et huis
GRATIS
Kantongerecht te Alkmaar.
met de J
tiAMO.
SCHAGER
COURANT
ZITTING VAN VRIJDAG 5 JUNI 1936.
A1 k ma a r.
HIJ HAD Z'N DRAAI NIET.
Een beroepschauffeur, Gerrit Pleiter, gedomicili
eerd in de bedreigde kaasstad, had zich onlangs
nu wel niet geamuseerd, maar in elk geval bezig
■gehouden met het reinigen van een auto en was in
dit vehikel geklommen, zonder zich te voorzien van
een rijbewijs., dat door agent Hooijer, 'n actief lid
van het. beroemde Victoria-politiecorps werd gecon
stateerd. Gerrit beweerde heden de „Bloemstraat",
wat niet precies hetzelfde is, bezig was te keeren
en toen den agent niet het gevorderde bewijs te
kunnen toonen.
Een- veroordeeling bij verstek volgde, die de pi
sang in de historie echter gaarne zag herzien, re
den waarom hij in verzet kwam en nu de opgelegde
straf zag gereduceerd tot f 6 boete of 3 dagen.
Schoorl.
DE DROEVE LIJST VAN MAGERE HEINTJE
WERD GELUKKIG NIET VERGROOT.
De heer Piet van Twuijver te Schoorl nam ver
moedelijk op 22 Maart les in autobesturing van ai
aanstaan familielid en de heeren waren zoo verdiept
in deze veelzijdige aandacht vragende bezigheid,
idatn iet werd gelet op de tramweg op het moment
dat dit hijgend staatsvehikel in aantochtw as. Het
scheelde maar 'n haartje of de wagen met inhoud
was aan gruis gereden, doch gelukkig volgde een
torpedeering van geringen omvang en werden de
bestuurders, die om strijd aan de remmen sjorden,
gespaard en bepaalde zich de ramp tot een flinke
materieele schade. De onattente lesgever-chauffeur
bad zich echter heden te verantwoorden wegens
overtreding van het spoorwegreglement en mocht
fcich zelf feliciteeren, dat hij er met f 6 boete of 6
dagen afkwam.
Alkmaar.
DE GEMEENTE GEEFT GEEN PARDON.
De metselaar Cornelis Roodenburg had in een
lelaag van professorale verstrooidheid, die bij een
kalkbewerker niet te pas komt, na een karweitje
aan een riool of zoo iets smakelijks, op het over-
diepad 'n Spaansche doörsteekriet achtergelaten en
had toen als de weerga het gat in de straat weer
geopend, om zich in 't bezit van zijn eigendom te
stellen, maar nagelaten om daarvoor vergunning te
vragen en wat nog erger was, het verschuldigde
vergunningsrecht te voldoen. Waar hij reeds in de
gehuld stond bij onze hongerige gemeentewerken,
liet men niet na hem te grazen te nemen, werd
proces-verbaal opgemaakt en stond onze ridder van
de troffel, pannestrijker, voegspijker en kalkbak,
heden terecht. Hij uitte voor den kantonrechter zijn
ontevredenheid over de weinig coulante, om niet te
zeggen krenterige behandeling, die echter door den
boekhouder Bood nader werd toegelicht en werd
veroordeeld tot 1 gulden boete of 1 dag.
Hij schijnt echter niet genegen om dat geringe
bedrag te voldoen en wil, gelooven wij, zijn schuld
aan het rijk compenseeren door een dag gratis
logies met volledig pension.
Beemster.
DE KALME RIJDER LEGDE HET LOODJE.
