„tig te kunnen ontplooien, terwijl Zijpc twee
„badplaatsjes liccft, n.1. "Petten van een reeds
„toenemende beteekenis en Sint Maartenszee
„vaurgaringcr beteekenis en beide met een gc-
„hccl ander karakter dan Callantsoog."
Dit punt komt dus hierop neer: Callantsoog telt te
weinig inwoners om zich als badplaats krachtig te
kunnen ontwikkelen. Voor deze ontplooiing worden
door den Raad van Callantsoog de inwoners der
gemeente Zijpc te hulp geroepen. Misschien wordt
gedacht: meer inwoners geeft meer draagkracht; kan
meer belasting in de gemeentelijke schatkist geven
en grooter mogelijkheid bieden tot ontplooiing van
de badplaatsen. Want.de omstandigheid alleen, dat
Callantsoog in een grootere gemeente komt te lig
gen, brengt de badplaats geen stap voorwaarts. Dc
plaats Callantsoog behoudt hetzelfde achterland. Het
dagbezoek zal alleen toenemen, indien dc bevolking
van dit achterland toeneemt. Het zijn dus overwe
gingen van financieelcn aard geweest, die dit ar
gument in het leven hebben geroepen.
Wij zijn evenwel van oordeel, dat de Raad onzer
gemeente in dit opzicht te hoog gespannen verwach
tingen heeft gekoesterd. Er wordt n.1. uit het oog
verloren, dat in de gemeente Callantsoog verhou
dingsgewijs een veel grooter gedeelte der bevol
king belang hoeft bij de ontwikkeling van het bad
leven dan in do vereenigde gemeenten voor de bad
plaatsen Callantsoog en Pelten tezamen. Callantsoog
telt momenteel zoo ongeveer 200 inwoners, die in
meer of mindere mate bij deze ontwikkeling belang
hebben of van de totale bevolking, bedragende 1050
zielen, ruim 10 Het badleven te Pelten zal nim
mer dien omvang bereiken als te Callantsoog, omdat
liet dorp Petten voor zijne ontwikkeling tot hadplaats
ten opzichte van zijn aanmerkelijk noordelijker aan
vangend strand nu eenmaal buitengewoon ongun
stig is gelegen achter den Hondsbosschen Zeedijk.
Gesteld evenwel, dat het aantal hij het badleven be
lang hebbende bewoners van Zijne toch nog 100 be
draagt, don zou dus bij vereoniging van heide ge
meenten (Zijpc telt ongeveer 5450 inwoners) het
200 100
-is 300/G500 gedeelte der gezamen-
1050 5450
liike bevolking belang hebben bij bet badleven of
slechts ruim 4.6 dier bevolking, terwijl dit voor
dc gemeente Callantsoog alleen ruim 19 van bare
bevolking bedraagt.
Hot spreekt dus vanzelf, dat de nieuwe gemeente
zich voor de ontwikkeling der badplaatsen nu
daarbij nog geen 5 der bevolking belang zou
hebben slechts in geringe mate' financieele offers
z.al getroosten cn zoo zij dit in'ruimer male deed. de
belangen der overige groenen der bevolking te kort
zou doch, omdat alle doelen der gemeente recht
hebben op dezelfde toewijding cn niet het eene deel
meer dan het andere.
