De reis van de Negus
Fascistische zege
in België
Het koninklijk bezoek
aan de hoofdstad
Ernstige toestand
in Palestina
Heden treedt t Belgische
Kabinet af
Italië verontwaardigd
Dinsdag 26 Mei 1936.
Postrekening
No. 23330
SGHAGER
79ste Jaargang. No. 9984
COURANT.
Int. Telef
No. 20
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Vrijdags. Bij inzending tot
's morgens 8 uur, worden Advertentiën nog zooveel mogelijk in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Uitgave der N.V. v.h. P. Trapman Co., Schagen
8 PAGINA'S.
Prijs per 3 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
EEN „ONWEERSWOLK", DIE DE
MOGELIJKHEDEN NAAR NORMA
LE BETREKKINGEN TUSSCHEN
ITALIË EN ENGELAND DREIGT
TE VERNIETIGEN.
ROME, 25 Mei (A.N.P.)': De reis van den Negus
naar Londen wordt door de Romeinsche bladen be
sproken als „de nieuwste uitvinding van de sanction-
nisten ten behoeve van hun anti-Italiaansche propa
ganda". Volgens de opvattingen van den Londen-
schen correspondent van de „Giornale d'Italia", wordt
deze reis „steeds meer een onweerswolk", die de mo
gelijkheden van een terugkeer naar normale betrek
kingen tusschen Italië en Engeland dreigt te vernie
tigen. De Negus, aldus het blad, komt naar Engeland
met de uitgesproken bedoeling vandaar zijn zaak
propagandistisch te verdedigen en technisch houdt
niemand een zoodanige actieve politieke propaganda
van hem tegen. Men weet, dat hij in Londen ageeren
wil voor de voortzetting en versterking van de sanc
ties en dat hij ook naar Genèvé wil gaan om daar
in den Volkenbondsraad op te treden. Het vuur der
hartstochten, dat nog aangewakkerd moet worden
door betoogingen der sanctionnisten en anti-Italiaan
sche gezinden, zal beslist de EngelschItaliaansche
betrekkingen niet verbeteren.
Het blad haalt dan een verklaring aan van 'den
Morningpost, volgens welke een ontvangst van den
negus als keizer van Abessinië een persoonlijke
beleediging van den koning van Italië zou zijn. en
gaat dan verder:
„De Engelsch-Italiaansche betrekkingen worden
dagelijks brozer en brozer en de geheele Europeesche
horizon wordt daardoor op beangstigende wijze ver
duisterd. Evenals in de alarnidagen van September
gaat het woord oorlog rond en de toestand wordt
nog donkerder door de omstandigheid, dat niemand
weet, wat de Engelsche regeering wil. De waarschu
wing van den Romeinschen correspondent van de
Morningpost vindt geen gehoor, evenals alle ver
klaringen van Mussolini aan de buitenlandsche pers
betreffende Engeland geen aandacht vinden. De of
ficieuze pers ignoreert deze verklaringen van Mus
solini en de anti-taliaansche bladen overdekt .ze met
negatieve commentaren. Het lijkt bijna, of een on
heilvolle hand de pers ertoe opruit het incident te
voorschijn te roepen"*
Ook de Londensche correspondent van de „Tri-
buna" spreekt over een „drijven der sanctionnisten",
die voor den negus betoogingen willen houden, wel
ke bezwaarlijk zouden kunnen verhinderen het tus
schen Engeland en Italië bestaande gevoel van on
behagen te verscherpen". Wanneer Londen werke
lijk den wensch heeft met Rome tot een ontspanning
te komen, zou het, aldus besluit de „Tribuna",
geen onvoorzichtiger handeling kunnen begaan dan
het bezoek in te willigen. Weliswaar kan men nog
hopen, dat dit geheele complex van problemen door
de Engelsche regeering nog tijdig met alle rust be
studeerd wordt.