Een Oudorper veehandelaar, de heer Wijbrand
Schermerhorn, bereed op 18 April in rustig vaartje
met moeder de vrouw als passagier, te Beemster
•den Middenweg, ongeveer tér plaatse waar deze
weg wordt gekruist door den anderen weg. Maar
een ander automobilist, 'n onderwijsman _uit
Amersfoort, scheen meer haast te hebben en jak
kerde met zooveel snelheid, dat op het gezegde
kruispunt een botsing tusschen de wagens plaats
jiad, waarbij de vrouw van den heer Schermerhorn
met geweld door het opengesprongen portier op den
weg werd geslingerd en daar, zooals Wijbrand ver
ontwaardigd zei, „voor oud vuil bleef liggen"! De
meneer uit Amersfoort trok zich van deze collisie
niet veel aan en het was Schermerhorn, die de sla
gen van het noodlot en de wet moest opvangen,
omdat hij, het verkeer aan de rechterhand heb
bend, dit verkeer voorrang had moeten laten. Dus
moest hij, trots zijn gewonde vrouw en beschadigd
rijtuig, ook nog terecht staan.
1 Natuurlijk liet de oude heer zich-niet onbetuigd
en trachtte met kracht de heeren te overtuigen, dat
Eijn terechtstelling op ver van stevige gronden was
gebaseerd. Maar hij kon echter momenteel niet
voldoende zijn onschuld aantoonen, zoodat de amb
tenaar niet anders mocht doen dan in casu 'n ver
oordeeling, maar dan ook een heel lichte, gelet op
de verzachtende omstandigheden, te requireeren,.
De kantonrechter wenschte zich echter nog eens
ten deze te beraden en zal a.s. week uitspraak doen.
Alkmaar.
HET IS ZAAK OM DAAR NIET TE SUFFEN.
Op het dubbele kruispunt Koorstraat— Laat en
Heul, nabij het monumentale en door menige arme
FEUILLETON
Naar het Engelsch I Mm
door
A. E. W. Mason
13.
„Jawel, mijnheer, doch daarvoor moet u
eenigszins met mijn tante bekend zijn, en u een
oogenblik in haar plaats indenken. Zij wilde het
zoo. Zij was zooals u zegt, een invalide. Drie
jaren lang, was zij niet verder gegaan dan haar
tuin, behalve in een gereserveerde spoorweg
coupé ieder jaar naar Monte-Carlo. Doch zij
wilde niet weten dat zij een kwaal had. Neen,
zij bezat een sterken wil, en verzette zich. Zij
wilde en zou beter worden; het was bij haar
altijd een kwestie van niet langer dan een paar
weken, en een verpleegster in costuum altijd vlak
in haar nabijheid en de deur open, alsof zij in
het laatste stadium van een ziekte verkeerde
dat was haar te veel". Betty hield op, om daarna
weer te vervolgen „Wanneer zij een kritieken
aanval .te doorstaan had, verhuisde de verpleeg
ster natuurlijk. Ik gaf daartoe zelve den last.
Doch zoodra was de aanval niet voorbij, of de
verpleegster moiest verdwijnen. Madame kon er
niet tegen".
Jim kon deze uitlegging volkomen begrijpen.
De eenvoudige waarheid die r in lag, deed hem
de gestorven vrouw zien, gaf hem een denkbeeld
slokker met weemoed bestaarde Ned. Bankgebouw,
'is het zaak voor iederen rijweggebruiker,' om ter"
dege uit z'n doppen te kijken, want het aantal aan
rijdingen, ook wegens verzuim van den wegregél
„rechts gaat voor" is daar legio.
Heden hadden we althans weer 'n tweetal van
die botsingen te boeken, in de eerste plaats .contra
M. van Broekhuijzen, die op 21 April een Hoornsche
bankbediende, die vertrouwde als rechtsche partij
den voorrang te hebben, een aanrijding had be
zorgd, komende van de Laat-zijde en even later
was liet onzen drukker Hette Woudstra, die met
dit watertje voor Dokter Boei-richter moest komen,
omda hij, vanaf den Heul-kant op 3 Mei den slager
A. A. dén Hartog 'n dergelijke poets had gespeeld.
Gelukkig werd niet hard gereden, anders waren
er volgens de sombere beschouwing van den slager
lijken gevallen.
