De samenvoeging van
Callantsoog en Zijpe.
Nevenraad met algemeene
stemmen er tegen.
Donderdag 4 Juni 1936.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9990
Te hooge ramingen, in strijd met de werkelijkheid.
Het groote aantal stemmen op de S.D.A.P. kan
voor de regeering aanleiding zijn, de beide gemeen
ten te vereenigen, aldus Mr. Breebaart. Een grapje
dat niet als een grapje mocht worden opgevat, maar
een afdoende verklaring eischt.
(Vervolg.)
De geheime zitting van den Callants-
ooger Raad.
Bestrijding van de 16 punten.
Door den heer De Haan wordt dan gelezen het
advies dat met algemeene stemmen door den Ne
venraad is vastgesteld en dat begint met de volgende
Inleiding.
De Raad der gemeente Callantsoog nam op 18 April
1935 het besluit Gedeputeerde Staten van Noordhol
land te verzoeken:
„die stappen te willen doen, welke er toe kunnen
„leiden een nader oordeel uit te spreken ten aan
dien van een mogelijke vereeniging der gemeen-
„ten Zijpe en Callantsoog door overeenkomstig
„artikel 158 der gemeentewet een daartoe strek-
„kend voorstel van wet voor te dragen."
In de allereerste plaats wenschen wij op te merken,
dat een zoodanig besluit van zóó groote beteekenis
is, dat de bevolking dezer gemeente had mogen ver
wachten, dat het niet achter de ruggen der ingeze
tenen, om .-maar in volle openbaarheid zou zijn tot,
stand gekomen. Dit besluit ongetwijfeld het. be
langrijkste, dat een gemeenteraad ooit nemen kan,
omdat het om het voortbestaan der gemeente zelve
gaat werd genomen in één enkele haastig bij elkan
der geroepen geheime avondvergadering, waardoor
de beraadslagingen geheel aan de controle der open
bare meening werden onttrokken. De ingezetenen
vragen zich af, waarom over deze aangelegenheid in
een „onderonsje" beraadslaagd moest worden, waar
om de besprekingen hierover niet in het volle licht
der openbaarheid werden gesteld, en vooral, waarom
over dit punt in diezelfde geheime vergadering ook
reeds een besluit moest worden genomen in plaats
van in een volgende vergadering, nadat de raadsleden
gelegenheid zouden hebben gehad over deze belang
rijke zaak rustig hun gedachten te laten gaan. Zij
zouden dan in staat zijn gesteld in die volgende ver
gadering met een wel overwogen en bezonnen oordeel
yoor den dag te kunnen komen.
Waar de Wetgever de vereeniging van gemeenten
zoo hoog heeft aangeslagen, dat de ingezetenen kun
nen worden geroepen zich hierover uit te spreken
door middel van een commissie uit de ingezetenen,
daar had naar onze meening reeds van den aanvang
af alle geheimzinnigheid vermeden moeten worden.
De ingezetenen geraakten nu alleen met het besluit
bekend en wel door publicatie in de pers. In een
der bladen ging daaraan de volgende mededeeling
vooraf: „Van een Donderdag j.1. gehouden vergade
ring van den Raad der gemeente Callantsoog, waar
van wij als Pers geen mededeeling hebben ontvangen
en onze tegenwoordigheid dus blijkbaar ongewenscht
was, ontvingen wij het volgende communiqué, met
verzoek tot plaatsing." Op deze wijze werd de be
volking onzer gemeente in kennis gesteld met dit zoo
belangrijk besluit harer vertegenwoordiging als re
sultaat van de geheime besprekingen.