Belangrijk gereserveerder is de taak van den di
recteur van den semi-officieelen Giornale d'Italia,
die in zijn hoofdartikel met betrekking tot de reis
van den negus opmerkt, dat men zijn a.s. aankomst
in Londen, waartoe voor, de tweede maal een En
gelsch oorlogsschip medewerkt, noodzakelijkerwijze
in verband moet brengen met berichten, die in Lon
den melding maken van een zij het ook sceptisch
weer opleven van de Abessijnsche actie. Tusschen
het oorlogvoerende Abessinië en het Engelsche
systeem bestaat mogelijk een contact, dat Europa
met belangstelling kan volgen. Wie de verklaringen
van Eden voor oogen houdt betreffende een zich ont
houden door den Negus van iedere politieke actie,
kan daarbij een belangrijk vraagteeken zetten. Na
het beeindigen van den oorlog in Afrika zijn er in
Engeland menschen, die den oorlog in Europa weer
zouden willen doen opleven, doordat zij in Londen
hun ontmoeting met den negus als uitgangspunt zou
den gebruiken.
HET ANTWOORD VAN HET BEL
GISCHE VOLK OP DE DEVALUA
TIE-POLITIEK.
Met 21 zetels komt de ietwat fascistisch getinte
Rex-beweging als nieuweling in het Belgische par
lement en telt m>en daarbij de Vlaamsch-nationalis-
ten, die ook een winst van 8 zetels boekten en met
16 afgevaardigden op de Kamerzetels zullen plaats
nemen, dan bezetten de, naar een dictatuur op na-=
tionale grondslag strevende, groepen thans tezamen
37 zetels, hetgeen op een totaal van 202 zetels, welke
de Belgische Kamer telt nog wel niet als gevaarlijk
voor de democratie is te beschouwen, maar indien
men let op de. winst der, ook naar dictatuur ha
kende communisten, die van 3 op 9 zetels komen,
dan is de groei van de vrienden der dictatuur toch
•wel zeer sterk.
Als allereerste oorzaak van deze „vlucht uit de
democratie" door den Belgischen kiezer is aan te
merken het totaal mislukken van de devaluatie,
waar het betreft nieuwe welvaart te scheppen voor
het volk.
Een kleine groep van bankiers is er zeker bij ge
baat geweest, maar de groote massa ziet de werk
loosheid eer toe- dan afnemen en gevoelt daarnaast
aan den lijve de belangrijke prijsstijging van vrijwel
alle eerste levensbehoeften, terwijl daarentegen de
looneii en salarissen niet of niet noemenswaard
stegen.
Men begint de onwaarachtigheid van de leuze
der devaluationisten te begrijpen, en wijt dit, te
recht of ten onrechte, aan de Katholieke en Socia
listische partijen.
Tot overmaat van ramp komen daar nog bij de
verschillende finantieele schandalen, in deze krin
gen.
Voor de Socialistische kiezers, welke beu waren
van dat gedoe, bleef dan ook slechts over te stemmen
op de communisten. Immers door over te loopen
naar de kath.-democraten kwamen deze afvalligen
van de regen in den drop daar de schandalen in dat
kamp zoo mogelijk nog érnstiger waren dan aan
socialistische zijde.
De leider der Rexbeweging, Leon Degrelle, heeft al
de schandalen, welke de politici zoo angstvallig
trachtten te verbergen, op onmeedoogenlooze wijze
blootgelegd en de schuldigen zonder pardon aan de
openbare veroordeeling prijs gegeven.
Ongetwijfeld heeft hij nuttig werk verricht door
de Augius-stal der Belgische politiek te reinigen,
maar toch heeft ook hij zich helaas, niet van over
drijving kunnen onthouden, zoodat de basis van de
Rexbeweging even ongezond moet worden geacht als
al dergelijke stroomingen, welke hun kracht zoeken
in sensatiezucht en laster.
In overeenstemming met de Belgische parlementai
re gebruiken zal de koning thans aan de socialisten,
die door de geweldige verliezen der katholieken
thans de grootste partij zijn geworden, de vorming
van een ministerie aanbieden, zoodat van der Velde
vandaag wel ten paleize zal worden ontboden.