Men kan toch niet veronderstellen, dat dc Raad
der nieuwe gemeente die natuurlijk in grootc
meerderheid uit vertegenwoordigers van de oude
gemeente Zijpc (die van oudsher haar hoofdbestaan
gevonden heeft in iandbouw en veeteelt"» zou blijven
samengesteld zich voor het dorp Callantsoog in
die mate zou intcresseercn, dat zij de oorspronkelij
ke in aantal ver overwegende bevolking van de
oude gemeente Zijpe', ten achter zou stellen. (Hoewel
on bladzijde 37 van „het rapnórt" staat vermeld, dat
hij vereen iging der gemeenten ..een grootere ge
meente dus met wat ruimere middelen de ontwik
keling der badplaatsen kan bevorderen", blijkt uit
de gecombineerde raming op volgnummer 340 van
dat rapport van deze bevordering dier ontwikkeling
nog niet veel. De gemeente Callantsoog stelde alleen
reeds f 100 beschikbaar voor de bevordering van liet
vreemdelingenverkeer, welk bedrag voor de ver
eenigde 'gemeente wordt geraamd pn f 117.50, zijnde
het meerdere" of 117.50 voöf4tler VA'.V. te Fo'Vei^' wel
ke vereoniging tot heden nog niets-genoot. Van „wat
ruimere middelen", is hierin nog weinig te hespen
ren. Integendeel profiteert de gemeente Zijpe vol
gens de gemeenschappelijke begrooting wel van dc
belangrijke inkomsten die Callantsoog als badplaats
in toenemende mate geniet en brengt de vereoniging
bladzijde 06 van ..hot rapport" „voor do tegen
woordige gemeente Zijpe het voordeel mede. dat zij
zonder kostenverhoocpnn tevens aangesloten zal zijn
hij de Commissie voor de Noordzeebad nlaatsen, wel
ke de propaganda sneciael voor de Nederlandsche
badplaatsen, verzorgt". Dat volgens bladzijde 37 van
„het Rapport" „slechts door enkele ingezetenen uit
de gemeente Zijne iets aan het vreemdeüngenbezoek
aan Petten en Sint Maartenszeo wordt verdiend en
door de gemeente rechtstreeks volgens de beemoting
heelemaal niets" is toch geen argument om blijkbaar
mode daarom de gemeente Callantsoog haar zelf
standigheid te ontnemen).
Wij zijn van meening, dat bij vereeniging van
heide gemeenten de niemve Raad ook tot voren
genoemd inzicht zal komen met het gevolg, dat de
badplaats Callantsoog voor haar ontwikkeling en
vooruitgang eerder minder darr-tneer, althans niet
meer financieelcn steun van de nieuwe gemeente
zal ontvangen.
Hot is onze stellige "overtuiging, dat Callantsoog
ook de ontwikkeling van haar badplaats heel goed
zelf kan bevorderen en daarvoor beter baas in eigen
huis kan blijven, temeer omdat door de uitgifte van
terreinen voor zomerwoningen de gemeente thans
reeds aardige in de toekomst nog belangrijk toene
mende (zie de toelichting on hladz. 40 van „het
Rapport." op volgnummer 187) baten ontvangt, over
welker bestemming zij nu nog zelf kan beschikken.
Callantsoog geniet dus reeds het voorrecht, dat zij
de draagkracht, die zij als kleine gemeente mis
schien minder mocht bezitten dan een grootere ge
meente. uit déze haten belangrijk kan aanvullen, zon
mede door de heffing van een woonforensenbelasting
en staangelden op hot strand.
Blijkens „hot Rapport" heeft Callantsoog het voor
uitzicht uit deze bronnen van inkomsten bruto tc
kunnen genieten:
post 175 (bladz. 35) staangelden op het strand
f 159. Tarieven zijn thans verdubbeld dus f 300.
post 1S7 (bladz. 401 Cijnzen en erfpachten. Voor
1935 geraamd f459 28. (Evenwel ontvangen
f925.80). In de toekomst kan de geraamde
opbrengst met f700 verhoogd worden. Naar
de raming '35 dus te stellen op f 1159.28.
Waar do wérkelijke ontvangst 1935 zoó
zeer de raming 1935 overtrof zal f 1150.28
wel tc laag zijn en schatten wij dit; op f1500.
post 357 (bladz. 69) Woonforensenbelasting,
kohier 1935 bedraagt f 362.50
Totaal f 2162.50
ongeacht de pcrsoneelc belasting cn grondbelasting,
die in verband met de vele zomerwoningen voor
namelijk door niet-ingezetenen wordt betaald (Zie
hladz, 40 van ,,'t Rapport") en de gemeentefondsbelas
ting, die door ingezetenen meer wordt betaald als
gevolg van huh inkomsten uit het vreemdelingen
verkeer. Deze nis gevolg van het vreemdelingenver
keer meerdere belasting Is wel is waar niet te schat
ten, maar zij is ongetwijfeld nog wel van beteeke
nis. Daar ook de forensenbelasting zal toenemen
met de uitbreiding van het aantal zomerwoningen,
achten wij het niet overdreven, indien wij het toe
komslig voordoel voor de gemeente Callantsoog uit
haar badplaats bruto op f2500 per jaar schatten.