Geen der verkeerszondaren was verschenen en
werdenmet roerende eenstemmigheid door den kan
tonrechter ieder veroordeeld tot f 15 boete subs. 10
dagen hechtenis,
ScboorL
HET GENOEGEN VAN REGEERINGSBEMOEI-
ZUCHT.
De heer Jb. v. d. Oord te Schoorl behoort tot de
gelukkige veehoudende Nederlanders, die met zijn
vee staat onder de vaderlijke controle van het Rijk
en alsnu werd bevonden in het bezit van een vaars-
kalf van 250 kilo, dat niet voorzien was van een i
identiteitsbewijs. De stakker was te dier zake al
door het tuchtrecht veroordeeld tot 10 pop boete,
bovendien was hij tftvee rijksdaalders nutteloos kwijt
geraakt, omdat hij een ander kalf had aangevraagd,
welk verzoek na ruim een jaar lang overweging,
was gewezen van de hand. In welk geval de 5 gul
den, benoodigd*voor de aanvrage, niet teruggegeven,
alzoo ingepikt wordt.
Nu moest hij echter nog eens voor de dikke vaars
zonder geboorteacte terecht staan. Waar evenwel
werd overwogen dat summa summerum de man
reeds f32.00 was afgetapt en het toch niet aanging
om de stelling „non bis in idema" niet tweemaal
voor dezelfde zaak te veroordeelen, toe te passen,
zocht de ambtenaar 'n uitvlucht om het recht toch
zijn loop te geven, alzoo de geit en de kool te spa
ren, en stelde voor géén straf op te leggen, met wel
ke propositie zich tot voldoening van den geplukten
veefokker, den kantonrechter zich geheel kon ver
eenigen.
Warmen huizen.
DE BAKFIETS DEED MAAR ééN OOG OPEN. 1
De ingezetene van Warmenhuizen, Dirk Beuken,
wien het noodlot heeft bestemd om 's avonds op een
bakfiets rond te moeten trappen, zeker niet voor zijn
plezier, sukkelde onlangs op 'n avond met een zij
ner olielantaarns en had bovendien het ongeluk,
als toen rijksveldwachter Vermeulen uit Spaarn-,
dam wat drommel deed die nu op den rijksweg
onder Warmenhuizen te streunen! te ontmoeten,
en het gevolg laat zich denken, 'n bekeui'ing! Thans:
stond hij terecht en werd, omdat bleek dat Dirk een
eerlijke pechvogel was, geen hooger straf opgelegd,
dan 1 gulden boete of 1 dag. In 't vervolg gaat Dij
er echter bij tippelen, dan maken ze 'm niks, advi-;
seerde hem de ambtenaar, die wel 'n wetshandhaver.
maar geen „zuiger" is.
Alkmaar.
SAMENLOOP VAN ONGUNSTIGE OMSTANDIG-
HEDEN.
De heeren Jan de Groot, 'n rijwielhersteller en Jan;
Th. Schut, 'n metselaar, beiden te Alkmaar, hadden!
samen'op 23 April bij de bocht van het Kenriemer-i
park aldaar naar deHeilopêrbrug in kwaliteit van
wielrijders verzuimd het voorgeschreven aanwij-'
zingsgebaar te maken, waardoor agent Hooijer zich
ambtelijk verplicht zag, hen het gebruikelijke re
ceptje uit te reiken. De in gebreke gebleven fietsers
stonden heden na elkander terecht en verontschul
digden zich dat het verzuimen van bedoeld teekcm
het gevolg was geweest van bijzondere omstandig
heden. Waar de wet echter gewoonlijk geen reke->
ning mee houdt, zoodat veroordeeling van ieder der!
comparanten tot f2 boete of 1 dag volgde.
Be r g e n.
VAN JE VRIENDEN MOET JE 'T MAAR
HEBBEN1
Een gebrild heer uit Bergen, met name Joh. Corn.