Of dit het einde van het premierschap des hee-
ren van Zeeland beteekent is nog niet met zekerheid
te zeggen. Deze katholiek is ook in socialistische
kringen zeer gezien, zoodat het niet onmogelijk lijkt,
dat het kabinet in vrijwel ongewijzigde vorm de re
geering zal voortzetten.
HET ITALIAANSCHE KEIZERRIJK.
Rome. In de staatscourant is verschenen de wet
van 18 Mei tot instelling van het Italiaansche Keizer
rijk in Abessinië en de benoeming van Maarschalk
Badoglio tot onder-koning.
Na de vlucht van den Negus
FEL OPLAAIENDE HAAT DER
ABESSIJNSCHE KRIJGSLIEDEN
TEGEN ALLE BLANKEN.
DIREDAWA. In Mei.
TOEN in den grauwen nacht de trein met den
vluchtenden keizer vertrokken was in de
richting van Djiboeti nam de drukkende
angst, die over Dirédawa lag sedert den vo-
rigen avond, nog toe. Vele bewoners hadden dien
nacht geen oogenblik geslapen en nadat zij den
trein hadden hooren wegrijden, kwamen ze onge
rust naar buiten en vroegen, wat was geschied. De
mededeeling, dat de negus negesti inderdaad het
land had verlaten, maakte zoowel op Europeanen als
op de inlanders een verpletterenden indruk. De
Ethiopiërs wisten nu, dat de oorlog verloren was, dat
er voor hun land geen redding meer bestond. De
Europeanen begrepen, dat nu overal in het land ra
zende wanhoop en haat, niet alleen tegen de Italia
nen, maar tegen alle blanken zou losbreken.
Toen de dag aanbrak, drong het bericht van 's kei
zers vlucht ook door tot Magala, het aan de andere
zijde van de thans droog staande rivier gelegen in-
landsche deel van Dirédawa. Honderden met gewe
ren gewapende mannen kwamen vandaar om meer
zekerheid te krijgen en de houding dezer mannen
tegenover de Europeanen was niet zeer vriendelijk.
Sommigen traden zelfs uittartend op.
Uit Addis Abeba kwamen steecis verontrustender
geruchten. Overal werd geplunderd en gemoord. Lij
ken lagen langs de straten en ook waren reeds enke
le Europeanen slachtoffers geworden van de daar
heerschende anarchie en verwildering.
Te Dirédawa bevonden we ons met ons tweeën
journalisten, een Engelschman en ik. Beiden waren
we overtuigd, dat het ook te Dirédawa wel eens tot
zeer ernstige gebeui'tenissen kon komen.
Te ongeveer negen uur 's morgens kwam uit Ad
dis Abeba een extratrein aan met vluchtelingen, en
kele Europeesche vrouwen, die nog op tijd het sta
tion hadden kunnen bereiken, Zweedsche dokters en
j'ournalisten van verschillende nationaliteit. Allen
vertelden ontzettende verhalen over de voorvallen in
de Ethiopische hoofdstad, waar geen regeering meer
macht had en geen politie meer bestond. Er werd
overal geplunderd; een groot gedeelte der stad stond
in brand en langs de straten lagen lijken, die men
niet eens begroef, doch eenvoudig met benzine be
goot om ze te verbranden.
Toen na een klein half uur de extratrein in de
richting van Djibouti vertrok, ging ook de Engel
sche journalist, die zich te Dirédawa had bevon
den, mede. Ik bleef echter, daar ik nog belangrijke
gebeurtenissen verwachtte.
Ter handhaving van de orde bestonden er twee
soorten Ethiopische politie, een politie in blauwe
uniformen, opgeleid en aangevoerd door twee Fran-
sche officieren, den commandant Duriaux en den
luitenant Genevè. Deze twee officieren waren de
eenige blanken in het corps. De manschappen en
onderofficieren waren allen zwarten. Wat zouden
deze zwarte politiemannen doen indien het tot on
lusten, plunderingen, brandstichtingen en moorden
mocht komen als te Addis Abeba? Zouden ze de
zijde der plunderaarsbenden kiezen, of helpen de
orde te handhaven en de Europeanen te bescher
men? Het was twijfelachtig.