Callantsoog heeft bewezen dc ontwikkeling van
zijn hadplaats zelf zeer goed tc kunnen bevorderen
en dat zij op den goeden weg is. was ook de meening
van den vroegeren Burgemeester van Callantsoog.
Mr. Breebaart, (thans Burgemeester van Zijpc). die
in zijn nieuwjaarsrede, uitgesproken in de raads
vergadering van 8 Februari 1935 't volgende zeide:
„Wat is dan thans de taak van ons ge
meentebestuur? In de eerste plaats onder aan
passing aan dc gewijzigde omstandigheden zoo-
„vecl mogelijk ideëel cn materieel te behouden,
„wat eenmaal verkregen is cn ons in de tweede
„plaats met alle kracht toe te leggen op de ver
wezenlijking van datgene, wat ons als eenig
„lichtpunt een baken kan zijn, n.1. de ontwikke
ling van de gemeente als hadplaats. En hierin
,zijn wij op den goeden weg. Dc pcnsiongelegcn-
„heid werd belangrijk uitgebreid, de bij het be
staande uitbreidingsplan van de kom der ge
meente voor zomerwoningen bestemde terreinen
„zijn zoo goed als geheel bezet, d.w.z. dat er
„van dc 43 beschikbare pcrceelcn bouwgrond er
„thans 41 zijn verhuurd of in erfpacht zijn uit
gegeven, waarbij dan nog gezegd kan worden,
„dat de beide overblijvende tcrrcintjes niet zoo
„geschikt zijn. Ook in ander opzicht neemt de
.bebouwing toe, terwijl een ontwikkeling van
„middenstandsbedrijven valt te constateeren.
„Dit alles heeft het reeds thans noodzakelijk
„gemaakt het nog kort geleden tot stand geko
men uitbreidingsplan weder te wijzigen hetgeen
„in bewerking is, opdat nieuwe terreinen voor
„zomerwoningen kunnen worden aangeboden.
,Dc voorloopige aanvragen daarvoor komen vlot
„binnen. Ook overigens kan de badplaats Cal
lantsoog zich verheugen in een steeds toene
mend vreemdelingenverkeer."
cn verder:
„Onze propaganda voor de vestiging van zo
mergasten zal onverzwakt worden voortgezet,
„want wij kunnen, ook met onze woonforenscn-
.belasting, heel goed concurreercn en onze bad-
„plaats maken tot een aantrekkelijk oord, waar
„ieder die er eens geweest is, gaarne terugkomt,
„zonder dat hem het vel over de ooren wordt
„gehaald.
„Dat de gemeente zorgt hiervan niet slechter
„te worden, kan men toch niet. kwalijk nemen.
„Laten wij bedenken, dat vele kleintjes een
„groote maken en dat de inkomsten, voortvloei
ende uit 't vreemdelingenbezoek in verhouding
„tot de andere inkomsten der gemeente een niet
„onbelangrijk deel van het budget uitmaken, af
gezien nog van hetgeen de ingezetenen hiervan
„genieten-.
Wij vestigen speciaal de aandacht, op de door ons
hierboven onderstreepte zinsnede. Dat gevaar voor
overbelasting van het gemeentelijk budget van Cal
lantsoog zal ontslaan als gevolg van het tot ont
wikkeling brengen der badplaats, zooals op blad
zijde 3 van „het rapport" wordt gezegd, meenen wij
te mogen betwijfelen, nu de inkomsten der badplaats
dus reeds een belangrijk deel van het budget uit
maken zelfs in verhouding tot de andere inkomsten
der gemeente. (Zie ons overzicht dier inkomsten op
bladzijde 11). Wij kunnen moeilijk aannemen dat
ruim een jaar later deze voor Callantsoog gunstige
ontwikkelingska'nsen en omstandigheden minder,
zouden zijn geworden nu de.vereoniging met Zijpe
óp het tapijt wordt gébracht. Integendeel, naar.
onze meening zal de uitbreiding van Schagcn, dat
in de toekomst een knooppunt zal worden van uit
stekende land- cn waterwegen en daarom tot een
zeer belangrijk centrum -van Westfriesland moet
uitgroeien, voor de verdere ontwikkeling van Cal
lantsoog als badplaats nog uitstekende kansen bic
den.
