten. Een belooning die steeds ver beneden peil is geweest, vandaar dat de salariscommissie-Stork in 1920 moest getuigen, dat er een groote achterstand in de salarissen van 't Rijkspersoneel en wel het lager personeel in 't bijzonder, was in te halen. Schandelijk laag is hét' salaris van 't Rijksper soneel steeds geweest. Een assistent bij de belas tingen te Amsterdam, genoot na een diensttijd van 21 j'aar, op 45-jarigen leeftijd een salaris van f90.— per maand, in 1918. nog in de oorlogsjaren. In me nig gezin werd gebrek geleden. Bij die schandelijk lage belooning hebben de ambtenaren toch trouw hun plicht gedaan. Verstaat men dat goed? Zij hebben onder den meest benarden financieelen toestand, steeds trouw hun plicht gedaan, in het vaste vertrouwen, dat de Staat ook trouw zijn wettelijke verplichtingen te genover hen zou nakomen. Zal de Regeering dit vertrouwen beschamen? Zoo Ja, dan zijn er geen woorden te vinden om de2e schandelijke daad te kunnen veroordeelen. Vele gezinnen zullen worden opgejaagd. Schul den zullen gemaakt worden, alles het gevolg van „misbruik maken van vertrouwen". Versterking van onze Defensie is plicht? Versterking van vertrouwen is een hoogeren plicht, geen kabinet dat zijn taak verstaat, zou het nalaten. Laat het niet zijn: „Luister naar mijn woorden, doch zie niet naar mijn daden". „Macht boven recht", is slecht. „Recht boven Macht", is wat men van de volks vertegenwoordiging verwacht. EEN VRIJZ. DEMOCRAAT. Bergen, April 1936. Te ongunstig weer tussohen Sicilië en Tunis. De Nedeiiandschc sportvlieger H. S. Heymans meldt uit Catania (Sicilië), dat de weersomstandig heden op het Zuidelijk deel van de Middelland- sche Zee zoo ongunstig zijn geweest, dat hij met zijn vliegtuig Leopard Moth, tot drie malen toe heeft geprobeerd over te steken naar Tunis. Door den dikken mist zou het waaghalzerij zijn ge weest, indien zij per sé zouden hebben doorgezet. Ook de heer A. F. Postma, van de Nationale Luchtvaartschool, die, zooals men weet den heer Heymans vergezelt, vond het «een roekelooze on derneming en hoewel men reeds ongeveer halver wege CataniaTunis was geweest, besloot men het op te geven. De gebroeders Heymans zullen dus niet deelnemen aan de Rallye du Sahara. De Leopard Moth zal zich nu naar Rome bege ven, waar de heer Heymans op zijn broer zal wachten, om dan gezamenlijk naar Nederland te rug te vliegen. De winter had het sein gegeven om de arbeid der goudgravers langs de rivier te staken. De ijzige sneeuwstorm huilde door de eenzame straat, die het goudgraversdorp een naam gaf en schudde onbarmhartig aan de overigens zeer stevige houten muren van het lokaal, waar de goudgravers bijeen zaten en den tijd van ge dwongen ledigheid passeerden met het leggen van een kaartje rond de geweldige baksteenen kachel. Opeens sneed een koude, sneeuwige luchtstroom door de warme kamer. Allen keken zij verstoord naar den man, die zoo onhandig de deur geopend had. Hij stond aarzelend in de deuropening en liet. als een opgejaagd hert, zijn blik snel over de aanwezigen dwalen. Dadelijk bemerkte ieder der aanwezigen, dat hij zijn rechterhand niet alleen uit den zak getrokken had, doch te vens, dat hij daaraan geen handschoen meer droeg. Dat deed bij deze helsche koude alleen iemand, die van plan was zijn revolver te grij pen en daarbij door geen handschoen gehinderd wilde worden. Bovendien had de vreemdeling zijn sneeuwschoenen geheel en al tegen het gebruik in aangehouden, inplaats van deze buiten los te gespen en onder het beschermende dak van de hut te zetten; hij was dus blijkbaar LUCHTVAART. Spanning aan de Duitsch* Oostenrijksche grens. Troepenverplaatsing in Oostenrijk. Weenen. Naar gemeld wordt, worden op het oogenblik