Niet te twijfelen viel echter aan de houding der
andere Ethiopische politie, die in khaki en onder
bevel van Ethiopische aanvoerders. Tucht kenden
deze mannen zoo goed als niet en ze waren afkom
stig uit de binnenlanden. Vrijwel geen hunner kon
lezen of schrijven en het was zeker, dat zij de erg
ste vijanden der Europeanen zouden blijken.
Eén zekerheid bestond er: dat was het Fransche
veiligheidsdetachement, hetwelk zich te Dirédawa
bevond.
Dit detachement was evenwel niet meer dan hon-
dcrd-en-tachtig man sterk, al waren het dan ook
allen uitgezochte mannen, dien men een zeer moei
lijke taak gerust kon toevertrouwen. Echter kon
dit detachement nooit voldoende zijn om in de ge
heele stad zekerheid te geven. Dit detachement was
aan den rand der stad ondergebracht in een kamp,
dat met loopgraven, borstweringen, draadversper
ringen versterkt was. Wapens, munitie, levensmid
delen waren er in overvloed en in dat kamp kon de
Europeesche bevolking, zoo was door het Fransche
consulaat medegedeeld, indien noodig, bescherming
zoeken.
Kleine groepen Fransche sohlaten hielden enkele
belangrijke punten bezet, o.a. het gebouw der dou
ane nabij het station, vanwaar men ook het station
kon beheerschen. Verder was er nog een post met
machinegeweren nabij de Grieksch-orthodoxe kerk,
vanwaar men een der opmarschwegen naar het
Fransche kamp bestreek.
Dien Zondag, 3 Mei, den dag, dat 's morgens in
de vroegte de keizer van Ethiopië was weggevlucht
naar Djibouti, zochten reeds vele Europeannen vei
ligheid in het Fransche kamp.
Er bestond echter nog een ander en grooter ge
vaar dan dat van plundering door de bevolking, ge
holpen en ondersteund door minstens een deel der
politie. Het was de vraag, wat er aan het front zou
gebeuren. Zouden daar de aanvoerders in staat zijn
hun troepen in de hand te houden? Zouden de Ethio
pische bevelhebbers kunnen verhinderen, dat hun
vele duizenden, gewapende krijgslieden als een wilde
stroomt erugvloeiden? Was dit niet het geval, dan
moest men rekenen met de mogelijkheid, dat Diré
dawa zou worden bedreigd door wilde horden, bij
wie de haat tegen de Italianen was geworden tot
haat tegen alle blanken.
In den namiddag kwamen de drie grootste aan
voerders van het Ethiopische leger in het zuiden,
de Ethiopische generaals Nassiboe en Makonnen,
benevens de Turksehe generaal Weheb pasja, te Di
rédawa aan. Ze hadden het voorbeeld van den kei
zer gevolgd en de vlucht genomen. Den Turkschen
generaal was dit te vergeven, den anderen niet.
De Turksehe generaal had, daar hij blank is, allen
invloed op de troepen verloren en bij den fel op-
laaienden haat der krijgslieden tegen alle blanken
had voor hem een langer verblijf aan het front zoo
iets als zelfmoord beteekend.
De vlucht dezer drie legeraanvoerders deed de
angst in de stad nog toenemen. Men stond nu voor
het gevaai', dat Dirédawa weldra zou worden aange
vallen door vele duizenden krijgslieden, stex*ke
horden zonder de minste discipline.
Dien nacht brachten vi'ijwel alle Europeanen door
in het versterkte kamp van het Fransche detache
ment. Ixi mijn hotel bleven we weder w.elbewapend
met ons drieën: de Russische hotelier, de Egyptische
dokter Farès Ibrahim Zeitoun en ik.