Wij willen er nok nog op wijzen, dat cenigcn tijd
geleden dc Rand onzer gemeente cn met hem Ge
deputeerde Staten dezer provincie het ambt van
Burgemeester van Callantsoog van zoodanig belang
achtten, dat onze gemeente uitsluitend voor de
jaarwedde van den Burgemeester in oen hoogere
klasse moest worden geplaatst dan op grond van
het zielental alleen mogelijk zou zijn geweest. Do
reden dezer gunstige plaatsing zal ongetwijfeld
gezocht zijn ook in het feit, dat Callantsoog reeds
tot een ni^J-onbelangrijke badolaats is gegroeid. Ge
vaar voor overbelasting van het gemeentelijk bud
get. als gevolg van plaatsing in die hoogere klasse
werd blijkbaar ook toen niet gevreesd.
Argument 12. „De badplaatsen Callantsoog en Pct-
„ten concurreercn op minder oordeelkundige
„wijze, terwijl bij samenvoeging der gemeenten
„Zijpc en Callantsoog hier een harmonisch-orga-
„nisatorisch geheel zou kunnen ontstaan door
„het bestaan van badplaatsen met een grooter
„cn krachtiger gemeente als achterland, waarbij
„Potten zich meer naar hot Zuiden cn Callantsoog
„naar hot Noorden (o.a. Friesland cn Groningen)
„zou kunnen oriënteeren ,hct geheel ter bevorde
ring van den bloei der badplaatsen en tot steun
,van de geheel6 gemeento ook voor dat gedeelte
„dat minder belang heelt bij liet vreemdelingen-
verkeer."
Bij de samenstelling van dit argument is men blijk
baar niet voldoende doordrongen geweest van hot
feit, dat Callantsoog cn Petten niet de cenige bad
plaatsen zijn aan dc kust van Noordholland. Gesteld
dat iiij samenvoeging van heide gemeenten inder
daad iets zou ontstaan, dat op een „harmonisch-orga
nisatorisch geheel" zou gelijken, dan blijft toch als
nuchtere werkelijkheid over, dat Petten en Callants
oog concurrentie ondervinden van tal van andere
hadplaatsen, reeds te beginnen in korte nabijheid nl.
voor Callantsoog van Huisduinen on voor Petten van
Kamperduin (Schoort). Een „harmonisch-organisato
risch geheel" zal ook niet kunnen beletten, dat de
conc plaats hoven de andere wordt verkozen en om
gekeerd, al naar gelang van den persoonlijken indruk
der gasten. Wij willen in dit verhand nog eens aan
halen een gedeelte uit de nieuwjaarsrede van S Fehr.
1935, genoemd op bladzijde 11^12 biervoor en wel dit,
waarin de burgemeester zeide: ..dat dc propaganda
voor dc vestiging van zomergasten onverzwakt zal
worden voortgezet, want WIJ KUNNENHF.EL
GOED CONCURRKEREN en onze hadplaats maken
tot een aantrekkelijk oord, waar ieder, die er eens
geweest is, gaarne terugkomt zonder dat hem het
vel over de ooren wordt gehaald".
Toen deze uitspraak werd gedaan, was er nog
geen sprake van enne cvontuccle vereeniging van
Zijpe en Callantsoog cn op grond van dozen uit-
snraak van gezaghebbende zijde immers dc heer
Breebaart was vele jaren burgemeester onzer ge
meente cn aan zijn oordeel moet derhalve in dit
opzicht groote waarde kunnen worden gehecht
kunnen wij thans moeilijk het standpunt van onzen
raad aanvaarden, dat alleen voor de uitschakeling
van een minder oordeelkundige wijze van concurree
rcn door Petten vereeniging van beide gemeenten nu
plotseling wcnschelijk zon zijn onder de schoonklin
kende leuze van harmonisch organisatorisch geheel.