Blijkens het verslag in de Schager Courant van
de vergadering van den „Nevenraad" van Zijpe op 27
April 1936, moet de heer Breebaart reeds dadelijk
toen de samenvoeging ter sprake kwam als Burge
meester van Callantsoog, gezegd hebben, dat hier de
kwestie van vertrouwen bij kwam. Juist terwille
van dit vertrouwen had dit geheimzinnige gedoe van
den Raad onzer gemeente achterwege moeten blijven,
had daarop althans een openbare vergadering moeten
volgen om in die vergadering tot een besluit te ge
raken. Hoe wil zoo'n geheime vergadering den inwo
ners onzer gemeente vertrouwen kunnen inboezemen
ten aanzien van een zoo belangrijke-zaak! Wanneer
de heer Breebaart toen reeds zoo doordrongen was
van de noodzaak, dat vertrouwen in deze aangelegen
heid moest worden gesteld, dan had hij als Voorzitter
van den Raad dezer gemeente er in de allereerste
plaats voor moeten vechten, dat de Raad dit besluit
niet in één enkele en dan nog wel geheime vergade
ring zou nemen. Dan had hij den Raad met klem
moeten aanbevelen de idéé der samenvoeging eerst
eens rustig te overdenken om in een volgende open
bare vergadering daarover- een beslissing te nemen.
Zoo'n handelwijze zou vertrouwen hebben ingeboe
zemd.
r In de overwegingen tot het raadsbesluit worden 16
punten genoemd, die blijkbaar dienst moeten doen
om de vereeniging aannemelijk te maken. Dat met
recht van een onbezonnen handelwijze mag worden
gesproken, blijkt ook wel hieruit, dat enkele raads
leden na de bewuste geheime vergadering beweer
den tot de totstandkoming van het besluit alleen te
hebben medegewerkt, omdat het slechts een verzoek
behelsde een voorloopig onderzoek naar de mogelijk
heid en wenschelijkheid van vereeniging in te stel
len Doch waarom dan, zoo vragen wij ons af, dit
raadsbesluit zoodanig in te kleeden, dat het vooraf
gegaan wordt door een zestiental argumenten, die bij
hoogere autoriteiten den indruk konden wekken en
waarschijnlijk ook hebben gedaan, dat de Raad reeds
de vereeniging wenscht?
Wij zijn daarom van meening zeer zeker namens
het overgroote deel der kiesgerechtigde inwoners on
zer gemeente te handelen, indien wij ons oordeel om
went den inhoud van het raadsbesluit laten vooraf
gaan door een krachtig protest tegen de wijze, waar
op het tot stand gekomen is.
Daar het plan tot vereeniging van de beide gemeen
ten officieel zijn oorsprong vond in dit raadsbesluit,
zullen wij in de eerste plaats de in dit besluit ge
noemde argumenten aan een beschouwing onderwer
pen, waarvan het resultaat zal worden vastgelegd in
Hoofdstuk I.
Daarna zullen wij het rapport van de dagelijksche
besturen der beide gemeenten, vastgesteld in hun ge
meenschappelijke vergadering van 1 Augustus 1935
(in het vervolg te noemen „het rapport") beoordee-
len. De opmerkingen naar aanleiding daarvan worden
opgenomen in Hoofdstuk II.
HOOFDSTUK I.
Beschouwingen over de argumenten van den Raad
der Gemeente Callantsoog, vermeld in zijn
besluit van 18 April 1935.
Inleidend argument:
„Door de benoeming van den burgemeester van
„Callantsoog tot burgemeester van Zijpe is het
„gewenscht een mogelijke samenvoeging van de
„aangren^QPflc gejpeeu,t£n ,^ijpeeb,0Call^ptsoog
„nader onder de oogen te zien".
Wij kunnen niet inzien, dat de benoeming van een!
burgemeester tot dien eener veel grootere grensge-.
meente zoo'n gunstig moment is om op grond daar
van de mogelijkheid onder de oogen te zien deze ge
meenten samen te voegen, of waar het in dit geval;
practisch op neerkomt, de veel kleinere gemeente opj
te doen gaan in de veel grootere en daardoor de be-j
volking van deze voormalige kleine gemeente slechts
weinig medezeggenschap latende over het wel en wee
van dit grondgebied. Integendeel, wij achten dit mo-j
ment voor een volkomen onpartijdige behandeling
van deze zaak juist zeer slecht gekozen, omdat onze
voormalige burgemeester (thans dus burgemeester'
van Zijpe), die een groot voorstander van verééni-,
ging, der beide gemeenten is, hierdoor in staat wérd'
gesteld uit hoofde van zijn positie als burgemeester
van Zijpe en secretaris van Callantsoog in beide ge
meenteraden en in beide colleges van burgemeester
en wethouders de vereeniging te bepleiten, waardoor
deze zaak, omdat niemand volkomen onpartijdig
kan denken en de wensch de vader der gedachten is,,
niet anders dan te eenzijdig belicht kon worden.