Koster, die zich de. weelde permitteert het auto
stuur te bedienen, was in den nacht van 22 op 23
April te Alkmaar in de Koorstraat door agent Jan
Dalenberg gesnapt, omdat het achterlicht' van zijn
wagen niet brandde. Toen latér Dalenberg vernam,
dat de bestuurder van de genoteerde auto was bo
vengemelde heer Koster, bleek het een goede ken
nis van Jan te zijn en had deze met kennelijke vol
doening gesmoesd: Zoo, zoo. heb ik jou ook eres te
pakken!
Gezegde heer Koster stond nu terecht en had ge
weldig veel tegen te pruttelen, hoewel de ambtenaar
slechts 1 onnoozele gulden of 1 dag requireerde.Maar
van haar taaie levenskracht. Zij wilde niet toe
geven. Zij wilde de kenmerken van een ziekte
niet altijd om zich heen hebben. Neen, zij ver
koos te slapen in haar eigen kamer, en alleen
als iedere andere vrouw van haar leeftijd. Ja,
Jim begreep het, en geloofde ieder woord wat
door Betty was gesproken. Maar.maar!
zij had iets verzwegen. En dat iets hinderde hem.
Wat zij gezegd had was waar, doch er viel nog
meer te zeggen. Het spreken van Betty had' zich
gekenmerkt door 'eenige aarzeling, zij had haar
woorden te zorgvuldig gekozen, en dan plotse
ling een aanloop van zinnen genomen om de
weifeling goed te maken. Hij zag naar Hanaud,
die bewegingloos was blijven zitten en de oogen
op het gelaat van Betty gevestigd hield, reeds
door zijn onbeweeglijkheid alléén, te kennen ge
vende, dat hij verwachtte hetgeen nog moest ko
men. Zij waren beide, daarvan was Jim over
tuigd, aan den rand van dat kleine geheim, dat
zoowel volgens Haslitt als volgens Hanaud altijd
verscholen is achter beschuldigingen van dem-
zelfden aard als die, welke door Weberski was
ingebracht het kleine scandaleuse familiege
heim, wat voor de oogen van de wereld diep
verborgen moest blijven. En terwijl Jim peinsde
over deze verklaring voor de houding van Bet
ty, werd hij eensklaps uit zijn overdenkingen
wakker geschud, door een hartstochtelijken kreet
die door haar geuit werd.
„Waarom kijkt u mij zoo aan?" rïep zp tot
Hanaud, haar oogen in haar bleek gelaat plotse
ling vuur schietend en met trillende lippen.
Haar stem klonk bijna uitdagend: „Gelooft u mij
soms niet?"
Hanaud hief afwerend de handen op. H!»j
leunde achterover in zijn stoel. Het onderzoe
kende in zijn oogen, in zijn geheele hoeuding,
verdween.
DE HEILIGE OFFERPLAATS
VAN BOK MAS WATOE
LINGAR.
Achter de spoorhalte Kesoegion,
gelegen op een paar minuten spo-
rens van 't centraal station Maos
(res, Banjoemas), wordt 't land
schap op eénige palen gaans be
grensd door een heuvelrij bekend
onder den naam van Goenoeng Ke
len g. Aan den voet van een der heu
vels aan den grooten weg gelegen,
heeft men een heilige offerplaats,
die ieder inwoner van de omliggen-,
de-plaatsen kent en die den naam
draagt van Bok Mas Watoe Lingar.
Aan deze heilige plaats zijn de vol
gende regels gewijd. De verhalen
in omloop omtrent het ontstaan en
de beteekenis van deze offerplaats,
zijn zooal niet eensluidend dan toch
zoo weinig van elkander verschil
lend, dat men ze in 't kort kan sa
menvatten als volgt:
Sinds oeroude tijden woonde in
't Semarangsche 4en gelukkig ou
derpaar, gezegend met veel zoons
en een eenige dochter. Toen de jon
gens groot geworden waren en hun
eigen brood moesten verdienen, ver
lieten ze het ouderlijk huis en bleef
de dochter alleen bij de oude luidjes
om hen op hun ouden dag te ver
zorgen. Toen haar ouders stierven
had ze reeds zoo'n leeftijd bereikt,
dat aan trouwen niet meer te den
ken viel en besloot ze afstand te
doen van alles wat wereldsch is en
zich geheel te wijden aan de zalig
heid van ha ar ziel. Zij werd boete
ling en toog heen-van haar -ge
boortegrond, overal zwervend totdat
ze aan den voet kwam van de Goe
noeng Kelong, toentertijd nog be
dekt met maagdelijk bosch. Hoogo
boomen, donkere plekken, stille
eenzaamheid, een plaats uiterst
geschikt om zich geheel te wijden
aan godsdienstige overpeinzingen
en ongehinderd haar gebeden te
richten tot den Allerhoogste. Weldra
was zij onder de omliggende bevol
king bekend, die haar, om haar
reuk van heiligheid, bijgeloovig al.