Maandagmoi"gen 4 Mei vertrok niettegenstaande
alles de geregelde trein van Dirédawa naar Djibouti
en deze trein was weder overvol met vluchtelingen.
Door het Fransche consulaat werd de Europeesche
bevolking gewaarschuwd, dat een ci-itiek oogenblik.
naderde en zij, die nxet de vlucht hadden genomen,
bleven binnen de versterkingen van het Fransche
kamp. Ook nu besloten de Russische hotelier, de
Egyptische dokter Farès en ik het hotel, dat we in
staat van tegenweer brachten, niet te verlaten. Mij
was in het oor gefluisterd, wat te gebeuren stond.
Fx-ansohe troepenvei'sterkingeii uit Dix-édawa wei*den
verwacht en men vreesde, dat de bevolking, gehol
pen door tenminste een deel der Ethiopische politie,
zich tegen de komst dezer tx-oepen zou veraetten.
's Morgens namen nabij het station twee groepen
Fransche soldaten, voorzien van machinegeweren,
stelling om de komst der versterkingen te dekken.
Voor hel station verzamelde zich een groote menigte
met geweren bewapende Ethiopiërs en onder hen
mengden zich vele manschappen van de Ethiopische
politie in lchaki-uniform.
De toestand werd uitermate dreigend.
Te twaalf uur bevond zich de eerste trein met Fran
sche troepenversterkingen op enkele kilometers van
Dirédawa. Op bevel van den Franschen commandant
moest hij daar voorloopig blijven wachten en dit was
buiengewoon goed gezien. Toen na twaalf uur de
warmte steeds toenam, verdwenen de meeste Ethi
opiërs met en zonder uniform om hun middagdutje
te gaan doen, zooals dat hier gewoonte isé Slechts
enkele honderden bleven bij het station verzameld.
Op dat oogenblik reed de eerste trein met Fransche
troepenversterkingen binnen. Onder de bij het sta
tion verzamelde Ethiopiërs ontstond beweging, er
steeg een vreemd gemurmel op, dat echter weldra
zweeg. Uit den trein verschenen de eerste Fransche
soldaten en het waren zwarten, Senegaleëzen.
Van verbazing vergaten de Ethiopiërs alle plannen
van tegenstand. Binnen enkele minuten hadden deze
zwarte Franschen stelling genomen en de eene trein
na den anderen reed ongehinderd binnen.
Er waren ook twee gepantserde auto's met mi-
tx*ailleuxs medegekomen en nadat ruim achthonderd
man uit verschillende treinen waren uitgestegen, was
voorloopig het gevaar geweken, ten minste het ge
vaar voor plundering door elementen binnen de stad.
Dat van een aanval door deelen van het terugstroo-
mende, gedemox-aliseerde, hongerende Ethiopische le
ger van het zuidfront bleef bestaan.
J. K. BREDERODE.
ZANGHULDE EN DÉFILÉ OP DEN
DAM VAN 16000 PERSONEN.
De zanghulde, door het Centraal Comité van
Oranje- en Nationale Organisaties te Amsterdam ge
organiseerd, ter gelegenheid van het Koninklijk be
zoek aan de hoofdstad, is eexi nieuwe grootsche be
tooging geworden van trouw aan het vorstenhuis en
oranjeliefde, waaraan naar schatting meer dan 16.000
personen hebben deelgenomen en die is geëindigd
met een défilé, dat meer dan een uur langs het ko
ninklijk paleis is getrokken om Koningin en Prinses,
die al dien tijd op het balcon van liet paleis ston
den, hartelijk toe te juichen.
De paleis-afzetting trok zich toen dichter naar het
paleis terug, om de daarachter staande menigte in
de gelegenheid te stellen, het paleis te naderen. De
menigte drong naar voren en bleef juichen en roepen
om de Koningin te zien, die tegen kwart voor elf
nogmaals met de Prinses op het balcon verscheen en
met luid gejuich werd begroet, waarvoor zij hartelijk
dankten, waaraa moeder en dochter zich in het paleis
terugtrokken.
Een N.S.B.-incident.