Naar onze meening behooren gewichtiger rede
nen dan eventueele besparing van wachtgeld de
aanleiding te zijn om de opheffing van de zelfstan
digheid eener gemeente of wijziging van de gemeen
telijke grenzen in overweging te nemen, redenen,
welke tenslotte dergelijke maatregelen noodzake
lijk maken, b.v. door uitbreiding der bebouwing op
zoodanige wijze, dat de bebouwde kom van de eene
gemeente zich voortzet op het gebied der andere
gemeente;
omdat de eene gemeente met de andere feitelijk
reeds één is geworden, zoodat zij daaraan moet
worden toegevoegd;
omdat gevreesd moet worden dat een gemeente
financieel onmachtig zal blijven in haar eigen huis
houding te voorzien en in de toekomst steeds een
schip van bijleg voor den Staat zou zijn.
Van geen dezer of andere noodzakelijkheden wordt
in het raadsbesluit gerept. Zij bestaan ook niet.
Zelfs is Callantsoog tengevolge van de economische
inzinking nog niet noodlijdend geworden. Integen
deel de gemeenterekening 1934 sloot met een batig
saldo van f4384,38 op clen gewonen dienst, en ook
de gemeenterekening 1935 zal ongetwijfeld met een
flink batig slot sluiten. Callantsoog verkeert boven
dien in verschillende gunstige vooruitzichten en om
standigheden, zooals nader in den loop van ons oor
deel zal worden aangetoond.
Argument 1. Beide gemeenten vormen tezamen geen
„op zichzelf staande historisch geworden eenhe-
„den, daar de gemeente Zijpe bestaat uit een
„aantal min of meer los van elkaar staande ge
meenschappen, wat met de gemeente Callants-
„oog in zekeren zin eveneens het geval is."
Wij wileln geen oordeel uitspreken over de eenheid
der gemeente Zijpe, doch indien zij reeds uit een
aantal min of meer los van elkaar staande dorpsge
meenschappen is gevormd (het College van burge
meester en wethouders van Zijpe leken de argumen
ten van den raad onzer gemeente en dus ook dit ar
gument, weinig aanvechtbaar volgens bladz. 1 van
„het rapport") en dus het saamhoorigheidsgevoel van
de inwoners van Zijpe wel iets te wenschen zou moe
ten overlaten, dan zou het naar onze meening vol
komen verkeerd zijn aan de gemeente Zijpe nog
meer grondgebied toe te voegen. Daardoor ontstaat
het gevaar, dat het nieuw te vormen gebied geen
„gemeente" zou zijn in de eigenlijke beteekenis van
het woord. Dit gebied tfou in werkelijkheid geen
g eh e e 1 vormen, omdat het saamhoorigheidsgevoel
der bewoners, het gevoel van bij elkander te behoo-
j ren, zou ontbreken in dit te uitgestrekte gebied.
Want hoe kan «saamhoorigheidsgevoel" in het nieuw
te vormen gebied worden verondersteld, indien de
gemeente Zijpe nu reeds uit min of meer los van
elkander staande dorpsgemeenschappen is gevormd
en de uitgestrektheid dier gemeente dus thans reeds
het gevoel van nabuurschap van haar onderdeelen
in gevaar zal brengen. Hoe dit ook zij, zeker is dat
geen enkel deel der gemeente Callantsoog banden
met saamhoorigheid bezit met de gemeente Zijpe.
Dat Callantsoog evenwel geen historisch ge
worden eenheid zou vormen, moeten wij ten stel
ligste, ontkennen, Zoo er een gemeente is die histo
risch tot een eenheid is gegroeid, dan is het Cal
lantsoog. Reeds in de 11e eeuw wordt „Callinge"
(later Callantsoog) in officieele stukken genoemd,
het werd later een vrije heerlijkheid (13281658 van
de Heeren van Brederode) en de tegenwoordige ge
meente is territoriaal uit deze heerlijkheid gespro
ten. Hetgeen in den loop van negen eeuwen is ge
groeid mag zeker wel op het begrip „historisch
geworden eenheid" aanspraak maken.