de inlander is, kwam raadplegen
omtrent ziekten en rampen die hen
troffen. Zij gaf raad en medicijnen
aan kranken, voorspelde toekomsti
ge gebeurtenissen en de geheele be
volking was een en al bewondering
en geloofde aan haar verhalen en
uitleggingen, en zoo was haar naam
als heilige gevestigd. Voor de goede
raadgevingen nam zij geen geld
aan: haar uitspraken werden be
taald in rijst en vruchten, die zij
aannam als offer.
Deze gewoonte heeft lang bestaan,
totdat eens het hutje, waarin de ou
de vrouw woonde, geheel verlaten
werd gevonden, zonder dat men
wist waar de bewoonster was geble
ven. De waarschijnlijke oplossing
van dit verdwijnen zal wel zijn dat
ze door tijgers is opgegeten, die
maar al te veel in Goenong Kelong
te vinden zijn, zelfs nog in dezen
tijd. De bijgeloovige bevolking ech
ter gaf een andere uitlegging. Bok
Mas Watoe Lïngar 5s gestorven en
haar lichaam en haar ziel beide
zijn ten hemel gevaren, in den he
mel van Mohamed. Om een gedach
tenis te hebben aan de vrouw die
hun gedurende haar kluizenaarsle
ven steeds zoo liefderijk heeft bijge
staan met haar medicijnkennis en
die hun eerbied afdwong door haar
godsvrucht, heeft de bevolking een
soort eereteeken voor haar opge
richt; heel eenvoudig: een grooten
steen, den steen die voor haar wo
ning lag en waarop zij in deemoed
haar gebeden placht op te zenden
tot haar Allah. Op deze steen, een
kalkbrok'van omvangrijke grootte,
werd een huisje van bamboe met
boschgrasbedekking geplaatst, en
de troostzoekende die deze plaats
bezoekt, brengt daarin een offer in
de gedaante van een stuk wit goed
ter grootte van een servet en naar
inlandsch gebruik bloemen en wel
riekende gele zalf. Nog steeds wordt
deze plaats als heilig beschouwd ep
komen de inlanders van heinde en
ver hun offer brengen, vooral bij'
feestelijke gelegenheden, zooals het
Javaansch nieuwjaar; dan kan men
opmerken, dat de trek daarheen
niet is verflauwd. Menig inlander-
gaat naar deze heilige offerplaats
om daar te bidden en geloften af
te leggen, en te baden in het kleine
beekje dat daar bruisend voortijlt
tusschen de bergspleten, teneinde
absolutie te krijgen van zijn zon*
den, gedurende het afgeloopen jaar
begaan. Kinderlijke eenvoudigheid!
het flux de bouche van den verdachte met betrek
king van het onbeduidende geval had echter zooveel
invloed op den heer kantonrechter, dat de uitspraak
tot a.s week werd aangehouden.
DINSDAG 9 JUNI.
HILVERSUM (1875 M.)