troepen van de garnizoenen te Weenen en in Oostelijk Oostenrijk naar de aan de Duitsche grens gelegen provincies verplaatst. Deze maatregelen vinden, naar men verklaart, hun oorzaak in de te Wee nen ontvangen berichten, volgens welke aan de Oostenrijksche grens militaire activiteit van Duitsche zijde zou zijn geconstateerd. Loos alarm. De meening te Berlijn. Berlijn. De berichten omtrent de verplaatsing van Oostenrijksche troepen naar de Duitsche grens worden, naar een ambtenaar van de Wilhelmstrasse aan Reuter verklaarde, misleidend geacht. Deze ge ruchten, zeide hij, hebben reeds sedert eenigen tijd de ronde gedaan. Wat Duitschland betreft, zijn de geruchten absoluut bezijden de waarheid. Het is volkomen natuurlijk, dat onze troepen in de Beier- sche Alpen manoeuvres houden. Het zijn alpinisten troepen en deze moeten daar ter plaatse hun oefe ningen houden. Ik heb, aldus de zegsman, door be middeling van de minister van oorlog inlichtingen ingewonnen, en naar ik verneem, heeft er in de Duitsche garnizoenen in Zuid-Oost Beieren geen en kele wijziging plaats gehad. Het lijkt volkomen na tuurlijk, dat in de Oostenrijksche garnizoenen wijzi gingen plaats vinden nu Oostenrijk de militairen dienstplicht weer heeft ingevoerd. EEN BELANGRIJKE ARRESTATIE. In Augustus van het vorig jaar werd in de Mon nikenstraat te Amsterdam ingebroken. Van een be jaard echtpaar, dat daar woonde, werden behalve gouden en zilveren voorwerpen een bedrag van f5400 gestolen. Deze inbraak werd gepleegd door twee mannen. Een van hen werd reeds vroeger gearresteerd en zit thans in het huis van bewa ring. De recherche van het bureau Warmoesstraat heeft gistermorgen nog de hand weten te leggen op den tweeden dader, een man van 40 jaar, die reeds meermalen met de justitie in aanraking is geweest. Reeds geruimen tijd had de recherche naar hem gezocht. VAN EEN DERDE ETAGE GEVALLEN. Gisterochtend omstreeks kwart over 9 is in de Jan Hendriksstraat te 's-Gravenhage een glazen- wasscher, die op de derde etage aan het zeemen was, van den ladder gevallen, doordat zijn voet van een der sporten uitgleed. Hij brak zijn linker been en bekwam een kaakfractuur. De gemeentelijke geneeskundige dienst heeft hem overgebracht naar het Roomscli-Katholieke Ziekenhuis. Er dreigen moeilijkheden. 's-G r a v e n h a g c, 29 April. Er dreigen, naar ons ter oore komt, moeilijkheden in het touristen- verkeer tusschen België en ons land. in het bijzon der voor zoover dit verkeer per autobus plaats heeft. In het motor- en rijwielreglement in ons land is als maximum-breedte voor motorrijtuigen voorgeschre ven 2.35 Meter voor de primiaire en secundaire wegen en 2.10 Meter voor de tertiaire wegen. In België zijn een aantal autobusondernemingen, welke touringcars in dienst hebben, welke breeder zijn. Deze autobussen, welke niet aan de voor ons land geldende voorschriften voldoen, mogen de grens niet passeeren. Er zijn natuurlijk ook vele Belgische bussen, wel-, ke wel aan de voorschriften beantwoorden en deze ondervinden geen hinder. Bij de Belgische ondernemingen, welke door de Nederlandsche bepalingen echter wel getroffen worden, is groote ontstemming ontstaan en men heeft aan de Nederlandsche organisaties van Vreemdelingenverkeer en Horecaf laten weten, dat men liever de Belgen naar Duitschland, Luxem burg of Frankrijk zou brengen dan in de gegeven omstandigheden naar Holland. De belanghebbende organisaties hebben zich tot den Minister van Waterstaat gewend met het ver zoek mede te willen werken om een oplossing voor de gerezen moeilijkheid te vinden. Koopman overvallen. Even over de grens bij Venlo. Te Venlo is gister bekend geworden, dat op Dinsdagmorgen om half vijf te Munchen-Gladbach