Argument 2. „De tegenwoordige gemeente Cal-
„lantsoog heeft integendeel in het begin der 19e
„eeuw deel uitgemaakt van het grondgebied der
„gemeente Zijpe".
Het woordje „integendeel" wijst er op, dat dit mo
tief moet dienen om des te meer te laten uitko
men dat ten aanzien van Callantsoog niet van een
historisch geworden eenheid mag worden gesproken.
Toch is dit woordje „integendeel" geheel niet op zijn
plaats. Er bestaan van Callantsoog archiefstukken
van 17421816 (memoriaal der resolutiën bij de Hee
ren der vrije heerlijkheid Callantsoog), 18151828,
1831, 1832, 1833-1839 en 1840—1849 (rekeningen en
verantwoordingen van rentmeesters der heerlijkheid
Callantsoogi die er op wijzen, dat zoo Callantsoog
in het begin der 19e eeuw tijdens den op velerlei
gebied verandering brengenden tijd van Napoleon al
deel mocht hebben uitgemaakt van de gemeente
Zijpe, het zich toch als eenheid zoo krachtig wist
te handhaven, dat de vorming tot een eigen ge
meente ongetwijfeld daarin haar oorzaak heeft ge
vonden.
Argument 3. „Beide gemeenten hebben een gelijk
soortige bevolking zoowel in geestelijK als in
„economisch opzicht", en
Argument 4. „De geografische ligging van beide
„gemeenten is zoodanig, dat zij ook m dit op-
„zicht een afgerond geheel zouden kunnen vor-
„men"
Dit kunnen naar onze meening geen argumenten
zijn, tot samenvoeging van twee gemeenten, want
het zou ongetwijfeld niet moeilijk vallen hetzelfde
te beweren van andere gemeenten met nug gelijksoor-
tiger bevolking en met een nog meer afgerond ge
heel, ten aanzien waarvan niet aan vereeniging
wordt gedacht.
Voor zoover deze argumenten niettemin nog eenig
gewicht in de schaal mochten werpen, wijzen wij op
het volgende:
a. de bevolking der gemeente Callantsoog is voor
een groot deel woonachtig in de kustplaatsen Cal
lantsoog en Groote Keeten en het bestaan van velen
is min of meer nauw verbonden met de kust; een
belangrijk verschil dus met het overgroote deel van
de bevolking der gemeente Zijpe, die slechts in het
nog niet lang geleden toegevoegde gedeelte Petten
een kleine soortgelijke categorie bezit, uitmakende
slechts een zeer gering gedeelte van de bevolking
der gemeente Zijpe;
b. een deel van de bevolking van Koegras heeft
gemeenschappelijke economische belangen met be
woners van het gelijknamige gedeelte der gemeente
Den Helder, omdat beide gedeelten tezamen den pol
der Koegras vormen;
c. de gemeenten Callantsoog en Zijpe zijn zeer
duidelijk van elkander gescheiden door een regel
matig loopende grens, gevormd door duinen, dijk en
kanaal, zoodat het grondgebied van de eene gemeen
te nergens springt in dat van de andere;
d. de gemeente Zijpe, groot 7304 H.A., bezit in
haar lengte reeds een aanzienlijke uitgestrektheid en
uitbreiding van haar grondgebied met dat van Cal
lantsoog \groot 2859 H.A.), en dus ook met het ge
deelte Koegras—Callantsoog, zou het nadeel eener
dergelijke uitgestrektheid nog belangrijk vergrooten;
e. bij vereeniging van beide genieenten wordt
naar ons oordeel niet zoo n afgerond geheel verkre
gen als argument 4 zou doen vermoeden, temeer
niet, omdat voor een juiste beoordeeling daarvan
niet uit het. oog moet worden verloren, dat het
duingebied tusschen Petten en Callantsoog (waarin
het Zwanenwater is gelegen), geen bewoners telt en
de gemeentelijke bemoeiingen ten aanzien daarvan
zoo goed als nihiJ zijn;
f. het feit valt niet te ontkennen of te negeeren,
dat de ingezetenen onzer gemeente bij vereeniging
steeds het ongerief zullen ondervinden zich voor
allerlei zaken naar het vee) verder gelegen raads
huis te Schagerbrug moeten begeven, af moge dan
ook bij eventueele vereeniging net voornemen be
staan (welk voornemen misschien aanvankelijk zou
worden verwezenlijkt) dit bezwaar ten deele te on
dervangen door handhaving van het dorp Callants
oog als standplaats van den gemeenteveldwachter
bode, en het houden van zitdagen in de voormalige
gemeente Callantsoog door den gemeente-ontvanger
en den agent der arbeidsbemiddeling. Bovendien
wie zal den inwoners van Callantsoog garandeeren
dat hieraan in de toekomst de hand zal worden be
houden.