KR.Ouïtzending. 8.00—9.15 Grampl; 9.30 Midden-
sta'ndspraatje; 10.30 Grampl; 11.30—12.00 Godsd.
halfuur; 12.15 Grampl. en KRO-orkest; 2.00 Voor de
vrouw; 3.00 Grampl; 3.15 „De Katholieke Kerk in
de branding"; 4.15 Grampl; 4.45 KRO-orkest; 5.15
Grampl; 5.30 De KRO-Boys; 5.45 Felicitaties; 6.00 De
KRO-Boys; 6.15 Zwemles; 6.30 KRO-Melodisten; 7.15
Sacramentsfeest en processie; 7.35 Sportpraatje;
8.00 Berichten A.N.P. en KRO-Nieuws; 8.10 KRO-
Symphonie-orkest; 8.30 Fanfare „St. Joezep"; 8.50
KRO-Boys; 9.10 Carlo Pagani's Tzigane-orkest; 9.25
Grampl; 9.40 KRO-Symphonie-orkest; 10.00 Ver
volg Fanfare-orkest; 10.20 Vervolg Tzigane-orkest;
10.35 Berichten A:N.P.; 10.40 KRO-Svmphonie-orkest;
11.00 Grampl; 11.15 KRO-Boys; 11.45—12.00 Gr.pl.
HILVERSUM (301 M.)
AVRO-uitzending; 6.307.00 R.V.U. 8.00 Grampl.
9.00 Kovacs Lajos1 orkest; 10.00 Morgenwijding;
Grampl; 10.30 Kovacs Lajos' orkest; 11.00 Huish.
wenken; 11.30 Pianorecital; 12.00 Omroeporkest en
Grampl; 2.00 Orgel en viool; 3.00 Knipcursus; 4.00
Zang en piano; 4.30 Grampl; 5.00 Voor de kinde
ren; 5.30 Omroeporkest; 6.30 Astronomische cau
serie; 7.00 Dansmuziek en zang; 8.00 Berichten
A.N.P.8.10 Gevarieerd programma mmv. het Om
roeporkest, solisten, accoi'deon-duo en Kovacs La
jos' orkest; 11.00 Berichten A.N.P.; Grampl; 11.15
12.00 Aeoiian-orkest.
DROITWICH (1500 M.)
11.20—11.50 Orgelspel; 12.10 Het Hallis-kwintet en
soliste; 12.50 BBC-Schotsch-orkest en solist; 1.50
2.20 Grampl; 3.1(^—3.55 R. Powell's kwintet; 4.20
Causerie „This and That"; 4.40 Sopraan en strijk
kwartet; 5.35 Londensch Zigeunerorkest; 6.20 Be
richten; .50 Liederen van Ravel; 7.15 Fransche les;
7.50 Koloniale causerie; 8.20 Zangrecital; 8.50 Radio
tooneel met muziek; 9.50 Berichten; 10.20 Scheep
vaartkundige causerie; 10.40 Het Gr i 11 er - s tri j kkw a r-
tet; 11.3512.20 Dansmuziek.
RADIO-PARIS (1648 M.)
7.20 en 8.35 Grampl; 11.20 Orkestconcert; 2.50 Grampl;
5.50 Orkestconcert; 9.05 Zang; 10.05 Orkestconcert
„Neemt u mij niet kwalijk mademoiselle", zei-
de hij met een stem vol zelfverwijt. „Er is geen
sprake van, dat ik u niet geloof Ik zat met mijn
beide ooren te luisteren naar hetgeen u zeide, op
dat ik u nooit weer met mijn vragen zou behoe
ven lastig te vallen. Doch ik had moeten beden
ken in plaats van het te vergeten, dat u een ze
ker aantal dagen in een groote spanning heeft
geleefd. Ik heb mij niet gedragen zooals het be
hoort".
De kleine orkaan was overgewaaid. Betty liet
zich weer in haar hoekje van de vensterbank
zakken, het hoofd terzijde van de raamlijst ge
leund en het gelaat een weinig opgeheven.
„U is wel voorkomend, mijnheer Hanaud", ant
woordde zij. .Eigenlijk had ik u mijn veront
schuldigingen moeten aanbieden. Ik gedroeg mij
als een hysterisch schoolmeisje. Wilt u als 't u
blieft uw vragen voortzetten?"