een roofoverval is gepleegd op den 33-jaiïgen groente-koopman G. Willems uit Venlo. W. was op weg naar het marktgebouw, toen hij met een ijzeren staaf op het hoofd werd geslagen, waardoor hij bewusteloos neerviel en verwondingen opliep, die echter niet van ernstigen aard bleken te zijn. De veldtasch, welke de koopman bij zich had en een bedrag van ruim 2000 mark bevatte, werd hean ontroofd. Van de daders heeft men tot nu toe geen spoor kunnen vinden. W. zal nog eenigen tijd te Munchen-Gladbach verpleegd moeten worden. voorbereid op een plotseling gedwongen terug tocht Zijn gejaagde blik gleed over den sheriff, die in een hoek zat. Een sprong de vreemdeling was verdwenenverdwenen in den razenden sneeuwstorm. Met een kreet van herkenning sprong de sheriff overeind en rende naar de deur. Buiten greep hij de eerste de beste sneeuw- schoenen, die hij zag en gespte die aan. Dan suisde hij langs het versche spoor van den vreem deling, dat echter al begon dicht te sneeuwen. Doch de scherpe oogen van den sheriff zagen het nog duidelijk liggen. De vluchteling had het meest-verlaten deel van de bergwildernis gekozen sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw, zoover het oog reikte: sneeuw op de paden, sneeuw, die de kloven opvulde, sneeuw, die in dikke pakken aan de steile rotsen kleefde. Hardnekkig bleef de she riff het spoor volgen, dat steeds steiler bergaf waarts leidde. Half verblind door de sneeuwvla gen snelde hij voorwaarts, met lange gestrekte passen. Als een der beste sneeuwschoenloopers van die streek twijfelde hij er niet aan of hij zou de vluchteling weldra hebben ingehaald. En werkelijk na eenigen tijd zag hij door den sneeuwsluier de silhouet van den vervolgde op doemen. Maar de sheriff was zeer verrast, toen hij bemerkte, dat deze hem scheen af te wachten! Snel ontdeed hij zich van zijn rech terhandschoenom naar zijn revolver te grijpen. Maar de vluchteling riep gedempt: „Niet schieten!" en wuifde afwerend met zijn handen. Dan wees hij naar omhoog. De sheriff keek op: niet ver boven hen hing een geweldig pak sneeuw Eén blik was genoeg om te zien, dat de lucht trillingen. die een schot zou veroorzaken, ja zelfs een harde kreet, genoeg zouden zijn om de geweldige sneeuwmassa als een vreeselijke lawine omlaag te doen vallen! Uitvoering op 28 April 1936, door het Vereen. R.'damsch Hofstad Tooneel, voor de Schager Kunstkring in Theater RoyaL Als men rustig achterover geleund in een ge- makkelijke stoel de opvoering van het Hongaarsche blijspel „In Rok" nog eens voor de geest haalt, dan domineert in alle tafereelen Cor van der Lugt Mel- sert. In geen enkel bedrijf heeft ook maar één der medespelenden een kans gekregen om den hoofd persoon in spelkwaliteit te benaderen. Wij willen hiermede allerminst te kennen ge ven, dat de andere acteurs steeds slecht hebben- gespeeld. Er waren momenten waarop ook door hen zeer verdienstelijk spel werd gegeven. Maar wij wilden slechts tot uitdrukking brengen, dat direct het tooneel als herschapen werd in een schouwspel vol kleur en charme, zoodra Cor van der Lugt Melsert met z'n oolijke snoet verscheen. Men denke slechts aan het eerste tooneel, waar in Theo Frenkel, als directeur der Locaalspoorwe. gen, een standje komt schoppen bij kleermaker Huber en bezig is de geheele situatie te verknoeien door z'n sneltrein-spel. Geen dictie, niets geen actie, 't was alsof een schooljongen een van buiten geleerd lesje opzegde. Maar hoe kostelijk bracht hier van der Lugt door z'n mimiek en gebaar teekening in de saaie situatie Slechts in het derde bedrijf konden wij bij het rendez-vous met Irène, de vrouw van Dr. Sonnberg een zwak plekje ontdekken. AANBESTEDING VAN WERKEN VOOR DEN NOORDOOST-POLDER 's-Gravenhage. De Rijkswaterstaat heeft gister aanbesteed het maken van een werkhaven met opslagterreinen, een fun- deeringsput met omringdaim en een aan sluitend gedeelte van den ringdijk van den Noordoostelijken Polder, nabij Urk. Laagste inschrijfster was: N.V. voorheen E. J. Bakker en Co., te Gorinchem voor voor f659.768.