Argument 5. „Voorheen hadden beide gemeenten
„één burgemeester en één secretaris".
Dit is waar, doch het is in onze gemeente van al
gemeene bekendheid, dat de bevolking naar -een
eigen burgemeester verlangde, en het feit, dat zij
gedurende de jaren, waarin het zielental van beide
gemeenten deze combinatie nog zou hebben ver
oorloofd, toch eigen burgemeesters heeft gekregen,
levert o.i. voldoende bewijs, dat haar verlangen ge-
rechtvaardigd was.
Argument 6. „In beide gemeenten zijn thans nog
„gemeenschappelijke ambtenaren of andere
„functionarissen werkzaam:
„a. de gemeentegeneesheer van Noord-Zijpe en
«Callantsoog.
„b. de gemeente-opzichter, belast met het
„bouw- en woningtoezicht.
„c. de notaris voor Zijpe en Callantsoog" en
Argument 7. „Verschillende plaatselijke vereeni-
„gingen strekken zich over beide gemeenten uit:
„a. de afd. Zijpe-Callantsoog N.H. Ver. „Het
„Witte Kruis".
„b. de afd. Zijpe-Callantsoog Holl. Mij. van
„Landbouw.
„c. de Vereeniging Noord-Zijp& en Callantsoog
„voor ziekenhuisverpleging".
Deze naar onze meening gelukkige verschijnselen
doen zich in den een of anderen vorm vrij alge
meen voor ten aanzien van aan elkander grenzende
gemeenten. Daaraan mogen geen redenen ontleend
worden die gemeenten nu maar te vereenigen. Inte
gendeel het bewijst juist, dat samenwerking zonder
vereeniging zeer goed mogelijk is.
Niettemin zijn de gemeentegeneesheer van Noord-
Zijpe en Callantsoog en do gemeente-opzichter van
Zijpe en Callantsoog geen gemeenschappelijke amb
tenaren, zooals in argument 6 staat vermeld, doch
wordt elk dezer betrekkingen, waarin iedere ge
meente afzonderlijk voorziet, momenteel door den
zelfden persoon bekleed.
Het is in geen enkel opzicht nog noodig gebleken,
dat de gemeentebesturen van Zijpe en Callantsoog
tezamen een of andere gemeenschappelijke regeling
moesten treffen met toepassing van de wettelijke
bepalingen betreffende de samenwerking van gemeen
ten. Mochten in de toekomst gemeenschappelijke
belangen ontstaan dan kunnen eerst de wettelijke
bepalingen toch nog te hulp worden geroepen om
deze gemeenschappelijke belangen te behartigen.
Het lot geen notaris binnen hare grenzen gevestigd
te hebben, deelt Callantsoog met nog 76 van de 126
gemeenten in Noordholland.