„Gaarne" antwoordde Hanaud vriendelijk. Het
is beter dat wij er nu ineens een einde aan ma
ken. Laat ons dus terugkeeren tot den nacht van
den zeven en twinstigsten.
„Hij was afwezig", hernam Betty. „Hij ver
trok den vijf eh twintigsten om forellen te gaan
visschen in de rivier de Ouche, en keerde eerst
in den morgen van den acht en twintigsten te
rug".
„Juist", merkte Hanaud op. „Wat een tijpe
is die ,man! Laat ons hopen dat bij een beter
net-gereed had voor zijn forellen, dan hetwelk
hij zoo haastig voor mademoiselle Harlowe in
gereedheid bracht. Anders zal hij in die drie
dagen niet veel aan zijn sport gehad hebben."
Zijn lach en zijn woorden riepen een flau-
wen glimlach op het gelaat van Betty te voor
schijn, en daarna keerde hij tot zijn vragen te
rug.
Wie zich vanaf heden
op de
abonneert, ontvangt alle
in de maand Juni
verschijnende nummers
en solisten; 11.05—12.35 Populair concert en dans
muziek.
KEULEN (456 M.)
6.40 Orkestconcert; 12.20 Concert; 1.35 Symphonie-
concert;'2.35 Gevar. concert; 4.20 Orkestconcert; 5.55
Gevar. concert 7.20 Omroeporkest; 9.2010.20 Ge
varieerd programma.
BRUSSEL (322 en 484 M.)
322 M.! 12.20 Grampl; 12.50 Salonorkest; 1.50-2.20
Grampl; 5.20 Omroeporkest; 6.50 en 7.20 Grampij
8.20 Symphonieconcert en hoorspel; 10.30—11.20 Gr,
pl; 4S4 M.: 12.20 Grampl; 12.50 Omroeporkest; 1.50—
2.20 Grampl; 5.20 Orgelconcert; 6.35 Grampl; 8.20
Salonorkest en zang; 9.35 Dansmuziek; 10.30—11.15
Grampl.
DEUTSCHLANDSENDER (1571 M.)
8.30 Dansmuziek; 10.20 Berichten; 10.50 Klarinet en
fagot; 11.05 Weerbericht... 11.10—12.20 Dansmuziek
en populair concert
-,,U ging dus naar een bal, mademoiselle. Bil
wie?"
„Ten huize van mijnheer Pouillac Boulevard!
Thiers".
„En hoe laat ging u daarheen?"
„Ik verliet dit huis te vijf minuten voor negen"1
Is u zeker van dien tijd.?
„Volkomen", antwoordde Betty.
„Hebt gij vóór uw vertrek mevrouw Harlowé
nog gezien?"
„Ja", gaf Betty ten antwoord. „Even vóór ik
ging begaf ik mij naar haar kamer. Zij had in
bed gedineerd zooals zij dikwijls deed. Ik droeg
bij gelegenheid van dit bal een nieuw toilet, dat
ik dezen winter te Monte-Carlo gekocht had, en
ik ging naar haar kamer, om haar te laten
zien hoe het mij stond".
„En was mevrouw alleen?"
„Neen, de verpleegster was bij haar".
En hier lachte Hanaud met een grooten schijn
van slimheid.
„Dat wist ik reeds, mademoiselle", verklaarde
hij met een vriendelijken grijnslach. „Want ja,
hier spande ik u een kléinen strik. Want hier
heb'ik het getuigenis van de verpleegster, Jean-
ne Baudin, zelve".
Hij nam uit zijn zak een stuk papier waarop
een paar regels getypt waren. „Ja, de rechter
liet haar roepen en liet haar verklaringen op
schrijven.
„Dat was mij niet bekend", zeide Betty. „Je-
anne verliet ons den dag na de begrafenis en
ging naar huis. Sedert heb ik haar niet gezien"
Met haar hoofd knikte zij een of twee malen
waardeerend in de richting van Hanaud waarbij
zij lachte.
(Wordt vervolgd.)