— „Als dat omlaag komt, verdwijnen wij beiden in een sneeuwgraf, waaruit geen ontkomen meer mogelijk is", zei de vluchteling koel, „keer maar liever weer terug, sheriff. Voordat ik mij laat grijpen, schreeuw ik zoo hard, dat de lawine omlaagkomt!" „Hetgeen me niet zal beletten mijn plicht te doen, „antwoordde de sheriff vastbesloten, „Jim Carter, in naam der Wet Hij kwam niet tot meerdere woordenBoven had een hongerige wolf die menschen rook en stemmen hoorde, zich te dicht langs den rots wand gewaagd. Zijn gewicht bracht de vreeselij ke sneeuwlawine in beweging! Het eerste slacht offer was de wolf zelf. Van de beide haastig vluchtende menschen ontkwam slechts Carter, terwijl de sheriff enkele passen achteT hem door den rand van de lawine werd gegrepen! Carter had nu ongehinderd kunnen ontkomen, Maar zonder aarzelen gehoorzaamde hij aan de plicht der menschelijkheid het hoogste gebed daar in de streken, die ver van alle beschaving af gelegen zijn. Dadelijk ging hij aan het werk, den sheriff uit te graven. Gelukkig was het de rand van de lawine ge weest, die Carter had neergeslagen. Anders had Carter den verongelukte niet met zijn bloote han den kunnen uitgraven. Maar na ingespannen arbeid trok hij het beweginglooze lichaam van den vertegenwoordiger der Wet uit de sneeuw. Hij legde hem op den rug en schoof zijn rugzak onder den hals van den sheriff, zoodat diens hoofd wat lager kwam te liggen. Toen hurkte hij boven hem neer en greep de polsgewrichten regel matig pompte hij de armen van den sheriff om hoog en omlaag, van de horst naar de buik en !erugKunstmatige ademhalingdie redding moest brengen! Eindelijk gaf de sheriff de eerste levensteeke nen. Dankbaar nam hij een slok uit de veld- „ïn Rok" is een blijspel, géén klucht en dus diende de pijnlijke scène trouwens ook de direct daaraan voorafgaande ontmoeting met meer ge voel te worden gespeeld. Hier hinderde de luchtige gemakkelijkheid, welke het verder zoo goed deed. Maar laten wij dit geringe onderdeel buiten be schouwing, dan mogen wij constateeren dat Cor v. d. Lugt zich Dinsdag van zijn beste kant heeft laten zien. Hij is als geboren voor dergelijke rollen en buit elke handeling uit om het accent te kunnen leg gen op de komische noot, welke de schrijver in de handeling laat domineeren. Van de andere figuren willen wij nog noemen Jacob, Ridder von Reiner met vrouw en dochter, die op verdienstelijke wijze werden vertolkt door Anton Roemer, Enny HeijmansSnijders en Elso Willart De parvenu was het echtpaar op het voorhoofd als het ware gebrand, terwijl hun dochter Emma èn in gestalte èn in kleeding juist paste in de idéé, welke men zich van een dochter van zulk ceii echtpaar zou maliën. Zij richtte zich meer dan haar ouders, door haar opvoeding en ontwikkeling naar de gebruiken der upper ten, zonder zich echter los te kunnen maken van de Mammon-aanbidding en de burgerlijke schandaalvrees harer ouders. Else Willart typeerde deze moeilijke rol op uit muntende wijze en wist door haar spel nadruk to leggen op het offer dat Von Melzer door zijn zucht naar macht, met zijn huwelijk bracht. Gerard Alexander had als Minister Dub en als kleermakersgezel slechts een paar ondergeschikte rollen, welke hij dragelijk vervulde en wij brengen hem slechts ter sprake om over deze kleermakers gezellen een enkel woordje te zeggen. Welke kleermaker op z'n Zondags ziet er nu zoo