Bovendien wordt concurrentie van Petten door
Callantsoog niet gevreesd, omdat, zooals reeds eerder
gezegd, Petten voor zijne ontwikkeling tot badplaats
nu eenmaal ten opzichte van zijn aanmerkelijk
noordelijker aanvangend strand zeer ongunstig is
gelegen achter den Hondsbosschen Zeedijk.
Argument 13. „Het raadhuis te Callantsoog voldoet
„niet meer aan dc tegenwoordige eischcn, vooral
in verband met de ontwikkeling der gemeente
„en dc toeneming der administratie, zoodat uit
breiding en verbouwing op den duur noodzake
lijk zal blijken, hetgeen hij samenvoeging der
„gemeenten Zijpe cn Callantsoog overbodig
„wordt."
Wanneer de Raad onzer gemeente er zoo van
overtuigd is dat ons raadhuis niet meer aan de
eischcn des tijds beantwoordt, dan moeten wij dit
wel als een feit, maar niet als een argument voor de
vereeniging aanvaarden. Zou dit argument waarde
hebben, dan verkeert elke kleine gemeente, waarvan
het raadhuis niet meer aan de eischcn des tijds be
antwoordt, gevaar om onder aanvoering van nog
enkele gezochte redenen haar zelfstandigheid te
verliezen. De bewoners van onze gemeente, die zelf
standig wenschen te blijven, zullen ook kunnen be
grijpen, dat bij voortschrijdende ontwikkeling van
hun gemeente uitbreiding van het gemeentehuis „op
den duur" noodzakelijk hal blijken te zijn.
Deze uitbreiding zal niet met te hooge kosten ge
paard behoeven te gaan, temeer omdat de gemeente
over het benoodigdc terrein reeds de beschikking
heeft.
Argument 14. „Door vereeniging van heide gemeenten
wordt een doelmatiger en minder kostbare ver
zorging van maatschappelijk hulpbetoon moge
lijk."
Dat de eigenlijke armenzorg in deze gemeente
slechter zou zijn of op minder juiste wijze wordt be
hartigd dan in de gemeente Zijpe het geval is,
kunnen wij niet aannemen. Gelet on het karakter
der armenverzorging, waarbij toch elk geval op
zichzelf moet worden beoordeeld en niet gewerkt kan
worden met algemeene normen, komt het ons voor,
dat dit karakter in een kleine gemeente beter tot
zijn recht komt dan in een grootere, waarin dc inge
zetenon meer opgaan in het groote geheel cn minder
zoo zeer noodzakelijke aandacht kan worden besteed
aan de persoonlijke omstandigheden der bchoeftigen,
welk nadeel voor een grootere gemeente naar onze
meening slechts kan worden opgeheven door invoe
ring van een juist kostbaarder dienst voor maat
schappelijk hulpbetoon.
Zooals op hladz. 52 van „het rapport" staat ver
meld, denkt men zich hij vereeniging der gemeenten
een armbestuur bestaande uit:
een Voorzitter met de algemeene leiding belast;
acht leden belast met het doen der vastgestelde
uitkeeringen;
twee damesledcn speciaal voor het Tehuis voor
Ouden van Dagen;
een Secretaris-Penningmeester met een jaarwedde
van f 450.—.
Voor het grondgebied der tegenwoordige gemeente
Callantsoog zijn van deze acht leden slechts twee
leden aangewezen n.1. één voor Callantsoog en om
geving en één voor Grootc Koeten en omgeving. Als
men in aanmerking neemt, dat thans het Algemeen
Armbestuur van Callantsoog vier armvoogden telt
friet bovendien de Burgemeester als Voorzitter en een
SecretarisPenningmeester, dan komt alleen hier
door al tot uiting dat van een doelmatiger armen
verzorging voor Callantsoog geen sprake kan zijn.