Mede in verband met deze argumenten wijzen wij
er op:
a. dat de gemeente Callantsoog gerechtelijk is in
gedeeld bij Jiet Kanton Den Helder, hetgeen juist is
omdat Den Helder voor de inwoners van Callantsoog
veel gemakkelijker is te bereiken dan Alkmaar, ter
wijl de gemeente Zijpe tot. het kanton Alkmaar be
hoort;
b. dat Callantsoog behoort tot de stelling Den Hel
der; Zijpe niet;
c. dat Callantsoog met de gemeenten Den Hel
der, Texel, Anna Paulowna, en Wieringen een ge-
meenschappelijken zeer goed werkenden schoolart-
sendienst bezit;
d. dat Callantsoog is toegetreden tot het Depar
tement Den Helder en omstreken van de Maatschappij
voor Nijverheid en Handel;"
ornstandighpóen dus, waarin Callantsoog,een ge
heel andere positie inneemt dan Zijpe;
e. dat Callantsoog voor uitgebreid lager onderwijs,
middelbaar onderwijs en nijverheidsonderwijs is aan
gewezen op de gemeenten Den Helder, Schagen en
Alkmaar en in dit opzicht van de gemeente Zijpe
geen enkel profijt kan hebben omdat dergelijke in
richtingen van onderwijs in die gemeente niet voor
komen;
f. dat Callantsoog ook op geen enkel ander ge
bied leeft ten koste van of parasiteert op de gemeente
Zijpe.
Argument 8.
„De gedeelten der gemeente Callantsoog, ge-
„naamd „Groote Keeten'' en „Koegras", behooren
„tot de postbestelling 't Zand, gemeente Zijpe."
Men kan dit argument moeilijk ernstig beschou
wen. Het betreft hier slechts een doelmatigheidsmaat
regel van den Dienst der Posterijen, omdat 't Zand nu
eenmaal voor het daaromheen liggend gebied voor
den P.T.T. dienst gunstig is gelegen. Het feit, dat
Groote Keeten, Koegras en 'tZand door dezelfde brie
venbestellers worden bediend, zal deze gedeelten toch
niet nader tot elkander brengen.
Argument 9.
„Het dorp Groote Keeten sluit zich meer aan bij
,,'t Zand dan bij het dorp Callantsoog."
Deze bewering is volkomen uit de lucht gegrepen.
De bevolking van 't Zand is overwegend Roomsch-
Katholiek; de bevolking van Groote Keeten evenals
die van Callantsoog is nagenoeg geheel Protestant of
behoort niet in Kerkelijk verband. Callantsoog en
Groote Keeten zijn beiden aan de kust gelegen; de
afstand tusschen Groote Keeten en 't Zand is grooter
dan tusschen Groote Keeten en Callantsoog. Boven
dien, zijn laatstgenoemde plaatsen door den autobus-
dienst Den HelderSchagen (waarvan de onderne
ming te Groote Keeten is gevestigd) met elkander ver
bonden.
Tusschen Groote Keeten en 't Zand is geen bus
verbinding. Een goede verkeersweg langs den voet
der duinen verbindt Callantsoog rechtstreeks met
Groote Keeten.
Argument 10. „Het R.K. gedeelte der geheele be
volking sluit zich meer aan bij 't Zand dan bij
„Callantsoog, omdat het behoort tot de Parochie
,,'t Zand".
Door de grootte van dit deel der bevolking niet te
noemen werkt dit argument reeds misleidend. Bij
de Statenverkiezing in April 1935 werden 51 stem
men op de R.K. Staatspartij uitgebracht en 3 stem
men op de R.K. Dem. Partij tezamen 54 of nog een
11 van de 492 geldige stemmen. Het spreekt ove
rigens vanzelf, dat voor dit gedeelte geen eigen
Parochie in het leven kan worden geroepen en de
Parochie 't Zand daarom tevens het grondgebied der
gemeente Callantsoog moet omvatten. Bij samenvoe
ging der gemeenten Zijpe en Callantsoog zou hierin
geen enkele verandering komen. Het zal de R.K.
bevolking van Callantsoog daarom niet uitmaken
of de Parochie 't Zand thans over twee gemeenten
is verspreid, of in haar geheel deel uitmaakt van
het grondgebied van één gemeente, omdat samen
voeging der gemeenten Zijpe en Callantsoog in haar
kerkelijke positie geen enkele verandering zou bren
gen.
Argument 11. „Het dorp Callantsoog ontwikkelt zich
„vooral in de laatste jaren sterk als badplaats,
„doch is daarvoor in een wat haar inwonertal
«betreft te kleine gemeente gelegen, zich krach-