uit? Dit waren geen ridders van de naald op hun Paasch- best, maar hoogstens netjes aangekleeds polder jongens. Hier dient de regie zich te herzien. Van de andere medespelenden noemen wij nog Eduard Palmers als Dr. Sonnberg, de bedrogen echt genoot, die niet in staat bleek zijn spel boven het middelmatige te verheffen, waarvoor toch zijn rol zich zoo nu en dan uitmuntend leende. De overige rollen werden de een meer, de ander minder goed gespeeld zonder echter het geheel te schaden óf verbeteren, daar hun figuren bij de spel- handeling te veel op de tweede plaats bleven. En het gegeven van het stuk zelf? Het lijkt als het ware geënt op de woorden, welke Axel Oxenstjerna sprak tot zijn zoon Johan, die op zijn vaders voorspraak benoemd was tot chef van het, naar 't vredescongres van 1641 afgevaardigde Zweedsche gezantschap en die tegen deze benoeming bezwaar maakte, omdat hij bang was voor zoo'n ge wichtige post niet berekend te zijn. An nescis, mi fili, quantilla prudentia regatur on- bis? (Weet gij dan niet, mijn jongen, met welk een minimum van wijsheid zelfs de wereld geregeerd wordt?) Anton Melzer, een goedbespraakt kleermakers knecht, handig, vlot, vol brutaliteit en humor weet met behulp van een goed passend rokcostuum, ge paard aan stom geluk, een groote mond en het in populaire vorm omzetten van andermans ideeën in korten tijd zijn nederige positie te verruilen voor die van Kamerlid, later Minister. Het stuk is één ode aan de vrijbuiterij op politiek gebied en zou kunnen worden opgevat als een satyre op de hedendaagsche toestanden, daar men, evenals blijkbaar in 1641, nog steeds van meening schijnt, dat met het ambt ook het verstand komt en tal van leeken zich een oordeel aanmatigen over poli tieke en economische kwesties, met een autoriteit, welke menigeen de haren te berge doet rijzen. „In Rok" is als stuks soms een beetje rommelig, maar daar het gegeven steeds vol handeling is, pakt het tot het laatste moment en wij achten dit blij spel, dat meermalen het karakter van klucht, na derde, dan ook als lichte kost, een gelukkige afslui ting van dit tooneelseizoen der Schager Kunstkring. flesch, die Carter hem aan den mond zette. De cognac verwarmde zijn lichaam. Toen stond hij met hulp van zijn redder op om aan diens arm zijn verstijfde ledematen te oefenen. Dat was op het kantje af! zei de sheriff, zoodra hij weer kon spreken, „maar vertel me eens Car ter, hoe kwam je ertoe om dien buidel met goud- nuggets van Hunter te stelen?" „Ik nam mijn eigendom terug: Hunter had de nuggets van mij gestolen", zei Carter grimmig. „Zoo, zoo? Ja, Hunter was een kwade Waarom heb je hem niet aangeklaagd voor dief stal?" „Ik had geen bewijs ervoor, dat de nuggets van mij waren. Daarom nam ik terug, wat van mij was „Humm. Niet bepaald de juiste methode: ver onderstel, dat ze dat allemaal hier gingen doen, dan zou controle volmaakt onmogelijk zijn! Dan hadden we hier al heel gauw moord en doodslag. Door je eigengerechtigd optreden heb je je hevig verdacht gemaakt, zei de sheriff verwijtend. Carter keek beschaamd. Doch voordat hij iets kon zeggen, klonken uitroepen van boven Verschillende mannen klommen omlaag. Zij wa ren den sheriff achterna gegaan om hem te hel pen. Het waren goudgravers, die zich verhonden hadden, den sheriff te helpen in moeilijke geval len „Ha. heb je den man, sheriff?" zei een van hen met een blik op Carter.. „Bedoel je die man?" zei de sheriff grinnekend. ..Dan vergis je je. Dat is een goede vriend van me, die juist op tijd kwam om me uit 'n lawine op te graven en van een wissen dood te redden!" „Bravo!" riepen de mannen alle en drukten Carter de hand (Nadruk Verboden.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 2