Bij dc normale armenverzorging moet elk geval op
zichzelf beoordeeld worden, moet geregeld worden-
nagegaan of de ondersteuning nog in overeenstem-1
kthing is met don werkelijken toestand, moet voortdu
rend in het oog worden gehouden of dc armlastige
door een of andere maatregel uit zijn armlastigheid
kan worden opgeheven, kortom op eiken ondersteun
de is voortdurend toezicht noodzakelijk, waarvoor
pon aantal armvoogden van 8 voor een bevolking van
ongeveer 6500 zielen totaal onvoldoende is.
Argument 15. „Door samenvoeging van beide gemeen
ten wordt een belangrijke bezuiniging verkre
gen."
Inderdaad zal wel een bezuiniging worden verkre
gen, want elke vereeniging van gemeenten zal
daartoe wel leiden. Dat zooveel kleine gemeenten
nog bestaan wijst er evenwel op, dat deze bezuiniging
gelukkig nog niet zoo belangrijk wordt geacht dat zij
uitsluitend als reden wordt aangewend kleine ge
meenten samen te voegen of bij grootere gemeenten
in te lijven. Wij vermoeden dan ook, dat dc bezuini
ging, die bij vereeniging wordt verwacht in werke
lijkheid veel minder bedraagt.
In Hoofdstuk II van ons oordeel noemen wij enkele
posten ten aanzien waarvan wij van meening zijn
dat dc besparing" die daarin wordt genoemd, als
gevolg van de vereeniging van Zijpe en Callantsoog
te hoog is berekend.
Zou tenslotte de tijd moeten aanbreken, dat do
noodzakelijkheid tot bezuiniging zoo dringend be
gint te roepen, dat elke bezuiniging moet worden
aangegrepen waar deze maar te vinden is en daar
om misschien ook door opheffing van kleine gemeen
ten, dan zal do wetgever hiervoor ongetwijfeld alge
meene regelen stellen. Daarom behoeft onze gemeento
ferwillo van wat bezuiniging thans haar zelfstandig
heid nog niet te verkiezen. Dan zullen er nog wel
andere gemeenten in Noordholland zijn, die in dat
licht bezien, veel sterker de aandacht moeten trek
ken.
Argument 16. „Ook dc gemeente Zijpe is hij bedoelde
„vereeniging gebaat, terwijl deze gemeente geen
„bezwaren van „financieelen aard behoeft te
„vreezen, aangezien do toestand der gemeente-
„financiën van Callantsoog niet slechter is dan
„die van de gemeento Zijpe."
Wij volstaan ten aanzien van dit argument met te
constateeren, dat hier dus reeds erkend wordt, dat
dc finantieelc toestand van Callantsoog niet slechter
is dan die van do gemeente Zijpc.
Te hooge ramingen, die in strijd met de
werkelijkheid zijn.
In Hoofdstuk II wordt dan zeer uitvoerig bestreden
een zeer groot aantal posten, die tot de in het rap
port genoemdo totaal-bezuiniging door samenvoeging
der heide gemeenten voerden, leiden.
Hcrhaaldo malen wordt er in liet tegenrapport op
gewezen, dat do als basis genomen ramingen, wat
dc gemeente Callantsoog betreft, tc hoog zijn cn dus
in strijd met dé werkelijkheid, terwijl in andere
gevallen de door samenvoeging te verkrijgen bezui
niging ook voor Callantsoog alleen in toepassing zou
zijn te brengen.
Ook wordt er bij de bespreking van het rapport
meerdere malen op gewezen, dat men aan de ver
schillende toezeggingen, door den Burgemeester van
Zijpe of door B. cn W. van Zijpe gedaan, weinig hou
vast heeft, immers de uiteindelijke beslissing zal, bij
samenvoeging der gemeénten, straks zijn bij den
raad van dc nieuwe gemeente.
Uitvoerig wordt ook besproken de schoolkwestie
voor de kinderen van Koegras en door den heer I.ake-
mond wordt uiteengezet dat dc ouders dier kinderen
nimmer hun kinderen naar de school tc 't Zand zou
den sturen.