Hoewel het de huldiging als zoodanig niet ge
schaad heeft valt het te betreuren dat het einde
van de betooging op den Dam verstoord is door een
wanklank, die veroorzaakt werd door een kort en
overigens niet ernstig incident. Terwijl de politie de
afzetting ophief en het publiek naar voren stormde
om Koningin en Prinses nogmaals op het balcon te
zien verschijnen, drong zich uit de richting van de
Kalverstraat een bepaalde groep naar voren, met
uitgestrekte rechterarm en luid „houzee"-roepend.
Aangezien reeds eerder te kennen was gegeven, dat
men zich van politieke demonstraties van bepaalde
strekking diende te onthouden, maakte de politie
hier snel een einde aan door de betrokken groep
onmiddellijk terug te dringen, waarbij van den gum
mistok moest worden gebruik gemaakt. Toen even
later de menigte het Wilhelmus inzette, zagen deze
lieden opnieuw een kans om te demonstreei'en door
in gesloten formatie met demonstratief geheven
arm vooraan te gaan staan, waarop eenige politie
ruiters en agenten te voet met den gummistok deze
betoogers uit elkaar joeg.
Jeruzalem 25 Mei De toestand te Gaza werd
heden zoo ernstig, dat de Britsche families van
uit hun woningen moesten worden overgebracht
naar de centrdie politiekazerne. Tijdens de over
brenging werd een soldaat door een kogel ge
wond. De Arabische menigte richtte barricades
op en wierp met steeneri naar de politie en trach-
te verder de telegrafische en telefonische ver
bindingen en de spoorwegverbinding af te snij
den. De politieagenten losten een salvo, waarbij
een Arabier gedood werd. Er werden nieuws
troepen met gepantserde auto's naar de oproe
rige streek gezonden. Thans wordt bevestigd, dat
Zondagavond tijdens een patrouilletocht. werd 'n
Schotsche soldaat te Nablus gewond. Men spreekt
echter het bericht, dat een Engelsch soldaat tij
dens een aanval op de gevangenis van Noeelheim
zou zijn gedood, tegen.
Twee Arabieren gearresteerd
Volgens de officieele rapporten zijn twee Ara
bieren gearresteerd bij een poging om een bosch
in brand te steken.
Herhaaldelijk worden bommen geworpen en
worden schoten met de politie gewisseld.
REGEERINGSPARTIJEN PLEGEN
REEDS OVERLEG.
Na afloop van den Belgischen ministerraad heden,
zal minister-president Van Zeeland het ontslag van
het Kabinet bij den Koning indienen.
Voor de verkiezingen zijn de drie partijen in de
regeering, de socialisten, katholieken en liberalen
overeengekomen onder leiding van Van Zeeland te
blijven samenwerken, doch nu de socialisten zeven
zetels meer hebben in de nieuwe kamer dan de ka
tholieken en dus de grootste partij zijn geworden,
moet de Koning, overeenkomstig parlementair ge-
bi'uik, de macht aan Van der Velde aanbieden.
Onder de socialisten bestaat een sterke strooming
van Zeeland, voor wien zij veel sympathie hebben,
te handhaven. Het is derhalve nog niet mogelijk om
te zeggen of Van Zeeland, dan wel Van der Velde
een nieuw kabinet zal vormen. In politieke kringen
gelooft men dat Van Zeeland premier zal blijven.
Zeker is, dat ten aanzien van de oppositie van
rexisten, communisten en frontisten, de regeering
van de drie partijen zal blijven. Dit blok heeft 156
stemmen van de 202 in de Kamer.
Men vreest, dat de rexisten een sterke obstructie
in de Kamer zullen voeren en dat zij zullen pogen
gedeeltelijke verkiezingen uit te lokken, door hun
leider te doen aftreden. Zoo legt men de woorden
van den leider, Leon Degrelle, uit, die heeft gezegd:
„Dit is nog slechts een begin, voor ons, rexisten, be
gint de verkiezingscampagne eerst 25 Mei."