Door den Secretaris wordt gewezen op het vck'u-
derde standpunt van B. cn W. van Zijpe van e&.u
dwingend optreden zal geen sprake zijn, maar ook
hier wordt weer gewezen op het weinig hou-vast heb
ben van een dergelijke toezegging.
Bij de verdere behandeling van het rapport zegt
de lieer Breebaart dat het tegenrapport van dc heeren
getuigt van een gedegen studie wat hem bijzonder
veel genoegen doet, maar het is hein onmogelijk om
de in dat tegenrapport vermelde argumenten onmid
dellijk tc bestrijden. Een even gedegen bestudcering
van dit tegenrapport zal daar tegenovergesteld moe
ten worden. Nachten lang hebben de hoeren er over
vergaderd en spr. erkent dat zijn krachten tekort
schieten om de opmerkingen, onmiddellijk tc beant
woorden of te bestrijden. Na bestudeering neemt spr.
op zich dc opmerkingen tc j)cstrijden cn gemaakte
fouten aan te tooncn.
Er wordt hij dc behandeling van het rapport, o.a.
gewezen op het feit dat men geen enkele zekerheid
heeft, dat dc wachtgelden door het Rijk zullen
wprden vergoed, herinnerd aan de moeite die Petten
daarvoor heeft moeten doen, hoewel Petten nood
lijdend was en aan het Rijk dus geld kostte, terwijl
dit met Callantsoog niet het geval is.
Blijft Callantsoog een zelfstandige gemeente, dan
zullen er voor dc wcrkloozcn uit die gemeente voor
langeren tijd werkobjecten zijn, dan wanneer sa/uen-
voeging plaats vindt.
Ook wordt bestreden dat hij samenvoeging Cal
lantsoog zou krijgen een doelmatiger politioneel toe
zicht, terwijl geoordeeld wordt dat hij samenvoeging:
van de beide gemeenten, één autobrandspuit van dc
nieuwe gemeente onvoldoende zal zijn.
Behalve de verdediging van het tegenrapport door
don heer De Haan en do aanvullingen door den,
lieer Laketnond, worden nog verschillende opmerkin
gen gemaakt door dc heeren Jb. Mooij cn P. Vos,
terwijl dc Secretaris het rapport der B. en W.'s toe
licht cn op een paar punten verdedigt.
Bestreden wordt, dat de begrootingen, dus ook die
voor Callantsoog, reeds zoo zuinig mogelijk zijn op
gezet. De begrooting 1935 voor Callantsoog is juist
ruim opgezet, zoodat ook de dienst 1935 weer met oeii
belangrijk saldo zal sluiten. Heffing van oen brand-
assuranticbelasting voor onze gemeente was dan oolc
niet noodig geweest cn dc leden van den neven raad
hebben daarom weinig vertrouwen in de bewering
van B. en W. van Zijpe, dat in de gemeente Cal
lantsoog met ingang van 1 Mei 1936 75 opcenten hl-
plaats van 55 opcenten op de hoofdsom der gemeente
fondsbelasting moeten worden genomen.
(Hiertoe is inmiddels reeds door don Raad van C,
besloten).
De eindconclusie.
Deze luidt als volgt:
Onze Commissie meent in vorenstaande bladzijden
haar oordcel, zooals dit in hare vergadering tot
uiting is gekomen, zoo nauwkeurig mogelijk tc heb
ben weergegeven. Dit oordeel is naar hare meening,
zakelijk samengesteld en brengt duidelijk aan liet
licht dat er in werkelijkheid geen redenen bestaan
Callantsoog als zelfstandige gemeente op te heffen,
en de bevolking onzer gemeente er „niet tegen is,
omdat men er tegen is", zooals op bladzijde 73 van
„het rapport" met weinig eerbied dc inwoners onzer
gemeente in een verkeerd daglicht worden gesteld.
Naar onze overtuiging zou deze gchcele zaak dun
ook geen schijn van kans hebben gehad zoover te
komen, indien den raadsleden onzer gemeento gele
genheid zou zijn geboden de idee der vereeniging
rustig tc overwegen, alvorens liet in den aanhef van
ons oordeel genoemd besluit tc nemen.
Toch is deze aangelegenheid in één opzicht goed
geweest. Zij heeft n.1. op overtuigende wijze dc
groote liefde en toegenegenheid getoond, welke do
inwoners van Callantsoog bezitten voor hun mooi©
■gemeente. ^Jlet overweldigende meerderheid zijn, in
onze Commissie slechts personen gekozen, waarvan
"men 'Wist'dat dé zelfstandigheid hunner gemeento
hen na aan het hart ligt. Slechts een 26 stemmen
werden uitgebracht, waarvan wij mogen aannemen
afkomstig te zijn van voorstanders der vereeniging.
Onze Commissie stelt er prijs op tc vermelden, dat
ten onrechte wordt gesproken van een overweldigen
de S.D.A.P.-meerdcrheid, omdat nu juist 5 candidaten
werden gekozen van dc lijst, ingediend door de S.D.-
A.P.-kiesvereêniging. Het stelt ons dan ook teleur,
dat de vroegere Burgemeester onzer gemeente, do
heer Breebaart, als zijn meening te kennen gaf dat
dit groote ftantal stemmen op de lijst der S.D.A.P.-
kiesvereeniging voor de Regeering juist wel eens
aanleiding zou kunnen zijn daarin een argument
vóór dc vereeniging der beide gemeenten te zien.
Ofschoon wij deze meening van onzen vroegeren
Burgemeester niet deelen, meenen wij toch goed te
doen er op te wijzen, dat in deze zaak do partijpo
litiek geheel buiten beschouwing is gebleven. Er is
niet op een partij gestemd; cr is op personen ge
stemd, ongeacht hunne politiokc overtuiging, waar
door de uitslag dezer verkiezing tot een geheel an
der resultaat leidde dan hij een gemeenteraadsver
kiezing onder gewone omstandigheden.
Op dat de Regeering kennis moge nemen Van onze
bovenstaande uiteenzetting, besloten wij een afschrift
vap ons oordeel aan den heer Minister van Bimjen-
lartdsche Zaken toe tc zenden.
Ons eindoordeel over cene cventucclc vereeniging
der gemeenten Zijpe en Callantsoog luidt tenslotte,
dat. deze vereeniging ten stelligste moet worden ont
raden, omdat zij in geen onkel opzicht noodzakelijk
en zelfs niet wenschclijk is cn indruischt tegen het
rechtsgevoel der Callantsooger bevolking. Op grond
daarvan adviseeren wij Gedeputeerde Staten dezer
Provincie beleefd GEEN ontwerp van wet voor dezo
vereeniging op tc stellen.
Aldus met algemeene stemmen besloten in do
OPENBARE vergadering van de Commissie uit
do ingezetenen der gemeente CALLANTSOOG
als bedoeld in artikel 158 der Gemeentewet.
I
Een grapje, dat een afdoende verklaring
eischte.
De Secretaris, de heer Breebaart zegt, dat hij in
een particulier gesprek als een grapie bedoeld, heeft
gezegd, dat deze rooie meerderheid voor de regee
ring wel eens aanleiding zou kunnen zijn, tot sa
menvoeging te besluiten. Spr. betreurt het, dat dit
nu wordt uitgespeeld. Hij vindt het jammer dat waar
het tegenrapport op zoo'n zakelijke toon is samen
gesteld, daarvan door dit hateiijkhcidje wordt afge
weken. Spr. ontraadt opname in het rapport van
deze opmerking.
De heeren De Haan en Mooij wijzen er op, dat de
opmerking in het openbaar werd gemaakt en zij
haar als grief hebben gevoeld. Ook wordt er op ge
wezen dat de heer Breebaart vanmiddag reeds da
delijk de politiek in 't geding heeft gebracht door ter
sprake te brengen het verkiezingsmanifest van de
S.D.A.P. Mei blijken de leden van den Nevenraad
genegen de bier bedoelde alinea tc schrappen, mita